Geen toekomst zonder een verleden voor mijnbouw in Peru

Merel
Overloop

 

“Hoort een vervuilende fabriek thuis in een woonwijk?” schreef De Standaard in de zomer van 2020 toen aan het licht kwam dat kinderen in de wijk rond Umicore Hoboken hoge gehaltes lood in hun bloed hadden. “Kinderen zouden hier beter niet wonen,” was de reactie van de bedrijfsleider.[1] Dit artikel bezorgde mij een déjà vu. Ik schreef op dat moment namelijk mijn thesis over Cerro de Pasco.

Cerro de Pasco is een stad in Peru, gelegen op 4380 meter hoogte in het Andesgebergte. De inwoners hebben er  hetzelfde probleem als in Hoboken. Het loodgehalte in het bloed van de kinderen ligt te hoog. De oorzaak van die vervuiling is het mijnbedrijf Volcan. Dat bedrijf ontgint metalen zoals lood, zilver, zink en koper in een open mijngroeve vlak naast de stad. Daardoor lijkt de stad op een apocalyptisch landschap, een gigantische put met daarrond huizen en spelende kinderen.

Ook in Cerro de Pasco kunnen we ons dus de vraag stellen of een vervuilende mijn thuishoort in de stad. Om die vraag te beantwoorden is het belangrijk om naar de geschiedenis van de stad te kijken. De mijn maakt er namelijk al eeuwenlang deel uit van het stadsleven. In mijn thesisonderzoek ging ik op zoek naar het verleden van Cerro de Pasco en naar de manier waarop dat verleden vandaag nog steeds de visie op de toekomst van de stad bepaalt. Dat deed ik aan de hand van tijdschriften, informatiefolders en verslagen van een lokale middenveldorganisatie, het Peruaanse ministerie van mijnbouw en het mijnbedrijf.

 

Een geschiedenis van mijnbouw

Al eeuwenlang wordt er in Cerro de Pasco aan mijnbouw gedaan. Maar de vroegere mijnbouw was niet zo vervuilend en had niet zo’n negatieve impact op de stad. Vroeger creëerde de aanwezigheid van mijnbouw veel werkgelegenheid en maakte het van Cerro de Pasco een bloeiende stad. Maar alles liep mis aan het begin van de twintigste eeuw toen een Amerikaans mijnbedrijf de mijn overnam van de lokale mijneigenaars. Toen begon de grootschalige mijnbouw die de stad zou vernielen. Zeker toen het bedrijf van ondergrondse mijnbouw naar open mijnbouw overschakelde, sloeg de geschiedenis van de stad om van een positief naar een negatief verhaal. Dat alles werd nog verergerd door de overname door de nieuwe investeerder Volcan in de jaren 1990.

Althans, dat is het beeld dat het middenveld en de bevolking van de stad schetsen. Zij blikken met nostalgie terug op het verleden van de stad. Het bedrijf Volcan en de Peruaanse overheid schetsen een heel ander beeld van die geschiedenis. Voor hen was het verleden net een periode van onverantwoordelijke mijnbedrijven die geen aandacht hadden voor de omgeving van de mijn. Het moderne mijnbedrijf doet er daarentegen alles aan om goede relaties met de buurtbewoners te onderhouden en vervuiling tegen te gaan, onder het motto van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

 

Een identiteit van mijnbouw

Hoewel de mijn altijd een belangrijke rol gespeeld heeft in de geschiedenis van de stad, bedreigt ze nu ook die geschiedenis van de stad. Cerro de Pasco is niet meer de bloeiende stad die ze ooit was. De steeds verdergaande mijnuitbreidingen zorgden voor de vernieling van historische gebouwen en een wildgroei aan nieuwe bebouwing. Enkele gebouwen van het oude stadscentrum staan nog recht maar bevinden zich in een penibele situatie. Aan de rand van de put ligt nu het marktplein met de oude kerk die ooit het middelpunt van het stadsleven vormden. Voor middenveldorganisaties maakt het plein deel uit van het erfgoed van de stad en is het zelfs onmisbaar voor de identiteit van de stad. Toen Volcan in 2006 plannen maakte om het plein af te breken voor een nieuwe mijnuitbreiding protesteerden zij hier dan ook tegen. Samen met het plein zouden de geschiedenis en de identiteit van de stad verdwijnen.

Volgens het bedrijf en de overheid zijn het niet zozeer die oude gebouwen die van belang zijn voor de identiteit van de lokale bevolking, maar wel de mijn zelf. Ook zij hechten belang aan de tradities en het cultureel erfgoed van Cerro de Pasco. Volgens hen is mijnbouw een onderdeel van de Peruaanse identiteit. Het ministerie van mijnbouw promoot de mijnbouwsector dan ook als een symbool van het land, naast lama’s en prachtige landschappen. Alleen door het verderzetten van de traditie van mijnbouw zal het land economische voorspoed kennen in de toekomst. Zonder mijnbouw zou Cerro de Pasco niet de stad zijn die het nu is en zonder mijnbouw kan Cerro de Pasco zichzelf niet zijn in de toekomst.

 

Een toekomst van mijnbouw

Enerzijds heeft de stad haar identiteit opgebouwd rond mijnbouw, anderzijds verliest de stad ook delen van die identiteit door voortdurende mijnbouw. Lokale organisaties en bevolking erkennen die tegenstelling. Zij zijn het erover eens dat de stad de mijn nodig heeft om te overleven in de toekomst. Maar zij zijn het niet eens met de manier waarop de overheid en het bedrijf de mijnbouw in Cerro de Pasco nu aanpakken. Voor hen is mijnbouw niet zo modern en duurzaam als het wordt voorgesteld. Dat zou het wel kunnen zijn. Als het bedrijf en de overheid meer aandacht en inspraak aan de bevolking van de stad geven, kan Cerro de Pasco in de toekomst weer een bloeiende stad worden die in harmonie met de mijn leeft.

Mijn onderzoek heeft uitgewezen dat de verschillende belangengroepen in Cerro de Pasco tegenstrijdige maar toch ook gelijkaardige antwoorden formuleren op de vraag of mijnbouw thuishoort in de stad. Door de lange geschiedenis van mijnbouw lijkt iedereen het erover eens dat mijnbouw ook in de toekomst deel zal uitmaken van de stad. Maar voor middenveldorganisaties kan dat alleen het geval zijn als de bevolking een stem krijgt en als het erfgoed en het bloeiende verleden van de stad erkend worden. Een mijn hoort dus thuis in Cerro de Pasco, een vervuilende mijn niet. Kinderen zouden er in de toekomst, net zoals in het verleden, moeten kunnen wonen zonder loodvergiftigingen op te lopen.

 

[1] Jesse Van Regenmortel, “Kinderen zouden hier beter niet wonen,” De Standaard, 07.07.2020.

Download scriptie (1.22 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Eric Vanhaute
Thema('s)