het ontwerp en de constructie van offshore windmolenparken

Asha
Michaux

De Noordzee kleurt groen

U hoeft niet ver te rijen op onze Belgische autowegen om er wel één tegen te komen; overal schieten windturbines als paddenstoelen uit de grond. Maar niet alleen op land kent de windindustrie een explosieve groei. Meer en meer Europese lidstaten richten hun blik op zee voor de productie van groene stroom. De weg van ontwerp tot realisatie van een offshore windmolenpark is echter lang en niet zonder valkuilen.

De Europese Commissie heeft zich als doel gesteld het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energieproductie tegen 2020 op te krikken tot 20%. Om de door Europa opgelegde milieunormen te halen, kiezen steeds meer Noordzeelanden voor het oprichten van windturbines op zee. Momenteel is er sprake van 160 offshore windmolenparken in Europese wateren. Dit aantal bestaat uit reeds operationele parken, windturbines onder constructie en geplande windmolenprojecten.

De zee: een eindeloze bron van windenergie
De zee is erg aantrekkelijk voor het opwekken van windenergie door haar grote oppervlakte en vaak krachtige winden. Het ontwerp van een windmolenpark brengt echter uitdagingen met zich mee. Uitgebreid onderzoek is nodig voor men met de oprichting van een park kan starten. Wetenschappers evalueren bijvoorbeeld het type en het reliëf van de bodem op de site en bepalen het windregime, de voornaamste zeestromingen, golfhoogtes, enz. Al deze elementen spelen een rol bij de keuze van het type windturbine en diens fundering. Het doel hierbij is een ontwerp te bekomen dat zowel een hoge energieproductie kan leveren, als een goede weerstand biedt tegen de lokale omstandigheden. 

Naast het ontwerp, vraagt ook de constructie van een windmolenpark om een goede planning en organisatie. Op elk moment kunnen de weersomstandigheden roet in het eten strooien en de werken voor meerdere dagen stilleggen. Hierdoor is de periode, waarbinnen men de bouwwerkzaamheden op zee kan uitvoeren, beperkt tot enkele maanden per jaar. De verschillende industriële afdelingen, gaande van geologen tot kraanoperatoren, moeten nauwgezet samenwerken om de werken zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. 

“Een testproject op mondiaal niveau”
Met deze woorden bestempelt topman Filip Martens van het bedrijf C-Power het ‘Far shore windmolenpark op de Thorntonbank’. Dit park wordt gebouwd op een zandbank, zo’n dertig kilometer voor de kust van Zeebrugge. In 2004 bakende de federale overheid een zone af voor de Belgische kust, bestemd voor de oprichting van groene stroominstallaties. Het offshore windmolenpark op de Thorntonbank is het eerste windmolenproject in de Belgische wateren.  Met de constructie van dit windmolenpark haalt België drie wereldprimeurs binnen. Het is namelijk de eerste keer dat windturbines van deze omvang op zo’n grote afstand voor de kust en in dergelijk diepe wateren opgericht worden. De eerste zes turbines van het project, elk met een capaciteit van 5 Megawatt (MW),  leveren energie sinds het einde van 2008 en werden officieel ingehuldigd op 24 juni 2009.  In totaal zullen 54 windturbines op de Thorntonbank gebouwd worden, met een totale capaciteit van 300MW aan groene stroom. Dit is voldoende om 600 000 inwoners van elektriciteit te voorzien. C-Power stelt als doel het windmolenpark af te werken tegen eind 2013.

Keerzijde van de medaille
Hoewel de oprichting van windenergie op zee enorme mogelijkheden biedt, groeit eveneens de aandacht naar de invloed van deze parken op de scheepvaart en het lokale maritieme milieu. De Noordzee is één van de drukste vaargebieden ter wereld. Bijgevolg zal de oprichting van offshore windmolenparken de scheepvaart beïnvloeden. De parken kunnen bestaande scheepvaartroutes geheel of gedeeltelijk versperren, waardoor schepen verplicht worden enkele uren om te varen. Dit brengt de toegankelijkheid van de havens en de vaarschema’s van schepen op een vaste lijn in gevaar, met een belangrijk economisch nadeel als gevolg. Nederlands en Brits onderzoek op bestaande windmolenparken wijst uit dat offshore windturbines ook een negatief effect hebben op de radarinstallaties van voorbijvarende schepen. De windturbines creëren valse signalen op het radarscherm, waardoor de veiligheid van de scheepvaart in het gedrang kan komen. Naast de problemen met de scheepvaart, hebben offshore windmolenparken ook een effect op de lokale maritieme organismen. De invloed van de turbines op vogels, vissen, zeezoogdieren en bodemdieren kan zowel positief als negatief zijn. Zo vormt de fundering van een turbine bijvoorbeeld een ideale ondergrond voor de aanhechting van maritieme flora, maar is de turbine zelf gevaarlijk voor overvliegende vogels.

