De poëzie van de ruimte

Katrien
Geebelen

De poëzie van de ruimte

Als je aan theater denkt, komen vast en zeker de beelden van die verschrikkelijk saaie voorstelling die je voor school moest zien naar boven. Waarom zou je naar een theaterstuk gaan kijken terwijl je de nieuwste films in de cinema kan bijwonen? Of je net de nieuwste cd van je lievelingsband gekocht hebt?

Misschien had je lerares een te moeilijk stuk uitgekozen. Misschien hadden de acteurs een slechte dag. Of misschien was het net omdat je net zoals in de klas naar iemand moet luisteren die voor je staat te spreken. Misschien moet je het nog eens proberen. Want theater hoeft helemaal niet saai te zijn. Zeker niet wanneer we de voorstelling weghalen uit de gebruikelijke schouwburg en nieuwe, spannende plekken ontdekken. Theater wordt een belevenis. Ik stel me in mijn eindwerk dan ook de vraag hoe het verhaal van de locatie het vertelde verhaal en haar scenografie kan versterken. Want, face it, locatietheater is in!

The human need for story

Een paar decennia geleden was theater één van de voornaamste vormen van entertainment. Maar in het multimediale tijdperk waarin we ons nu voortbewegen lijkt theater iets waarin de tijd stil bleef staan. Ik kan je natuurlijk niet overtuigen van het tegendeel door doodleuk te beweren dat dit niet waar is. Als je het mij vraagt, gaat er niets boven de blik in de ogen van de acteur, die weet dat hij slechts één kans krijgt, één kans om ons te overtuigen. Hij zweet ervan, van de passie die hij legt in het reciteren van een tekst die niet de zijne is, een tekst die hij wil zijn. En als hij het goed doet: een tekst die hij ìs. We kunnen dit niet opnemen ‘door slechts één druk op de rode knop’, we zijn hier, nu, samen. Niet gisteren. Niet volgende week. Of misschien ook volgende week. Wanneer we erover napraten. 

De plek waarin deze “hier en nu” actie zich ontplooit, heeft een grote invloed op de manier waarop we de voorstelling beleven. Die belevenis is heel belangrijk in onze huidige maatschappij, we verlangen ook steeds meer van datgene waarvoor we betalen. Daarom wil ik van theater een totaalervaring maken, via het begrip locatietheater. Maar om van locatietheater te spreken moeten we eerst de ruimte waarin theater zich afspeelt duiden.

Laat me kort de begrippen theaterruimte en theatrale ruimte introduceren. De theaterruimte is een architecturale term, die volgens Issacharoff het podium waar de acteurs op stampen omvat, tot het land waarin dat podium zich bevindt. Het begrip theatrale ruimte omschrijft zichzelf: de ruimte waar de theatrale actie plaatsvindt. Deze ruimte bevindt zich ìn de theaterruimte, doorgaans op het podium. Hier geeft het theatergezelschap een letterlijke of abstracte visualisatie van de wereld waarin het stuk zich afspeelt, weer. Kort gezegd kunnen we de theatrale ruimte definiëren als de ruimte van de voorstelling. Volgens deze twee categorieën kunnen we de ruimte van ons theater dus analyseren. Onze leefwereld kan, wanneer er sprake is van locatietheater, fungeren als theatrale ruimte. Deze valt dan echter samen met de theaterruimte. Maar, spreken we dan van één grote theaterruimte, of één grote theatrale ruimte?

Locatietheater

Laat de naam je niet op het verkeerde been zetten: locatietheater is meer dan gewoon “theater op locatie”. Iets waar ik mij in mijn scriptie in verdiep is de kracht van de ruimte. We kunnen niet om ruimte heen, het is een plek waarin wij leven vinden. Maar hoe bekijken we deze ruimte? Is het voor ons iets louter functioneel ? Kijken we nog naar de ruimte rondom ons? Kan de ruimte ons nog verrassen, of verrijken? Want, elke ruimte draagt een bepaald verhaal met zich mee. Hoe ze ontstaan is, of welke historische gebeurtenissen hier plaatsvonden. Luisteren we naar dat verhaal? Staan we open voor dingen die niet op het eerste zicht opvallen? Na mijn onderzoek was ik er meer dan eerst van overtuigd dat we deze verhalen aan de oppervlakte kunnen brengen door een ander verhaal in die ruimte te brengen. Het verhaal van de ruimte zelf kan op zijn beurt dan helpen om het vertelde verhaal binnen de ruimte bij te staan.

Ik noem dit de poëzie van de ruimte, omdat de ruimte waarin een andere wereld voorgesteld wordt zelf een verhaal vertelt, in groot contrast met de zwarte doos die de theaterzalen bieden. Het verhaal van de ruimte zal met andere woorden het vertelde verhaal (dat van het stuk) versterken, of beïnvloeden.

