Een oorlog tegen vrouwen: gendergeweld in de literatuur van Argentinië en Chili

Eva
Van Hoey

Julie Van Espen werd op 4 mei 2019 aangevallen en vermoord achtergelaten langs het Albertkanaal. Het hele land was in shock. Hoe kon het dat een man op klaarlichte dag een jonge vrouw van haar toekomst beroofde? Overal werd gepleit voor een wereld waarin meisjes en vrouwen op elk uur van de dag op straat kunnen komen zonder te moeten vrezen voor hun leven.

Femicide: moorden op vrouwen

Wat met Julie Van Espen gebeurde, is helaas geen alleenstaand feit. In de zomer van 2019 maakten de media in ons land melding van verschillende femicides, moorden op vrouwen. Moorden die gekarakteriseerd worden door straffeloosheid en extreme brutaliteit. In Latijns-Amerika worden elke dag minstens negen vrouwen vermoord vanwege hun gender.

De term femicide ontstond naar aanleiding van de brutale vrouwenmoorden in de jaren ‘90 in Ciudad Juárez (Mexico). Vrouwen werden er verkracht, gefolterd, vermoord en daarna gedumpt in de Mexicaanse woestijn. In 2015 kwam in Argentinië de feministische actiegroep Ni Una Menos (niet één (vrouw) minder) op. Zij strijden ook nu nog tegen het geweld tegen vrouwen in Latijns-Amerika.

Al eeuwenlang wordt in de literatuur nagedacht over wat er in de wereld rondom ons gebeurt. Een voorbeeld hiervan is Roberto Bolaño, een van de belangrijkste Latijns-Amerikaanse auteurs van de voorbije eeuw, die in 2004 het probleem van het gendergeweld op de kaart zette met het beruchte boek 2666. Maar ook in Argentinië en Chili publiceerden auteurs werken over de schrijnende realiteit van gendergeweld in hun regio.

De literaire werken Chicas muertas en Racimo

In 2014 publiceerde de Argentijnse schrijfster Selva Almada de kroniek Chicas muertas (Dode meisjes) waarin ze de moorden op drie jonge meisjes in het binnenland van Argentinië onderzoekt. Een non-fictiewerk met een duidelijke aanklacht tegen het dagdagelijkse geweld tegen vrouwen. In datzelfde jaar publiceerde de Chileense auteur Diego Zúñiga de roman Racimo (Cluster) over de verdwijning van jonge meisjes in de Chileense woestijn. In die fictieroman onderzoekt een jonge fotograaf wat er met die meisjes is gebeurd. Een zoektocht waar hij geen sluitend antwoord op vindt.

Aangezien literatuur de mogelijkheid in zich heeft om invloed uit te oefenen op onze maatschappij, is het interessant om te onderzoeken hoe ze dat precies doet. In deze scriptie wordt aangetoond hoe Almada en Zúñiga het schrijnende probleem van femicide in Argentinië en Chili bespreken en onder onze aandacht brengen aan de hand van twee verschillende literaire genres. Via een diepgaande literaire analyse worden de gelijkenissen en verschillen tussen beide werken in kaart gebracht.

Femicide in Argentinië en Chili: een complex fenomeen

De machocultuur die aan de basis ligt van het geweld tegen vrouwen speelt een grote rol in de kroniek van Almada. Zij beschrijft gedetailleerd de heersende mentaliteit in het binnenland van Argentinië: vrouwen worden gezien als koeien die bereden kunnen worden en gestraft als ze in opstand komen. Volgens Almada is die cultuur het grootste obstakel voor de emancipatie van de vrouw. Zúñiga focust vooral op de economische kant van het geweld tegen vrouwen. In arme gebieden zoals het binnenland van Argentinië en Chili grijpen mensen naar criminele activiteiten zoals prostitutie om geld te verdienen. Vrouwen worden op die manier “wegwerpproducten”, wat verklaart waarom hun lijken teruggevonden worden op vuilnisbelten.

De heersende straffeloosheid is even choquerend als de verschrikkelijke vrouwenmoorden zelf. De daders worden bijna nooit gestraft vanwege het falen van de politie en het juridisch systeem. Almada en Zúñiga geven dat totale gebrek aan interesse vanwege de autoriteiten weer, bekritiseren het en tonen verschillende reacties tegenover de straffeloosheid.

Almada en Zúñiga koppelen het huidige geweld tegen vrouwen ook aan de gewelddadige geschiedenis van de regio. Ze tonen allebei aan dat slachtoffers van het gendergeweld van nu onder dezelfde pijn en hetzelfde onrecht lijden als slachtoffers van de dictaturen op het einde van de 20ste eeuw.

Fictie versus non-fictie

Zowel Almada als Zúñiga schrijven over een extreme vorm van geweld in twee verschillende genres: de kroniek (non-fictie) en de roman (fictie).

Almada koos heel bewust voor non-fictie. Ze wil duidelijk maken dat het gaat over meisjes van vlees en bloed, meisjes met echte wensen en dromen. Via verschillende technieken stelt ze de lezer een minutieus beeld voor van de harde realiteit waarin de vermoorde jonge meisjes leefden. Het is nu eenmaal de taak van een kroniekschrijver zijn lezer een deel van de werkelijkheid te tonen en die vervolgens te bekritiseren. Met Chicas muertas klaagt Almada de alomtegenwoordigheid van het geweld tegen vrouwen aan en ook de onverschilligheid ertegenover.

Zúñiga koos voor een fictief verhaal. Aangezien hij zich niet aan de feiten moet houden, heeft hij meer vrijheid om verschillende thema’s aan elkaar te linken. Het verhaal is symbolischer en mysterieuzer. De duidelijke aanklacht bij Almada is bijgevolg minder aanwezig bij Zúñiga, die de lezer vooral stimuleert om na te denken over de relatie tussen geheugen en fotografie.

Hoewel non-fictie als genre primeert bij Almada en fictie bij Zúñiga, gebruiken beide auteurs wel de twee genres. Dat maakt hen prima voorbeelden van de actuele tendens in Latijns-Amerika om genres te combineren. De roman van Zúñiga bevat ook aanklachten en Almada bespreekt ook het belang van herinnering. Beide werken hebben dus zowel inhoudelijk als vormelijk veel gemeen.

De rol van literatuur

De werken van Almada en Zúñiga geven de schrijnende situatie weer van het geweld tegen de vrouw. Via twee verschillende literaire genres bespreken ze elk op hun eigen manier diverse aspecten van het vreselijk fenomeen femicide en willen ze beiden duidelijk bijdragen aan de herinnering van de slachtoffers.

Ze slagen erin hun lezers te doen nadenken over het gruwelijke en nog altijd onopgeloste gendergeweld. In een wereld waarin dat gendergeweld alomtegenwoordig is – en tegelijkertijd wordt doodgezwegen – speelt literatuur een belangrijke rol in het doorbreken van de stilte en het geven van een stem aan de slachtoffers.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
prof. Ilse Logie