“1, 2, 3 … project Gent Sint-Pieters is klaar?!”

Cleo
Goetelen

Probleemstelling

Snel even een planningsprocedure voor een stationsomgeving opstellen? Neen, zo simpel is het niet. Planningsprocedures in Vlaanderen kennen vaak een lange proceduretijd. De weinig transparante procedures vormen hierbij vaak een knelpunt alsook omwonenden die het simpelweg niet eens zijn met het voorgestelde project. Het is dus interessant om te gaan kijken of een verbetering van zo’n planningsprocedure mogelijk is. Omdat de case van Gent Sint-Pieters complex in elkaar zit, langdurig is, verschillende plannen, actoren en ruimtelijke facetten heeft… is dit een interessante case om op voort te gaan.

Project Gent Sint-Pieters

FIGUUR 1

In bovenstaande tijdslijn worden de verschillende stappen die de procedure overlopen heeft, naast elkaar gezet. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de initiatiefnemers van die verschillende activiteiten. Op die manier worden de verbanden van de opeenvolgende stappen duidelijker. Om die verbanden te vinden, alsook de goede en minder goede punten van de planningsprocedure en de nodige, werden interviews gehouden met experts die meewerken aan het project Gent Sint-Pieters. Om nóg een klaardere kijk te hebben op dat netwerk worden die verschillende stappen en initiatiefnemers gekoppeld aan complexiteitstheorie, een fenomeen dat recent zijn opmaak heeft gedaan in de ruimtelijke planning.

Complexiteit

Onderstaande grafiek (Christensen, 1985) uit de literatuur toont aan hoe planners met bepaalde projecten en onzekerheden omgaan. De assen van de grafiek geven aan of mensen het al dan niet eens zijn over een project, of ze weten wat het doel is en hoe ze het gaan bereiken… Aan de hand van die assen worden in de velden mogelijke oplossingsmethodes voorgesteld: het leerproces, het zoeken naar orde in chaos, het kennisproces of het onderhandelingsproces.

FIGUUR 2

Door de verschillende stappen van de procedure in die grafiek te plaatsen wordt duidelijk dat er zich toch patronen vertonen in het complex planningsproces: Het kennisgedreven deel waarin vooral activiteiten van het bouwproces (rood) zitten, de participatiemomenten (groen) bevinden zich voornamelijk in het leerproces… de initiatieven van de stad (paars) komen vooral voor in het kennisgedreven deel en het onderhandelingsgedeelte. Op die terugkomende patronen kunnen planners zich focussen om te weten welke processen men op die activiteiten kan toepassen om verbeteringen in de planningsprocedure mogelijk te maken.

Mogelijke oplossingen?

Om te achterhalen of het mogelijk is zo’n planningsprocedure vlotter te laten verlopen, worden drie mogelijke verbeteringsmethodes voor getoetst aan de casestudie Gent Sint-Pieters. De voorgestelde verbeteringen zijn het decreet complexe projecten, een onderscheid maken tussen projectgedreven en visiegedreven plannen en een onderzoek gebaseerd op planning in het buitenland waarbij het dik RUP, het aangevuld RUP en het slank RUP met omgevingsbesluit als oplossingen naar voor komen. Bij elke van de drie mogelijke oplossingen wordt besproken wat het decreet of het idee precies inhoudt en er wordt een vergelijking gemaakt met het project Gent Sint-Pieters.

Uit het decreet complexe projecten (=decreet dat zorgt dat alle nodige documenten in één keer goedgekeurd worden) kunnen een aantal zaken meegenomen worden om procedures te verbeteren zoals de transparantie, de procesnota, het tegelijk goedkeuren van verordenende plannen en vergunningen… Toch zal dit laatste voor grote complexe projecten niet (altijd) mogelijk zijn. Soms zijn er gewoonweg té veel vergunningen om tegelijkertijd goed te keuren.

In de tweede oplossing wordt duidelijk dat een onderscheid tussen projectgedreven (werkend naar een bepaald project) en visiegedreven (het juridisch mogelijk maken om later een bepaalde inrichting te geven aan een gebied) planning wenselijk is. Op die manier kan voor beide soorten planning een andere aanpak voorgesteld worden, waardoor planningsinstrumenten beter ingezet worden en waarbij het mogelijk is visies en inrichting pas in een later stadium van het planningsproces vast te leggen.

