Dove architecten zetten 'verlies' om in een voordeel

Camille
Janssen

Stel, u bent als architect opzoek naar een nieuwe medewerker. Een dove architect meldt zich bij u aan. In eerste instantie denkt u waarschijnlijk aan de mogelijke moeilijkheden die komen kijken bij het aanwerven van een dove persoon, bijvoorbeeld op vlak van communicatie. Nochtans schuilt er in dove architecten, net als in architecten met andere beperkingen, heel wat potentieel. Ze hebben namelijk veel aandacht voor diversiteit en het welzijn van mensen, en kunnen hierdoor bepaalde architecturale kwaliteiten tot stand brengen. 

De openbare ruimte en de gebouwen die zich daarin bevinden zijn vaak niet voldoende toegankelijk, bruikbaar en comfortabel voor mensen met een beperking. Dit gebrek is deels te wijten aan de ontwerpers van die infrastructuren. Zij ontwerpen met hun eigen of een ‘normaal’ lichaam als referentie. Ervaringsdeskundigen, bijvoorbeeld mensen in een rolstoel, kunnen architecten echter tijdens het ontwerpproces advies geven over wat wel en niet werkt. Helaas worden ervaringsdeskundigen in de praktijk weinig ingezet. Maar wat als de architect zelf een ervaringsdeskundige is? In welke mate is zijn of haar unieke ervaring met de gebouwde omgeving een aanwinst voor het ontwerpproces? Komen zijn of haar ontwerpen tegemoet aan de diversiteit in mogelijkheden en beperkingen van een breed publiek? Onderzoek toonde reeds aan dat architecten met een visuele of fysieke beperking unieke architecturale kwaliteiten tot stand kunnen brengen. Maar wat is het potentieel van dove architecten? Voor dit onderzoek werden twee personen geïnterviewd: architect Richard en architectuurstudente Danielle. Beiden werden doof geboren.

Obstakels 

Doof zijn betekent in de strikte zin van het woord een verlies van het gehoor. Doven die fier zijn op hun identiteit kunnen zich echter moeilijk in deze definitie vinden. Voor hen heeft doof zijn niets te maken met een verlies, maar eerder met de specifieke manier waarop men in het leven staat. Ze voelen zich lid van een taalkundige en culturele minderheidsgroep, met gebarentaal als voornaamste communicatiemiddel. Men verwijst naar hen als ‘cultureel Doof’. Ze zijn met andere woorden fier op hun identiteit, hun gemeenschap en hun gebarentaal en zouden niet anders willen zijn. Richard en Danielle beschouwen zichzelf allebei als ‘cultureel Doof’. Toch is het als dove persoon niet altijd gemakkelijk om in een horende maatschappij te leven. Richard vertelt bijvoorbeeld hoe hij in het verleden enkele keren zijn vliegtuig miste doordat gatewijzigingen enkel werden afgeroepen en niet op een scherm verschenen. Ook Danielle geeft aan dat bijna alles is ontworpen op maat van ‘normale’ mensen zonder beperkingen. Het zet Danielle en Richard aan om hierverandering in te brengen en zodoende meer aandacht te hebben voor het welbevinden van mensen. 

“When you are Deaf, you see the world differently.”- Richard

Dove personen kunnen misschien niet horen, maar ontwikkelen daardoor echter wel een verhoogde aandacht voor de ruimte om hen heen. Dankzij dit scherpzinnig ruimtelijk bewustzijn, beseffen Richard en Danielle dat architectuur aan het welbevinden van diverse personen kan bijdragen. Hun unieke visuele en ruimtelijke perceptie is dus zeker een troef als architect.

Menselijke architectuur

“I want people to feel good about themselves, especially folks who are disabled.”- Danielle 

Richard en Danielle willen een menselijke architectuur creëren, waarin gebruikers zich comfortabel en thuis voelen, en geen barrières ervaren; kortom, een architectuur die elke persoon accepteert, ongeacht diens capaciteiten en beperkingen. Maar hoe proberen ze dat concreet te doen?  

Voor Richard staat de ‘sociale kracht’ van architectuur centraal. Hij creëert graag ruimtes waar mensen kunnen samenkomen, ruimtes die sociale interactie stimuleren. Daarnaast vindt hij ook dat architectuur emoties en herinneringen moet kunnen opwekken. Een gebouw moet een bepaalde atmosfeer uitstralen zodat het individu dat het gebouw betreedt een aangename beleving ondergaat. Die atmosfeer creëert hij door de verschillende zintuigen van de gebruikers aan te spreken. Hij maakt bijvoorbeeld gebruik van materialen met verschillende texturen. 

Danielle past in haar ontwerpen toe wat ze ‘visual noise’ noemt. Ze beschrijft het als iets dat visueel aantrekkelijk is en tegelijkertijd een kalmerend en ontspannend effect heeft. Het is vergelijkbaar met het geluid van een waterval, maar dan visueel. Verder is Danielle zich ervan bewust dat het quasi onmogelijk is om je exact in te beelden hoe andere mensen architectuur ervaren. Daarom acht ze het noodzakelijk verschillende personen bij het ontwerpproces te betrekken en met hun feedback aan de slag te gaan. 

Architectuurtaal in gebarentaal  

Er komen enkele bijzondere zaken kijken bij de samenwerking met een dove architect. Hoe verloopt bijvoorbeeld de communicatie tijdens het ontwerpproces? Communiceren met horende mensen is voor doven niet altijd gemakkelijk. Niet alle dove mensen kunnen namelijk praten en liplezen, en niet elke horende persoon kent gebarentaal. Richard brengt zijn ontwerpideeën vooral over door ze te tekenen. Hij is van mening dat tekeningen vaak krachtiger zijn dan woorden. Danielle werkt daarentegen graag met een tolk om haar ontwerpen te communiceren. Ze benadrukt het belang van een goede voorbereiding met de tolk zodat deze haar gebaren correct vertaalt, met het geschikte jargon.

“I thought: ‘I am deaf, I can’t get into architecture. Who am I kidding?’” - Danielle 

Het is voor dove mensen niet altijd vanzelfsprekend om (architectuur) te gaan studeren, omdat ze daar niet toe aangemoedigd worden door hun omgeving of omdat de juiste voorzieningen (zoals een tolkdienst) niet altijd beschikbaar zijn. De ontwerppraktijken van Richard en Danielle tonen echter aan dat dove mensen perfect in staat zijn om architectuur te studeren en het beroep van architect uit te oefenen. Meer nog, doof zijn kan in de architectuursector zelfs als een aanwinst gezien worden. 

Download scriptie (31.65 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. dr. ir. arch. Ann Heylighen