Bosnische burgers breken uit collectieve impasse

Leander
Papagianneas

“Apathie houdt onze samenleving gevangen.”

In 1995 werd de Bosnische burgeroorlog formeel beëindigd, hoewel etnische spanningen nog altijd voelbaar zijn. Maffiose politici, verrijkt door de oorlog, controleren het politieke en socio-economische leven van Sarajevo. Noden van burgers worden systematisch genegeerd en corrupte politieke netwerken maken structurele vooruitgang onmogelijk. Wanhoop drijft mensen tot emigratie, maar een groeiende groep van activisten en bezorgde burgers eist zijn stad en politieke rechten opnieuw op.

 

Een kafkaëske gevangenis in de Balkan

Iedereen kent het radeloze gevoel wanneer ambtenaren ons van het kastje naar de muur sturen. In Bosnië-Herzegovina is dat niet minder het geval, maar het politieke systeem maakt het degelijk functioneren van de staat werkelijk onmogelijk. Corrupte politieke netwerken controleren alle aspecten van de bureaucratie en de economie. Via officiële kanalen krijgen burgers nauwelijks iets gedaan van hun overheid. Ze worden gedwongen hun toevlucht te nemen tot een allesoverheersende ons-kent-ons politiek.

Op die manier valt het merendeel van de bevolking uit de boot. Burgers die geen connecties binnen de bureaucratie hebben, kunnen nauwelijks economische of sociale opportuniteiten nastreven, terwijl nationalistische elites en hun netwerken het land leegplunderen.

Velen voelen zich dan ook gevangen in een natie die hen geen perspectief biedt. De huidige politieke impasse verlamt het collectieve bewustzijn van de Bosnische burger. Wanhopig, apathisch en verwaarloosd nemen ze afstand van elke burgerlijke verantwoordelijkheidszin. Politiek engagement en een constructieve interactie met de staat worden bijgevolg ontmoedigd.

De scriptie “Mister President, Where are Your Citizens? Statecraft and Citizen-State Relations in Post-Conflict Bosnia-Herzegovina” bestudeert hoe deze collectieve mentaliteit van impasse het politiek engagement van jongeren en hun relatie met de staat beïnvloedt.

Verschillende studies hebben hier uitgebreid etnografisch onderzoek naar gedaan. De scriptie is echter origineel in haar opzet doordat zij de kwestie vanuit een antropologisch, politiek wetenschappelijk én psychoanalytisch standpunt benadert. Tevens vormt de scriptie een unieke bijdrage doordat zij dit interdisciplinair kader toepast om na te gaan hoe politiek en sociaal activisme verandering in het Bosnische politieke bewustzijn kan brengen.

 

Barsten in de muur

De laatste jaren ontspoorden de erbarmelijke socio-economische omstandigheden in Bosnië-Herzegovina zodanig dat het land in februari 2014 wekenlang overspoeld werd door protestgolven. Vergelijkbaar met de Arabische Lente eisten deelnemers het ontslag van de etno-nationalistische regering en een complete herstructurering van het politieke systeem.

De overheid negeerde hun eisen en onderdrukte het protest. Protesters organiseerde vervolgens plenums, zogenaamde volksvergaderingen. Als een vorm van directe democratie leidden de plenums tot een hernieuwd politiek engagement en een herwonnen burgerzin.

Ongeacht de afwezigheid van concrete veranderingen betekenden de protesten uit 2014 een constructieve vooruitgang voor politiek en sociaal activisme in Bosnië. Op verschillende manieren zorgden de protesten, en de plenums, voor een verschuiving in het politiek bewustzijn: van passiviteit en apathie naar actieve en doelgerichte betrokkenheid.

Burgers werden in de eerste plaats bewuster van de ongelijke afhankelijkheidsrelatie tussen hen en de staat en de manier waarop ze in die positie gemanipuleerd worden. Ook kregen deelnemers nieuwe inzichten om op concrete wijze politieke rechten en inspraak te eisen.