De offshore windenergie staat momenteel nog in haar kinderschoenen; de eerste parken werden gebouwd in de jaren ’90. Dit heeft tot gevolg dat wetenschappers nog in het duister tasten over de invloed die de parken op lange termijn uitoefenen. Tot nu toe werden slechts een handvol parken opgevolgd. Intensieve monitoringprogramma’s op bestaande en toekomstige windmolenparken, zijn nodig om de kennis over dit probleem te vergroten. 

De zoektocht naar de gulden middenweg
Een eerste reflex zou zijn om de oprichting van groene stroominstallaties toe te juichen. Hoewel de bouw van windinstallaties op zee een stap in de goede richting is, moeten we deze voorzichtig zetten. Bij het toekennen van constructiezones moeten de nationale overheden aandacht besteden aan twee factoren: enerzijds aan de hinder die de parken zullen veroorzaken voor de scheepvaart en anderzijds aan de gevoeligheid van de lokale maritieme populaties. Op deze manier gaat de productie van groene energie niet ten koste van het milieu. Zoals elke jonge industrietak, staat de offshore windtechnologie niet stil. Uit elke constructie van een windmolenpark worden lessen getrokken voor de optimalisering van de industrie. Dit zowel op economisch als op wetenschappelijk vlak. Dankzij deze evolutie zal men in staat zijn een maximale productie van windenergie te combineren met een minimale invloed op de maritieme omgeving.

Bibliografie

 

