Fouten op het circuit: data-gedreven studie van de error-response bij Formule 1 coureurs

Ayala
Denul

Fouten maken is menselijk. Volgens velen is het zelfs noodzakelijk en onvermijdelijk om fouten te maken. Wat echter belangrijker is dan de fout zelf, is hoe je je aanpast en herpakt. Zoals Max McKeown in zijn boek ‘Adaptability: The Art of Winning In An Age of Uncertainty’ aanhaalt: “Elke mislukking is een onvermogen om zich aan te passen, elk succes is een succesvolle aanpassing.”

Ons aanpassingsvermogen is van onschatbare waarde. We leren dit al heel vroeg in ons leven. Zonder vallen en opstaan zou niemand van ons kunnen fietsen. Maar wat gebeurt er als we topprestaties willen neerzetten? Alhoewel velen intuïtief denken dat fouten nefast zijn voor topprestaties, geven sommige onderzoeken bij basketbal atleten aan dat de atleten net beter presteren na een gemiste worp, dan na een succesvolle worp.

Een beter begrip van prestatie- en foutmonitoring van atleten en adaptatie na fouten kan informatie opleveren over hoe prestaties kunnen worden verbeterd, atleten kunnen worden getraind of atleten kunnen worden geselecteerd. Het maatschappelijk belang gaat echter veel verder dan topsport. Het is ook belangrijk vanuit een ontwikkelingsperspectief. Bij heel wat kinderen hebben de ervaringen in sportclubs een grote impact heeft op hun ontwikkeling.

Met het huidige onderzoek wilden we het inzicht in adaptatie na fouten in een bredere context bestuderen dan enkel bij basketbal. We wilden in een data-gedreven studie de effecten in een andere sport onderzoeken. Bovendien wilden we focussen op individuele topsporters. Zo kwamen we uit bij Formule 1, een sport met sterke focus op individuele topprestaties waarbij bovendien veel data beschikbaar zijn.

Aan de hand van online publiek beschikbare data hebben we onderzocht hoe Formule 1 coureurs zich aanpassen na een fout, en of dit samenhangt met prestaties. Uiteindelijk legde dit onderzoek een intrigerende correlatie bloot tussen prestaties en de consistentie van de adaptatie. De data gaven aan dat de coureurs die meer consistent afweken van hun vorige ronde beter presteerden. Hieronder volgt het verhaal van deze data-gedreven zoektocht.

Zoeken naar de naald in de hooiberg van Formule 1 race-data

Om de adaptatie na een fout te kunnen onderzoeken, is het belangrijk om eerst af te lijnen wat nu eigenlijk als fout beschouwd wordt. De nood aan een duidelijke definitie werd in deze thesis versterkt door het gebruik van een uitgebreide online dataset. Aan de ene kant bood deze dataset veel mogelijkheden, maar aan de andere kant moest de definitie van fouten op één van de beschikbare variabelen toegepast worden. Een fout wordt algemeen gedefinieerd als een mismatch tussen de verwachte uitkomst en de werkelijke uitkomst van je acties. Op basis van deze definitie beschouwden we fouten als ronden met een tragere rondetijd dan de voorgaande ronde, waarbij de voorgaande ronde dus als verwachting dient voor de volgende ronde.

We moesten natuurlijk ook rekening houden met enkele karakteristieke eigenschappen van Formule 1 races. Ten eerste, zijn er veel oncontroleerbare factoren die de rondetijd kunnen beïnvloeden, zoals mechanische problemen, ongevallen en regenbuien. Om deze reden werden 10 races geselecteerd zonder grote incidenten. Een volgend obstakel was de grote verschillen tussen de circuits. Om dit aan te pakken hebben we eerst de geselecteerde races apart geanalyseerd, en vervolgens een meta-analyse uitgevoerd.

Error-response van Formule 1 coureurs

In eerste instantie hebben we dus onderzocht of coureurs versnellen, vertragen of dezelfde snelheid blijven rijden na een fout (een tragere ronde dan verwacht) of een succes (een snellere ronde dan verwacht). Voor elke ronde hebben we dus berekend of deze sneller (succes) of trager (fout) was dan de voorgaande ronde. Vervolgens gingen we na of de coureur in de volgende ronde dan weer versnelde of vertraagde.

We vonden een significante reactie op een fout (een zogenaamde error-response). Over het algemeen rijden Formule 1 coureurs na een fout, systematisch weer sneller in de volgende ronde. Er werd echter geen aanpassing geobserveerd bij succes. Na een snellere ronde dan verwacht rijden ze niet systematisch trager in de volgende ronde. Deze observaties zouden kunnen wijzen op ‘post-error roekeloosheid’, waarbij de coureurs meer risico’s nemen na een fout om zo de tragere rondetijd onmiddellijk te compenseren.

Hangen error-response en prestatie samen?

Verassend genoeg werd er op het eerste zicht geen relatie gevonden tussen de error-response en prestatie. Er was geen correlatie tussen de mate van error-response en resultaten. Dit komt erop neer dat gemiddeld gezien alle coureurs, onafhankelijk van hun prestatie, een gelijkaardige error-response vertonen.

Echter, bij diepere analyse bleek dat de variatie van de fouten (d.w.z. de variatie van het verschil in rondetijd) correleerde met de prestatie. Specifiek vonden we dat de coureurs die meer consistent afweken van hun vorige ronde beter presteerden. Bovendien gaf deze diepere analyse aan dat de consistentie van de afwijking met de vorige ronde een indicator kan zijn voor toekomstige prestatie. Dit wijst mogelijks op het belang van een consistentie-factor in error-response bij topsporters.

Alhoewel deze diepere analyse exploratief in aard was, doet deze ietwat verrassende correlatie interessante nieuwe vragen rijzen. Ten eerste is het belangrijk om onderzoek te doen naar het oorzakelijk verband. Daarnaast moeten we onderzoeken of dit verband ook in andere sporten voorkomt. Tot slot is het interessant om na te gaan of deze consistentie-factor inderdaad een factor is die toekomstige prestaties op lange termijn voorspelt. Dit zou namelijk grote praktische implicaties kunnen hebben voor de sportwereld aangezien dit zou kunnen helpen bij het selecteren en trainen van atleten.

Besluit

Aan de hand van online beschikbare data over rondetijden in Formule 1, bleek dat coureurs na een vertraging (fout) systematisch weer versnellen. Omgekeerd, vertraagden ze echter niet na een versnelling (succes). Deze effecten hingen niet samen met de prestatie van de coureurs. Echter is er wel een indicatie dat de consistentie van de afwijking met de vorige ronde samenhangt met prestatie. Verder onderzoek in verschillende sporten is nodig om deze verbanden te bevestigen en de generaliseerbaarheid van deze resultaten na te gaan, met het doel de sportwereld te informeren om zo prestaties, training en selecties te verbeteren.

Download scriptie (1.89 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. Wim Notebaert