Het beeld van Alexander Farnese in pamfletten. Studie met de focus op enkele prominente gebeurtenissen tijdens zijn gouverneurschap 1578 – 1592

Charis
Verbelen

 

De macht van het imago

Of hoe zestiende-eeuwse propaganda maakte dat we nu niet het beste elftal ter wereld hebben

 

Iedere Belg kent het fenomeen. Telkens we onze democratische plicht moeten vervullen, puilt onze brievenbus uit van de tandpastasmiles en propagandaslogans. Een tamelijk recent verschijnsel dacht u? Gedrukte imagopropaganda is zo oud als de uitvinding van de drukpers!

 

Vijfhonderd jaar geleden bestond er nog geen tv, en van YouTube of Twitter was er al helemaal geen sprake. Een democratie zoals we die nu kennen was er ook nog niet, maar met de macht van het volk moest toch rekening worden gehouden. Zodra men met de drukpers een middel had gevonden om de publieke opinie op grote schaal te bespelen, werd er gretig gebruik van gemaakt. Het pamflet was geboren.

De Opstand in de Nederlanden tegen Spanje was één van de eerste conflicten waarbij pamfletten een belangrijke rol speelden. Willem van Oranje, leider van de rebellen, was heel goed in imagebuilding. Verschillende schrijvers hielden zich in zijn opdracht bezig met het schrijven van liedjes (zoals het Wilhelmus) én pamfletten. Zij moesten hun broodheer ophemelen en de Spanjaarden zwartmaken. Deze propaganda hielp Oranje bij zijn opmars door de Nederlanden. Alexander Farnese, door Spanje in 1578 aangesteld als landvoogd, was de eerste die Willem niet alleen als militair en diplomaat evenaarde, maar die ook het belang van imagebuilding goed inschatte.

Zijn voorganger was amper tien dagen overleden, toen Alexander zijn eerste propagandacampagne lanceerde. De volgende vijftien jaar woedde er een heuse pamflettenoorlog tussen de rebellen en Alexander Farnese. Met Farneses imago als inzet. Het volk kon zijn leiders niet zelf verkiezen, maar een leider die het volk niet achter zich had staan, kon het in de zestiende eeuw ook wel vergeten. Iemands imago kon dus het verloop van de geschiedenis en zelfs het ontstaan van landen als Nederland en België beïnvloeden.

 

Deze pamflettenstrijd rond Farneses reputatie werd nu voor het eerst onderzocht. Het resultaat heeft wat weg van een januskop. Bepaalde thema’s komen regelmatig terug, waarbij het Spaanse kamp “wit” zei en het opstandige kamp “zwart”. Maar niet altijd.

Een belangrijk thema in de pamflettenpropaganda was bijvoorbeeld de vraag of Farnese een genadige vredebrenger was of een bloeddorstige tiran. Eerdere landvoogden, de hertog van Alva op kop, hadden een bedenkelijk imago. Farnese begon daarom meteen een charmeoffensief. Door zichzelf voor te stellen als een vredelievend man, wist hij twijfel te zaaien onder enkele opstandige katholieken in het zuiden van de Nederlanden. Farneses voorwaarden – gehoorzaamheid aan de Spaanse koning Filips II én aan de katholieke kerk – waren voor hen veel minder een struikelblok dan voor de protestantse rebellen en hun sympathisanten.

Willem van Oranje zag het gevaar en lanceerde een tegenaanval. Farnese was volgens pamfletten van zijn tegenstanders een wrede, leugenachtige tiran die onder het motto “verdeel en heers” de Nederlanden wou heroveren. Deze tegenpropaganda mocht echter niet baten. Precies door de hardnekkige weigering in te gaan op Farneses schijnbaar onschuldige vredesvoorstel, keerden drie zuidelijke provincies terug naar het Spaanse kamp. De landvoogd had zijn doel bereikt. Hij had zichzelf een uitvalsbasis voor de herovering van de Nederlanden bezorgd.

