Kolonisatie van afgebrande heide door grondbroedende vogels: Een studie op de Kalmthoutse Heide

Annelies
Jacobs

BRAND OP DE KALMTHOUTSE HEIDE: EEN RAMP VOOR BROEDVOGELS? Eind mei 2011 woedde een enorme brand over het natuurgebied ‘de Kalmthoutse Heide’. Meer dan 400 hectare heidegebied ging in de vlammen op. De timing van de brand viel midden in het broedseizoen. Verschillende vogelnesten met eieren of jongen gingen verloren in het vuur. Vooral soorten die op de grond of laag in de begroeiing nestelen, werden zwaar getroffen. Het getroffen gebied bleef achter als een troosteloze vlakte met zwartgeblakerde bomen. De media omschreef deze heidebrand als ‘de grootste ecologische ramp ooit in Vlaanderen’. Maar wat is daar van waar? Is de brand werkelijk zo slecht geweest voor de broedvogels? Is het broedgebied van de aanwezige soorten vernield? Zijn er misschien vogels die profiteren van effecten van de brand? Je leest het hier! De ene vogel is de andere niet… Elke soort heeft haar eigen specifieke voorwaarden om tot broeden te kunnen komen. Een goed broedbiotoop bevat bepaalde hulpbronnen zoals geschikt voedsel, schuilplaatsen en nestplaatsen. Dit wordt in grote mate bepaald door de structuur van de vegetatie.  De ene soort maakt haar nest namelijk alleen in dicht struikgewas, terwijl de andere soort net op kale grond met weinig begroeiing broedt.  De heidebrand van 2011 leverde een unieke kans voor wetenschappelijk onderzoek. Het landschap op de Kalmthoutse Heide kreeg een totaal ander uiterlijk. Op verschillende plaatsen verschenen open stukken zand met verkoolde restjes struikheide. Dit gaf de interessante mogelijkheid om na te gaan of verschillende soorten opnieuw tot voortplanting zouden komen in het getroffen gebied. Vogels vormen een interessante groep organismen voor dergelijk onderzoek. Ze zijn immers erg mobiel en kunnen daardoor gemakkelijk nieuw geschikt broedgebied bereiken. Er werden 13 vogelsoorten onderzocht die typisch zijn voor de Kalmthoutse Heide: Blauwborst, Boomleeuwerik, Boompieper, Fitis, Gekraagde Roodstaart, Graspieper, Kneu, Nachtzwaluw, Rietgors, Roodborsttapuit, Sprinkhaanzanger, Veldleeuwerik en Wulp.  In het voorjaar van 2012, één jaar na de heidebrand, werd geteld hoeveel broedplaatsen of territoria er van elke soort aanwezig waren in en rond het afgebrande gebied. Een broedterritorium is een afgelijnd gebiedje dat tijdens de broedperiode wordt verdedigd tegen soortgenoten. De mannetjes verdedigen dit broedterritorium door op geregelde tijdstippen luidkeels te zingen. Tijdens een inventarisatieronde in het gebied worden alle zingende mannetjes opgetekend op een luchtfoto van de Kalmthoutse Heide. Na tientallen inventarisatierondes, krijg je een goed beeld van het aantal broedterritoria binnen en buiten de afgebrande zone. Voor elke vogelsoort werd onderzocht of er in 2012 meer of minder broedterritoria voorkwamen binnen de getroffen zone dan in de jaren ervoor. De resultaten van dit onderzoek tonen duidelijke verschillen tussen de periode vóór en na de grote heidebrand van 2011.  Een aantal vogelsoorten ondervonden duidelijk negatieve gevolgen van de heidebrand. Een voorbeeld hiervan is de Roodborsttapuit, een soort die graag nestelt in dichte struikheide. Door het verdwijnen van vegetatie door de brand, vonden deze vogels in de getroffen zone geen geschikt broedbiotoop meer. Het aantal territoria daalde zeer sterk binnen het afgebrand gebied. In de zone die van de brand gespaard werd, kende dit aantal echter een spectaculaire stijging. De soort heeft haar territoria duidelijk verplaatst naar de resterende stukjes struikheide op de Kalmthoutse Heide. Dit gegeven wordt geïllustreerd in bijgevoegde figuur.  Is de heidebrand dan inderdaad een ramp geweest voor de broedvogels? Toch niet! Een aantal soorten reageerden zelfs zeer positief op de effecten van de brand. Dé soort bij uitstek die profiteerde bij het verdwijnen van de dichte vegetatie is de Boomleeuwerik. Zoals blijkt uit haar broedbiologie, heeft de soort een sterke voorkeur voor open zandige gebieden. In dit biotoop gaan de vogels op zoek gaan naar voedsel en maken ze hun nest. Het aantal territoria van Boomleeuwerik nam in 2012 zeer sterk toe binnen de afgebrande zone in vergelijking met voorgaande jaren. Binnen de niet-afgebrande zone bleef het aantal territoria stabiel. De Boomleeuwerik is een echte pionier. Dit betekent dat de soort snel nieuw gecreëerd open landschap koloniseert, zoals bijvoorbeeld brandvlakten en stormvlakten. Ook gebieden waar recent bos gekapt werd, zijn erg geschikt. Op de Kalmthoutse Heide blijkt het pioniersbiotoop met open plekken gevormd door de heidebrand zeer geschikt nieuw broedgebied. Deze resultaten zijn erg interessant voor natuurbeheer op de Kalmthoutse Heide. Beheren is een evenwicht zoeken in het beschermen en behouden van een grote diversiteit aan soorten en biotopen. In de toekomst zal enerzijds gewerkt moeten worden aan het behoud van open stukjes met weinig begroeiing voor het beschermen van soorten zoals de Boomleeuwerik. Anderzijds moet de verdwenen dichte heidevegetatie worden hersteld om nieuwe kansen te bieden aan soorten zoals de Roodborsttapuit. Omdat struikheide een traag groeiproces kent, zal dit herstel ongetwijfeld veel tijd vragen.  Als besluit kan gesteld worden dat de effecten van de heidebrand van 2011 niet eenzijdig positief of negatief waren. Het doembeeld dat door de media werd opgehangen, is overroepen. Voor bepaalde vogelsoorten werd nieuw geschikt broedbiotoop gecreëerd. Mits een verstandig beheer gedurende de komende jaren kan de schade door de brand worden hersteld en kunnen de gunstige effecten ervan worden versterkt.  

Download scriptie (1.02 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013