Waarom en hoe differentiëren naar boven voor wiskunde (in de tweede graad)?

Sofie
Van Malderen

Artikel bachelorproef "Waarom en hoe differentiëren naar boven voor wiskunde (in de tweede graad)?"

Differentiëren is noodzakelijk! Zowel differentiatie naar boven (voor sterke leerlingen) als differentiatie naar beneden (voor minder sterke leerlingen) is essentieel. Net zoals Vygotsky zegt moet je elke leerling uitdagen in zijn/haar zone van naaste ontwikkeling. Mits de nodige ondersteuning kunnen de leerlingen de taken/activiteiten die ze nog net niet zelfstandig kunnen zo toch uitvoeren.

Gedurende mijn opleiding Lager Onderwijs en de vele stages, heb ik gezien wat er gebeurt als je kinderen niet laat werken binnen hun zone van naaste ontwikkeling. Wanneer je te moeilijke leerinhouden geeft, haken ze af omdat ze niet kunnen volgen, omdat ze het niet snappen. Ze zijn gedemotiveerd en krijgen een lager zelfbeeld want ze denken dat ze het niet kunnen. Wanneer je de leerlingen te gemakkelijke leerinhouden aanbiedt, worden ze dromerig want ze kennen het toch al. Ze zoeken soms te ver naar het antwoord omdat ze denken 'Zo simpel kan het toch niet zijn?'. Uiteindelijk zijn zij ook niet meer gemotiveerd.

De afbeelding hiernaast is de Gausscurve. Dit is een normaalverdeling. 68% van de bevolking is normaal begaafd. De overige 32% heeft een lager of een hoger IQ. Differentiatie voor de 16% zwakkeren wordt in de meeste scholen reeds goed gerealiseerd, maar er wordt vaak gedacht dat (hoog)begaafde kinderen zich wel zullen redden. Dit is echter niet zo vanzelfsprekend. Deze kinderen hebben ook specifieke noden. Ze hebben nood aan feedback, aan het leren fouten maken en aan het leren inspannen. De sterkere groep (en dan spreken we niet alleen over hoogbegaafde kinderen) moet ook extra begeleiding krijgen.

Je moet elk kind in zijn/haar zone van naaste ontwikkeling (Vygotsky) laten werken. Dit kan door de leerling zelfstandig iets te laten verwerken. Het is wel belangrijk dat je als leerkracht ook tijd vrijmaakt voor deze leerling om zijn bevindingen te bespreken. Deze sterkere leerlingen hebben namelijk wel minder toezicht nodig, maar ze hebben net als alle kinderen nood aan aanmoediging en bevestiging.

Ik stelde een korte enquête op die ik voorlegde aan ervaren leerkrachten. Ik kreeg de medewerking van 73 leerkrachten verspreid over 13 scholen. Uit deze enquête bleek dat er geen vaste onderwerpen bestaan waarvoor differentiatie naar boven nodig is. Dit is zeer sterk kindafhankelijk. Het is ook zo dat een leerling differentiatie naar boven nodig kan hebben voor symmetrie, maar dat dit niet nodig is voor cijferen. Uit de enquêtes kwam ook naar voor dat er voor toepassingen vraag naar differentiatiemateriaal is. De bevraagde leerkrachten vonden het belangrijk dat de kinderen zelfstandig kunnen werken met de differentiatiematerialen en dat de materialen zelfcorrigerend zijn.

Voor mijn bachelorproef ontwikkelde ik een box met materialen waar leerlingen zelfstandig mee aan de slag kunnen gaan. Dit materiaal is bedoeld om te differentiëren voor sterke kinderen, al dan niet (hoog)begaafd. Ook is het zo dat sommige leerlingen slechts in bepaalde domeinen (van wiskunde) of onderwerpen uitblinken. Het materiaal dat ik ontwikkeld heb, bevat onderwerpen over de verschillende domeinen. Zo kan je als leerkracht zelf bepalen welk materiaal je gebruikt per leerstofonderdeel per kind. Het kan ingezet worden wanneer je als leerkracht ziet dat één (meerdere) leerling(en) de leerinhouden snel onder de knie heeft (hebben). Tevens kan het in een hoekenwerk of contractwerk als differentiatiemateriaal worden aangereikt.

De box die ik ontwikkeld heb omvat verschillende zelfcorrigerende spelmaterialen en een zelfgemaakte kopieermap. Bij de verschillende spelmaterialen zitten stappenplannen. Deze stappenplannen laten toe dat de kinderen zelfstandig kunnen werken. Daarnaast staat er voor de leerkracht ook nog wat meer informatie op : wat is het doel, welke eindtermen worden bereikt en wat zijn andere mogelijke invullingen van dit spelmateriaal. De kopieermap is overzichtelijk opgebouwd per leerdomein van wiskunde. Vooraan in de kopieermap staat een duidelijke doelenlijst met de eindtermen die per kopieerblad bereikt worden. Helemaal achteraan in de kopieermap zijn de oplossingsfiches terug te vinden.

Ik ben zeer tevreden met de box die ik heb ontwikkeld. Het zijn materialen die meteen inzetbaar zijn in de klas. Ook de mentor van mijn eindstage was zeer tevreden over de materialen. Als dank voor de medewerking die ik kreeg van de verschillende leerkrachten voor de enquête, stuurde ik hen enkele voorbeeldfiches uit de kopieermap. Meteen kreeg ik heel wat positieve reacties van de leerkrachten uit het veld. Enkele reacties :

-   "Allereerst toch wel proficiat voor zo'n knap resultaat. Echt fijn materiaal!"

-   "Ik vind deze oefeningen heel bruikbaar voor onze sterke rekengroep."

-   "Proficiat met je werk en razend interessant en mooi materiaal!"

-   "Het ziet er heel tof uit om aan de slag te gaan in de klas."

-   "Dat ziet er heel goed uit! Ik zou graag de volledige kopieermap ontvangen. Na 15 jaar in het onderwijs leer ik nog steeds bij."

-   "Knap werk! Proficiat."

Mijn bachelorproef leverde een mooi resultaat met zeer bruikbare materialen op waar ik én ook andere leerkrachten heel wat aan hebben!

Download scriptie (6.44 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
M. Vermeir & S. Vonck