BIBLIOGRAFIEGeschreven bronnen[1[1]   Sathyajith, M. (2006), Wind Energy, Fundamentals, Resource analysis and economics, Springer.[2[2]   Bhadra, S.N. e.a. (2005), Wind Electrical Systems, Oxford University Press.[3[3]   Burton, T. e.a. (2001), Wind Energy Handbook, Chichester West Sussex England, John Wiley & Sons LTD.[4[4]   Wagner, H.J. e.a. (2006), Energy Technologies subvolume C: Renewable Energy (Chapter 3 Wind Energy Conversion), Berlin Heidelberg Germany, Springer-Verlag.[5[5]    Kapt. Jacobs W. (2008) Cursus Meteorologie en Oceanografie, Antwerpen, Hogere Zeevaartschool, niet gepubliceerde cursus.[6[6]   Stiebler, M. (2008), Green Energy and Technology: Wind Energy Systems for Electric Power Generation, Berlijn Heidelberg, Springer-Verlag.[7[7]   Hau, E. (2006), Wind Turbines: Fundamentals, Technologies, Application, Economics, Berlin Heidelberg, Springer.[8[8]   Bulder, B.H. e.a. (2003), Floating Offshore Wind Turbines for Shallow Waters, ECN Windenergie, Nederland.[9[9]   Benysek, G., Strzelecki, R. (2008), Power Electronics in Smart Electrical Energy Networks, London, Springer.[1[10] Mukund, R., Pathel, Ph.D. (1999), Wind and Solar Power Systems, Merchant Marine Academy Kings Point New York, New York, CRC Press.[1[11]  Massachusetts Institute of Technology (2006), Low Wind Speed Technology Phase II: Offshore Floating Wind Turbine Concepts: Fully Coupled Dynamic Response Simulations, Massachusetts, National Renewable Energy Laboratory.[1[12] Concept Marine Associates, Inc. (2006), Wind Speed Technology Phase II : Semisubmersible Platform and Anchor Foundation Systems for Wind Turbine Support, California, National Renewable Energy Laboratory.[1[13] DTU Mekanik, Department of Mechanical Engineering (2009), Increasing the Feasibility of Floating Foundations for Offshore Wind Turbines, Denmark, Technical University of Denmark.[1[14] Engels, W.P. e.a. (2010), Current developments in wind-2009, Nederland, Energy Research Centre of the Netherlands (ECN Windenergie).[1[15] Buhl, M.L. Jr. and Jonkman, J.M. (2007), Loads Analysis of a Floating Offshore Wind Turbine Using Fully Coupled Simulation, Los Angeles California, National Renewable Energy Laboratory, U.S. Department of Energy.[1[16] Villalobos, F.A. e.a. (2004), Suction Caisson Foundations for Offshore Wind Turbines, Oxford, Oxford University.[1[17] Vrije Universiteit Brussel, Dienst Stromingsmechanica en ODE-Vlaanderen (1998), Duurzame Energiebronnen: Windenergie winstgevend, Enschedé-Van Muysewinkel.[1[18] Bosschem, E. e.a. (2009), Gravity Base Foundations for the Thornton Bank Offshore Wind Farm,Terra et Aqua: Maritime Solutions for a Changing World, nr. 115, pp 20-29.[1[19] Haerens, P. e.a. (2008), C-Power-Offshore Wind Turbine Farm- Bank Morphology and Scour Protection, IMDC.[2[20] Bolle, A. e.a. (2009), Scour around gravity-based wind turbine foundations – prototype measurements, Antwerpen, IMDC en C-Power.[2[21] C-Power N.V. (2003), Milieueffectenrapport voor Offshore Windturbinepark op de Thorntonbank - deel 2: Hoofddocument MER, Antwerpen, Ecolas N.V.[2[22] Brabant, R. e.a., Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (2007), Milieueffectenbeoordeling van het Belwind offshore windmolenpark op de Bligh Bank, Brussel, Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee.[2[23] Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (2006), Aanvraag van de n.v. C-Power tot wijziging van de vergunning en machtiging voor het bouwen, inclusief de aanleg van kabels, en het exploiteren van een min 216-max 300 MW farshore windenergiepark op de Thorntonbank, Brussel, Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee.[2[24] Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (2004), Bouw en exploitatie van een windmolenpark op de Thorntonbank in de Noordzee: Milieueffectenbeoordeling van het project ingediend door de n.v. –Power, Brussel, Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee.[2[25] Atzier, R. e.a. (2008), Ground Investigations for Offshore Wind Farms, Hamburg, Germany, Federal Maritime and Hydrographic Agency (BSH).[2[26] Renardy, F. (2008), Thornton Bank windmill Farm Phase 2- Offshore Geophysical Surveys, Method Statement, Blegny, België, G-tec.[2[27] Brouwer, H. (2007), In situ Soil Testing, East Sussex, Lankelma.