De ontwikkeling van de personificaties van de werelddelen in de zestiende eeuw

Ann-Sophie
Snoeck

De zestiende eeuwse wereld gepersonifieerd.

1571, Abraham Ortelius klopt aan bij de Antwerpse uitgever Gillis Coppens van Diest aan wie hij vraagt zijn Theatrum Orbis Terrarum te publiceren. Het pronkstuk van deze lijvige atlas is het indrukwekkende titelblad waarop vier vrouwen zijn afgebeeld, vergezeld van tal van vreemde attributen. De dames personifiëren de vier toen gekende werelddelen. Deze prent van Ortelius is vooruitstrevend. Voor het eerst in de geschiedenis van de beeldende kunsten verschijnt hier de personificatie van Amerika, vergezeld van haar drie oude zusters. Voorheen werden enkel de continenten van de Oude Wereld gepersonifieerd: Europa, Azië en Afrika. Met de personificaties van de vier werelddelen staat Ortelius aan de wieg van een traditie die tot ver in de negentiende eeuw merkbaar zal zijn. Na Ortelius verschijnen er verschillende series met als onderwerp de vier werelddelen. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de series vervaardigd door Dirk Barendsz., Marcus Gheeraerts en Maarten de Vos. Het is opvallend hoe het thema aan populariteit wint sinds zijn ontwikkeling in 1571. Maar waarom duurde het tot het einde van de zestiende eeuw, een eeuw na de ontdekking van Amerika, eer deze exotische dame haar intrede maakte in de kunstgeschiedenis en is het toevallig dat het genre van de personificaties van de werelddelen zijn voornaamste ontwikkeling kende in het zestiende eeuwse Antwerpen?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden moeten we even stil staan bij de invloeden die het genre gedurende de geschiedenis onderging en de betekenis die dit beeldtype had. Vanuit een ver verleden oefenden de antieken invloed uit op de allegorieën van de drie oude werelddelen. Zij kenden reeds vroeg de mogelijkheden die het type van de personificaties met zich meebrachten. Denken we hierbij bijvoorbeeld aan de welgekende personificatie van Europa die door een als stier vermomde Zeus wordt geroofd. Parallel met de herontdekking van de klassieken, groeide de interesse van de humanisten voor deze allegorische vertellingen. Ook geografen drukten hun stempel op de ontwikkeling van het genre. Landmassa’s op wereldkaarten werden vaak opgevuld met kenschetsende elementen van de werelddelen die zij voorstelden. Afrika werd bijvoorbeeld voorgesteld door het te laten bevolken door leeuwen, olifanten en tal van andere wilde dieren. Elementen die in de personificaties regelmatig zullen terugkomen. Amerika echter werd aanvankelijk voorgesteld als een uithoek van de wereld waar monsters en fabuleuze rassen hun thuis hadden. Naast de antieken en geografen speelden reisverhalen die voornamelijk berichtten over het nieuw ontdekte continent een bijzondere rol in het representeren van Amerika. Deze verhalen werden rijkelijk geïllustreerd met gravures die de bewoners van Amerika al dan niet realistisch portretteerden. De allegorie van het continent als mensetende vrouw vond in deze verhalen haar ontstaan. Het gevolg van de talrijke reisverhalen die handelden over het nieuwe continent maakten dat men niet langer kon negeren dat er naast Europa, Azië en Afrika nog een vierde werelddeel bestond. Dat het tot 1571 duurde eer Amerika allegorisch werd gerepresenteerd is dan ook te verklaren door de schok die de ontdekking van dit nieuwe werelddeel met zich meebracht. Voorheen geloofde men dat de wereld uit drie delen bestond. Een traditie die haar wortels heeft in de klassieke oudheid. Plotseling diende men dit aloude, gevestigde wereldbeeld te verlaten. Een stap waar niet alle humanisten, die nog maar net de antieken hadden herontdekt, klaar voor waren. Bovendien was Amerika niet christelijk en had het volgens de wetenschappers ook geen geschiedenis, waardoor het continent geen bestaansgrond kon hebben. Ook de mythische geografie van de monsterlijke rassen die de uithoeken van de wereld bevolkten, bleef gangbaar in de cartografische wetenschappen. Uiteindelijk, rond het midden van de zestiende eeuw, was het wereldbeeld van de drie continenten onhoudbaar geworden en diende de Oude Wereld plaats te ruimen voor de Nieuwe Wereld. Een verandering in het denkbeeld van de mens waar Ortelius handig gebruik van maakte in de creatie van zijn titelpagina voor het Theatrum.
De traditie van het thema van de internationale handel was in de Antwerpse kunst bijzonder populair en het is dan ook niet toevallig dat het een Antwerpenaar was die de werelddelen allegorisch begon voor te stellen. Als hun voornaamste attributen koos Ortelius voor exportproducten die voor de continenten zo typisch waren. Azië bijvoorbeeld werd voorzien van een dampende wierookbrander. Door de aanwezigheid van tal van buitenlandse kooplieden in de Scheldestad is de keuze voor exportproducten als belangrijke attributen niet te verwonderen. De iconografie van de internationale handel was een beeldtraditie die reeds geruime tijd in de Scheldestad circuleerde. Het thema van de Drie Koningen bijvoorbeeld kende, evenals het genre van de personificaties van de vier werelddelen later, een bijzondere populariteit in deze stad. Handelaren identificeerden zich met de koningen die hun koopwaar schonken aan het Christuskind. Ook in blijde inkomsten kwam het thema van de internationale handel, weergegeven door personificaties van werelddelen, regelmatig voor.
We kunnen besluiten dat de aanwezigheid van buitenlandse handelaren die naast hun koopwaar ook reisliteratuur met zich meebrachten waarin verhalen waren opgetekend over het nieuw ontdekte continent, evenals de rol van Antwerpen als spil in de internationale handel en de identificatie van Antwerpen en zijn handelaren met de Drie Koningen aan het eind van de zestiende eeuw hebben bijgedragen tot het ontstaan van een ideaal klimaat binnen de stad voor de ontwikkeling van de personificaties van de vier werelddelen.

Bibliografie

Bibliografie

ALLEN P., Atlas der atlassen. De kaartenmakers en hun wereldbeeld, Turnhout, Brepols, 1993
AMBROSINI F., Rappresentazioni allegoriche dell'America nel Veneto del Cinque e Seicento in: Artibus et Historiae, jg. 1, 1980, nr. 2, p. 63-78
BALIS A., Vlaams Meester (16de eeuw). Het zogenaamde dierenalbum van Karel V, in: Luister van Spanje en de Belgische Steden. 1500- 1700 (tent. cat.), Brussel, (Paleis voor Schone Kunsten), 1985, p. 628-629
BENTON J.R., The Medieval Menagerie. Animals in the art of the Middle Ages, New York, Abbeville Press, 1992
BLOCKMANS W. & HOPPENBROUWERS P., Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa., Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 2006
BONOLDI L., ‘Exuviae Alexandri: slittamenti del significato allegorico della spoglia elefantina’ [23], 2005, geraadpleegd op 12 maart 2009, op de website van Engramma,             op http://www.engramma.it/engramma_v4/rivista/saggio/44/044_exuviaeelephan…
BOURNE E.G., The Naming of Amerika. in: The American Historical Review, jg. 10, 1904, nr. 1, p. 41-51
CAPENBERGHS J., Margareta van Oostenrijk, het Hof van Savoyen en de Nieuwe Wereld, in: Dames met Klasse. Margareta van York / Margareta van Oostenrijk (tent. cat.), Mechelen, (Lamot), 2005, p. 297-309
CHEVALIER J. & GHERBRANT A., Dictionnaire des symboles, vol. IV, Seghers, s.l., 1978
DE HOND J., De rijmelaars beuzelen dat hy veelhoofdig is. Discussies over het bestaan van monsters en fabeldieren, ca. 1500-1800, in: Monsters & Fabeldieren. 2500 jaar geschiedenis van randgevallen (tent. cat.), ‘s-Hertogenbosch, (Noordbrabants Museum), 2003, p. 87-111
DE JONGE K., Rencontres portugaises. L’art de la fête au Portugal et aux Pays-Bas méridionaux au XVIe et au début du XVIIe siècle, in: Portugal et Flandre. (tent. cat.), Brussel, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten),1991, p. 85-101
DELANO SMITH C., Maps as Art and Science: Maps in Sixteenth Century Bibles. In: Imago Mundi, jg. 42, 1990, p. 65-83
DE SMET A., Wetenschap en techniek in de Nederlanden gedurende de Spaanse tijd, in: Luister van Spanje en de Belgische Steden. 1500- 1700 (tent. cat.), Brussel, (Paleis voor Schone Kunsten), 1985, p. 237-245
DESTOMBES M., Lopo Homem’s Atlas of 1519, in: The Geografical Journal, jg. 90, 1937, nr. 5, p. 460-464
DESTOMBES M., The Mappamundi of the Poem “Alexandreidos” bij Gautier de Châtillon (ca. A. D. 1180), in: Imago Mundi, jg. 19, 1965, nr. 1, p. 10-12
DOUTREPONT A., Martin de Vos et l’entrée triomphale de l’Archiduc Ernest d’Autriche à Anvers en 1594. In: Bulletin de l’institut Historique Belge de Rome, jg. 18, 1937, p. 125-198
DWEYER D., ‘Fact and legend in the Catalan Atlas of 1375’ [52], 1997, geraadpleegd op 11 april 2009, op de site van the Newberry Library, op  http://www.newberry.org/smith/slidesets/ss25.html
EWING D., Magi and merchants: the force behind the Antwerp Mannerists’ Adoration pictures. in: Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, 2004/2005, p. 275-299
GARDNER P., Countries and Cities in Ancient Art in: The Journal of Hellenic Studies, jg. 9, 1888, p. 47-81
GENTIL DA SILVA J., L’axe économique Lisbonne-Anvers, in: Portugal et Flandre.(tent. cat.), Brussel, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1991, p. 35-39
GEORGE W., Animals and maps, Londen, Secker and Warburg, 1969
HALL J., Hall’s Iconografisch Handboek. Onderwerpen, Symbolen en motieven in de beeldende kunst, Leiden, Primavera Pers, 1992
HAZEN HYDE J., L’ iconographie des quatre Parties du Monde dans les Tapisseries. In: Gazette des Beaux-Arts, jg. 66, 1924, nr. 2, p. 253-272
HODNETT E., Marcus Gheeraerts The Elder of Bruges, London, and Antwerp, Utrecht, Haentjens Dekker & Gumbert, 1971
HOLLSTEIN F.W.H., Hollstein’s Dutch and Flemish etchings, engravings and woodcuts 1450-1700, 13 vol., Rotterdam, Sound and Vision, 1949-
JACQUOT J. (ed.), Fêtes et Cérémonies au Temps de Charles Quint (Les Fêtes de la Renaissance, vol. II), Parijs, Editions du Centre National de la Recherche Scientifique, 1956-1975
JANSSENS S., ‘Stradanus Nova Reperta’ [4], 2008, geraadpleegd op 1 april 2009, op de site van de Vlaamse Kunstcollectie, op http://www.vlaamsekunstcollectie.be/index.aspx?local=nl&chp=1069&p=them…
JUDSON J.R., Dirck Barendsz. Excellent Painter From Amsterdam, Amsterdam, Van Gendt & Co, 1970
KARROW R.W. e.a., Abraham Ortelius (1527-1598) cartograaf en humanist, Turnhout, Brepols, 1998
KÖLLMANN E. & WIRTH K.A., Erdteile. In: Reallexikon der deutschen Kunstgeschichte, vol. VII, Stuttgart, Alfred Drückenmuller Verlag, 1967, p. 1107-1202
LACH D.F., Asia in the making of Europe. A century of wonder. Book one: the visual arts., 2 vol., Chicago & Londen, The University of Chicago Press, 1970
LE CORBEILLER C., Miss America and her sisters: personifications of the four parts of the world. In: The Metropolitan Museum of Art Bulletin, jg. 19, 1961, p. 208-223
MARLIER G., La Renaissance flamande. Pierre Coeck D’Alost, Brussel, Editions Robert Finck, 1966
MCCLUNG FLEMING E., The American Image as Indian Princess 1765-1783. In: Winterthur Portfolio, jg. 2, 1965, p. 65-81
MELION W.S., Memorabilia aliquot Romanae strenuitatis exempla: The Thematics of Artisanal Virtue in Hendrik Goltzius’s Roman Heroes in: Modern Language Notes, jg. 110, 1995, nr. 5, p. 1090-1134
MELQUIADES A. M., De spiritualiteit: een terrein van verstandhouding en samenwerking, in: Vlaanderen en Castilla y León. Op de drempel van Europa. (tent. cat.), Antwerpen, (Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal), 1995, p. 75-81
MIELKE H. & MIELKE U, Gerard Groenning, ein Antwerpener Künstler um 1570. II. Verzeichnis seiner Zeichnungen und Stichwerke aus dem Wissenschaftlichen Nachlass von Hans Mielke in: Jahrbuch der Berliner Museen, jg. 38, 1996, p. 121-150
MONTROSE L., The Work of Gender in the Discourse of Discovery in: Representations, 1991, nr. 33, p. 1-41
N.N., ‘Olifant & kasteel’ [2], s.d., geraadpleegd op 2 april 2009, op de site van de Koninklijke Bibliotheek- Nationale bibliotheek van Nederland, op http://www.kb.nl/galerie/drukkersmerk/olifant.html
N.N., ‘Albrecht Dürer, The Rhinoceros, a drawing and woodcut’ [5], s.d., geraadpleegd op 17 april 2009, op de website van het British Museum, op http://www.britishmuseum.org/explore/highlights/highlight_objects/pd/a/…
N.N., ‘Treasures in full. Renaissance Festival Books. Entry of Philip II into Antwerp’, s.d., geraadpleegd op 18 april 2009, op de site van British Library, op http://special-1.bl.uk/treasures/festivalbooks/pageview.aspx?strFest=01…
NICKEL H., Miss America’ s Brother and His Club. In: Metropolitan Museum Journal, jg. 37, 2002, p. 83-88
NUTI L., The World Map as an Emblem: Abraham Ortelius and the Stoic Contemplation, in: Imago Mundi, jg. 55, 2003, p. 38-55
PIETERSE J.N., Wit over zwart. Beelden van Afrika en zwarten in de westerse populaire cultuur, Amsterdam, Stichting Cosmic Illusion Productions, 1990
PINHEIRO MARQUES A., L’influence de la cartographie portugaise aux Pays-Bas, in: Portugal et Flandre.(tent. cat.), Brussel, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1991, p. 211-231
PREVENIER W., Mechelen rond 1500. Een kosmopolitische biotoop voor elites en non-comformisten, In: Dames met Klasse. Margareta van York / Margareta van Oostenrijk (tent. cat.), Mechelen, (Lamot), 2005, p. 31-41
RAIA A.R. & SEBESTA J.L., ‘Instruction Companion Worlds. The World of Religion’ [24], s.d., geraadpleegd op 1 april 2009, op de site van vroma, op http://www.vroma.org/images/raia_images/fortuna2.jpg
ROBERT W. & KARROW Jr., Mapmakers of the Sixteenth Century and Their Maps, Illinois, Speculum Orbis Press, 1993
ROOBAERT E.J., De Seer Wonderlijcke Schoone Triumphelijcke Incompst Van Den Hooghmogenden Prince Philips…In De Stadt Van Antwerpen…Anno 1549… in: Bulletin van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, jg. 9, 1960, p. 37-73