FIGUUR 3

Als laatste werd een studie van ProFlow, LDR en Voorland bestudeerd en toegepast op Gent Sint-Pieters. Het dik RUP zal in het geval van Gent Sint-Pieters niet toegepast kunnen worden omdat het té veel inhoud heeft. Alle verordenende documenten (RUP, vergunningen, MER…) zouden hierin bevat zijn. Het zou echter wel mogelijk zijn om deelprojecten hierop toe te passen, zeker wanneer men binnen het project een onderscheid zou maken tussen projectgedreven en visiegedreven planning. Zoals hierboven beschreven, zou het voor projectgedreven planning wel mogelijk zijn om alle juridische zaken in één keer goed te keuren en dus in één groot RUP te steken. De verbintenissen (onderlinge afspraken tussen actoren, bv. financiën…)  bij het aangevuld RUP kunnen zeker een meerwaarde hebben, zeker naar transparantie toe. Tot slot oogt de procedure met het omgevingsbesluit veelbelovend voor grote projecten als Gent Sint-Pieters. Het is een verbeterde voorstelling van het decreet complexe projecten waarbij het mogelijk is op meerdere momenten binnen het planningsproces besluiten te nemen en vergunningen gelijktijdig met verordenende documenten goed te keuren. Niet alle documenten moeten in één keer goedgekeurd worden, er kunnen zoveel beslissings- of besluitmomenten gemaakt worden als nodig.

FIGUUR 4

Op de tijdlijn kan je ook zien op welke momenten zo’n besluit belangrijk zou zijn. Echter zal een cultuuromslag in Vlaanderen nodig zijn om dergelijke methode te doen werken in praktijk.

 

 

Conclusie

Uit de interviews kan besloten worden dat de huidige aanpak met het traditionele RUP en de vergunningen werkt. Toch kan het beter op vlak van participatie, proceduretijd, voorstellen van alternatieven… Daarom wordt een nieuwe aanpak voorgesteld waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen projectgedreven en visiegedreven planning. Projectgedreven planning werkt bij kleinere projecten met gedetailleerde voorschriften waarbij alle documenten en vergunningen in één keer goedgekeurd worden. Bij visiegedreven planning staat flexibiliteit centraal. Men moet uitgaan van een actieplan maar aanpassingen van de inrichting en andere details zijn later in de procedure nog mogelijk. De werking van het omgevingsbesluit sluit hier goed op aan. Of hierdoor minder bezwaren vallen valt nog af te wachten. Het is immers zo dat verdichting aan het station noodzakelijk blijft en een schaalbreuk met de omliggende wijken niet te ontwijken valt. Ook de politieke kant van het verhaal mag niet ontbreken om beslissingen over een nieuwe planningsprocedure te maken.

 

Probleemstelling

Snel even een planningsprocedure voor een stationsomgeving opstellen? Neen, zo simpel is het niet. Planningsprocedures in Vlaanderen kennen vaak een lange proceduretijd. De weinig transparante procedures vormen hierbij vaak een knelpunt alsook omwonenden die het simpelweg niet eens zijn met het voorgestelde project. Het is dus interessant om te gaan kijken of een verbetering van zo’n planningsprocedure mogelijk is. Omdat de case van Gent Sint-Pieters complex in elkaar zit, langdurig is, verschillende plannen, actoren en ruimtelijke facetten heeft… is dit een interessante case om op voort te gaan.

Project Gent Sint-Pieters

 

In bovenstaande tijdslijn worden de verschillende stappen die de procedure overlopen heeft, naast elkaar gezet. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de initiatiefnemers van die verschillende activiteiten. Op die manier worden de verbanden van de opeenvolgende stappen duidelijker. Om die verbanden te vinden, alsook de goede en minder goede punten van de planningsprocedure en de nodige, werden interviews gehouden met experts die meewerken aan het project Gent Sint-Pieters. Om nóg een klaardere kijk te hebben op dat netwerk worden die verschillende stappen en initiatiefnemers gekoppeld aan complexiteitstheorie, een fenomeen dat recent zijn opmaak heeft gedaan in de ruimtelijke planning.

Complexiteit

Onderstaande grafiek (Christensen, 1985) uit de literatuur toont aan hoe planners met bepaalde projecten en onzekerheden omgaan. De assen van de grafiek geven aan of mensen het al dan niet eens zijn over een project, of ze weten wat het doel is en hoe ze het gaan bereiken… Aan de hand van die assen worden in de velden mogelijke oplossingsmethodes voorgesteld: het leerproces, het zoeken naar orde in chaos, het kennisproces of het onderhandelingsproces.

Door de verschillende stappen van de procedure in die grafiek te plaatsen wordt duidelijk dat er zich toch patronen vertonen in het complex planningsproces: Het kennisgedreven deel waarin vooral activiteiten van het bouwproces (rood) zitten, de participatiemomenten (groen) bevinden zich voornamelijk in het leerproces… de initiatieven van de stad (paars) komen vooral voor in het kennisgedreven deel en het onderhandelingsgedeelte. Op die terugkomende patronen kunnen planners zich focussen om te weten welke processen men op die activiteiten kan toepassen om verbeteringen in de planningsprocedure mogelijk te maken.

