Krijgshaftige Dapperheid en de Moderne Japanse Goden

Nicolas
Stassar

Wanneer U de term “krijgsgoden” hoort wekt dat vast en zeker beelden op van bovennatuurlijke wezens die van bovenaf waken over slachtvelden, en welke hun oorsprong terugvinden in oeroude, mythische tijden. Vanaf de Russo-Japanse Oorlog (1904-5) tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945 vond in Japan dit idee een vrij moderne, menselijke, en irreligieuze invulling. Met het ontstaan van de Japanse moderne staat ontstond tegelijkertijd een nood tot legitimatie. Historische figuren werden omgevormd tot nationale helden waaraan het volk zich aan kon spiegelen. Dit was iets dat bij elke moderne staat gebeurde. Wanneer de natie dan uiteindelijk in conflict kwam met andere naties ontstond tegelijkertijd een nieuwe nood tot legitimatie. Soldaten die dan voor het land hun leven lieten werden zo oorlogsheld. Helden, immers, kwamen enkel voort uit rechtvaardige conflicten.

image-20190911152539-1

Figuur 1: Een portret van Takeo Hirose

Academisch onderzoek over oorlogshelden is vreemd genoeg uiterst schaars. In mijn thesis “Martial Bravery and Japan’s Modern Deities” heb ik mij verdiept in de zogenaamde “krijgsgoden” (gunshin), hun oorsprong, de inspanningen die geleverd werden om hun heldendaden te eren, alsook hun positie binnen de Japanse maatschappij. Gunshin zijn een bijzonder exclusieve groep van Japanse oorlogshelden. Dit pantheon wordt gewonelijk onderverdeeld in: grote generaals, onbaatzuchtig commandanten, en groepen van jonge soldaten die een missie tot een successvol einde hebben gebracht. In zowat elk geval sterft de held voordat hij tot “god” wordt uitgeroepen. Mijn onderzoek heb ik dan beperkt op twee casussen: enerzijds de fregatkapitein Takeo Hirose, een oorlogsheld vanuit de Russo-Japanse oorlog en anderzijds de zogenaamde “Drie Dappere Torpedisten” (Bakudan San’yūshi), drie geniesoldaten die hun leven verloren tijdens het Eerste Shanghai Incident (1932).

image-20190911152539-2

Figuur 2: De "Drie Dappere Torpedisten" (Van links naar rechts: Susumu Kitagawa, Inosuke Sakue en Takeji Eshita)

Beide gevallen zagen enorm success in Japan. Ze werden o.a. vereeuwigd in bronze standbeelden, het onderwerp van diverse films, toneelstukken, biografieën. Uiteindelijk werden ze dan ook officieel leerstof tijdens ethiek- en taallessen. Door de uiterst vergaande herdenkings initiatieven werden deze helden dan ook vaak een deel van de algemene kennis binnen de maatschappij. Ondanks dat ze op gelijkaardige manieren herdacht en vereerd werden, was een van de eerste dingen die dit onderzoek onder ogen moest zien dat er geen substantiële band was tussen beide gevallen. Tussen honderden krantenartikels, boeken en tijdschriften, was er geen enkel werk dat specifiek de twee samen besprak.

image-20190911152539-3

Figuur 3: Hirose’s standbeeld te Manseibashi, Tōkyō

Ondanks dat dit een probleem was voor een comparatief onderzoek bleek dit resultaat juist iets positiefs te zijn. Het liet mij toe om mij te concentreren op de structurele elementen achter de verheerlijking van deze helden. Na ettelijke dagen van onderzoek stuitte ik op een probleem. Als deze “krijgsgoden” daadwerkelijk goden waren, dan zou er toch een religieus element aanwezig moeten zijn? Misschien was er wel een institutie die bepaalde wie een gunshin kon worden, of was er een heiligdom dat uitsluitend voor de gunshin diende. Zelfs het tegenwoordig controversiële Yasukuni Heiligdom en andere “Bescherm het land” heiligdommen (gokoku jinja) werden raar genoeg amper geassocieerd met deze “krijgsgoden”. Dat waren nochtans plekken waar duizenden soldaten vereerd werden die voor het vaderland gestorven waren. Sterker nog werd elke ziel die daar verheerlijkt werd als een god vereerd.

Hoe langer ik mij met het onderwerp bezighield, hoe duidelijker het werd dat het hier ging om een populair fenomeen. De moderne goden werden niet vereerd bij een heiligdom. Hun legendes kregen pas substantie wanneer ze via kranten, films en theatervoorstellingen aan het groter publiek gebracht werd. Het waren cruciale evenementen zoals de rouwstoet en begrafenis van Hirose, of de muziekwedstrijden die de drie geniesoldaten als thema hadden, die het onderwerp werden van uitvoerige reportages en zo toegankelijk gemaakt werden voor het groot publiek. Dankzij de massa media kon een evenement dat bv. in Tōkyō werd gehouden “bijgewoond” worden door een veel groter en diverser publiek. Dit was belangrijk, want als het hele land niet op de hoogte was van het onstaan van een held, dan kan deze moeilijk als nationale held gezien worden. Het was zo dan ook geen institutie die van bovenaf een definitie oplegde van wie wel en niet een gunshin kon worden, maar een onbewuste erkenning van de gehele Japanse maatschappij die tot een apotheose leidde. Het was vanaf dit inzicht dat ik van “krijgsgoden” overstapte naar de minder catchy “vergoddelijkte Japanse krijgshelden”. Het “goddelijke” aspect kon ik natuurlijk niet zomaar weglaten, het was immers inbegrepen in de Japanse term.

Het verschijnen van zo een held bracht vaak een hele discussie rond de aard van hun heldendaden mee. Daarmee werd niet alleen het karakter van de held bepaald, maar impliciet ook de indentiteit van de Japanse burger. Hun heldendaden werden gecontextualiseerd aan de hand van vorige instanties van heldendom, hetzij modern, hetzij premodern. Vaak werd de lijn doorgetrokken naar moderne mythes, zo zou hun heldendom haar oorsprong terugvinden in de alomtegenwoordige “Japanse ziel” (Yamato damashii), de “Riddercode van de Samoerai” (Bushidō) of de “Japanse vastberadenheid” (Nihon seishin). Dit waren moderne mythes die werden voorgesteld als inherente kenmerken van de Japanse burger. Zo werd er de indruk gegeven van een continuiteit tussen de heldendaden. Op die manier werd dan niet enkel de held zijn karakter gedefinieerd, maar ook de indentiteit van de Japanse burger bepaald ten opzichte van de held. Dit kon enkel gebeuren dankzij een vergaande verslaggeving rond de inspanningen tot het herdenken van de held.

In hoeverre gunshin een puur Japans fenomeen was valt nog te bezien. In een modern tijdperk bestaat er immers niets dat puur Japans is. Het is echter niet te loochenen dat ze hun stempel op de voorloorlogse Japanse maatschappij hun indruk hebben nagelaten. Van films tot schoolboeken, iedereen in Japan kende de namen van haar helden, en op die manier werd hun Japanse identiteit keer op keer bevestigd.

Download scriptie (7.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Professor Dr. Jan Schmidt