De omweg als doel op zich

Ken
Standaert
  • Hong Wan
    Chan
  • Joris F.
    Kerremans

image 523

China & België, tekst & tekening, gebouw & gevel, Rubens & Robbrecht & Daem, linguïstiek & retoriek, architectuur & representatie, historisch & hedendaags, onderzoek & toepassing, both-and & difficult whole.

Dit alles en zoveel meer, kan je terugvinden in deze masterproef.

To what, finally, does this detour through China give us access? It is, of course, the longest of detours, indeed a detour without end… How does such a distancing allow us better to discover – and describe – people and objects? How does distancing produce an effect? … what can we gain from approaching it obliquely? In other words, how does detour grant access? (Jullien François and Sophie Hawkes. Detour and Access: Strategies of Meaning in China and Greece (New York: Zone Books, 2004), 371.)

image 524

Deze scriptie is begonnen op Erasmus in China, waar ik een semester studeerde aan de universiteit Tongji in Shanghai. Tijdens deze leerrijke periode is de gedachtenreis gestart. Met en door mijn westers geschoolde blik keek ik op naar de didactisch onbekende Chinese architectuur. De traditionele Chinese tempels of de hedendaagse hypermoderne skyscrapers gebruiken elk hun eigen afgebakende vormentaal en zijn hierdoor moeiteloos en onmiddellijk te begrijpen. Dubieuze architecturale vormen grepen echter mijn aandacht. De meeste fascinatie ging naar de gebouwen die zowel westers als Chinees getint waren; het ‘dubbelzinnig’ karakter kwam tegelijkertijd als bekend en mysterieus over. De hypermoderne shopping malls, die werden aangekleed in traditionele Chinese dynastieke architectuur als toeristenlokaas, wakkerden ook een zekere nieuwsgierigheid aan. Een verdere reflectie in België was een direct gevolg van deze bevreemdende maar rijke ervaring. Eenmaal terug in België wou ik de interessante bijzonderheden uit China aanvullen met projecten van hier. De opzet van deze scriptie is om volgende vragen te beantwoorden: wat het nut was van de gedachtenreis, hoe ik China link aan België, en welke oefeningen ik voor mezelf uitschrijf om het idee van dubbelzinnige sprekende gevels te kunnen benaderen.

image 525

I like elements which are hybrid rather than “pure,” compromising rather than “clean,” distorted rather than “straightforward,” ambiguous rather than “articulated,” perverse as well as impersonal, boring as well as “interesting,” conventional rather than “designed,” accommodating rather than excluding, redundant rather than simple, vestigial as well as innovating, inconsistent and equivocal rather than direct and clear. I am for messy vitality over obvious unity. I include the non sequitur and proclaim the duality. I am for richness of meaning rather than clarity of meaning; for the implicit function as well as the explicit function. I prefer “both-and” to “either-or”, black and white, and sometimes grey, to black or white. (Robert Venturi and Vincent Joseph Scully. Complexity and Contradiction in Architecture (2e ed. London: Architectural press, 1997), 16.)

 

Robert Venturi’s Complexity and Contradiction in Architecture vormt de rode draad doorheen deze masterproef. Het gaf inspiratie en vertrouwen om niet te moeten kiezen tussen het één of het ander, maar net de dualiteiten te omarmen en deze te waarderen en te koesteren voor hun veelheid — een veelheid aan complexiteit en contradictie. In deze masterproef worden niet enkel dialogen gestart tussen deze verschillende dualiteiten, maar aandacht gaat ook naar de onderlinge relaties tussen bovenstaande onderwerpen. Nieuwe relaties ontstaan op plaatsen waar men ze niet verwacht. Ze creëren een verdere gelaagdheid met nog meer complexiteit en nog meer contradictie.

Om deze veelheid helder te communiceren is het nodig dat de stilistische keuzes eenvoud en soberheid uitstralen. De tekst krijgt zijn plaats in de kantlijn, in de vorm van een annotatie. De tekening staat centraal, maar wordt getransformeerd tot een zwart-witte lijntekening. Deze beslissingen laten toe om de essentie van het onderzoek over te brengen, zonder aan waarde te verliezen.

image 526

image 528

Deze stilistische keuze beïnvloedt ook de structuur van deze masterproef. De tekening en het ontwerp staan centraal en worden omarmd door de tekst. Een proloog geeft de lezer de nodige theoretische en conceptuele achtergrond die het ontwerp hebben vormgegeven. Hier worden de verschillende dualiteiten geïntroduceerd en gecontextualiseerd. In ‘learning from’ wordt het werk van drie ontwerpers onder de loep genomen. In deze ontwerpen staat telkens een specifieke dualiteit centraal en deze laten ons toe het om te reflecteren op de proloog aan de hand van praktische voorbeelden. De tekening neemt het over van de tekst en deze wordt steeds prominenter. Het schetsboek geeft de lezer een pauze — een intermezzo. Het geeft een blik achter de schermen en toont de zoektocht naar de verschillende vormen van dualiteit die in de site te vinden zijn. Dit is ook waar de kracht en aanwezigheid van de tekening culmineert en het ontwerp een eerste maal onderzocht wordt. In het voorlaatste deel van deze masterproef — het gevelontwerp — worden voorgaande schetsen helder gemaakt, worden beslissingen genomen, en krijgen conceptuele ideeën hun plaats in het finale ontwerp. Een epiloog sluit de thesis af. De tekst neemt opnieuw de bovenhand, omarmt en verdedigt de veelheid aan tekening.

image 521

image 522

Deze masterproef neemt de lezer mee op een reis aan veelheid. Een veelheid aan tekening, (tekst), concept, idee. Deze masterproef leert dat architectuur meer is dan een heldere lijn van a naar b, van concept naar ontwerp, van schetsboek naar gebouw. Vaak is een kleine ‘detour’ – of een grote – waardevoller. Een ‘detour’ laat ons toe de veelheid aan complexiteit en contradictie, die onlosmakelijk verbonden zijn met de architectuur, te waarderen en te exploreren. Een ‘detour’ – van België naar China en terug, maar nooit ten einde – geeft ons een ‘access’ tot een andere kijk op de architectuur. Het geeft ons een andere manier van omgaan met de dialoog tussen gebouw, gevel en omgeving. De natuurlijke vorm van architectuur is nu eenmaal absoluut ‘relatief’, en men moet blijven streven naar originele manieren in het omgaan met, het ontwerpen van, en het denken over architectuur.

image 529           

 image 530

image 531

 

Download scriptie (155.77 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
prof. dr. ir.-arch. Maarten Van Den Driessche