Mogelijke oplossingen?

Om te achterhalen of het mogelijk is zo’n planningsprocedure vlotter te laten verlopen, worden drie mogelijke verbeteringsmethodes voor getoetst aan de casestudie Gent Sint-Pieters. De voorgestelde verbeteringen zijn het decreet complexe projecten, een onderscheid maken tussen projectgedreven en visiegedreven plannen en een onderzoek gebaseerd op planning in het buitenland waarbij het dik RUP, het aangevuld RUP en het slank RUP met omgevingsbesluit als oplossingen naar voor komen. Bij elke van de drie mogelijke oplossingen wordt besproken wat het decreet of het idee precies inhoudt en er wordt een vergelijking gemaakt met het project Gent Sint-Pieters.

Uit het decreet complexe projecten (=decreet dat zorgt dat alle nodige documenten in één keer goedgekeurd worden) kunnen een aantal zaken meegenomen worden om procedures te verbeteren zoals de transparantie, de procesnota, het tegelijk goedkeuren van verordenende plannen en vergunningen… Toch zal dit laatste voor grote complexe projecten niet (altijd) mogelijk zijn. Soms zijn er gewoonweg té veel vergunningen om tegelijkertijd goed te keuren.

In de tweede oplossing wordt duidelijk dat een onderscheid tussen projectgedreven (werkend naar een bepaald project) en visiegedreven (het juridisch mogelijk maken om later een bepaalde inrichting te geven aan een gebied) planning wenselijk is. Op die manier kan voor beide soorten planning een andere aanpak voorgesteld worden, waardoor planningsinstrumenten beter ingezet worden en waarbij het mogelijk is visies en inrichting pas in een later stadium van het planningsproces vast te leggen.

 

Als laatste werd een studie van ProFlow, LDR en Voorland bestudeerd en toegepast op Gent Sint-Pieters. Het dik RUP zal in het geval van Gent Sint-Pieters niet toegepast kunnen worden omdat het té veel inhoud heeft. Alle verordenende documenten (RUP, vergunningen, MER…) zouden hierin bevat zijn. Het zou echter wel mogelijk zijn om deelprojecten hierop toe te passen, zeker wanneer men binnen het project een onderscheid zou maken tussen projectgedreven en visiegedreven planning. Zoals hierboven beschreven, zou het voor projectgedreven planning wel mogelijk zijn om alle juridische zaken in één keer goed te keuren en dus in één groot RUP te steken. De verbintenissen (onderlinge afspraken tussen actoren, bv. financiën…)  bij het aangevuld RUP kunnen zeker een meerwaarde hebben, zeker naar transparantie toe. Tot slot oogt de procedure met het omgevingsbesluit veelbelovend voor grote projecten als Gent Sint-Pieters. Het is een verbeterde voorstelling van het decreet complexe projecten waarbij het mogelijk is op meerdere momenten binnen het planningsproces besluiten te nemen en vergunningen gelijktijdig met verordenende documenten goed te keuren. Niet alle documenten moeten in één keer goedgekeurd worden, er kunnen zoveel beslissings- of besluitmomenten gemaakt worden als nodig.

Op de tijdlijn kan je ook zien op welke momenten zo’n besluit belangrijk zou zijn. Echter zal een cultuuromslag in Vlaanderen nodig zijn om dergelijke methode te doen werken in praktijk.

 

 

Conclusie

Uit de interviews kan besloten worden dat de huidige aanpak met het traditionele RUP en de vergunningen werkt. Toch kan het beter op vlak van participatie, proceduretijd, voorstellen van alternatieven… Daarom wordt een nieuwe aanpak voorgesteld waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen projectgedreven en visiegedreven planning. Projectgedreven planning werkt bij kleinere projecten met gedetailleerde voorschriften waarbij alle documenten en vergunningen in één keer goedgekeurd worden. Bij visiegedreven planning staat flexibiliteit centraal. Men moet uitgaan van een actieplan maar aanpassingen van de inrichting en andere details zijn later in de procedure nog mogelijk. De werking van het omgevingsbesluit sluit hier goed op aan. Of hierdoor minder bezwaren vallen valt nog af te wachten. Het is immers zo dat verdichting aan het station noodzakelijk blijft en een schaalbreuk met de omliggende wijken niet te ontwijken valt. Ook de politieke kant van het verhaal mag niet ontbreken om beslissingen over een nieuwe planningsprocedure te maken.

Download scriptie (4.36 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Ann Pisman