OVER LEVEN IN ROEMENIE: EEN TOEKOMST TUSSEN SCHAAMTE EN SUCCES

Lucas
Boonen

Mijn veldwerk in Roemenië

Mijn eerste ochtend in Roemenië werd ik direct geconfronteerd met wat er me allemaal nog te wachten zou staan. Maar vooral, met hoe sterk de realiteit verschilt van je vooringenomenheid. In de zomer van 2019 reisde ik naar Roemenië om er veldwerk voor mij antropologische thesis te verzamelen. Ik ging er spreken met mensen die leefden tussen de restanten van het communisme. Ik ging er ronddwalen over de pleinen waar dertig jaar geleden de mensen op straat kwamen om zich te verzetten tegen het bestuur van Ceaușescu. Ik ging er verhalen opdoen over een wereld die niet meer bestaat en eentje die nog volop in wording is.

Het veldwerk dat vooraf ging aan mijn thesis bracht me naar Timişoara. Dit is een stad in het Westen van Roemenië met een rijk verleden die de bakermat vormde voor de opstanden die leidden tot het omverwerpen van het communistisch bestuur. Met andere woorden, het uitgelezen startpunt voor een onderzoek naar postsocialistisch Oost-Europa. Zo een veldwerk bestaat erin dat je als onderzoeker je moet leren overgeven aan je participanten, dat je vriendschappen gaat smeden met mensen die een heel ander leven leiden en een compleet andere achtergrond hebben maar een interessant verhaal te vertellen hebben. Voor mij bestonden deze mensen in de vorm van enkele huisgenoten waarbij ik toevallig een kamer huurde. Vooral Richard, hij wilde me maar al te graag zijn stad tonen.

gesprekken

Met hem aan mijn zijde trok ik door de straten van Timişoara. Zo geraakten we aan de praat. Geraakte hij aan de praat, moet ik zeggen. Al snel leerde ik geduldig afwachten én bovendien, aandachtig luisteren naar de verhalen die Richard te vertellen had over de stad waarin zijn leven zich afspeelde, waar hij de straten bij hun namen kende en waar hem geen enkel terras vreemd was. Hij vertelde over de sociale spanningen in Roemenië en over zijn  toekomstvisie voor zijn land.

Toekomstvisies voor een land in verandering

revolutie

De revolutionaire waan waarin de Roemeense bevolking zich wentelde in de nadagen van de neergang van het communisme verdween als sneeuw voor de zon. Ruim drie decennia later hebben velen hun buik vol van het neoliberale kapitalisme dat ze toentertijd met open armen verwelkomden en aanzagen als de brenger van rijkdommen. Het individualisme dat zich begon te ontwikkelen stond haaks op een staatsgeleide economie die er jaren lang het leven had bepaald. De gedachte dat na de val van het socialisme de samenleving opnieuw geboetseerd kon worden, lijkt nu naïef. U moet zich er immer van vergewissen dat de ene ideologie niet zomaar plaats ruimt voor de volgende, maar altijd stukken van zichzelf meegeeft. Hierin bevindt zich een belangrijke aanwijzing wanneer we willen kijken naar de toekomst van Roemenië.

wolk

Een vriend van Richard die studeerde aan het kunstendepartement van de universiteit in Timişoara creëerde enkele jaren geleden een wolk. Deze wolk bevindt zich in een kooi die staat opgesteld in de tuin van de faculteit. Deze wolk wil ik gebruiken als metafoor voor de Roemeense bevolking. Net zoals de wolk zitten zij gevangen, maar net zoals die wolk kunnen ze ook op ieder moment ontsnappen tussen de tralies door. De Roemeense jeugd zit gevangen aan de randen van Europa waar ze achterblijven zonder stem en zonder vooruitzicht. Maar wat houdt hen daar? Volgens Richard is het een drang om van Roemenië een land te maken waar hij trots op kan zijn. Volgens Olĕg, een oudere man, is het inderdaad aan de jeugd om zijn land te veranderen. Zij hebben immers de wereld gezien, vertelt hij me tijdens een nachtelijke treinrit door het Roemeens binnenland. Enkel door bekwame mensen aan te trekken en op de juiste plaatsen te krijgen, kan het land erop vooruit gaan.

Om zo een toekomstvisie te formuleren, kunnen we ons op verschillende zaken beroepen. Gebeurtenissen uit het verleden, maar evenzeer gedachten over hoe die toekomst er precies dient uit te zien. Al deze dingen staan ter discussie. Want. Voor het formuleren van nieuwe toekomsten is het van belang aandacht te besteden aan de ideeën die worden aangewend om deze nieuwe dingen te denken. In Roemenië opent zich zo een grijze zone voor vernieuwing, ongedefinieerd en vol potentieel. Maar de synthese van deze processen kan nog niet worden vastgelegd. Met andere woorden, wat de toekomst van Roemenië te bieden heeft, staat nog lang niet vast. Maar één ding is zeker. Het verleden waarop mensen zoals Richard, Olĕg en vele anderen zich beroepen, is er eentje dat vastzit tussen trots en schaamte, maar van daaruit willen zij een toekomst formuleren waar ze trots op kunnen zijn.

Betonnen appartementen en open toekomsten

appartementen

Het leven in Timişoara is een sprekend voorbeeld van wat Oleg bestempelde als twee Roemeniën. Eentje in de stad, waar jongeren de wereld hebben gezien. En eentje op het platteland, waar de oudere generaties vasthouden aan het communisme dat ze kennen van weleer. Net zoals die twee werelden vaak met elkaar in aanraking komen, zo zal ook de toekomst van Roemenië een samenkomen zijn. Het zal een nieuwe, hybride vorm van samenleven zijn, niet beter of slechter dan eender welke andere vorm van samenleven, maar gewoon weg radicaal anders. Gestuwd door stedelijke verloedering die tiert in de wijken, wil de bevolking op zoek gaan naar iets anders. Dat alles terwijl de megalomane, uit grijs-grauw beton opgetrokken appartementsgebouwen van weleer mee turen over hun schouders. Het leven is immers een improvisatie, waarin weliswaar enkele rekwisieten voor handen zijn, maar waarbij de uitkomst in de handen ligt van zij die zich willen scharen achter een toekomstvisie waar ze trost op kunnen zijn. Datgene wat 30 jaar geleden op het plein voor het operahuis in gang werd gezet en leidde tot een nationale revolutie die erin slaagde een juk dat veertig jaar lang op de bevolking had gewogen, af te werpen, is nog niet ten einde. Roemenië is nog steeds aan het worden, en wat dat wel kan, gaat of zal worden, dat is nog open.

zelfreflectie

 

 

Download scriptie (26.78 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Steven Van Wolputte