EEN BLIK OP EEN TOEKOMSTIGE ECOLOGISCHE STAD

Margot
Maeyaert

Jaarlijks wordt er 20.000 ton afval in de zee geloodst waarvan 75% plastiek is.

Architectuur, ecologie en het gedrag van mensen zijn de kernwoorden van deze masterproef. Het gaat over een toetsing wat de mogelijkheden zijn als deze drie woorden met elkaar verzoend worden. Dit sluitstuk is een nauwe samenwerking tussen mijn visie op architectuur, op de toekomst. Als context heb ik gekozen voor Zeebrugge. Het is een plek waarvan de leefbaarheid met de jaren zienderogen achteruit gaat en dat terwijl de plaats sterk gedefinieerd wordt door zijn haven en strand. Dit was dan ook het startpunt voor dit onderzoek, hoe kan er van Zeebrugge een leefbare plek gemaakt waar werken en wonen met elkaar gemengd wordt met als drager een ecologische architectuur.

  1. Architectuur en stedenbouw  

Architectuur draagt bij aan het gedrag van de mensen, enerzijds kan dit bekeken worden door de ogen van de stedenbouw anderzijds door de invloed van de manier waarop we leven. Vlaanderen kan gezien worden als een lappendeken, als één groot versnipperd centrum waar slechts drie procent ongerepte natuur over blijft en toch we blijven luxueus verder verkavelen alsof er niets aan de hand is. Als iedereen zou leven zoals wij leven hebben we 2.5 maal de aarde nodig. Dat stelde mij de vraag hoe maken we dorpen, steden terug aantrekkelijk leefbaar om het verdichten mogelijk te maken. We moeten inzien dat dit niet langer houdbaar is en dat de stedenbouw hierbij de hoofdleider moet zijn om aan te tonen hoe het anders moet. Het moet een architectuur zijn die niet één maar verschillende oplossingen brengt afhankelijk van hun context. Het is een architectuur die luistert naar zijn noden, zijn invloeden die durft zijn vraagstukken breed opentrekken en die durft verder in de toekomst te kijken. Met deze gedachten ben ik het onderzoek in Zeebrugge begonnen. Zeebrugge was daarom de ultieme uitdaging om economie, een leefbare omgeving, ecologie en industrie in balans te brengen.

  1. Architectuur en het gedrag van mensen

Architectuur heeft niet alleen invloed op hoe we leven in de plek door de stedenbouw maar het denkt ook na over hoe we samenleven. Doordat we elk apart zijn gaan wonen in Vlaanderen denken we zeer individualistisch. We zijn vergeten hoe we kunnen samen bouwen aan een betere, ecologische wereld. Door meer inspraak en samenwerking kunnen we in de toekomst steunen op kleinere, zelfvoorzienende steden. Het is een plek waar we productie, voeding en energie weer in eigen handen nemen. In dit werk heb ik gezocht hoe bewoners deel kunnen uitmaken van deze drie essentiële middelen en hoe wonen en werken met elkaar kan gecombineerd worden. De vraag hoe willen we werken in de toekomst staat daarbij centraal. Werkruimte wordt bekeken van workshopruimtes tot stadsateliers, van een leerschool gecombineerd met werken, tot een collectieve keuken waar er samen gekookt, geleefd en genaaid kan worden. Er wordt volgens de leeftijd gekeken hoe mensen kunnen deelnemen aan deze werkruimte. Het programma bevat als grote drager de collectieve werkruimte die het plastiek recycleert en verwerkt tot bouwmateriaal of andere bruikbare producten en dit verkoopt. Daarnaast wordt het programma aangevuld met centra voor ouderen, tijdelijke arbeiders, transmigranten, educatie centrum, energieopwekking... Het zijn de lokale ambachten die de omgeving terug een eigen identiteit, een eigen economie zullen geven. Het geheel werkt als één gemeenschap waar de gedeelde ruimte belangrijk is. De combinatie van vaste gemeenschap (namelijk de ouderen, vaste werkers) met de tijdelijke gasten (zoals toeristen, illegalen, vrachtwagenchauffeurs…) en hoe deze samenkomen in de werkruimte, vormen het onderzoek in dit project.

 

  1. Architectuur en ecologie

Architectuur en ecologie werkt nauw met elkaar. Veelal denken we in termen van duurzaamheid of anders gezegd in technieken; ventilatie, energie… maar ecologie is veel meer dan dat, het gaat over de manier van omgaan met de natuur. Het wilt er niet over domineren maar het staat connectie met de natuur. Dit project is vertrokken vanuit de noden van zijn omgeving in respect tot de natuur. Het onderzoek gaat over de potentiële van de Noordzee met name de mogelijkheden van plastiek; van de verwerking tot het bouwen met plastiek, energie en voeding uit de zee.

Het project staat dus sterk in relatie tot zijn omgeving, bewoners en potenties. In eerste instantie denkt het na over de stedenbouwkundige schaal. Het houdt rekening met negatieve factoren (zoals weinig gebruikte publieke ruimte, lokale materialen, afval, eenzaamheid…) en zet dit om tot positieve factoren. Een samenleving die versterkt wordt door zijn potenties van de zee. Op tweede niveau staat werken en leven in de toekomst samen. Het project is een plaats waar bewoners en tijdelijke werkers samen handelen als één groep. Het derde punt denkt na over bouwen met lokale en ecologische materialen namelijk; plastiek. Zeebrugge als ecologische stad kijkt vanuit de noden naar zijn omgeving.

Download scriptie (12.83 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Frank Delmulle