Fictieve journalisten zijn emotionele carrièretijgers, echte journalisten ook?

Emelie
Wojcik

“Journalisten zijn arrogante, opdringerige types die kicken op sensatie.” Het is een uitspraak die geregeld terugkomt wanneer mensen over journalisten praten. De meeste mensen die zulke zaken beweren, komen in hun dagelijks leven nochtans zelden in contact met echte journalisten. Hun beeld zou volgens onderzoekers gevormd worden door de acteurs die in films en televisieprogramma’s de rol van journalist vertolken. Maar hoe zit dat in Vlaanderen? Hoe wordt een journalist in Vlaamse fictie afgebeeld? En krijgen toekomstige journalisten via fictie een realistische weergave van het beroep?

De manier waarop een bepaald beroep in fictie wordt afgebeeld, kan een invloed hebben op de studie- of carrièrekeuze van het publiek. Om de representatie van journalisten in Vlaamse fictie te onderzoeken, neemt de thesis Man, I feel like a (wo)man in journalism de Vlaamse telenovelle LouisLouise onder de loep. Aangezien de meest bekeken aflevering van deze serie hogere kijkcijfers telde dan de uitzending van de wielerwedstrijd Parijs-Roubaix in datzelfde jaar, rijst de vraag welke invloed deze serie destijds gehad heeft op het publiek. Hoewel het onderzoek geen verband tussen de inschrijvingscijfers van de opleidingen journalistiek en de serie kan aantonen, geeft het wel een idee van het beeld dat het publiek, dat destijds mogelijk beïnvloed werd, te zien kreeg.

De VTM-serie LouisLouise vertelt het verhaal van Louis De Roover, de succesvolle hoofdredacteur van het fictieve mannenblad Don die op een dag verandert in een vrouw. Vanaf dat moment probeert hij als Louise de redactie te runnen. De avonturen van Louise en haar collega’s spelen zich gedurende tweehonderd afleveringen op fictieve redacties af. Hierdoor konden er in het onderzoek maar liefst negentien verschillende representaties van journalisten geanalyseerd worden.

 

Fictie versus realiteit

Het onderzoek focust op een inhoudsanalyse van de scènes waarin journalistieke activiteiten, zoals radio-uitzendingen of redactievergaderingen, centraal staan. De fictieve journalisten die in deze scènes voorkomen, werden onderverdeeld in categorieën op basis van hun (non-)verbale communicatie. Deze categorieën geven informatie over de specifieke functie, gemoedstoestand en karaktereigenschappen van de fictieve journalisten. Voorbeelden van categorieën zijn de redacteur, de onvolmaakte mannelijke journalist en de vrouwelijke huilbaby oftewel sob sister.

Uit de analyse blijkt dat zowel de mannelijke als de vrouwelijke fictieve journalisten in LouisLouise het vaakst als emotionele carrièretijgers met een hoge functie worden voorgesteld. Hoewel (toekomstige) journalisten zich misschien in dat beeld herkennen, zegt dat nog steeds weinig over wat het beroep nu werkelijk inhoudt. Om de realiteitswaarde van de fictieve journalisten te achterhalen, werd hun doen en laten ook nog vergeleken met het ‘ideale’ profiel van een journalist. Dat profiel werd opgesteld door verschillende bronnen die de basiscompetenties van een journalist omschrijven, te combineren.

De fictieve journalisten in LouisLouise brachten basiscompetenties zoals taalvaardigheid, kritische zin en een flexibele houding het vaakst tot uiting. De representatie van deze competenties is echter tegenstrijdig. Zo heeft radiopresentatrice Charlotte een nagenoeg perfecte kennis van het Nederlands, terwijl hoofdredactrice Louise amper een artikel zonder tussentaal kan schrijven. Competenties zoals nieuwsgierigheid, wegwijs op het web en sociale media en verwondering lijken dan weer ondergeschikt voor de fictieve journalisten.

 

Realiteit overtreft fictie, of andersom?

Uit dit onderzoek blijkt dat de manier waarop een beroep in fictie wordt voorgesteld, niet altijd overeenkomt met de manier waarop dat beroep in werkelijkheid wordt uitgeoefend. Daardoor is een journalist in de ogen van het publiek mogelijk een “arrogante kwast” of, in het geval van LouisLouise, een “emotionele poenschepper zonder taalgevoel”. Het is maar hoe je het bekijkt.

Download scriptie (620.87 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
An Van Hecke