Opleidingen voor jeugdadvocaten in Vlaanderen: een optie of een vereiste?

Lisa
Vercruysse

Kunnen opleidingen voor jeugdadvocaten in Vlaanderen nog beter tegemoet komen aan de nood aan bescherming van de rechtspositie van de minderjarige delinquent? Thesisonderzoek aan de Universiteit Gent kon hierop een antwoord formuleren. De resultaten van het onderzoek tonen namelijk aan dat op drie vlakken verbeteringen mogelijk zijn.

Waar knelt de schoen? 

Opleidingen voor advocaten van minderjarigen zijn een hot topic binnen de Vlaamse advocatuur. Onderzoek wijst uit dat specialisatie binnen het jeugdrecht noodzakelijk is om de rechtspositie van minderjarige feitenplegers voldoende te beschermen omdat zij gedurende een gerechtelijke procedure volledig afhankelijk zijn van hun advocaat voor de uitoefening en bescherming van hun rechten. Bijgevolg hebben minderjarigen er alle belang bij bijgestaan te worden door een in het jeugdrecht opgeleide advocaat, ook wel een jeugdadvocaat genoemd. Om hieraan tegemoet te komen organiseren de Orde van Vlaamse Balies, de beroepsorganisatie voor alle Vlaamse advocaten, en hun partners opleidingen en bijscholingen in het jeugdrecht. Na het slagen voor ‘de bijzondere opleiding jeugdrecht’ krijgen deelnemende advocaten een certificaat als jeugdadvocaat. Ondanks dat deze opleidingen bestaan, zijn ze niet verplicht en zijn minderjarige delinquenten er dus lang niet zeker van bijgestaan en verdedigd te worden door een advocaat met voldoende kennis in het jeugdrecht. Hier knelt het schoentje aangezien wetenschappelijk onderzoek aantoont dat minderjarigen worden benadeeld wanneer hun advocaat niet gespecialiseerd is in deze rechtstak. Bijgevolg moeten wij, als maatschappij, allen de verantwoordelijkheid opnemen om tegemoet te komen aan deze kwestie door een kwaliteitsvolle opgeleide advocaat te garanderen voor de Vlaamse jeugd.

Drie punten van verbeteringen

Negen erkende jeugdadvocaten in Vlaanderen werden in kwalitatieve interviews bevraagt naar hun mening omtrent de huidige opleidingen binnen het jeugdrecht. Uit deze interviews kwamen drie belangrijke bevindingen naar boven. Ten eerste vinden ze dat, ondanks de bijzondere opleiding jeugdrecht goed in elkaar zit, tekortkomingen in de opleiding moeten worden aangepakt bij volgende edities van de opleidingen. Die tekortkomingen betreffen onder andere de kennis over minderjarigen met een psychiatrische problematiek met wie advocaten vaak in contact komen. Ten tweede moet de kwaliteit van erkende jeugdadvocaten beter worden bewaard en bewaakt aangezien de erkenning als jeugdadvocaat nu permanent wordt verworven na het eenmalig volgen van een opleiding. Uit het onderzoek blijkt dat het belangrijk is dat jeugdadvocaten up to date blijven van jeugdrecht, dat aan een razend tempo verandert. Dit kan door onder andere het verplichten van jaarlijkse bijscholingen in het jeugdrecht voor advocaten die hun erkenning als jeugdadvocaat wensen te behouden. Het vormingsaanbod moet hiervoor vervolgens wel worden opgekrikt aangezien dit aanbod nu ontoereikend is om deze vorm van controle te realiseren. Daarnaast lenen ook andere controlemechanismen, zoals intervisies en fora, de hand tot een betere jeugdadvocatuur. Ten derde zou het volledig verplichten van specialisatie en dus opleidingen voor advocaten van minderjarigen eveneens vooruitgang betekenen voor de minderjarige die in contact komt met het gerecht. Hiervoor dient de Vlaamse jeugdadvocatuur zich wel te reorganiseren, waarbij elke jongere die een jeugddelict heeft gepleegd of er van verdacht wordt, op elk moment van de dag, bijstand kan krijgen van een erkende jeugdadvocaat.

Onze gedeelde verantwoordelijkheid

Concluderend, tonen de resultaten aan dat verbeteringen aan de orde zijn in het belang van de minderjarige delinquent. Drie punten zijn besproken, namelijk inhoudelijke verbeteringen aan de opleiding, het bewaren en bewaken van de kwaliteit van erkende jeugdadvocaten en het verplichten van specialisatie voor advocaten van minderjarigen. Vervolgens moet worden onderzocht in welke mate die verbeteringen kunnen worden doorgevoerd om beter tegemoet te komen aan de nood aan bescherming van de rechtspositie van de minderjarige delinquent, want dit is als maatschappij onze gedeelde verantwoordelijkheid.

Download scriptie (763.52 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Wendy De Bondt