[2[28] Dredging International (2008), Method Statement Pre-Lay Grapnel Run, Wind Farm Thornton Bank-Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[2[29] THV Seawind and/or Dredging International (2008), Survey & Route Preparation Work Instruction, Wind Farm Thornton Bank-Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[30] THV Seawind and/or Dredging International (2008), Method Statement: Cable Installation 150kV, Wind Farm Thornton Bank-Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[31] THV Seawind and/or Dredging International (2008), Method statement Shore End Landing and Pull In of 150kVA cable, Wind Farm Thornton Bank-Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[32] Dredging International (2009), Method statement J Tubes Pull-in 33kV Cable, Wind Farm Thornton Bank-Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[33] Dredging International (2008), Post-Lay Survey 150kV Export Cable, Wind Farm Thornton Bank-Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[34] Dredging International (2009), Wind Farm Thornton Bank Phase 1: Marine and Electrical Works Contract, PEC Cable Crossing- Installation of additional asphalt mattresses, , Zwijndrecht, België, Tijdelijk Handelsvenootschap THV Seawind.[3[35] ABB (2007), Thornton Bank Wind Farm, Cable Subcontract Phase 1, The Netherlands, ABB bv.[3[36] Tideway B.V., Marine and Offshore Contractors (2005), Vessel Technical Manual- DPFPV ‘Tideway Rollingstone’, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[37] Tideway B.V. (2008), Activity-specific Method Statement for the Gravel Bed Installation, Thornton Bank Wind Farm-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[3[38] Volker Stevin Marine Contracting (2004), New powercable burial system delivered, Sea Stallion 4 plough, Papendrecht, The Netherlands, Volker Wessels company.[3[39] Tideway Offshore Contractors (2008), D.P. Fall Pipe Vessel ‘Rollingstone’, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[4[40] Tideway Offshore Contractors (2008), D.P. Fall Pipe Vessel ‘Seahorse’, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[4[41] Tideway B.V. (2008), Trenching of Exposed Cable at PEC crossing, Wind Farm Thornton Bank- Cable Works Offshore-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[4[42] Tideway Offshore Contractors (2008), Activity-Specific Method Statement for the Gravel Bed Installation, Thornton Bank Wind Farm-Phase 1, Breda, The Netherlands, Tideway bv.[4[43] Scaldis Salvage & Marine Contractors N.V. (2009), Thorntonbank Wind Farm Lifting, Transport and Placing Procedure, Antwerpen, België, Scaldis.[4[44] DEME, Dredging, Environmental & Marine Engineering (2008), Far Shore Windmolenpark Thorntonban, België, Zwijndrecht, Antwerpen, D.E.M.E. nv.[4[45] Dredging International, Seawind, Fabricom GTI (2007), Thornton Bank Wind Farm-Phase 1- Marine and Electrical Contract, Method Statement HDD Landfall- Dune Crossing, Zwijndrecht, Antwerpen, C-Power.[4[46] Dredging International, Seawind, Fabricom GTI (2009), Wind Farm Thornton Bank-Phase 2- Method Statement/Sequence Drawings Marine Infrastructure-GBF’s, Zwijndrecht, België, THV Seawind.[4[47] RE Power Systems AG (2009), The 5-megawatt power plant with 126 metre rotor diameter, RE Power, Hamburg, Germany.[4[48] Libert, P. (2009), First 5 MW-turbines Offshore Wind Park at Thornton Bank, Wolvertem, België, Sarens nv.[4[49] Di Marcantonio, M. e.a. (2007), Milieueffectenbeoordeling van het Belwind Offshore Windmolenpark op de Bligh Bank, Brussel, België, Koninklijk Belgisch instituut voor Natuurwetenschappen, Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee.[5[50] Windenergie: Crisis dwingt C-Power tot nieuwe aanpak op Thorntonbank: Dredging zet krachtiger windmolens in Noordzee, Gazet van Antwerpen, 25 maart 2010.[5[51] GeoSea Geotechnical Offshore Contractor (2009), Thorntonbank-Phase 2, Method statement: Installation of Piles for Jackets (pre-drilling), Zwijndrecht, België, GeoSea.[5[52] GeoSea Geotechnical Offshore Contractor (2009), Thorntonbank-Phase 2, Method statement: Installation and grouting of jackets, Zwijndrecht, België, GeoSea.[5[53] GeoSea Geotechnical Offshore Contractor (2009), Thorntonbank-Phase 2, Method statement: Transport of piles and jackets, Zwijndrecht, België, GeoSea.