Sociocultural Elaborations of Belgium's Nuclear Phaseout

Alena
Clark

In de wereld van de kernenergie bevindt België zich op een kruispunt. Terwijl kernenergie lange tijd een hoeksteen was van het energieportfolio van het land, brachten recente jaren een verandering in de politieke koers, resulterend in een beslissende keuze om kernenergie uit te faseren. Toch is de weg naar een kernenergievrije toekomst verre van eenvoudig en wordt deze bemoeilijkt door een complex samenspel van technologische, sociale en politieke factoren.

Kernenergie is een complex en veelzijdig onderwerp dat vaak wordt bekeken vanuit technologische, wetenschappelijke en politieke perspectieven. Echter, Sociale en culturele dimensies die de publieke perceptie en lokale reacties vormen, doch even belangrijk, worden hierbij vaak over het hoofd gezien. België, zoals veel andere landen, worstelt met deze complexiteit in haar zoektocht naar een uitweg uit kernenergie.

Bovendien compliceren historische gevoelens en reflecties over kernenergie, geworteld in collectieve herinneringen aan eerdere kernrampen, zoals Fukushima en Tsjernobyl, het politieke landschap verder. Toch wordt de situatie nog ingewikkelder wanneer we rekening houden met de complexe relatie tussen hedendaagse energygrids, daar men kernenergietechnologie beschouwt als een reliek uit het verleden, en voortdurende angsten voor kernsmeltingen, wat leidt tot een complexe publieke houding ten opzichte van kernenergie.

Sinds 2003 tracht de Belgische overheid zich te navigeren binnen de complexiteit van het implementeren, herzien en uitstellen van deze uitfasering van kerncentrales. Dit dynamische proces wordt niet alleen gedreven door technische overwegingen zoals de constante vraag naar consistente en betaalbare energie vanuit zowel residentiële als commerciële sectoren, maar wordt ook aanzienlijk beïnvloed door verschuivingen in het nationaal politieke landschap na elke verkiezing, alsook geopolitieke gebeurtenissen binnen Europa.

Een van de meest kritieke aspecten van de kernenergietransitie is het dreigende verlies van bijna 50% van de bestaande nationale energieproductiecapaciteit. Deze transitie vereist een verschuiving van kernenergie naar hernieuwbare bronnen, een lovenswaardig doel, maar gaat gepaard met een belangrijke caveat: een tijdelijke afhankelijkheid van energieopwekking op basis van fossiele brandstoffen, wat de ingewikkelde afwegingen die beleidsmakers moeten maken bij het nastreven van schonere energie benadrukt.

Binnen het Belgische stadje Doel, een verlaten dorp liggend in de schaduw van zo’n kerncentrale, onthullen de verhalen van huidige bewoners een complexe kijk op nucleaire energie, die voornamelijk antinucleair is ingesteld wegens een onzekerheid betreffende de veiligheid van nucleaire technologieën. Echter, langs de andere kant spreekt men ook een voorkeur uit van uitstel tegenover de kernuitstap om bijkomende effecten op de huidige energiecrisis ten gevolge van de oorlog in Oekraïne te voorkomen. De energievoorkeur van het Belgisch volk lijkt zo afhankelijk van de huidige energiesituatie, maar er wordt ook gerapporteerd dat die voorkeur een trend volgt van de transitie van kernenergie naar hernieuwbare energiebronnen vanwege de huidige initiatieven van de Verenigde Naties ter bevordering van groene en duurzame gewoonten.

 

image-20231001184950-1         image-20231001184950-2

Links: Schilderij van de Doel-reactoren met een kraan op de voorgrond, met de woorden "No Nuk! No life onely Hell" geschreven over de afbeelding. Rechts: "Welcome to Planet B-earth” staat geschreven op een lege plek op de muur, omringd door andere graffiti-tags. (11 oktober 2022)

 

