Het visuele voorbij! Toegankelijkheid van theater voor personen met een visuele beperking.

Lennerd
Carrein

Het visuele voorbij!

Op 23 april 2013 trok ik naar De Muntschouwburg voor de voorstelling Péléas en Melisande van Claude Debussy. Gebeten door de theatermicrobe keek ik reeds enkele maanden uit naar deze opvoering. Van de voorstelling zijn me enkel wat vage schimmen, nietszeggende details en holle woorden bij gebleven.  Helaas! Wat een topavond moest zijn, kreeg een zure nasmaak.

De regisseur, acteurs of decorbouwers betreft hier geen schuld aan de negatieve theaterervaring. Wel de visuele beperking die ik – de auteur van de scriptie & fervent theaterbezoeker - heb. ‘Hoe kan theater toegankelijker worden voor personen met een visuele beperking?’ is een vraag die me al lang bezig houdt. Een masterproef lijkt me de uitgelezen kans om op onderzoek te trekken. Met mijn theatrale en (non-)visuele ervaringen dook ik in de pen.

“’Furieuze’ of ‘dolle’ krankzinnigen”
Of blinden en slechtzienden zo ‘Furieus’ of ‘krankzinnig’ zijn, blijkt niet de hoofdvraag, maar ze kunnen het wel worden bij het lezen van hun lot in diverse historische kronieken. Vanuit historisch oogpunt veranderde reeds heel wat ten aanzien van zorg voor andersvaliden. (Gelukkig maar!) Dat ze aanvankelijk de debielen van de samenleving waren, kunnen we ons anno 2015 niet meer voorstellen. Een duidelijke positieve evolutie is te merken binnen de gehandicaptenzorg, waarbij inclusie het toverwoord is. Deze inclusie is nog het best te vinden bij het optrekken van gebouwen. Een theatervoorstelling an sich die volledig toegankelijk is, blijkt andere koek. Slechtziende theatermaker Mark Swetz stelt een goed voorbeeld met In the tunnel, maar theatercollectief Ontroerend Goed maakt met Take off your Face onbewust, maar trefzeker, inclusief theater voor visueel beperkte personen.

Belangengroepen zoals Intro vzw of Demos vzw proberen deze inclusie zo goed en zo kwaad mogelijk in te vullen. Dit door de bestaande events aan te passen aan de noden voor deze visueel beperkten. De nood aan beter uitgeruste culturele plaatsen voor mensen met een beperking is niet iets wat enkel nationale organisaties bezighoudt, maar ook de mensenrechtenorganisaties. Zo lezen we in het VN-verdrag voor de Rechten van de Mens bij artikel 9 en artikel 30 dat cultuur moet toegankelijk zijn voor iedereen. En dat een persoon met een beperking zich overal moet kunnen thuis voelen en zichzelf moet kunnen zijn.

Tot slot is de notie publiek van cruciaal belang. Dit op twee manieren. Enerzijds is het publiek een factor die onderzocht moet worden als element binnen een voorstelling, maar anderzijds is de slechtziende toeschouwer een bron van informatie waar kan uit geput worden. Het Festival 5D selecteert voorstellingen op basis van visuele toegankelijkheid.

Hooggeëerd publiek!
Hoe denkt het publiek er nu zelf over? Theoretische begrippen koppelen aan de praktijk is de essentie van deze verhandeling. Aan de hand van enquêtes bevraag ik de blinde of slechtziende toeschouwer over zijn of haar theaterervaringen. Het levert verrassende informatie op, die zeker een bron van informatie zijn voor verder onderzoek. Een duidelijk individuele aanpassing dringt zich op!

Ik besluit met de vaststelling dat deze thesis vanuit mijn intrinsieke motivatie zeker aan kracht gewonnen heeft. Mijn eigen visuele beperking als case voor deze thesis zorgt voor een duidelijke blik van een ervaringsdeskundige. Of theater zo toegankelijk is voor slechtzienden of blinden, is in hoofdzaak een persoonlijke kwestie. Wat mij betreft is er nog veel werk aan de winkel. De wijze woorden van John Milton kunnen hierbij zeker helpen: “To be blind is not miserable; not to be able to bear blindness, that is miserable.”

 

Download scriptie (2.26 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Thema('s)