Religiositeit in het werk van Wannes Van de Velde

Lieven
Keymolen

Religiositeit in het werk van Wannes Van de Velde

In de maat van de seizoenen vloeit den tijd ’lijk een rivier. ‘k Heb dat wel eens meer gezongen, maar vanavond zing ’k het hier. Die gedachte geeft me krachten voor de wegen te begaan zonder al te veel conflicten met de lichtheid van ’t bestaan.

’t Is een eeuwige beweging, een onsterfelijke reis, zonder doel, zonder bestemming, zonder hel of paradijs.In de maat van de seizoenen, in het ritme van de taal, planten mensen hun blazoenen, metafysisch of banaal.

Zanger, componist, dichter, flamencogitarist, poppenspeler, columnist, graficus, filosoof, autobiograaf... de hoedanigheden van Wannes Van de Velde (1937-2008) zijn legio. Ondanks zijn vrijzinnige leefwereld kunnen we in talloze van zijn teksten impliciete of expliciete verwijzingen naar religiositeit terugvinden. Daarin valt een onderscheid te maken tussen commentaren op de godsdienst(geschiedenis) enerzijds (bewondering en afkeuring) en getuigenissen van een doorleefd verlangen naar religiositeit anderzijds.

Primaire bronnen van deze masterscriptie zijn in de eerste plaats Wannes’ liedteksten en dichtbundels, zijn drie gepubliceerde dagboeken en enkele ongepubliceerde toneelstukken. Het eerste uitgegeven dagboek begint in 1987, Wannes is dan vijftig jaar. Het artistieke werk dat we daar tegenover plaatsen behelst dus ook diezelfde periode, al zullen we de afbakening ervan niet strikt vanaf 1987 houden. Er is immers geen enkele reden om aan te nemen dat Van de Velde in de jaren ’80 grote levensbeschouwelijke of religieuze veranderingen onderging. Verder is ook zijn postuum uitgegeven essay Over zingen een bron van argumenten.De onderzoeksvraag kunnen we eenvoudig als volgt formuleren: zijn er artistieke invullingen van het begrip religiositeit in het oeuvre van Wannes Van de Velde? Zo ja, welke en hoe worden die uitgewerkt? Aangezien religiositeit en filosofie (in zijn breedste betekenis als levensbeschouwelijke reflectie) mijns inziens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zullen we ook enkele filosofische beschouwingen aandragen, met name over poppen en over tijd.

De indeling van deze scriptie wil opzettelijk vanuit de concrete wereld richting levensbeschouwing en metafysica evolueren. Religiositeit zonder werkelijkheid is een leeg woord. Na een theoretische omkadering van de begrippen religie en religiositeit in het tweede hoofdstuk, volgt in hoofdstuk drie een overzicht van Wannes’ groei naar zijn kunstenaarschap. In het vierde hoofdstuk wordt Van de Veldes literair oeuvre (liederen, dagboekfragmenten poëzie, toneel) onderzocht op sporen van religiositeit. In het laatste hoofdstuk trachten we een slotbeschouwing en een aantal aanbevelingen voor verder onderzoek te formuleren.

Verder wil deze toelichting zich niet laten lezen als een aantal biografische aanvullingen bij zogenaamde hiaten in het leven van de auteur. Daarvoor is de emotionele en religieuze beleving van een kunstenaar – en bij uitbreiding van ieder individu – te persoonlijk. Zo kunnen we stellen dat Wannes Van de Velde in zijn artistiek werk een houding van atheïstische religiositeit aanneemt, die doordrongen is van een diep ethisch bewustzijn en een groot sterfelijkheidsbesef. Zich een goed beeld vormen van iemands religiositeit bestaat er in dit geval dus in om zijn teksten te lezen, te herlezen en er blijvend over te reflecteren.

Download scriptie (953.84 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015