Tekenen met licht

Kelly Andries
Persbericht

Tekenen met licht

Tekenen met licht

Het eindwerk handelt over een sociaal-artistiek fotoproject, genaamd “Tekenen met licht”. Deze naam is afkomstig van de letterlijke betekenis van fotografie.

“Tekenen met licht” werd georganiseerd in opdracht van Open School te Mechelen. Dit is een centrum voor basiseducatie dat lesgeeft aan laaggeschoolde volwassenen. De opzet was om vakoverschrijdend te werken met zowel Nederlandstaligen als anderstaligen. Op die manier wordt het contact en de samenwerking tussen beide groepen bevorderd.

Structuur

Zoals het een goed eindwerk betaamt, start dit document met een voorwoord. Alle mensen die op welke manier dan ook een bijdrage geleverd hebben aan deze scriptie verdienden en kregen een woordje van dank. Een volgende stap is de inleiding waarbij de opdrachten van de stage en de probleemstelling van het eindwerk aan bod komen. Deze klinkt als volgt: “Hoe organiseer je binnen basiseducatie een sociaal-artistiek (foto)project met een heterogene groep laaggeschoolde volwassenen?” Doorheen het eindwerk wordt getracht hierop een antwoord te formuleren. De inleiding wordt afgesloten met een bespreking van de structuur, wat een handig hulpmiddel is om als lezer vlot door het eindwerk te wandelen.

Naast bovenstaande algemene “hoofdstukken”, telt de scriptie vijf onderverdelingen.
In een eerste deel wordt de stageplaats toegelicht, waarbij de maatschappelijke situering, doelstellingen, doelgroep en aanbod besproken worden. Vooraleer de eigenlijke bespreking van het project van start kan gaan, is het immers van belang een beeld te krijgen van de context waarbinnen dit initiatief plaatsvond.

In een tweede hoofdstuk is het de beurt aan de motivering van het project. Daarin worden sociaal-artistieke projecten theoretisch belicht. Enkele algemene kenmerken en de verschuiving in definiëring doorheen de jaren krijgen de nodige aandacht. Tot slot wordt een visie op sociaal-artitistieke projecten opgenomen, wat een analyse en synthese is van verschillende literaire bronnen.

Een derde luik bespreekt de methodiek van projectmatig werken. In dit deel komen allerlei theoretische aspecten aan bod, met name definitie, kenmerken, basisbegrippen en -regels van projectmatig werken. Het wordt afgesloten met de aanpak van een project. Een project kan namelijk opgedeeld worden in verscheidene chronologische fasen die doorlopen worden. Elke fase heeft zijn eigen specifieke kenmerken en items. Er zijn verscheidene modellen die hiervoor gehanteerd kunnen worden. De keuze gaat naar het meest omvattende model dat door de hogeschool aangereikt werd.

In het vierde stuk wordt een link gemaakt tussen theorie en praktijk. In eerste instantie wordt aan de hand van de kenmerken van een sociaal-artistiek project bewezen dat “Tekenen met licht” binnen dit profiel past. Vervolgens wordt getoetst of de methodiek projectmatig werken terug te vinden is in het fotoproject dat georganiseerd werd. Tot slot wordt de aanpak van een project besproken, waarbij de fasering uitgebreid toegepast wordt op dit initiatief. Op die manier kan men lezen hoe het sociaal-artistiek fotoproject tot stand kwam en welke essentiële stappen doorlopen werden.

De scriptie sluit af met enkele aanbevelingen die geformuleerd worden. Een handige checklist die doorgenomen kan worden, alvorens de organisatie van een sociaal-artistiek project gestart wordt. 

De laatste bladzijden van het eindwerk betreffen een bronnenlijst en bijlagen. In de voorgaande hoofdstukken wordt er verwezen naar deze bijlagen. Zij maken de beschreven uitleg van het project concreter. De bijlagen zijn respectievelijk de inschrijvingsbrief voor de cursisten, de uitnodigingsbrief voor de Nederlandstalige deelnemers, de uitnodigingsbrief voor de anderstalige deelnemers, theoriebladen die tijdens de sessies van het project werden uitgedeeld, schriftelijke neerslag van opdrachten die de deelnemers moesten uitvoeren en een blad met de voornaamste symbolen op een fototoestel. Deze documenten werden integraal gebruikt naar de cursisten toe.