Dit locatietheater heb ik echter niet uitgevonden. Maar het fenomeen weet me enorm te fascineren. Veel statistieken zal je in mijn scriptie niet terugvinden. Case-studies des te meer. Helaas moet ik bekennen dat ze allemaal even leuk waren; van FC Bergman’s Wandelen op de Champs-Elysées.. over TG Maastrichts’ Diplodokus Deks en Mirco Santi’s StillLivingRooms tot Anne Theresa De Keersmakers’ Rosas. Naast deze case-studies heb ik zelf ook enkele kleine projecten geïntroduceerd. Het gaat  om minieme ingrepen in de publieke ruimte die vervreemdend werken, maar ons tegelijkertijd iets (over die ruimte) bijleren of ons doen nadenken over onze zogenaamde realiteit. Zo heb ik een theatervoorstelling achter een winkelvitrine laten doorgaan, duw ik mensen met hun neus op het feit dat ze cultureel erfgoed betreden, of krijgt een leegstaande ruimte ineens nut, door haar een bepaalde invulling te geven. Deze is echter fictief, niemand kan wat aan met een paar lijnen op de vloer. Maar het is de idee dat hier nu iets leeft, aan de hand is die ons het gevoel zal geven dat we hier ook deel van uitmaken. Het is misschien een tentoonstelling over lege ruimtes. Of een tentoonstelling over volle ruimtes. Misschien zal iemand kijken, en ineens de leegte appreciëren.

Het is door deze kleine guerrilla-acties te mixen met het beleveniskarakter van locatietheater, dat ik een nieuwe stroom wil creëren binnen het theaterlandschap. We maken theater voor iedereen, voor zij die normaalgezien hun neus wegdraaien als het woord theater valt. Alsof het een gemene ziekte betreft. De onwetenden die theater schools vinden, het als een verplichting zien en zich liefst nog voor het applaus uit de voeten maken. En ook zij die van het theater houden in haar puurste vorm. Die het woord adoreren, die weken kunnen napraten over de articulatie van de acteur. Laten we theater maken voor avonturiers. Voor nieuwsgierige aagjes. Voor durvers. Want zij die komen, zullen beloond worden. 

De uiteindelijke richting van mijn onderzoek is een eigen ontwerp. Door alle voorgaande elementen, of zal ik zeggen ingrediënten, te mixen in mijn voorstelling, kunnen we spreken van een totaalervaring. Concreet gebruik ik het verhaal van Chemelot (een groot chemisch industriecomplex in Geleen, Nederland) om het verhaal van Lucifer (toneeltekst van Joost van Den Vondel) te vertellen. Of gebruik ik net het verhaal van Lucifer om dat van Chemelot te vertellen?

 

Tot slot kunnen we stellen dat ik het theater opnieuw wat aandacht wil later verwerven door haar in een nieuwe context te plaatsen. Maar misschien maakt het niets uit, of de voorstelling nu doorgaat op locatie of in de zaal. Misschien is het theater inderdaad een kunst die zichzelf vernietigd, gebonden aan hetzelfde publiek en hopend op haar trouwheid. Of misschien wekt locatietheater inderdaad meer interesse op. Misschien zit de beleveniseconomie in de lift en trekt ze het theater mee. Misschien komt u nu ook. 

Bibliografie

Gedrukte Bronnen

  • BARTELSMAN, J.C., Een toneelvoorstelling uitgekleed: onderzoek naar het fenomeen toneelvoorstelling, Heeswijk, Esstede, 1996, 128 p.
  • BROOK, P., De lege ruimte, Amsterdam, Routledge, International theatre & film books, 1993, 158 p.
  • D’ANACONA, H., VAN DEN ENDE, J. en FRERIKS, K. Dogtroep: 33 jaar beeldend locatietheater. Amsterdam, Lava, 2008, 320 p.
  • DECREUS, F. en STYNEN, E., Dansen met de schaduw van het onbewuste, Gent, Academia Press, 2006, 207 p.
  • EVERSMANN, P., De ruimte van het theater, Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, 1996 (Diss. Lic.), 411 p.
  • FRERIKS, K., Verslaafd aan de rauwe ruimte. Ergens en overal, Eindhoven, (Z)OO producties, 2005, pp. 8-13.
  • GHESQUIÈRE, R., Literaire verbeelding, een geschiedenis van de Europese literatuur en cultuur tot 1750, 2008, Leuven, Acco, pp. p 282-283.
  • HUIRNE, N., De locatie dicteert, Utrecht, Theater Instituut Nederland, 2010, 1.
  • KOK, L., De toekomst van theater ligt op straat II, Utrecht, Theater Instituut Nederland, 2010, 3.
  • KOK, L. en RAIS, H., De meerwaarde van theater op locatie, Utrecht, Theater Instituut Nederland, 2010, 2.
  • LEYMAN, D., “Benjamin Verdonck roept op tot ‘ecologisch’ theaterkunstwerk.” in De Morgen, 14.12.2010.
  • ROOSE-EVANS, J., Experimental theatre: From Stanislavski to Peter Brook, Oxon, Routledge, 1989, 225 p.
  • VANDENDRIESSCHE, B., “Scenografie vandaag en morgen: koffiedik kijken? Een gesprek met Elke Van Campenhout over de vraag wat scenografie in de toekomst kan betekenen” in Proscenium, 49, (2010), 32 p.

Ongedrukte bronnen

Multimedia

  • AKEMANN, U., Iedereen = Dogtroep, Nederland, Living Colour Entertainment, 2008 (Film).

 

Download scriptie (11.4 KB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2011
Promotor(en)
nvt