Toch liet Farnese ook steken vallen bij de opbouw van zijn imago. De stad Maastricht werd na haar val flink gebrandschat. Farnese maakte zelf een einde aan de plunderingen, maar omdat ook zijn eigen pamfletschrijvers hoog opgaven van de wreedheden (ter afschrikking van andere rebelse steden), maakte vooral het bloedbad indruk. Ook de vogelvrijverklaring van Willem van Oranje werd Farnese aangewreven. Bij de daaropvolgende aanslagen op Oranje werd hij met de vinger gewezen. Willems propagandamachine blies zelfs een spionagezaak op tot een moordcomplot met Farnese als opdrachtgever.

De landvoogd leerde echter snel bij. Tijdens zijn opmars door Vlaanderen en Brabant bood hij de overwonnen steden onverwacht milde vredesvoorwaarden aan. De pamflettencampagne die hij daar vervolgens rond voerde, bezorgde hem eindelijk het gewenste imago van “genadige vorst”. Op het hoogtepunt van zijn heroveringen, de belegering van Antwerpen, prees zelfs de vijand Farneses grootmoedigheid en goedheid!

 

Een ander belangrijk onderwerp in de pamflettenstrijd rond Farnese was zijn competentie als aanvoerder: was hij een ideale veldheer of een listige lafaard? Door zijn herovering van Vlaanderen en Brabant had Farnese respect afgedwongen. Toen ook Antwerpen viel, stond er geen maat meer op de loftuigingen van zijn aanhangers. Farnese werd geroemd als een dapper en plichtsbewust strategisch genie, door zijn soldaten op handen gedragen.

De opstandelingen waren uiteraard minder blij met Farneses tactische inzicht. Zij hadden het liever over listigheid en beschuldigden de landvoogd van omkoping. Aanvankelijk konden de rebellen echter moeilijk afdingen op Farneses overwinningen. Tijdens het beleg van Antwerpen gaven ook de belegerden in pamfletten toe dat Farnese een bekwame aanvoerder was.

Misschien vraagt u zich nu af waarom Farnese met dat fantastische imago dan toch de Nederlanden niet helemaal heroverde? Helaas voor Farnese speelden ook andere zaken een rol. De Nederlanden waren slechts een stukje van het Spaanse wereldrijk, en de Spaanse koning Filips II had andere plannen met zijn beste veldheer: de Engelsen een lesje leren omdat ze de opstandelingen steunden.

Toen de onoverwinnelijke Spaanse Armada nabij Engeland roemloos ten onder ging in noodweer, kon Farnese niet verhinderen dat hij in Spanje de zwartepiet kreeg toegeschoven. Aan het hof deden geruchten de ronde dat hij willens en wetens de missie had gesaboteerd. Die geruchten bereikten ook de Nederlandse pamfletschrijvers, die bovendien in de ondergang van de Armada ook de eerste nederlaag van Farnese zagen. Dat de aanval van de Armada was mislukt, was volgens hen het gevolg van de lafheid van de landvoogd, die op het juiste moment de haven niet uit durfde varen om zich bij de Armada te voegen. Farneses reputatie kreeg een flinke deuk.

De volgende jaren eiste Filips II bovendien dat Farnese zijn herovering van de Nederlanden in de koelkast zou zetten en in plaats daarvan de katholieken zou steunen in een Franse burgeroorlog. Door Farneses onwilligheid om Frankrijk hoger op zijn prioriteitenlijstje te zetten dan de Nederlanden en door de aanhoudende geruchten, verloor ook de Spaanse koning het vertrouwen in zijn beste generaal.

 

Farneses eigenhandig opgebouwde imago in de Nederlanden had hem geholpen bij de herovering van het zuidelijke deel. De internationale Spaanse politiek en de voor hem oncontroleerbare roddels aan het Spaanse hof verhinderden uiteindelijk een herovering van het noorden. Farnese stierf in 1592: uit de gratie, zonder financiën en volledig uitgeput door een oorlog op twee fronten. De splitsing van de Nederlanden was een feit.

 

Download scriptie (6.33 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2009