Neutrinos detecteren in groenland

Arthur
Adriaens

Een astrodeeltjesfysicus wenst bij te leren over het heelal: Hoe gebeuren

supernovas (het ontploffen van sterren)?  Welke processen gebeuren er rond

zwarte gaten? Wat gebeurt er exact bij de vorming van een zwart gat?...  In

tegenstelling tot een theoretisch fysicus zal de astrodeeltjesfysicus niet

theoriën proberen uitvinden, hij zal deze testen. Een astrodeeltjesfysicus

kijkt naar subatomaire deeltjes, zoals het electron of de proton, die komen van

deze speciale evenementen en gebruikt deze informatie voor allerhanden

doeleinden.

Een leuk deeltje in de toolbox van de astrodeeltjesfysicus is de neutrino, een

zeer licht en zeer zwak interageerend deeltje waarvan er per seconde gemiddeld

100 triljoen op elk moment door uw lichaam bewegen.  Door haar lage kans op

interacties kan ze ongehinderd zich vanuit een supernova naar de aarde

verplaatsen.  Als een neutrino dus op aarde wordt gedetecteerd en de richting

kan vernomen worden zijn we vrijwel zeker te weten waar ze vandaan komt.

Wegens deze handige eigenschappen van de neutrino zijn er al verscheidene neutrinodetectoren gebouwd.

Maar deze detectoren zijn vaak te klein om neutrinos met heel grote energiën te meten, dewelke

met de straling van de oerknal zouden gereageerd hebben.

Om deze hoog energetische neutrinos te kunnen observeren in menselijke tijdsperiodes is een grote detector nodig.

Om deze reden werd de \textit{Radio Neutrino Observatory in Greenland} of RNO-G gebouwd, een 

neutrino detector gebaseerd in het Groenlandse ijs.

Als een neutrino, bijvoorbeeld komende van een zwart gat, zich verplaatst in

het ijs kan deze radiogolven produceren, RNO-G wenst deze radiogolven te

detecteren aan de hand van sensoren diep in het ijs.  Aangezien deze detector

gebaseerd is op het principe van daarin verplaatsende radiogolven is het zeer

belangrijk de optische eigenschappen van het ijs te kennen. Een zeer

belangrijke eigenschap is hoe de index van refractie (hoe licht buigt door het

medium, denk bijvoorbeeld aan je hand net onder water in een zwembad) varieert

met de diepte in het ijs. Een model die deze variatie modelleert wordt een

ijsmodel genoemd.

Het ijsmodel die door het team van RNO-G wordt gebruikt is een exponentiële

functie, deze functie kan echter niet volledig overeenstemmen met de realiteit.

Om beter te kunnen omgaan met ingewikkeldere ijsmodellen die wel beter het ijs

zouden beschrijven heb ik in deze thesis een nieuw algoritme gemaakt die dat

mogelijk maakt.  Maar om te weten of het nodig is om een moeilijker ijsmodel te

gebruiken dienen we het ijs eerst te meten.

Om de eigenschappen van het ijs te meten heb ik gebruik gemaakt van

weerballonnen (niet de Chinese versies).  Er passeren verscheidene

weerballonnen over de detector dewelke een radio antenne hebben, wij kunnen de

positie van de weerballon en de gedetecteerde straling (komende van de

weerballon) gebruiken om meer te weten te komen over het ijs. Een illustratie

van hoe zo'n ballon passeert aan een detector is op de figuur weergegeven.

Illustratie van een weerballon die bij een detector passeert waardoor de detector zijn uitgezonden straling opvangt



Na het uitvoeren van deze metingen bleek dat het exponentiële model wat gehanteerd werd weldegelijk

niet goed de eigenschappen van het echte ijs benadert, en er zal dus een nood zijn om een moeilijker

ijsmodel te maken.

Download scriptie (2.06 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Dirk Ryckbosch
Thema('s)