S.O.S SOCIAL – ONTMOETING OP DE STADSBANK

Ellen
Vlogaert

(zie gelayoute versie met fotomateriaal als bijlage in pdf)

LEVE DE STAD 

Ik hou van de stad. En het was tijdens het vooronderzoek van mijn bachelorproef dat het 'waarom' een naam kreeg. Het gaat me vooral om die vluchtige contacten die je als stedeling hebt met onbekenden waarmee je de stad deelt. Contacten die de Vlaamse stadsantropologe Ruth Soenen als ‘het kleine ontmoeten’ bestempelt, die de activist en urbanist Jane Jacobs als onderdeel van ‘het trottoirballet’ omschreef en die het vanzelfsprekende van alledag doorbreken volgens professor Kio Stark.

Het zijn contacten die op het eerst zicht banaal lijken, maar waarvan men blijkbaar echt gelukkiger wordt. Zo’n ontmoetingen blijken de smeerolie te zijn van onze stedelijke maatschappij.

Sociale interactie biedt enorme voordelen voor onze stedelijke samenleving. Publieke ruimtes in steden moeten ingericht zijn om dat aan te moedigen. Daar kan een degelijk ontworpen meubel aan bijdragen. Mijn meubelcollectie moest de private sfeer overstijgen: het moest een collectie worden met een breder sociaal, maatschappelijk nut.

KRACHTVOER VOOR EEN LEEFBARE STAD

De eerste fase van de bachelorproef was het vooronderzoek. Die moest meer inzicht geven in verschillende aspecten van de publieke ruimte en van straatmeubilair.

Uit alles in de voorstudie bleek dat publieke ruimte cruciaal is voor een leefbare stad. En publieke ruimte betekent voor stadbewoners trouwens álle plekken die ze met elkaar delen, dus ook locaties die niet door de overheid worden beheerd. Publieke ruimtes zijn goed voor de gezondheid, zorgen voor sociale cohesie en economische drive en kunnen een stad karakter geven.

Die voordelen gelden echter enkel in het geval van een publieke ruimte die gebruikers in hun hart sluiten. En daar knelt het schoentje: zo’n succesvolle ruimtes blijken schaars te zijn. Veel publieke ruimtes zijn niet ingericht voor de mensen die er gebruiken moeten van maken. Ze zijn ingericht uit oogpunt van de overheid of de eigenaar. Dat gebeurt vaak vanuit een enge visie die ingegeven is uit angst voor vandalisme of misbruik.

VOLK ZOEKT STOEL

Tijdens het vooronderzoek ontdekte ik ook wat succesvolle publieke ruimtes met elkaar gemeen hebben. En daar kon ik als ontwerper wel degelijk een verschil maken. Zo stelde de urbanist Whyte heel eenvoudig: ‘zitplaatsen trekken volk, en volk trek meer volk’. Ook Het Project for Public Space (PPS) hamerde erop dat dat de absolute nummer één is bij het inrichten van een publieke ruimte: degelijke zitplaatsen.

GOING SOCIAL, MAAR IN WERKELIJKE 3D

Een andere voorwaarde waaraan een publieke ruimte moet voldoen opdat stadbewoners haar omarmen, is dat de plek moet uitnodigen tot sociaal contact. Ook op die voorwaarde kon ik als ontwerper inspelen door een collectie vorm te geven die sociale interactie toelaat. Mensen houden van publieke ruimtes als ze er in alle comfort en veiligheid niet alleen vrienden kunnen ontmoeten, maar ook buurtbewoners en zelfs totale onbekenden. Het is cruciaal dat de meubels die er voorhanden zijn, dat faciliteren.

AAN DE SLAG

De collectie van meubels moest beide uitgangspunten combineren en fungeren als een eerste hulp bij nood aan sociaal contact. Een soort praatpaal 2.0 waarbij de stadsbewoners die er gebruik van maken, in verbinding met elkaar geraken. Het gebruik mocht niet vrijblijvend zijn. De collectie moest zo worden vormgegeven dat sociale interactie quasi onvermijdelijk is.

ANKERPUNTEN 

Net zoals de praatpalen uit vervlogen tijden op de snelwegen waren, moesten de meubels ankerpunten zijn in de stedelijke omgeving.  De collectie van stadsmeubels moest niet alleen de sociale interactie daadwerkelijk verhogen, maar ook een soort van ‘buzz’ genereren. Mensen moeten door de meubels bewust worden van de voordelen van sociale interactie in een chaotische stadsomgeving en aangespoord worden om af en toe stil te staan in de dagelijkse hectiek en gewoon even plaats te nemen.

ER WAS EENS EEN GEWONE BANK 

Voor de uitwerking van de collectie vertrok ik van een meubel dat iedereen kent: de gewone simpele stadsbank. Die bank op zich is niet genoeg. Gewoon wat naast mekaar zitten, garandeert niet altijd interactie. Er moet dus sowieso ‘iets’ aan die bank moeten worden toegevoegd. Dat scheutje extra werd gezocht in de private sfeer.

CONVERSATIES OP DE CONFIDENT 

Het prototype Confident is gebaseerd op het gelijknamige meubel uit de tijd van Napoleon. Het was rijkelijk gestoffeerd salonmeubilair voor welgestelde dames en heren. De naam verwijst naar de  discrete conversatie die tussen twee personen ontstaat wanneer ze gebruik maken van het meubel.  In de social-furniture-collectie leent de Confident zich in een moderne versie perfect tot een leuke conversatie tussen stadsgenoten. Dankzij de opstelling is er direct contact tussen de gebruikers van de bank maar blijft er tegelijkertijd voldoende afstand.

FOCUS OP AANDACHT

Het tweede meubel van de collectie is gebaseerd op ‘couch therapy’.  Hierbij ondergaat een patiënt gesprekstherapie en deelt hij zijn diepste gedachten, herinneringen, gevoelens met een psycholoog. In de collectie evolueert ‘couch therapy’ naar ‘urban therapy’. Die zitbank stoelt op het idee dat mensen soms gemakkelijker hun problemen en gedachten delen met iemand die ze niet of niet goed kennen. Door de positionering is er zeer rechtstreeks contact tussen de gebruikers.  

Heel wat sociale en spelactiviteiten spelen zich vanaf onze kindertijd af in een kring. Denk maar aan kennismakingsspelletjes op een jeugdkamp, rond een kampvuur zitten, groepstherapie en meditatie. Het derde meubel, Circle of friends, kreeg die insteek. Het grote voordeel aan een kring is dat een grote groep personen elkaar toch goed kan zien, aandacht kan hebben voor iedereen en kan interageren met elkaar. 

IN HET ECHT

Het voornaamste doel van de collectie is dat overheden, semipublieke alsook private organisaties die als tijdelijk project kunnen huren. Ze maken dan tijdens één seizoen gebruik van de collectie ‘social furniture’. De collectie wordt zo ook een sociaal experiment.  Het welslagen van de collectie is afhankelijk van het gebruik door de stadsbewoners. Aan de deelnemende overheid of organisatie wordt daarom een communicatiestrategie aangeboden die ze kunnen hanteren om hun bewoners en gebruikers te benaderen. Er wordt gestart met een teasing campagne. Er  is een startevenment waarbij buurtbewoners kunnen ‘speedtalken’. Er wordt tijdens de huurperiode een social media campagne gelanceerd.

Download scriptie (16.88 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Jeff Rutten