Vluchtelingencrisis verscherpt de blik: van tijdelijke noodwoningen naar winst voor de stad

Marrije
Vanden Eynde
  • Sarah
    Van de Velde

Bent u ook nog altijd in de waan dat de vluchtelingencrisis voorbij is? Dan staat u binnenkort een teleurstelling te wachten. De grote instroom is weldegelijk gestopt, maar de crisis duurt voort. De aanvaarde nieuwkomers komen nu namelijk terecht op de oververzadigde Vlaamse huisvestingsmarkt. Ze moeten op geïmproviseerde noodwoningen een beroep doen. Die instabiliteit maakt een succesvolle integratie moeilijk. Het gebrek aan mogelijkheden tot vooruitgang vormt een verlies voor de stad én de samenleving. Een nieuwe architectuur en planning van de tijdelijke woningen willen tonen hoe het anders kan en hoe een winstverhaal voor de hele maatschappij gecreëerd kan worden.

Vluchtelingen komen terecht op een oververzadigde Vlaamse huisvestingsmarkt

Noodzaak voor de maatschappij

Nadenken over die problematiek heeft algemeen nut, maar wel met verschillende belangen. Nieuwkomers trekken naar de steden omdat ze een hoge densiteit aan voorzieningen en een concentratie van kansen bieden. De zoektocht naar een degelijke woning, geschikt werk en sociale contacten heeft in kleine, landelijke gemeentes namelijk veel meer om handen. De problematiek is niet door de crisis ontstaan, want autochtone kansarmen vragen al decennialang hetzelfde. De nood aan nieuwe tijdelijke woonvormen in de stad overstijgt dus de specifieke vraag van de nieuwkomers.

Wachtrij sociale huurwoningen (anno 2016)

Kansarme bevolkingsgroepen zijn trouwens niet de enige spelers in het verhaal van een veranderende woonvraag. Naast de acute huisvestingscrisis kampen steden ook met een stroef en traditioneel woonpatrimonium.  De meeste huizen zijn nog altijd vormgegeven volgens de behoeftes van het klassieke gezin van moeder, vader en twee kinderen. Dat traditionele model is niet langer geldig: het komen en het gaan van bewoners wordt een dagelijkse realiteit. In een samenleving waarin ‘nieuw samengestelde gezinnen’ schering en inslag worden, ben je de ene dag alleen en de volgende dag met zeven. De huidige woningen zijn daar niet op voorzien. Wat als deze wooncrisis wordt ingezet als excuus om nieuwe modellen daarvoor te ontwikkelen?

Frictie huishoudsamenstelling versus woonpatrimonium

Tijdelijkheid als kans

Noodwoningen worden vooral door hun karakter van tijdelijkheid gekenmerkt en vertellen een verhaal van nadeel en verlies: de kortstondige bewoner draagt niet bij tot de wijk, wat interactie overbodig maakt. Initiatieven blijven beperkt tot de ontwikkeling van een afgesloten onderdak. Maar biedt die tijdelijkheid niet net een unieke kans? Omdat de bewoners er maar kort verblijven, stellen ze geen permanente eisen. Een hogere graad van collectiviteit wordt mogelijk, en bepaalde gemeenschappelijke ruimtes kunnen zelfs met de buurt gedeeld worden. Zulke open stadskamers met ruimte voor ontmoeting en interactie dragen positief bij aan de omgeving. Denk maar aan een tuin die een stadstuin wordt, een woonkamer die een buurtbibliotheek wordt, enzovoort.

De architectuur van de nieuwe transitwoningen kan de stad mee vorm geven. Ons onderzoek toont dat drie pijlers de nieuwe modellen ruimtelijk kunnen vertalen: schaalvergroting, vermenging van functies en aandacht voor duurzaamheid. De scriptie werkt drie alternatieve scenario’s voor de stad Aalst uit. Het eerste scenario bespreken we in dit artikel.

Nieuwe tijdelijke woonmodellen

Luchtzicht project op het Hoveniersplein

In het eerste project worden de nieuwkomers ondergebracht op het Hoveniersplein in Aalst. Door een grote hoeveelheid aan units te voorzien kan er een volwaardige structuur gecreëerd worden. Die vormt een nieuwe rand aan het plein en vervangt de huidige chaos aan de achterbouw. Grootschalige huisvesting, een eerste vereiste voor de nieuwe woningen, maakt het project betekenisvol voor de stad.

Het tweede criterium, de vermenging van functies, wordt gerealiseerd door aan zowel de behoeftes van de nieuwkomers als de bestaande wensen van de stad waarin ze terechtkomen, tegemoet te komen. De huidige tijdelijke initiatieven voorzien in de drie basisbehoeftes (bed, bad en brood) van de nieuwkomers, maar socio-economische noden blijven buiten beschouwing. De scriptie beschouwt die net als cruciale integratiepolen en neemt werkgelegenheid als vertrekpunt. Het eerste scenario zet in op klein ondernemerschap, iets wat in de wijk aan het Hoveniersplein al sterk aanwezig is. De wensen van de stad worden in het ontwerp meegenomen, waardoor er ook maatschappelijke winst wordt geboekt. De lokale behoeftes van de stadswijk worden gedestilleerd door zowel de visie van ruimtelijke experts en plaatselijke overheden, als de lokale expertise van gebruikers en buurtbewoners te integreren. De ruimtelijke experts zagen in dit verloederde gebied een nieuw centrum voor rechteroever Aalst, de buurt gaf aan dat een wekelijkse markt op het plein de wijk enorm zou doen opleven. De bovengenoemde vragen komen samen in een concreet thema voor het project, in dit scenario is dat het marktgebeuren.

Dynamiek met het plein en de achterliggende huizen

Door de nieuwkomers in een vaste structuur te huisvesten, wordt er rekening gehouden met de evolutie van de projecten. Dat vormt het derde criterium. Het langetermijndenken zorgt ervoor dat er niet uitsluitend voor de acute nood gebouwd wordt. De brede bakstenen wand op het plein kan bijvoorbeeld evolueren naar accommodatie voor handelszaken, zodra de nood aan tijdelijke verblijven afneemt. Ook de bewoners kunnen daar informeel handelen en zo een nieuwe ontwikkeling van het onderbenutte plein ondersteunen.

Accommodatie voor het marktgebeuren

Door het samenvoegen van functies, het aanspreken van grote groepen en het mogelijk maken van andere invullingen wordt er een project gecreëerd dat verschillende investeerders aanspreekt. De drie aspecten definiëren niet alleen de taak van de ontwerper, maar zorgen er ook voor dat er nieuwe partnerschappen kunnen ontstaan. De financiering van sociale projecten is namelijk nooit eenvoudig en nieuwe samenwerkingen dringen zich op.

De agenda voor morgen

“Sociale huisvesting is een investering, geen kost.”, zei Alejandro Aravena, de curator van de architectuurbiënnale in Venetië. Door inclusief en sociaal ontwerp boven aan de agenda te plaatsen, investeren we in de toekomst van álle stedelingen en van de hele stad. De experimentele, tijdelijke woonvormen dragen door hun flexibiliteit bij aan een meer elastische stad, die op veranderingen kan inspelen en zo een ultieme crisis vermijdt. De scriptie spreekt bewoners met een minder kapitaalkrachtig profiel aan, en vormt tegelijk een laboratorium voor onze veranderende woonvraag en de agenda van morgen.

Download scriptie (87.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Maarten Van Den Driessche en Luce Beeckmans