[5[54] COWI Group: Bridge, Tunnel and Marine Structures (2008), COWI offshore wind, Lyngby, Denemarken, COWI.[5[55] The European Wind Energy Association (2009), Wind Directions: Wind Statistics: Powering Ahead, EWEA.[5[56] The European Wind Energy Association (2009), Oceans of Opportunity: Harnessing Europe’s largest domestic energy resource, EWEA.[5[57] Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (2009),Onderzoek naar de relatie tussen de inplanting van windmolenparken in de Belgische Exclusieve Economische Zone en de gevolgen voor de scheepvaart, België, Vlaamse Overheid: Beleidsdomein mobiliteit & Openbare werken.[5[58] Verkiel, J.W. (2008), Nautische visie op windturbineparken op zee, Nederland, organisaties van belanghebbenden in scheepvaart (Nederlandse Vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij, Dirkzwager’s Coastal & Deep Sea Pilotage B.V., Kustwacht, Nederlands Loodswezen B.V., Haven Amsterdam, Productschap Visserij, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders, Havenbedrijf Rotterdam N.V.).[5[59] Marico Marine (2007), Investigation of Technical and Operational Effects on Marine Radar Close to Kentish Flats Offshore Wind Farm, England, British Wind Energy Association (BWEA).[6[60] Vanermen, N en Stienen, W.M. (2009), Seabirds & Offshore Wind Farms: Monitoring Results 2008, Brussel, België, Research Institute for Nature and Forest (inbo).[6[61] European Environment Agency (2009), Europe’s onshore and offshore wind energy potential, An assessment of environmental and economic constraints, Luxemburg, Office for Official Publications of the European Communities.[6[62] Eerste zes windmolens van C-Power op zee officieel in gebruik genomen (2009), Bouwkroniek, pp 6-7.[6[63] Brown, C., en M. Howard (2004), Results of the Electromagnetic Investigations and Assessments of Marine Radar, Communications, and Positioning Systems Undertaken at the North Hoyle Wind Farm by QinetiQ and the Maritime and Coastguard Agency, Hampshire, Groot Brittanië, MCA Report MNA, United Kingdom Maritime and Coastguard Agency.[6[64] United States Coast Guard (2009), Assessment of Potential impacts to marine radar as it relates to marine navigation safety from the Nantucket Sound wind farm as proposed by Cape Wind, Verenigde Staten, U.S. Coast Guard, U.S. Department of Homeland Security.[6[65] Bole, A., e.a. (2005), RADAR and ARPA Manual, Oxford, Groot Brittanië, Elsevier Butterworth-Heinemann.[6[66] Calderan, S., e.a. (2007), Assessment of the potential for acoustic deterrents tomitigate the impact on marine mammals of underwater noise arising from the construction of offshore windfarms, Groot-Brittanië, COWRIE Ltd.[6[67] Andersson, M.H., e.a. (2010), Effects of Pile-Driving Noise on the Behaviour of Marine Fish, Groot-Brittanië, COWRIE Ltd.[6[68] Manville, A.M. II. (2000), The ABCs of Avoiding Bird Collisions at Communication Towers: The Next Steps, Charleston, VSA, U.S. Fish & Wildlife Service: Division of Migratory Bird Management, SC. Electric Power Research Institute.[6[69] Christensen, T.K., e.a. (2006), Final results of bird studies at the offshore wind farms at Nysted and Horns Rev, Denemarken, National Environmental Research Institute (ministry of the environment).[7[70] Prins, T.C. (2008), Een quickscan van de mogelijkheden voor windmolenparken vanuit ecologisch perspectief, Nederland, Rijkswaterstaat Waterdienst.[7[71] Carstensen, J., e.a. (2006), Harbour Porpoises on Horns Reef: Effects of the Horns Reef Wind Farm, Roskilde, Denermarken, National Environmental Research Institute and DHI Water and Environment.[7[72] DONG Energy (2006), Review report 2005, The Danish Offshore Wind Farm Demonstration Project: Horns Rev and Nysted Offshore Wind Farms, environmental impact assessment and monitoring, Teglholmen, Denemarken, DONG Energy.[7[73] Kafemann, R., e.a. (2006), Effects of offshore wind farm noise on marine mammals and fish, Hamburg, Germany, COWRIE Ltd.[7[74] C-Power, IMDC en TECHNUM (2010), C-Power Wind Farm Thornton Bank: Wind Farm Thorntonbank Project- Phase 2 and Phase 3, Zwijndrecht, Belgium, C-Power.  Interviews[7[75] Brouns Gert, Project & Survey Co-ordinator, Tideway Offshore Contractor, Zwijndrecht, eigen interview, 23 maart 2010.[7[76] Cuppens Jo, Project manager, Tideway Offshore Contractor, Breda, eigen interview, 4 november 2009.