Een archief dat kan ademen

Lotte
Bode

Hoe archiveer je een vluchtige, efemere kunstvorm zoals performance? Het is een vraag die de theaterwetenschap en performance studies al decennialang bezighoudt. De bijzondere kunstenaar Otobong Nkanga werpt nieuw licht op het vraagstuk. Het M HKA zal haar concept van ‘het ademend archief’ realiseren.

Schilderijen en sculpturen worden doorgaans in depots gestockeerd, films staan op harddrives en muziek vindt haar weerslag in partituren. Hoe performance een duurzaam bestaan kan krijgen, is veel minder duidelijk. De meeste kunstinstellingen vallen terug op videocaptaties om performance te bewaren, maar die gaan vaak voorbij aan de eigenheid van het medium. Verscheidene theoretici beschouwen live performance daarom als een eenmalig, voorbijgaand evenement en dus ‘onarchiveerbaar’. 

Andere onderzoekers opperen dat materiële opslagvormen zoals video- of geluidsopname, gewoonweg niet passen bij performance. Volgens hen moeten heropvoeringen of ‘re-enactments’ performance levend houden. Dat is een interessant voorstel, maar de zoektocht naar een methodologie voor het archiveren van performance dreigt een cruciaal aspect uit het oog te verliezen: is het niet de kunst zelf die moet bepalen of en hoe ze voortleeft?

De performances van Otobong Nkanga

De internationaal gerenommeerde kunstenaar Otobong Nkanga werd geboren in Kano, Nigeria, maar woont al meer dan tien jaar in Antwerpen. Haar werk put zowel uit Europese als Afrikaanse tradities en lijkt niet te passen binnen de westerse archiveringsmethodes. Nkanga maakt installaties, sculpturen, wandtapijten en tekeningen en heel vaak ‘activeert’ ze die via performance. Haar installatie Taste of a Stone bijvoorbeeld is een meditatieve ruimte met kiezelstenen, grotere stenen en planten die allemaal uit de regio komen waarin het werk wordt tentoongesteld. Toen Nkanga het werk in 2010 installeerde in Sharjah, een stad in de Verenigde Arabische Emiraten, performde ze ook zelf te midden van de installatie. De performance heette voluit Taste of a Stone: Itiat esa Ufok. Nkanga droeg de planten op haar hoofd, zong liederen en vertelde verhalen waarin ze haar ervaringen in Sharjah linkte aan herinneringen aan andere plekken. De manier waarop stenen, planten en materie verhalen oproepen en ervaringen creëren, vormt een hoofdthema in haar werk. 

SB11 Nkanga Kolanut Tales 3 0Taste of a Stone: Itiat esa Ufok © Sharjah Art Foundation

Voor Nkanga is het belangrijk dat haar performances niet als één onveranderlijk geheel worden opgevat. Haar performances verschillen telkens wanneer ze worden opgevoerd en passen zich aan naargelang de performers en de context. De performance Diaspore bijvoorbeeld werd al op verschillende plaatsen in Europa opgevoerd, telkens door een andere groep vrouwen met een Sub-Sahara-Afrikaanse achtergrond. De performers bewegen door een ruimte met een plant op hun hoofd en zingen liederen die ze associëren met hun eigen Afrikaanse afkomst of vertellen verhalen over hun persoonlijk migratieproces. De inhoud verschilt dus bij elke performance. Dat principe van flexibiliteit kan je niet vertalen in eenduidige videocaptaties. Voor Nkanga gaat de klassieke, westerse idee dat er van een performance één origineel bestaat dan ook niet op. Naar het voorbeeld van orale culturen gelooft ze net in het soort overdracht waarbij een boodschap of verhaal niet in één format wordt gegoten, maar meebuigt met de externe omstandigheden.

Naamloos 3Diaspore © M HKA Ensembles

De performances van Nkanga blijven steeds in ontwikkeling en bestaan bovendien in complexe, inhoudelijke verwantschappen tot elkaarTaste of a Stone: Itiat esa Ufok en Diaspore hebben andere titels, maar de werken hangen wel samen. Het verband tussen de twee zit niet op het niveau van de titel, verklaart Nkanga zelf, maar op het niveau van de elementen: in beide performances staat de plant centraal. Diaspore werkte een idee van Taste of a Stone: Itiat esa Ufok verder uit. Om Nkanga’s oeuvre te archiveren, is er een netwerk nodig dat verbanden kan leggen in allerlei richtingen. Westerse kunstinstituten hanteren echter voornamelijk hiërarchische, lineaire databases. Wat Nkanga in dit verhaal zo bijzonder maakt, is dat ze een zeer doordacht alternatief archief in gedachten heeft.

Realisatie door het M HKA

Voor Nkanga is het archief een levend, ademend gegeven waar steeds actief voor moet worden gezorgd. Concreet heeft de kunstenaar een digitaal platform voor ogen waarop de belangrijkste instructies, beelden, documenten, geluiden enzovoort worden verzameld. Om meerstemmigheid te garanderen kunnen Nkanga’s medewerkers, performers of curatoren steeds aanvullen. Daarnaast worden de materiële ‘kernelementen’ op één plaats verzameld. De attributen dienen niet als onaantastbare relicten, maar wel als ‘prototypes’ die naargelang de ontwikkeling van een of meerdere werken gereproduceerd of aangepast kunnen worden. Algemene informatie is in dit ‘ademende archief’ voor iedereen zichtbaar, voor meer gespecifieerde documentatie is toestemming nodig. Het archief moedigt instellingen of artiesten aan om op basis van het materiaal zelf nieuwe artistiek of wetenschappelijk onderzoek te verrichten. Nkanga’s performances moeten kunnen groeien, kunnen ademen. Met het Black Lives Matter-debat in gedachten wordt die metafoor van het ademen ook bijzonder politiek. 

Nkanga zal dit archief samen met onderzoekers van Universiteit Antwerpen en archivarissen van het M HKA realiseren in het academiejaar 2020-2021. In 2016 wijdde het M HKA al een solotentoonstelling aan Nkanga en ook daar trad ze zelf op te midden van haar installaties. Het M HKA heeft een actieve archiefwerking die tot nu toe enkel beeldende kunst bevat. Het besef is echter gegroeid dat beeldende kunst en performance in veel oeuvres, waaronder dat van Nkanga, niet los van elkaar te zien zijn.

2015 OtobongNkangaZWPerformance van Otobong Nkanga in het M HKA © M HKA ensembles

Nkanga’s artistieke praktijk daagt het archief uit als instituut van westerse cultuur. Sinds de Oude Grieken verbindt men kennisopslag met materialiteit en vooral sinds de koloniale periode ook met originaliteit. De performancepraktijk van Nkanga confronteert ons met het feit dat die opvatting niet afgestemd is op alle vormen van kunst. Haar werk vraagt instellingen om af te stappen van de neiging om performance in haar volledigheid te bewaren. In orale culturen wordt een verhaal doorverteld in verschillende versies zonder dat de kern verloren gaat. Op dezelfde wijze hoeft voor Nkanga enkel de kern van haar performance bewaard te blijven. Nkanga’s ademende archief illustreert hoe bestaande archiefstructuren plaats kunnen maken voor performance. Het is allesbehalve een universeel model, wel kan het anderen inspireren. Onder het motto: let it breathe.

Lotte Bode

Download scriptie (7.71 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Timmy De Laet