Holebileerkrachten, de klas uit!

yente
vercauteren

 

 

image 578

 

België is één van de meest vooruitstrevende landen als het om holebirechten gaat. Toch blijkt het Vlaamse onderwijslandschap niet altijd een holebivriendelijke plek te zijn. Zo delen 20% van de Vlaamse holebileerkrachten hun seksuele voorkeur niet mee op school. Binnen dit onderzoek werd nagegaan via twintig diepte-interviews wat holebileerkrachten drijft om hun seksuele geaardheid te melden in het secundair onderwijs.

Uit de schoollocker

Holebileerkrachten komen voor de keuze te staan of ze hun seksuele geaardheid al dan niet vermelden voor de klas. Dit dynamisch proces wordt zichtbaarheidsmanagement genoemd. Dit onderzoek concludeert dat holebileerkrachten hun zichtbaarheid managen op verschillende manieren. De leerkrachten hanteren verbale en/of non-verbale communicatie om zich zichtbaar, mainstream of onzichtbaar op te stellen.

Een zichtbare strategie wordt gekenmerkt door respondenten die verbaal open zijn tegenover leerlingen en holebiseksualiteit extra in de kijker zetten. Het mainstream type is verbaal open en heeft als motief dat holebiseksualiteit bestaat en de samenleving dit moet aanvaarden. De onzichtbare types zijn niet open over hun seksuele geaardheid. Een opmerkelijke bevinding was dat alle respondenten open waren over hun seksuele geaardheid tegenover hun collega’s. De variatie zat vooral in de omgang met hun zichtbaarheidsmanagement naar leerlingen toe. Een van de meest voorkomende reden waarom ze dit verzwegen, is de klassamenstelling. Hierbij is het van belang dat ze weten hoe hun leerlingen in elkaar zitten om zo mogelijke negatieve reacties in te perken. De voornaamste factoren die hierbij een rol spelen zijn de achtergrond van hun leerlingen en in welk milieu deze grootgebracht zijn. Daarnaast speelt de grootte van de klaspopulatie ook een belangrijke rol. Kleine klassen zouden gemakkelijker zijn om dit tegen te vertellen i.p.v. grotere klassen.

Homoseksuelen, meer last van homonegativiteit

Homoseksuelen krijgen meer te maken met homonegativiteit dan open lesbiennes of biseksuele vrouwen. Homoseksuele respondenten die zich als zichtbaar vertonen gaven aan dat ze stevig in hun schoenen staan een belangrijke factor is.

Het ding is, ik heb de luxe niet om in de kast te blijven want ik ben heel duidelijk homo, queer en dat valt op. (…) Het is een soort zwakke plek dat je laat zien en in sommige contexten is het niet altijd veilig om die zwakheid te laten zien.

Holebileerkracht als voorbeeldfiguur

Onderzoeken tonen aan dat indien holebileerkrachten de kans krijgen en het riskeren om mensen te informeren over hun seksuele oriëntatie, de drempel lager ligt voor holebi-jongeren. Dit zou ten goede komen voor holebileerlingen hun gevoel van eigenwaarde. Dit onderzoek biedt een nieuwe wending aan het opnemen van een voorbeeldfiguur. Zichtbare leerkrachten vinden het vooral belangrijk dat ze kunnen bewijzen dat iemand uit een minderheidspositie het ook ver kan schoppen. Daarnaast geven bepaalde respondenten aan dat ze zich uitten specifiek voor holebi-jongeren. Hierbinnen speelt het gedachtegoed dat er leerlingen ook anders geaard kunnen zijn en deze nood hebben aan een referentiefiguur.

Een leerkracht heeft een pedagogisch opvoedende functie waarbij deze ook een verantwoordelijkheid heeft om uit te komen wie de leerkracht als persoon is.

Holebiseksuelen in het katholiek onderwijs, dat kan niet!

Er zou verwacht worden dat het katholiek onderwijs een negatievere houding heeft ten aanzien van homoseksualiteit dan het gemeenschapsonderwijs. Dit blijkt echter geen rol te spelen. Het is belangrijker om te kijken op microniveau en welke waarden en normen de individuen (schoolteam en leerlingen) binnen de schoolcontext hebben. Daarnaast was het wel opvallend dat respondenten uit het gemeenschapsonderwijs liever niet in het katholiek onderwijs zouden staan. Leerkrachten uit het katholiek onderwijs gaven aan dat dit vroeger eerder een probleem was. Het tijdsaspect speelt dus weldegelijk een rol. In de huidige maatschappij wordt het holebi-zijn minder als een taboe ervaren omdat het meer sociaal aanvaardbaard wordt. Het is meer afhankelijk van de leerlingpopulatie in hoe de leerkrachten hun zichtbaarheid hanteren. Hierbij dient er vermeld te worden dat dit vooral voorkwam in scholen zoals het buitengewoon onderwijs, OKAN-onderwijs (Onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen onderwijs) en de zogenaamde concentratiescholen. Dit heeft meer te maken met het diverse publiek en contradicties met hoe ze homoseksualiteit aanzien. De holebileerkrachten staan aldus voor een uitdaging wat betreft multiculturaliteit en superdiversiteit.

Regenboogdraad doorheen het schooljaar

Diversiteit is in de huidige maatschappij steeds belangrijker geworden. Het onderwijs wil hier ook maar al te graag naar opzoek gaan. Het is belangrijk voor leerkrachten dat ze steun ervaren vanuit hun schoolteam en directie. Dit zorgt voor een hoger welbevinden bij de holebi-leerkrachten. Voor een gefundeerd diversiteitsbeleid is het van belang dat het niet enkel berust op individuele leerkrachten maar dit gedragen wordt door heel de school. Dit kan bereikt worden door een expliciet diversiteit beleid te integreren. Door meer aandacht te schenken aan diversiteit en dit mee te nemen in de klas als in de school komt dit ten goede uit voor LGBTQ+-personen en andere minderheden.

Hoe meer gedragenheid en ondersteuning de holebigemeenschap zal krijgen in de toekomst, hoe hoger het welbevinden zal worden binnen deze minderheidsgroep.

Op weg naar een toekomst waar een coming-out niet meer nodig zal zijn?

Download scriptie (1.15 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Mieke Van Houtte