Beoordelingscriteria

Het eindwerk scoort goed op de beoordelingscriteria die door de hogeschool werden gehanteerd.
-    De scriptie problematiseert een onderwerp uit de praktijk van de maatschappelijk assistent.
-    Het onderwerp is overzichtelijk behandeld.
-    De problematiek is uitgewerkt op theoretisch niveau door literatuurgebruik en                   –weergave van verschillende visies die op het onderwerp bestaan.
-    Er is een verband gelegd tussen de theorie en de praktijk van de problematiek.
-    Er zijn maatschappelijke verbanden zichtbaar, die van invloed zijn op de problematiek.
-    De eigen visie van de student op de problematiek is duidelijk en wordt verantwoord.
-    De scriptie is afgesloten met heldere conclusies en eventuele aanbevelingen die voortvloeien uit de tekst.
-    De gebruikte bronnen zijn geïntegreerd, correct weergegeven en divers van aard.
-    De structuur en de vormgeving zijn verzorgd en voldoen aan de vooropgestelde regels.
-    De scriptie heeft een aangename en zakelijke stijl en is in correct Nederlands geschreven.

Sterke punten

Naast deze beoordelingscriteria zijn er nog andere troeven die het eindwerk heeft. Deze sterktes werden door mensen uit het werkveld aangehaald, die bij de mondelinge verdediging van het eindwerk aanwezig waren. Alsook werden ze aangevuld door mijn eigen bevindingen en beoordeling over het gemaakte werkstuk.
De scriptie is gebaseerd op praktijk, waarbij de gemaakte keuzes geargumenteerd worden, doelstellingen helder geformuleerd zijn en getoetst worden aan de realiteit. Zoals toegelicht, was het niet de bedoeling om een kant-en-klare handleiding te maken voor een sociaal-artistiek fotoproject. Elke context, doelgroep en organisatie is immers anders en heeft zijn eigenheid waarmee rekening dient gehouden te worden.

Het document geeft het enthousiasme weer waarmee het project georganiseerd werd. “Tekenen met licht” heeft enkele originele activiteiten en een leuke werving en inschrijving gehad, waardoor menig educatief medewerkers zich kunnen laten inspireren.

De bijlagen tonen aan dat er grondig nagedacht werd over de communicatie naar de doelgroep toe. Laaggeschoolde volwassenen dienen immers een eigen benadering te krijgen, omdat zij vaak drempels ervaren. Deze drempels werden zo goed mogelijk weggenomen of geminimaliseerd, wat geleid heeft tot een grote heterogene groep enthousiaste deelnemers.

Het eindwerk kwam tot stand op basis van een grondig literatuuronderzoek. Dit leverde uitgebreide en diepgaande beschrijvingen op van basiseducatie, sociaal-artistieke projecten, methodieken e.a.

Zwakke punten

Net als bij de sterke punten heb ik mij gebaseerd op de commentaren van mensen uit het werkveld.
Zoals het hoort, is er een uitgebreide bespreking van de praktische organisatie van een fotoproject aanwezig. Meer uitleg over bepaalde punten was echter aangewezen, zoals bijvoorbeeld de precieze samenstelling van de deelnemers (motivatie, leerstijl, vaardigheden, leeftijd, …) en de houding van de educatieve tijdens de sessies (facilitator). Het aspect emancipatorisch werken werd eveneens onvoldoende belicht. Er dienden meer bewijzen geleverd te worden dat deze emancipatorische gedachte gehanteerd werd gedurende het project. Enkele reacties van de deelnemers had eveneens een vollediger beeld gegeven van hun mening over het project.

Er werd niet ingegaan op de meerwaarde van een sociaal-artistiek project tegenover de klassieke lespraktijk van basiseducatie. Het is nochtans materie waarover vaak gesproken wordt in de desbetreffende sector. Educatieve medewerkers zoeken al jaren een antwoord op de vraag waarom sociaal-artistieke projecten dienen georganiseerd te worden en waarom deze initiatieven een meerwaarde hebben ten opzichte van de klassieke lesopdracht.

Samenvattend kan men stellen dat het eindwerk een handig naslagdocument is wanneer men een sociaal-artistiek (foto)project wenst te organiseren. Er staan nuttige tips en tricks in en de bijlagen geven een concreet beeld van hoe de communicatie kan verlopen.
 

