HERBRUIKBARE UGENT-GEBOUWEN

Julie
Van Raemdonck
  • Elena
    Dhondt

GENT – Renovaties en hergebruik van constructiematerialen zullen een belangrijk onderwerp vormen in de nabije toekomst van het naoorlogs UGent-patrimonium. De masterproef "Het hergebruikpotentieel van constructiematerialen in het naoorlogs UGent-patrimonium: casus ' Paddenhoek' en 'UZ blok B'" onderzocht hoe men hergebruik naar de toekomst toe aan UGent kan organiseren en toepassen.

door ELENA DHONDT & JULIE VAN RAEMDONCK

Vandaag de dag wordt de overgrote meerderheid van de naoorlogse gebouwen geconfronteerd met toekomstige onzekerheden om aan de snel veranderende programmabehoeften en energienormen te kunnen voldoen. Dit doet bij de universitaire Directie Gebouwen en Facilitair Beheer (DGFB) vragen rijzen over de herontwikkeling van deze bouwwerken. De universiteit staat voor een grote uitdaging: elk jaar een groot budget uitbesteden aan het onderhouden van haar huidig patrimonium of investeren in de energie-efficiëntie van deze oude gebouwen of toch kiezen voor nieuwe bouwprojecten?

Zo ontwikkelde er zich de "Ontwerprichtlijn 2020" waarin de universiteit haar visie over het gebruik van materialen bekend maakte. Maar wenst het naar de toekomst toe ook nog meer in te zetten op het hergebruik van constructiematerialen. De manier waarop dit laatste het meest efficiënt kan gebeuren is nog volop in onderzoek. Recuperatie van materialen is een duurzame oplossing om grondstoffen zo lang mogelijk in een circulaire kringloop te laten circuleren. Het hergebruikpotentieel van bouwmaterialen kan hierin als een belangrijke parameter optreden.

ONDERZOEK

 

image 692

Figuur 1: Basisschema hergebruikpotentieel

Om het hergebruikpotentieel van materialen te kunnen bepalen werden er in deze scriptie verschillende criteria geanalyseerd. Hierbij werd er een onderscheid gemaakt tussen 4 categorieën: materiaalgegevens, materiaalwaarde, de kwaliteit van het materiaal en de praktische regeling. (Figuur 1)  Dit resulteerde in een hiërarchie aan begrippen die mee het potentiële materiaal kunnen definiëren en evalueren.

Na toepassing van deze verschillende criteria op reeds uitgevoerde hergebruikpraktijken aan UGent konden we constateren dat de focus in de voorbije jaren voornamelijk op een recuperatie van meubilair en afwerkingsmaterialen gericht was. Toch bleek er in de laatste 2 hergebruikprojecten in studiefase dat ook recuperatie van constructiematerialen een aandachtspunt werd. Deze voorbeelden uit de jaren ‘60, ‘70 werden  als de casestudies van deze masterscriptie beschouwd. Geïnspireerd door templates van FCRBE (Facilitating the Circulation of Reclaimed Building Elements) werden enerzijds eigen hergebruikinventarissen van de structurele elementen van beide gebouwen opgemaakt. Anderzijds werden de gevonden hergebruikcriteria hierop toegepast. De focus lag hierbij op de 4 meest voorkomende algemene constructiematerialen waarvan geweten is dat deze momenteel nog veel hindernissen ondervinden in de praktijk. We verkozen structureel hout en staal, gewapend beton en baksteen. Dit verschaf een beter inzicht in hun materiaalpotentieel alsook de voornaamste verschillen en gelijkenissen.

 

image 691

Figuur 2: Hergebruikproces

Tezamen met de literatuurstudie resulteerde voorgaand beschreven onderzoek in een algemeen stappenplan over het hergebruikproces die de universiteit hierin kan ondersteunen. (Figuur 2) Per fase werd er een onderscheid gemaakt tussen de operatoren, de hergebruikfocus, de gevaren, de taken en de beschikbare (digitale) hulpmiddelen.

Daarnaast werd er ook aandacht geschonken aan het toekomstperspectief van het naoorlogs universitair patrimonium. Het structureel materiaalgebruik ervan werd in kaart gebracht en mogelijke richtlijnen werden uitgezet. Zo werd er een toekomstvisie opgesteld die men op de overige gebouwen uit dezelfde periode kan toepassen.

Tot slot werden er praktische constructieve hergebruikfiches aangeboden die de hergebruikpraktijk van de onderzochte constructiematerialen in versnelling kan brengen.

TOEKOMST

Opdat de universiteit nog meer zou kunnen inzetten op een off-site of in situ hergebruik, zouden er hierover nieuwe prescripties in het universitaire bestek moeten opgenomen worden, bijhorende contractuele vormen moeten bedacht worden en nieuwe controlemechanismen moeten ingevoerd worden. Het stappenplan van het algemene hergebruikproces, de toekomstvisie over het naoorlogs UGent-patrimonium en de opgemaakte constructieve hergebruikfiches kunnen hierbij praktisch inzicht verschaffen in de hergebruikpraktijk van dergelijke constructiematerialen.

Deze scriptie belicht voornamelijk de potentie van aanpassingen in het bestek. UGent is en blijft een kennisinstelling. Voor praktische expertise is het een slimme zet om gespecialiseerde bedrijven bij de planning van een hergebruiksproces te betrekken. Toch kan onderzoek binnen de universiteit verdere kennis ontwikkelen om een eigen spin-off te lanceren rond het hergebruik van een bepaald constructiemateriaal. Naar de toekomst toe zal hergebruik immers steeds meer prangend worden, niet alleen om ecologische doelstellingen te behalen maar evenzeer om financiële kosten te drukken.

Momenteel zijn er reeds heel wat externe hergebruikpartijen die in verschillende materialen gespecialiseerd zijn in opmars. Hierdoor zal hergebruik naar de toekomst toe makkelijker kunnen plaatsvinden alsook zullen verschillende hedendaagse crisissen ervoor zorgen dat hergebruik meer in de belangstelling komt te staan. Toch is er nog heel wat onzekerheid. Hergebruik van materialen is momenteel nog volop in onderzoek, denk maar aan FCRBE (Facilitating the Circulation of Reclaimed Building Elements), OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen-maatschappij), WTCB (Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf)  etc. Maar ook de overheid heeft een belangrijke vervullende taak. Er is nood aan een technisch en wettelijk kader, nieuwe economische modellen moeten worden gecreëerd… Er is nood aan een algemene standaardisering van documenten binnen de bouwsector om opschaling van hergebruik mogelijk te maken. De wil is er, de weg om het mogelijk maken vaak nog té hobbelig.

Download scriptie (66.61 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
prof. dr. ir. arch. Marijke Steeman
Thema('s)