Vertalers dwingen Oudgriekse schrijfster in vrouwelijk keurslijf

Josefien
Branson

De laatste jaren staan ‘vergeten’ vrouwelijke auteurs steeds meer in de belangstelling. Hun oeuvre wordt helaas soms gekleurd gepresenteerd. Het naar het Nederlands vertaalde werk van de Oudgriekse dichteres Anyte van Tegea is hier een goed voorbeeld van.

In de lessen Grieks en Latijn op de middelbare school maakte iedereen kennis met Sappho als dé dichteres uit de klassieke oudheid. Er waren in het oude Griekenland en Rome echter nog vrouwelijke dichters actief. Parallel met de recente feministische golven treden die dichteressen stilaan uit de vergetelheid. Een van hen is Anyte van Tegea, een vrouw uit het Griekse binnenland die rond 300 v.Chr., in het hellenisme (een periode van grote culturele bloei), geleerde gedichtjes schreef. Die gedichtjes of ‘epigrammen’ behandelen uiteenlopende onderwerpen: zo zijn er grafdichten bij voor jonge meisjes of voor huisdieren, maar ook pittoreske landschapsbeschrijvingen en weeklachten voor gesneuvelde strijders. Dankzij het groeiende enthousiasme voor literatuur door vrouwen wint Anyte’s poëzie de laatste decennia fors aan populariteit bij vertalers. Het werk van de dichteres wordt zo steeds toegankelijker voor de moderne Nederlandstalige lezer.

In stroomversnelling

Deze masterscriptie onderzoekt de recente stroom aan Anyte-vertalingen naar het Nederlands. Van Anyte, die in de oudheid zelf een gevierd auteur was, bleven slechts 21 epigrammen bewaard. We danken die overlevering aan de Griekse Anthologie, een bekende bloemlezing die maar liefst 4000 Griekse epigrammen verzamelt. Ondanks de enorme populariteit van de Anthologie bij classici en vertalers sinds de renaissance, bleven de 21 epigrammen van Anyte toch eeuwenlang onder de radar voor de Nederlandstalige lezer. Pas in 1931 verscheen een eerste publicatie met een deel van Anyte’s werk in het Nederlands. Sindsdien neemt het aantal Anyte-vertalingen steeds sneller toe, met bijna dertig uitgaven waarin Anyte, vertaald door grote namen als Marietje d’Hane-Scheltema, Paul Claes en Patrick Lateur, een plaats kreeg. Twee derde van die uitgaven verscheen zelfs pas in de laatste dertig jaar.

Die kleine storm in de vertaalwereld van de klassieke letteren wordt in deze thesis vanuit twee invalshoeken belicht. Eerst behandelt de thesis Anyte’s epigrammen en hun Nederlandse vertalingen een voor een, op microniveau. Vervolgens wordt er uitgezoomd en bespreekt de thesis op macroniveau de praktijk van het vertalen van Anyte’s werk. Het is in dat tweede deel dat de meest opzienbarende effecten van vooroordelen over vrouwenliteratuur op de Nederlandstalige Anyte-vertalingen duidelijk worden.

Artistieke vrijheid

Achter de afzonderlijke vertalingen van Anyte’s epigrammen schuilt immers geen rechtlijnige trend. De scriptie biedt voor elk van de 21 bewaarde epigrammen een beknopt overzicht van de literaire bijzonderheden in het Grieks en bespreekt hoe verschillende vertalers diezelfde moeilijkheden aanpakken. Alle vertalers nemen hun artistieke vrijheid en hanteren een geheel eigen stijl. De ene vertaler knutselt met versmaat en rijm, de andere kiest voor vrije verzen; de ene giet Anyte’s Grieks in statig Nederlands, de andere stopt haar werk liever in een hip jasje …

Traditioneel rollenpatroon

De manier waarop Anyte wordt gepresenteerd, blijkt veel minder vrij te zijn. Zeker in de laatste decennia bestaat er onder vertalers en uitgevers schijnbaar een ongeschreven wet, die voorschrijft hoe Anyte’s werk in druk moet verschijnen. Dat het specifiek om het werk van een vrouw gaat, lijkt op alle mogelijke wijzen te moeten worden benadrukt. Paradoxaal genoeg betekent meer aandacht voor het werk van een vrouwelijk dichter dat vertalers haar steeds nadrukkelijker in het klassieke man-vrouwrollenpatroon dwingen. Anyte lijkt in het Nederlands een brave huisvrouw, die vredige landschappen vol spelende dieren en kinderen tevoorschijn tovert.

Nochtans beantwoordt Anyte in haar poëzie helemaal niet aan het stereotype van de ongeëmancipeerde vrouw uit de oudheid. Er zijn genoeg aanwijzingen dat Anyte niet schreef met een ‘vrouwelijke agenda’. Haar lieflijke gedichtjes over gestorven huisdieren, een onderwerp dat door onderzoekers weleens typisch vrouwelijk wordt genoemd, nemen in haar oeuvre bijvoorbeeld geen belangrijkere plaats in dan gedichten die de Griekse oorlogsmoraal bejubelen — volgens dezelfde traditionele logica een eerder mannelijk thema. Omdat er zo weinig van Anyte’s werk bewaard bleef, is het moeilijk om uitspraken te doen over haar dichterscarrière als geheel. Het vermoeden dat zij in de traditie van Homerus epische literatuur (traditioneel het genre voor dappere krijgshelden) zou hebben geschreven, brengt het idee dat zij een stereotiep vrouwelijk dichter was, nog meer aan het wankelen. Ook Anyte’s taalgebruik wijst in niets op haar gender; een Britse onderzoeker merkte op dat het voor de onwetende lezer onmogelijk zou zijn om uit te maken of de epigrammen geschreven werden door een man of een vrouw.

Toch wordt Anyte aan het Nederlandstalige lezerspubliek voorgesteld als een dichteres die zich in de eerste plaats met vrouwenaangelegenheden bezighield. Haar gedichten verschijnen bijvoorbeeld in een vertaalbundel die de lezer de mooiste liefdesgedichten van Griekse en Romeinse dichteressen belooft, terwijl van Anyte zelf geen enkele hartstochtelijke serenade bewaard bleef. Nog opvallender is dat vertalers ontzettend kieskeurig zijn bij hun selectie van epigrammen. Anyte’s ‘vrouwelijke’ gedichten worden tot tien keer vaker gepubliceerd dan de gedichten die meer ‘mannelijke’ thema’s behandelen. Het is voor de lezer vrijwel onmogelijk om het volledige bewaarde oeuvre van Anyte in te kijken. De Nederlandse vertalers voeden zo, al dan niet onbewust, het foutieve beeld van Anyte als stereotiep vrouwelijke dichteres. Anyte is iemand geworden die ze nooit was.

Hoe vertalers Anyte’s werk presenteren heeft een niet geringe impact op het beeld dat de lezer van haar krijgt. Het zou erg boeiend, en zelfs aangewezen zijn, na te gaan in welke mate dichteressen uit andere taalgebieden en tijdsgewrichten, al dan niet via vertalingen, dezelfde metamorfose naar stereotiep vrouwelijk dichter ondergaan. De onderzoeksresultaten van deze thesis zijn tenslotte niet enkel voor de vertalingen van Anyte’s poëzie relevant, maar doen een bredere vraag rijzen: hoe geïnteresseerd zijn we werkelijk in het werk van vrouwelijke auteurs, wanneer we hen enkel publiceren om traditionele ideeën te bevestigen?

Download scriptie (1.13 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Reinhart Ceulemans