Bibliografie

Voorstelling stageplaats

VAN DAMME, D., VAN DE POELE, L. en VERHASSELT, E., Hoe geletterd/gecijferd is Vlaanderen? Functionele taal- en rekenvaardigheden van Vlamingen in Internationaal perspectief. Leuven, Garant, 1997.
 
VAN DAMME, D., DE MEESTER, K. en DE MEYER, I., 10 jaar basiseducatie in Vlaanderen: evaluatie-onderzoek naar de realisatie van beleidsdoelstellingen, het bereik van doelgroepen, de effectiviteit van het educatieve aanbod en de doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie met het oog op de optimalisering van de regelgeving. Universiteit Gent. Juni 2001. (rapport)
 
SCHEERS, L. Stageverslag. Mechelen: centrum voor basiseducatie. 2003-2004 (interne nota)
 
VAN DOORSLAER, J en JACOBS, R., Het pomphuis van de 21ste eeuw educatie in de actieve welvaartsstaat. Berchem, Epo vzw, 2000.
 
DIJKMAN, W. Didactiek en lerende volwassenen: leren professionaliseren. Leiden, Van Mantgem & De Does bv, 1993
 
SNOECKX, L. Een modulaire structuur voor de basiseducatie: de doodsteek voor de lagere niveaus? Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool, departement Sociaal Werk, 2001-2002, 54p. (eindwerk)
 
MARIËN, K. Bonjour goedendag, guten tag, good day, buenes dias: samen in het Nederlands: ontstaan van een praatcafé. Antwerpen, Karel de Grote Hogeschool, departement Sociaal Werk, 2006-2007. 68p. (eindwerk)
 
Internet, 19 mei 2008 (http://www.basiseducatie.be/)
Internet, 19 mei 2008 (http://www.vocb.be/)
 
Internet, 31 augustus 2007
(http://www.ond.vlaanderen.be/edulex/bundel/pdf/decreet_volwassenenonder…)
 
BERVOETS, G. e.a. Nieuwe statuten. Mechelen, CBE, 20 december 2004. (statuten)
Sociaal-artistieke projecten
VAN MECHELEN, M., Artistiek-sociale projecten. Gids sociaal-cultureel en educatief werk. Zonder jaargang, aflevering 23, 1999, p. 1-16.
 
WILLAERT, D., De kracht van de ontmoeting: sociaal-artistieke projecten brengen mensen bij elkaar die binnen de reguliere samenlevingscontext nauwelijks met elkaar in contact komen. Terzake. Zonder jaargang, nr. 1, 2006, p. 6-7.
 
LEYE, M., Sociaal-artistieke processen: historiek en toekomstige beleidsondersteuning, balans en belang. Terzake. Zonder jaargang, nr. 1, 2006, p. 12-14.
 
NICOLAS, P., Veredelt kunst ook de adel?: sociaal-artistieke projecten, hefbomen voor een maatschappelijk cultuurbeleid? Gids sociaal-cultureel en educatief werk.
Zonder jaargang, aflevering 29, 2001, p. 1-7.
 
Projectmatig werken
WINKELAAR, P., Methodisch werken: inleiding tot methodisch handelen met en voor mensen. Vierde druk, tweede oplage, Maarssen, Elsevier/De Tijdstroom, 1999.
 
PERNEEL, J., Projectmatig werken. Karel de Grote-Hogeschool, Departement sociaal-agogisch werk. 2006-2007 (syllabus)
 
DE JONG, A.J.TJ., Effectief projectmatig (samen)werken aan vernieuwingsprojecten binnen het VOCB te Antwerpen. Heverlee, Het Provisorenhuis, 5 februari 1997 (verslag van een studiedag)
 
HEINSIUS, J., Eerst denken, dan doen. De methode van projectmatig werken voor non-profit organisaties. Utrecht, CIV, 1994.
 
Toepassing “Tekenen met licht”
BIJKERK, L. en VAN DER HEIDE, W. Het gaat steeds beter! Activerende werkvormen voor de opleidingspraktijk. Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 2006.
SALMI, A., Lesgeven aan Fatima en Ahmed: praktijkboek voor het werken met Marokkanen en Turken. Leuven, uitgeverij Acco, 1996. [1]
 

[1] In de tekst werd er niet naar verwezen, maar de inzichten uit het boek met betrekking tot het leren van de allochtone volwassenen hebben bijgedragen tot het project.

Universiteit of Hogeschool
sociaal-cultureel werk
Publicatiejaar
2008
Share this on: