De onzichtbare generatie van het modernisme

Floremie
Vermeulen

Emiel Van Loven

“Nu rij je voorbij zijn realisaties zonder te beseffen dat híj ze heeft getekend, maar binnenkort zal je ze meteen herkennen”, is wat Julia Goor mij bij onze eerste ontmoeting zei. Dit was een veelbelovende uitspraak aan de start van een thesisonderzoek rond haar echtgenote, de modernistische architect Emiel Van Loven. Had deze tot voordien onbekende architect zo’n uitgesproken vormentaal in zijn ontwerpen dat ik hem na een jaar onderzoek zou herkennen? Wat zegt dit over Van Loven als ontwerper? Hij bleef gedurende zijn carrière als modernistisch architect vrijwel volledig onder de radar. In Herentals, zijn geboortedorp, is zijn naam iets minder vreemd. Maar hoewel hij ook in steden als Brussel realisaties neerzette, blijft hij vrijwel onzichtbaar binnen de naoorlogse modernistische stroming. Het modernisme kent natuurlijk enorm veel architecten, waarvan verschillende wel doorbraken als trendzetters en invloedrijke ontwerpers. Wat heeft men nodig om gezien te worden én bestempeld te worden als revolutionair architect binnen een stroming waar al zoveel over verteld is? Waar ligt de waarde van het oeuvre van Van Loven? Is zijn werk vandaag nog steeds relevant binnen ons Vlaams patrimonium?

 

Signatuur Van Loven

Na een jaar intensief onderzoek te hebben verricht rond het werk van Van Loven, krijgt Julia gelijk; zijn architecturale stempel is duidelijk herkenbaar binnen het Kempense landschap. Van Loven wist zijn huizen te identificeren, te brandmerken met zijn signatuur. Dat Van Loven-signatuur vraagt uiteraard om een verdere uitlichting. Want het uiteindelijke doel van mijn onderzoek is natuurlijk om u, de lezer ook wegwijs te maken in wat Van Loven net kenmerkt. Daarnaast is het relevant om ook de context waarin Van Loven ontwierp te kaderen en te projecteren op zijn realisaties. Hoe de moderne tijdsgeest 60 jaar later nog steeds zijn invloed uitoefent lijkt mij meer dan ooit relevant.

 

Uitgebreid oeuvre

Na zijn studies aan het Sint-Lukas Instituut loopt Van Loven zijn stage bij Georges Pepermans, een modernistisch architect die vooral gekend is voor zijn realisatie van het studentenhuis Pius X en het studentenrestaurant Alma III in Heverlee. Samen met Pepermans tekenen ze het Albert I Instituut in Elsene, een tehuis met drie verdiepingen en een klooster.

Van Lovens verhaal als zelfstandig architect start in Grimbergen, waar hij samen met collega Chris Broeckaert een woonwijk realiseert. Ze noemen zichzelf ‘Dimensie 3’, een architectencollectief bestaande uit vier ex-architectuurstudenten die afstudeerden aan het Sint-Lukas Instituut te Schaarbeek. Naast Van Loven en Broeckaert, bestaat het team uit Simon De Neef en Michel Viérin. Ze werken samen aan diverse projecten in en rond Brussel, maar realiseren daarnaast ook eigen projecten. Van Loven en Broeckaert worden aangesteld om een moderne tuinwijk te realiseren voor jonge Vlaamsgezinde families. ’t Zonneveld werd destijds gepromoot als “een gemeenschappelijk wonen”, waarbij alle inwonende gezinnen een moderne bungalowwoning krijgen toegewezen en waar muren, heggen en afbakeningen uit den boze zijn. “De kinderen wisten in elk huis het toilet zijn”, vertelde één van de oorspronkelijke bewoonsters mij. 60 jaar later is er van dat gemeenschappelijk wonen nog weinig te zien. Maar de huizen werden door Van Loven ontworpen als “groei-woningen”, die konden uitbreiden naarmate het gezin groter werd. Om de productieprijs zo laag mogelijk te houden, werkten de architecten met standaardafmetingen waarbinnen de verschillende functies van de woning pasten. Zo ontstaan er vier verschillende type woningen, die telkens anders worden geschakeld. Nv Expansie, het aannemersbedrijf dat de woningen verkoopt, noemt ze “appartementen op de begane grond”. Omdat het bouwperceel zich naast een voormalige luchthaven bevindt, mogen de woningen zich beperken tot een gelijkvloers woonoppervlakte. Vandaar de verwijzing naar een appartement, dat ook op een kleine oppervlakte alle voorzieningen huishoudt. De woonwijk krijgt in het onderzoek bijzondere aandacht omdat het project ook vandaag nog enorm veel woonkwaliteiten heeft, hoewel een deel van de oorspronkelijke woningen volledig verbouwd zijn.

Van Loven realiseert ook enkele private woningen in en rond Brussel maar trekt al snel terug naar zijn bakermat, de Antwerpse Kempen. Hier realiseert hij verschillende villa’s, gezinswoningen en publieke gebouwen. In het onderzoek bespreken we van elke soort een voorbeeld; woning Noppen in ’t Zonneveld, villa Vandervoort in Geel, gezinswoning Van Loven in Mol, Sporthal Onze-Lieve-Vrouw Olen en de Sint-Janskerk in Herentals. Deze woningen worden beschreven vanuit een persoonlijk bezoek aan de woning. In deze beschreven ervaring worden de kwaliteiten alsook de sfeer van de realisatie naar voor gebracht. Zo wordt de nadruk niet alleen op de woning gelegd, maar ook op Van Loven, de bewoners en hun verhaal.

Na het lezen van mijn onderzoek slaagt u er misschien ook in zijn signatuur te herkennen, maar vooral…erkent u deze waardevolle en relevante erfgoed-architectuur.

Download scriptie (2.97 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Els De Vos