De bodem-lucht warmtewisselaar

Bart
Marivoet

Ik kreeg van Ingenieursbureau Stockman uit Gent de opdracht uit te zoeken wat een bodem-lucht warmtewisselaar is en wat deze zoal kan betekenen op financieel gebied. Door het studiebureau deze bundeling van theoretische informatie te geven hebben zij nu een duidelijke theoretische achtergrond van dit systeem. Door deze achtergrond staan zij steviger in hun schoenen om bouwheren te overtuigen een bodem-lucht warmtewisselaar (EAHX) in hun ontwerp op te nemen. Daarbovenop worden zij geassisteerd door het berekeningsprogramma dat in het kader van deze thesis gemaakt werd. Dit programma wordt vanaf heden reeds door Ingenieursbureau Stockman gebruikt bij de keuze van de afmetingen van de EAHX.



Een earth-air heat exchanger is op zich niet meer dan één of meerdere buizen waardoor verse lucht aangezogen wordt om te gebruiken in het ventilatiesysteem van een gebouw. Deze buizen graaft men in in de bodem tussen 1m en 6m diepte. De hoge thermische inertie van de grond zorgt ervoor dat de thermische schommelingen aan het grondoppervlak gedempt worden hoe dieper men in de grond gaat.  Dit wil dus concreet zeggen dat de verse aangezogen lucht gekoeld wordt in de zomer en verwarmd in de winter.



De bodem-lucht warmtewisselaar is niets nieuw, het werd reeds vaak toegepast in zeer warme en koude klimaten. In landen waar de EAHX de lucht zowel verwarmt (winter) als koelt (zomer) laten de praktijktoepassingen echter op zich wachten. Dit is te wijten aan de onbekendheid en onzekerheid over het concept. Het doel van deze thesis is een duidelijk overzicht te geven van alle aspecten van een bodem-lucht warmtewisselaar.



De thesis begint met een beschrijving van de bodem-lucht warmtewisselaar door een analyse te maken van de factoren die invloed hebben op de werking ervan. Meer bepaald wordt de ondergrond beschreven met de thermische eigenschappen en processen die erin plaatshebben. Daarna volgt een bespreking over  de materialen van de leiding, de schikking en het ventilatiesysteem dat de lucht moet transporteren.



Na deze beschrijvende analyse volgt een theoretische afleiding die het mogelijk maakt een zo economisch mogelijke bodem-lucht warmtewisselaar te kiezen. Het resultaat van deze theoretische afleiding wordt in een MatLAB-programma gegoten om studiebureaus en architecten in staat te stellen om op een eenvoudige manier een bodem-lucht warmtewisselaar te dimensioneren. Om de raakvlakken met de realiteit niet uit het oog te verliezen werden er tevens meetcampagnes opgezet in twee recente luchtbehandelinginstallaties met een bodem-lucht warmtewisselaar in België.  Deze metingen dienen als een soort “test” voor de toepasbaarheid van het theoretische model in de praktijk.



Na een studie gemaakt te hebben van de bodem-lucht warmtewisselaar en alles wat erbij komt kijken kan ik over het algemeen stellen dat dit een goede tot zeer goede investering is voor kantoorgebouwen of andere gebouwen met een groot volume. Voor eengezinswoningen is er helaas geen gelijkaardig financieel voordeel aan een bodem-lucht warmtewisselaar verbonden. Dit komt mede door de hoge investeringskost dewelke voor het grootste deel uit grondwerk en materiaalkost van de buizen bestaat. De kost van de buizen met antibacteriële laag is zeer hoog tegenover buizen die deze laag niet hebben. Als men met normale PP-buizen werkt en in de luchtbehandelingskast een antibacteriële filter plaatst, wordt het financieel voordeliger. Niettegenstaande dat het financiële voordeel in beide toepassingen pas na een aantal jaar komt, mag men het niet-tastbare voordeel niet uit het oog verliezen. Zo brengt een EAHX vanaf de dag na de indiensttrede een ecologisch voordeel op, wat onze nakomelingen ons enkel in dank kunnen afnemen.



Aangezien een EAHX een redelijk grote investering impliceert, kan men onderzoeken of een gemeenschappelijke EAHX economisch meer haalbaar is. Men kan in deze gevallen de initiële kost van de EAHX delen over verschillende gebouwen zoals het ventilatiedebiet zich verhoudt. Bij geventileerde, niet verwarmde gebouwen (metro stations, parkeergarages, ...) kan een EAHX voor een iets kleine temperatuursverbetering zorgen, zonder dat het energie kost. Zo worden deze nu minder aangename omgevingen iets aangenamer ervaren. Voordeel is dat men hier toch al op grote dieptes moet werken voor de constructie, dus heeft de grondbuis geen groot bijkomend grondverzet nodig.



In het tweede deel van deze thesis wordt een berekeningstool ontwikkeld die, naar de gebruiker zijn randvoorwaarden, een zo efficiënt mogelijke grondbuis voorstelt. Bij de resultaten wordt eveneens een richtwaarde gegeven van de uitsparing op jaarbasis die de EAHX verwezenlijkt. Deze richtwaarde is sterk afhankelijk van  de bodemsoort, het freatisch oppervlak en de thermische diffusiviteit dewelke afhankelijk is van de combinatie van deze eigenschappen. Deze thermische diffusiviteit kan men door eenvoudige experimenten bepalen. Verder kan men onderzoeken wat de invloed op de prestaties van de EAHX is van een andere grondlaag tussen het grondoppervlak en de grondbuis. Gelijkaardig kan men onderzoeken wat een warmte-aantrekkend lichaam bovenop het grondoppervlak (zoals een asfalt) heeft op de temperatuurwinst of -verlies van een EAHX.



Dat de implementatie van grondbuizen in de realiteit nog wat op zich laat wachten, heeft meerdere oorzaken. Een eerste oorzaak is de onbekendheid van een EAHX bij de bouwheer, architect of het studiebureau. Als een van deze twee laatste wel op de hoogte is van dit systeem blijft het moeilijk de bouwheer te overtuigen om deze investering te maken. De mogelijkheid een richtwaarde te geven van energiebesparing per jaar is een mogelijk argument waarvoor in deze thesis een aanzet gegeven is. De vermelding en een korte uitleg van het systeem op de website van het Vlaams Energieagentschap zou een positieve impuls geven aan de toepassing in de praktijk van de grondbuis. Als een grondbuis een positieve impact zou kunnen betekenen op het E-peil, heeft de bouwheer weer een argument meer om tot de toepassing van een EAHX in zijn gebouw over te gaan. Dit is helaas niet realiseerbaar doordat men geen certificaat kan voorleggen met het rendement van de grondbuis. Als de overheid of het WTCB hiervoor een standaardprocedure zou voorleggen zou de toepassing van de grondbuis ook op deze manier aangemoedigd kunnen worden.



Algemeen zou ik aan elke bouwheer aanraden om de toepassing van een bodem-lucht warmtewisselaar in overweging te nemen omdat deze oplossing zowel baten aan de financiële als de ecologische kant teweeg brengt. Verder zou ik het Vlaams Energieagentschap kunnen aanmoedigen deze ecologische oplossing te regulariseren zodat meer gebouwen deze eenvoudige techniek toepassen.

 

Download scriptie (8.22 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2008