RÜCKER E., Die Schedelsche Weltchronik, München, Prestel-Verlag, 1973
SELLINK M., Philips Galle (1537-1612). Engraver and Print Publisher in Haarlem and Antwerp, s.l., s.e. , 1997
TIMMERS J.J.M., Christelijke Symboliek en Iconografie, Bussum, Unieboek B.V., 1974
VAN DEN BOOGAART E., Keizerin Europa en haar drie zusters. De Nederlandse uitbeelding van de Europese superioriteitsclaim, 1570-1655, in: America. Bruid van de zon. (tent. cat.), Antwerpen, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1992, p. 120-128
VAN DEN BOOGAART E., Christophle le More, lijfwacht van Karel V?, in: Bulletin van het Rijksmuseum, jg. 53, 2005, nr. 4, p. 413-433
 
VANDENBROECK P., Amerindiaanse kunst- en siervoorwerpen in adellijke verzamelingen. Brussel, Mechelen, Duurstede, 1520-1530, in: America. Bruid van de zon. (tent. cat.), Antwerpen, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1992, p. 99-119
VANDENBROECK P., Conquista: de drang naar het westen, in: America. Bruid van de zon. (tent. cat.), Antwerpen, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1992, p. 253-279
VANDENBROECK P., Intellectuele verovering: het verwerken van het onbekende, in: America. Bruid van de zon. (tent. cat.), Antwerpen, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1992, p. 297-335
VANDENBROECK P., De verovering der zintuigen: exotisch eclecticisme, rariteit en divertissement, in: in: America. Bruid van de zon. (tent. cat.), Antwerpen, (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten), 1992, p. 383-413
VAN DE POEL X., e.a., Van Mercator tot computerkaart. Een geschiedenis van de cartografie, Turnhout, Brepols, 2001
VAN DE WAAL H., Drie Eeuwen Vaderlandse Geschied-Uitbeelding. 1500-1800, 2 vol., ’S-Gravenhage, Martinus Nijhof, 1952
WACKERS P., Een rijk van betekenissen. Fabeldieren in de Middeleeuwen, in: Monsters & Fabeldieren. 2500 jaar geschiedenis van randgevallen (tent. cat.), ‘s-Hertogenbosch, (Noordbrabants Museum), 2003, p. 35-57
WATERSCHOOT W., The title-page of Ortelius’s Theatrum Orbis Terrarum. in: A Quarterly journal from the Low Countries devoted to manuscripts and printed books, jg. 9, 1979, nr. 1, p. 43-68
WEBER E., ‘The Tabula Peutingeriana and the Mabada Map’ [10], 2000, geraadpleegd op 12 maart 2009, op de website van Christurex, op http://www.christusrex.org/www1/ofm/mad/articles/WeberPeutingeriana.html
WHITEHEAD N.L., Hans Staden and the Cultural Politics of Cannibalism in: Hispanic American Historical Review, jg. 80, 2000, nr. 4, p.721-751
WHITFIELD P., New found lands. Maps in the history of exploration, Londen, The British Library, 1998
WITTKOWER R., Allegory and the migration of symbols, Londen, Thames and Hudson, 1977
WOLFF H. e.a., America. Das frühe Bild der Neuen Welt (tent.cat.), München, (Staatsbibliotheek), 1992
WOODWARD D., Reality, Symbolism, Time and Space in Medieval World Maps in: Annals of the Association of American Geographers, jg. 75, 1985, nr. 4, p. 510-521

Download scriptie (438.5 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2009