De Dramaturgie van de Leesbaarheid Hoe het theater zich verhoudt ten opzichte van de wereld en omgekeerd

Simon
Knaeps

De Dramaturgie van de Leesbaarheid

Hoe het theater zich verhoudt ten opzichte van de wereld en omgekeerd

 

Art is not a mirror held up to reality but a hammer with which to shape it.

- Bertolt Brecht

 

Politiek theater in België

Het is de natte droom van elke kunstenaar om met zijn kunst invloed uit te oefenen op de wereld. Dat zijn kunst niet opgesloten wordt in steriele musea, maar dat het mensen hun leven beïnvloedt, wie weet zelfs verandert. Dat zijn kunstwerk een hamer zou kunnen zijn waarmee de realiteit in een gepaste vorm geslagen kan worden. Binnen het theater is een van de bekendste voorbeelden van zo’n hamer waarschijnlijk De Stomme van Portici, een opera die op 25 augustus 1830 het zogezegde startschot zou geweest zijn voor de Belgische Revolutie. De opera handelt over een patriottistische opstand van Italiaanse boeren tegen hun Spaanse bezetter in het 17e-eeuwse Italië. Dit onderwerp zou de gemoederen van het publiek zo beroerd hebben dat ze zelf de straat op trokken om hun eigen bezetter Willem I van Nederland van zijn troon te stoten en de onafhankelijkheid uit te roepen. Het theaterstuk toonde de toenmalige toeschouwers iets belangwekkend actueels, iets dat relevant was voor hun eigen situatie, iets dat hen tot actie aanspoorde.

 

Hoewel het klopt dat de thematiek van De Stomme van Portici nauw aansloot bij de revolutionaire sentimenten van het Brussel van die tijd, wordt de eigenlijk rol van de opera binnen de Belgische revolutie vaak overdreven geromantiseerd voorgesteld. De jaren 30-40 van de 19e eeuw zijn getekend door revoluties over heel Europa en dat was in de Zuidelijke Nederlanden van die tijd niet anders. De revolutie was al voorbereid vóór de uiteindelijke opvoering van opera. Toch goot het wél extra olie op het vuur. Ook al is het effect van de voorstelling onmogelijk exact te berekenen, is het duidelijk dat een bepaalde lezing van De Stomme van Portici doorwerkte in de publieke ruimte: het oproepen tot opstand tegen de bezetter. Of dit ook daadwerkelijk de bedoeling was van de auteur doet er in dit geval zelfs niet toe. Toneelstukken die wel met een duidelijk doel voor ogen geschreven zijn, wekken zelden het gewenste effect op bij het publiek.

 

Naar een Dramaturgie van de Leesbaarheid

Vroeger geloofden men nog sterk dat kunst de wereld kon veranderen. Dat je door naar het theater te gaan een beter mens kon worden of, zoals in het voorbeeld hierboven, deel kon worden van een revolutie. Dit geloof werd in de 20e eeuw ernstig aangetast onder invloed van enkele wereldschokkende gebeurtenissen zoals de Tweede Wereldoorlog. Kunstenaars en theatermakers begonnen kunst te maken die voor buitenstaanders moeilijker te lezen werd. Vandaag lijkt het dan ook dat veel theater niet meer ‘politiek’ zou zijn en dat het alleen nog maar interessant is voor een beperkte elite, dat het niets meer zegt over de rest van de wereld.

 

Dat is echter wat ik in mijn thesis ter discussie wil stellen. Elke vorm van theater kan namelijk een vorm van politiek in zich dragen, soms zit die gewoon heel goed verstopt en is het inderdaad misschien wat moeilijker te lezen. Ik geloof dat elke theatervoorstelling een bepaalde lezing van de wereld voorstelt. Omdat ik merk dat deze lezing toch niet voor iedereen meteen toegankelijk is, ontwikkelde ik de term ‘de dramaturgie van de leesbaarheid’. Theater dat ‘leesbaar’ is, maakt het voor de toeschouwer mogelijk om een eigen ‘lezing’ te maken van de voorstelling. Dit wil daarom niet zeggen dat dit theater simpel of gemakkelijk is. Een theatermaker die zich bewust is van de dramaturgie van de leesbaarheid weet dat zijn publiek bestaat uit allemaal verschillende mensen. Sommigen hebben al meer ervaring met theater en zijn dus sneller mee, maar vaak zitten er ook mensen in de zaal voor wie het de eerste keer is. Zij hebben minder handvaten om naar de voorstelling te kijken en om deze te lezen.

 

Binnen een dramaturgie van de leesbaarheid is het mogelijk om zo’n toeschouwers toch ook mee te krijgen in het verhaal. Dit kan door binnen de voorstelling zelf sommige stukken die wat moeilijker zijn toch iets meer te verduidelijken, maar ook door voor of na de voorstelling wat meer duiding te verschaffen. Interviews met de makers waarin ze uitleg geven over hun beweegredenen zijn hier bijvoorbeeld een goed voorbeeld van.

 

Bertolt Brecht, Jacques Rancière en Marianne Van Kerkhoven

In mijn thesis maakte ik voor het ontwikkelen van de ‘dramaturgie van de leesbaarheid’ gebruik van het schrijven en denken van de Duitse theatermaker Bertolt Brecht, de Franse filosoof Jacques Rancière en de Belgische dramaturge Marianne Van Kerkhoven. Brecht staat bekend om zijn uitgesproken politiek theater. Het was voor Brecht ten allen tijden heel belangrijk dat iedereen die naar zijn theater zijn voorstellingen kon lezen. Zo maakte hij gebruik van populaire theatervormen zoals cabaret en musical om zijn politieke boodschappen toegankelijker te maken. Het onderwijzen van zijn publiek ging hand in hand met amusement.

 

Rancière heb ik dan voornamelijk gebruikt om ‘politiek’ anders te begrijpen. Politiek is niet zomaar ‘partijpolitiek’, maar draait veel meer om alles wat met ‘samen leven’ te maken heeft. Rancière helpt ons om kritischer naar de samenleving te kijken en deze in vraag te stellen. Interessant is overigens dat hij niet geloofde dat het mogelijk is om het effect van de kunst exact te bepalen.

Marianne Van Kerkhoven bevindt zich een beetje tussen deze twee heren in. Zij vindt het belangrijk dat de kunstenaar altijd vrij blijft om de kunst te maken die hij zelf wilt máár dat hij ook altijd op de hoogte moet zijn van wat er in de wereld omgaat en dat het een van zijn grootste verantwoordelijkheden is om zich hier in zijn kunst tegenover te verhouden. Een van haar bekendste uitspraken gaat als volgt: ‘Rond het theater ligt de stad en rond de stad ligt de wereld. De wanden die deze kringen met elkaar verbinden zijn van huid, ze hebben poriën, ze ademen’

 

Download scriptie (541.22 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Kristof Van Baarle, Charlotte De Somviele
Kernwoorden