Ten slotte werden in navolging van de volksvergaderingen verschillende projecten georganiseerd die burgers trachtten te betrekken in het beleidmakingsproces. Op die manier hoopten ngo’s en burgerorganisaties het herwonnen politieke bewustzijn in concrete participate om te zetten.

In oktober 2015, bijvoorbeeld, organiseerde de mensenrechtenorganisatie Youth Initiative for Human Rights een tweedaagse regionale conferentie: de Sarajevo Youth Summit. Dit evenement bood jongerenactivisten uit de Balkan de mogelijkheid om in dialoog te treden met beleidsmakers uit Albanië, Bosnië, Montenegro, Kroatië en Servië.

In hun slotverklaring pleitten de jongeren voor meer regionale samenwerking, een herziening van de Bosnische grondwet en een consistentere naleving van het internationaal humanitair recht. Door haar eenmalig karakter beschouwden participerende beleidsmakers de conferentie eerder als een pr-stunt, maar voor jongerenactivisten vormde het een constructief platform waar ze hun politiek engagement en burgerzin konden oefenen.

Een ander project dat bezorgde jongeren actieve betrokkenheid bijbrengt op lokaal niveau, is het gemeenschapsproject Dobre Kote, wat letterlijk ‘goede wijken’ betekent. Concreet tracht Dobre Kote bewoners van Sarajevo te betrekken bij de sociale en fysieke opwaardering van verwaarloosde en verlaten publieke ruimtes.

Via workshops, infomomenten en buurtfeesten brengt het gemeenschapsproject wijkbewoners in en rond Sarajevo bij elkaar. In een gemoedelijke en ongedwongen sfeer werken volwassenen en jongeren samen aan de leefbaarheid van verloederde pleinen, parken en gebouwen.

Op die manier worden de sociale banden tussen buurtbewoners, verstoord door oorlogstrauma’s en politieke spanningen, opnieuw aangehaald. Belangrijker echter is het gegeven dat deelnemers op een constructieve manier leren omgaan met het lokaal stadsbestuur.

Bijvoorbeeld, wanneer buurtbewoners toelating nodig hebben om bomen te planten in hun wijk, helpen activisten van Dobre Kote hen de zaak te bepleiten bij de bevoegde ambtenaar. Zo krijgen buurtbewoners een concreet idee van hoe de staat functioneert. Ze leren hoe zij de staat kunnen inzetten voor lokale noden. De groepsdynamiek en begeleiding van Dobre Kote zorgen ervoor dat de zaak binnen officiële kanalen wordt afgewerkt. Aldus worden corrupte praktijken van ambtenaren ontmoedigd.

 

Een werk van lange adem

 Reeds twintig jaar bevindt Bosnië-Herzegovina zich in een politieke impasse, getekend door nationalisme, nepotisme en een achteruitgaande levensstandaard. Burgers zijn het slachtoffer van een niet-functionerende staat, corrupte politieke netwerken en een gebrek aan economische opportuniteiten.  De wanhoop en apathie dat het Bosnische politieke bewustzijn typeerde, maakt echter langzamerhand plaats voor een doelgericht actief engagement.

In de woorden van Aldijana Okerić, een 25-jarige mensenrechtenactiviste: “Tot voor kort hoorde je nagenoeg iedereen klagen over hoe corrupt en uitzichtloos onze politiek was. Sinds de protesten en de volksvergaderingen echter, zie ik meer en meer gemotiveerde jongeren en volwassen burgers die het heft in eigen handen willen nemen. Niet alleen zorgt dat voor kleine, symbolische overwinningen, het heeft ook een positieve uitwerking op de mentaliteit van de jongere generatie. Wetende dat de staat geen abstract, onveranderlijk ‘monster’ is, worden zij aangespoord hun bezorgdheid constructiever te uiten en daar ook naar te handelen. Zeker in het licht van toekomstige EU gesprekken, zal de politiek meer rekening met hen moeten houden.”

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Dr. Marlene Schäfers