LEREN IN HECHTENIS: MOTIEVEN VOOR PARTICIPATIE AAN FORMELE EDUCATIE

Myriam
Halimi

Leren in hechtenis: waarom (ook) gedetineerden willen leren

Het credo levenslang- en breed leren luidt al een geruime tijd. De helft van de Vlaamse en Brusselse gedetineerden blijkt echter laaggeschoold en vormt daarom een belangrijke leerdoelgroep. Myriam Halimi, masterstudente Agogische Wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, ging na wat de motieven van gedetineerden zijn om te participeren aan formele educatie. Haar analyse geeft inzicht in een minder evidente en vaak vergeten groep onderwijsparticipanten.

Naast het feit dat levenslang- en breed leren worden aangemoedigd door zowel Europa als Vlaanderen, blijkt formele educatie binnen een gevangeniscontext gepaard te gaan met diverse positieve effecten zoals een verbetering van vaardigheden, hoger gevoel van eigenwaarde, een verhoging van de kans op tewerkstelling na vrijlating en een goede werking van de penitentiaire instelling. Omwille van deze positieve effecten is het volgens Halimi belangrijk om de drijfveren van gedetineerden om te participeren aan formele educatie binnen een strafinrichting te onderzoeken.

Halimi verrichtte dit onderzoek in nauwe samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapsdiensten die actief zijn in de gevangenis van Antwerpen, waaronder het Consortium Volwassenenonderwijs Antwerpen (vol-ant). Dit kwantitatieve onderzoek maakt deel uit van een grootschaliger onderzoek naar motieven en drempels die participatie aan activiteiten binnen diverse domeinen beïnvloeden (arbeid, cultuur, gezondheid, onderwijs, sport en welzijn). In totaal ondervroegen de onderzoekers 486 mannelijke en vrouwelijke gedetineerden. De vragenlijst werd vertaald in 13 talen en meer dan 20 vrijwilligers motiveerden de gedetineerden om deel te nemen. Tevens ondersteunden zij laaggeletterden en analfabeten bij het invullen van de vragenlijst. Dit samen zorgde voor een hoge respons: 74% van de Antwerpse gedetineerden nam deel aan het onderzoek.

De gedetineerden uit het onderzoek volgden gemiddeld 10,8 jaar onderwijs (exclusief kleuteronderwijs), wat de laaggeschooldheid van een grote groep gedetineerden bevestigt. 29% van de Antwerpse gedetineerden nam vroeger of op het moment van afname van de vragenlijst deel aan formeel onderwijs binnen de penitentiaire inrichting. Een doorsnee gedetineerde die deelneemt aan formele onderwijsactiviteiten binnen de gevangenismuren is tussen de 26-45jaar, niet-Europeaan en kan een beetje Nederlands. Daarnaast is de verblijfsduur van invloed op de participatie aan formele onderwijscursussen: respondenten die al geruime tijd in de gevangenis zitten of de verwachting hebben hier nog een langere periode te verblijven, volgen meer onderwijs.

Gedetineerden willen vooral leren om positieve redenen

Niet enkel wie deelneemt is van belang, ook waarom ze deelnemen is belangrijk. Uit het onderzoek blijkt dat gedetineerden om verschillende redenen onderwijs volgen binnen de gevangenis, waarvan veel redenen overeenkomen met redenen die gegeven worden binnen de algemene populatie. De belangrijkste reden is intrinsiek van aard, namelijk “Omdat ik iets wil bijleren”. Daarnaast volgt men voornamelijk onderwijs om een doel te bereiken zoals bijvoorbeeld een attest of diploma behalen en toekomstplannen maken. Bovendien wil men de taal leren om met anderen te praten zoals mensen buiten de gevangenis, cipiers of een celgenoot. Een meer specifieke reden voor gedetineerden om onderwijs te volgen is om zich een “gewoon persoon voelen”. Het willen leren, werken aan hun toekomst en het proces van normalisatie zijn dan ook de belangrijkste redenen om deel te nemen. Veel minder belangrijk zijn redenen zoals “weg zijn uit de cel”, “andere mensen zien” of omdat de advocaat het hen heeft aangeraden.

Geletterdheid is een sleutelfactor voor tewerkstelling. Hiervoor is leren van cruciaal belang. Als we levenslang- en levensbreed leren toegankelijk willen maken voor diverse groepen in onze maatschappij en willen genieten van de positieve effecten verbonden aan onderwijs, moeten we volgens Halimi inspelen op de redenen waarom gedetineerden deelnemen aan onderwijs. De bevindingen geven educatieve aanbieders de mogelijkheid een aanbod te ontwikkelen dat inspeelt op de blootgelegde motieven. Zo kan het aantal gedetineerden dat aansluiting vindt bij het aanbod verhoogd worden. De onderwijsactiviteiten kunnen het best inspelen op de intrinsieke motivatie van de gedetineerden – het willen leren- aangezien dit het belangrijkste motief voor participatie is. Verder verschaffen deze cursussen best aan het einde van de rit een diploma of certificaat.

Tot slot is het volgens Halimi belangrijk verder onderzoek te verrichten. Enerzijds is de context mogelijks van invloed op de participatiemotieven. In de gevangenis van Antwerpen verblijven namelijk hoofdzakelijk beklaagden, die er vaak slechts voor een korte periode zijn. Zij raadt daarom aan om ook in andere gevangenissen in België onderzoek te voeren. Anderzijds is het volgens haar noodzakelijk de ervaren drempels om te participeren aan onderwijs in hechtenis na te gaan. 71% van de ondervraagde gedetineerden nam namelijk nog nooit deel aan formeel onderwijs binnen de gevangenis.

 

 

Download scriptie (1.04 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2013