Hoe Ovidius Orpheus en Eurydice tot in Black Mirror katapulteerde.

Ellis
Meeusen

 

De overlevering van de mythologie

 

De mythologische verhalenstof blijkt afkomstig uit een orale traditie, de verhalen werden verteld, lang voor ze werden opgeschreven. In de geschreven traditie blijken de geschriften van Homerus de oerbron, elke Griekse en Romeinse dichter had geen andere keuze dan zich tegenover Homerus te verhouden. Dat deden de Grieken en Romeinen via een systeem van imitatio en aemulatio, een traditie van ‘nadoen’ en ‘nieuwdoen’. De combinatie van die begrippen blijkt eeuwenlang een vruchtbare bodem voor het ontstaan van nieuwe bewerkingen. De middeleeuwen duwen de mythen in christelijke kaders en de imitatio-aemulatio-gedachte wordt pas losgelaten gedurende de romantiek. De esthetica van de gelijkheid wordt vervangen door de esthetica van de tegenstelling en er komt ruimte voor originaliteit. Gedurende de postmoderniteit doet het begrip intertekstualiteit haar intrede in de literatuurwetenschap: de literatuur wordt een weefsel waarvan een tekst deel uitmaakt en teksten verwijzen naar andere teksten uit dat weefsel, die zowel ervoor als erna gesitueerd in tijd kunnen zijn. Daar zijn ook de mythen beland: ze vormen een aanzienlijk deel van het intertekstuele weefsel. De klassieke mythologie vormde de basis voor onze huidige westerse literatuur en omdat ze zo’n omvangrijke en basaal-menselijke onderwerpen in taal vatten, is het bijna onmogelijk om er niet naar te verwijzen.

Aldus hebben de mythen zich als stramien door de tijd bewogen, om bij ons aan te belanden. We hebben ze niet meer nodig in de functie die ze in de klassieke oudheid bekleedden, maar door er onze eigen grammatica aan toe te kennen, blijven ze overeind in een totaal andere maatschappij met een totaal ander wereldbeeld. Ze tonen ons wat mens-zijn is en troosten ons in het besef dat velen ons daarin zijn voorgegaan. En dat is wat ons blijft raken.

Zo ook de Orpheusmythe. De mythische liefde tussen Orpheus en Eurydice kende vermoedelijk ook een lange orale traditie, voor het in zijn bekende vorm werd neergeschreven door Publius Ovidius Naso in de eerste eeuw n.C. in diens magnum opus de Metamorphosen. Het epos dat Ovidius onsterfelijk maakte, niet omdat hij een epos schreef, maar door het onderwerp waarover hij schreef: de gedachte ‘niets blijft en niets vergaat’. Ovidius kondigt op het einde van de Metamorphosen de onsterfelijkheid van zijn werk aan en dat zal ook voor de Orpheusmythe gelden. Het verhaal over de Thracische zanger en zijn jongestorven bruid Eurydice wordt doorheen de kunstgeschiedenis ontelbare keren vormgegeven, waarbij de vele thematieken die de mythe rijk is worden uitgelicht.

 

De Orpheusmythe in de moderne kunsten

 

Dat doet ook Rainer Maria Rilke in ‘Orpheus. Eurydice. Hermes’, een ‘Dinggedicht’ uit zijn Neue Gedichte, een bundel waarin Rilke een hele nieuwe manier van waarnemen onderzoekt, die voor een breuk in de literatuurgeschiedenis zal zorgen. Uniek aan het gedicht van Rilke is dat hij voor het eerst in de bewerkingsgeschiedenis van de Orpheusmythe het perspectief van Eurydice belicht en uitdiept. In de tragisch-objectieve stijl van het gedicht presenteert Rilke een in zichzelf gekeerde Eurydice, zwanger van haar recente dood, die – als ultieme aanvaarding van de dood als deel van het leven – uit zichzelf terugkeert naar de onderwereld.

De aflevering ‘Be Right Back’ uit de Netflixserie Black Mirror toont ons de Orpheusmythe in haar meest actueel denkbare vorm. De onderwereld wordt vervangen door een technologische schemerzone, waar Martha haar overleden vriend Ash opzoekt. Naast de gevaren van technologie, toont de aflevering ons de diepmenselijkheid van een rouwproces én hoe een representatie nooit de werkelijkheid kan vervangen.

De klassieke mythe beweegt zich fluïde door onze literatuurgeschiedenis, als was ze het hoofd van Orpheus op de Hebrusstroom, dat maar blijft zingen. En dat zal ze blijven doen. We zijn nooit klaar met de mythen, omdat de mythen zelf ook nooit klaar zijn: ze blijven onoplosbaar en ongrijpbaar, ze blijven eigentijds en tijdloos, omdat ze gaan over de essentie van het mens-zijn.

 

Download scriptie (2.04 MB)
Universiteit of Hogeschool
LUCA School of Arts
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Els Janssens