Na het verkennen van het ingewikkelde landschap van de nucleaire afschaffing en de gelaagde, historische discoursen over kernenergie, brengt dit onderzoek één belangrijke tegenstrijdigheid over de afschaffing naar voren: het nucleair verhaal als gepresenteerd door de regering met betrekking tot de pragmatische uitvoering van het afschaffingsbeleid, staat lijnrecht tegenover de energiebehoeften en -belangen van het publiek. Het beeld dat de overheid schetst van het Belgische kern-uitfaseringsbeleid onthult een significante tegenstelling tussen presentatie en implementatie. Terwijl mensen de uitfasering zien als een verschuiving naar hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie, is men zich over het algemeen niet van bewust van de tijdelijke afhankelijkheid van gasgestookte centrales om het verlies aan kernenergie te compenseren. Deze weglating dient een dubbel doel. Het beschermt de overheid tegen mogelijke backlash volgend op de tegenstelling tussen het politiek verhaal en publieke verwachtingen. Tegelijkertijd presenteert het de uitfasering van kernenergie als een onherroepelijke waarheid, ontmoedigt het dissidentie en bevordert een gevoel van onvermijdelijkheid.

De complexiteit van de Belgische kernovergang benadrukt de bredere dynamiek in het discours over kernenergie. Individuele percepties en machtsstructuren, waaronder de invloed van de overheid en energopolitieke factoren, vormen de verhalen en betekenissen die aan verschillende dimensies van onze energierelaties worden toegekend.

Het erkennen van de uitdagingen bij het implementeren van consistente energiebeleidsmaatregelen binnen zulk een dynamisch maatschappelijk landschap, en het overwegen van de complexiteiten van het Belgische politieke systeem die buiten het bestek van deze studie vallen, maakt dat het voorstel voor een transparant en onwrikbaar energiebeleid misschien te simplistisch lijkt. België's politieke complexiteiten maken deze taak zelfs nog moeilijker. Gezien de beperkte gepubliceerde informatie over investeringen in "tijdelijke" fossiele infrastructuur en vage beloften van aanzienlijke investeringen in hernieuwbare energie, is er duidelijk behoefte aan meer transparantie. Gebrek hieraan presenteert de Belgische bevolking een specifiek verhaal waarin bepaalde informatie selectief wordt weggelaten, waardoor de discrepantie nog groter wordt. Zelfs wanneer beleidsherzieningen of verschuivingen in implementatiestrategieën worden overwogen, zou het onderhouden van een transparante communicatie met de Belgische bevolking en hen op de hoogte houden van veranderingen, ongeacht of de veranderingen overeenstemmen met hun individuele overtuigingen, waarschijnlijk positieve veranderingen in gedrag en houding jegens het energiebeleid bevorderen. Deze aanpak biedt een alternatief voor de onvermijdelijke conflicten die voortkomen uit een engagement met een bevolking die ofwel negatief staat tegenover de machtsstructuren van de overheid, ofwel zelfgenoegzaam blijft tegenover politieke acties.

Tot slot biedt antropologie een waardevolle lens om het complexe landschap van wetenschappelijke domeinen zoals kernenergie te onderzoeken. Het benadrukt de wisselwerking tussen waarden en betekenissen van kernenergie binnen de samenleving en de sterk gepolitiseerde context waarbinnen dit debat zich bevindt, en benadrukt de rol van lokale bevolkingen bij het beïnvloeden van het energietransitiebeleid.

Terwijl bestaande literatuur vaak focust op milieu-, economische of technische aspecten van kerntechnologieën en -uitfaseringen, onthult een antropologische analyse het belang van het verkennen van energiediscoursen vanuit een sociaal-cultureel perspectief. Deze aanpak kan de inconsistenties, tegenstrijdigheden en uitdagingen in de uitvoering van effectief energiebeleid verduidelijken.

Nucleaire energie is slechts één van vele energiebronnen vervat binnen België’s energietransitie. Een meer uitgebreide analyse van de onderlinge verwevenheid van verschillende energie-infrastructuren zou kunnen helpen om de kloof tussen de burgermaatschappij en de machtsstructuren te overbruggen, wat uiteindelijk de rol en het traject van kernenergie in het huidige en toekomstige energielandschap van België zou kunnen bepalen.

Download scriptie (1.72 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Cecilia Vergnano