[7[77] De Poorter Bart, Business Unit manager, GEOSEA nv, Zwijndrecht, eigen interview, 18 november 2009.[7[78] Goossens Wendy, Engineer-Advisor, IMDC nv, Oostende, eigen interview, 26 maart 2009.[7[79] Moerland Pieter J., General Manager, MME Group, Ridderkerk Nederland, eigen interview, 2 december 2009.[8[80] Van Baarle Bob, Project Engineer, SCALDIS nv, Antwerpen, eigen interview, 27 maart 2009.[8[81] Vanhessche Ulrike, Secretaris Kustwacht, Oostende, eigen interview, 8 maart 2009.[8[82] Vansteenkiste Stefaan, Operation manager, C-Power nv, Oostende, eigen interview, 8 maart 2010. Online bronnen[8[83]  Organisation of Engineers from Aviation and Space Industries (2000), Angle of attack and pitch angle, http://www.aerospaceweb.org 15 februari 2010.[8[84] Bard Engineering GmbH, Products: Competence and Expertise, http://www.bard-offshore.de 22 februari 2010.[8[85] Offshore Wind.Net North America Offshore Wind Project Information, Offshore Wind Turbine Foundations- Current & Future Prototypes, http://offshorewind.net/Other_Pages/Turbine-Foundations.html 22 februari 2010.[8[86] Renewable Energy Sources, Latest trends in research and development of renewable energy sources: Alpha Ventus Offshore Project, http://www.renewable-energy-sources.com 22 februari 2010.[8[87] Canadian Coast Guard, An Owner’s Guide to Private Aids to Navigation 2001 Edition, www.ccg-gcc.gc.ca 19 maart 2010.[8[88] Vlaams instituut voor de zee (VLIZ), marien en kustgebonden onderzoek en beleid in Vlaanderen, Thorntonbank farshore windturbinepark, http://www.vliz.be/cijfers_beleid/zeecijfers/main.php?id=1&sid=19 15 oktober 2009.[8[89] National Oceanic and Atmospheric Administration, Office of Ocean Exploration and Research, U.S. Department of Commerce, Ocean Explorer, http://oceanexplorer.noaa.gov/explorations24 maart 2010.[9[90] Ecomare, Centrum voor Wadden en Noordzee, Seismisch onderzoek, www.natuurinformatie.nl/ecomare.devleet/natuurdatabase.nl 24 maart 2010.[9[91] Helix Energy Solutions Group, T 600, www.helixesg.com 28 maart 2010.[9[92] G.J. Wortelboer Jr. B.V., Products: Anchors: Flipper Delta, www.wortelboer.nl 28 maart 2010.[9[93] Baxter, R., Britton, J (2008), Offshore Cathodic Protection 101 What it is and how it works, Deepwater: Offshore Corrosion Prevention and Cathodic Protection Systems, www.stoprust.com 3 april 2010.[9[94] Knack 4 februari 2010, België krijgt slecht rapport windenergie, www.knack.rnews.be 3 april 2010.[9[95] Knack 11 maart 2010, België overweegt import hernieuwbare energie, www.knack.rnews.be 3 april 2010.[9[96] Greenpeace Belgium, Windmolenparken in de Noordzee zijn cruciaal in strijd tegen klimaatverandering, (2008), www.greenpeace.org 3 april 2010.[9[97] Knack 7 december 2009, Europees netwerk van windmolenparken op Noordzee, www.knack.rnews.be 3 april 2010.[9[98] The European Wind Energy Association, European Offshore Wind Map: Europe Offshore Wind Farm Projects , www.ewea.org 3 april 2010.[9[99] Knack 15 december 2009, Weg vrij voor nieuw windmolenpark op zee, www.knack.rnews.be 3 april 2010.[1[100] Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, Biodiversiteit op windmolenparken, www.natuurwetenschappen.be 3 april 2010.[1[101] Onafhankelijk Radionieuws Oostkust, Europa wil investeren in Thorntonbank, https://twitter.com/oronieuws 8 april 2010.[1[102] European Wind Energy Association, European Offshore Wind Map 2009, www.ewea.org 3 april 2010.[1[103] Alterra Wageningen UR, Rijkswaterstraat: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Areas with special ecological values on the Dutch Continental Shelf (2005), www.verkeerenwaterstaat.nl 21 april 2010.[1[104] Danish Energy Authority (2006), Offshore Wind Farms and the Environment: Marine Mammals: Seals react differently, www.ens.dk  24 april 2010.[1[105] Danish Energy Authority (2006), Offshore Wind Farms and the Environment: Benthic communities: In Bottom Flora and Fauna, www.ens.dk 24 april 2010.[1[106] European Wind Energy Association and Intelligent Energy Europe, Wind Energy: the Facts, Offshore Support Structures, www.wind-energy-the-facts.org 5 mei 2010.[1[107] C-Power, Fotogalerij, www.c-power.be 5 mei 2010.

Download scriptie (11.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogere Zeevaartschool Antwerpen
Thesis jaar
2010