Euthanasie is dezer dagen een heus modewoord geworden. We willen onze dierbaren niet langer tot last zijn wanneer we ongeneselijk ziek zijn of een ernstige aandoening hebben. Bij het woord ‘euthanasie’ wordt quasi automatisch gedacht aan volwassen personen, en dan vooral ouderen. Maar ook kinderen kunnen ondragelijk lijden. Toch kunnen minderjarigen in België geen levensbeëindigende beslissing nemen. Terecht? Of moeten zij ook de mogelijkheid hebben om voor euthanasie te kiezen? Indien ja, moeten we dan opnieuw een onderscheid maken qua leeftijd? Of kijken we naar de graad van volwassenheid? En wie beslist? Het kind alleen? Het kind en de ouders? Of zelfs de ouders alleen? Sinds de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie kent België zijn eigen euthanasieregeling. Euthanasie wordt in de wet omschreven als een ‘opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek’. Minderjarigen zijn echter uitgesloten van het toepassingsgebied van de Euthanasiewet. Bij het lezen van de scriptie zal meteen duidelijk worden dat het uitsluiten van alle minderjarigen op juridisch vlak geen oplossing meer biedt. In de eerste plaats wordt er namelijk nog een bijkomend onderscheid gemaakt tussen gewone minderjarigen en ontvoogde minderjarigen. Een ontvoogde minderjarige is een minderjarige die gedeeltelijk zijn eigen belangen zelfstandig mag behartigen en zijn goederen zelf mag beheren. Dit kan via huwelijk of via een gerechtelijke procedure. Het is onduidelijk waarom dit onderscheid ingeschreven staat in de wet. Het zou een compromis zijn voor de uitsluiting van alle andere minderjarigen. Door de invoering van deze afzonderlijke categorie moet men zich niet enkel afvragen of het verantwoord is een onderscheid te maken tussen meerderjarigen en personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikten, maar ook of het niet onverantwoord is een onderscheid te maken tussen minderjarigen onderling. Er komt bovendien tegenstand vanuit alle hoeken. In de eerste plaats vanuit de praktijk. De Orde van Geneesheren heeft in haar adviezen meermaals aangegeven dat er voor hen geen onderscheid bestaat tussen minderjarigen en meerderjarigen, zij kunnen allebei in een toestand van ondraaglijk lijden terechtkomen. Minderjarigen die een zekere maturiteit bereikten en de impact van hun beslissingen kunnen begrijpen moeten volgens de Orde euthanasie kunnen overwegen. Een gelijkaardige gedachtegang vinden we terug in het Kinderrechtenverdrag waarvan België lid is. Toch werd hiermee in de euthanasiewet geen rekening gehouden. Ook in de rechtsleer wordt steeds meer gepleit voor een ander onderscheidingscriterium. Een leeftijdsgrens heeft geen intrinsieke waarde. Kinderen die onder de leeftijdsgrens vallen kunnen, getekend door een voortdurend lijden, al voldoende bekwaam zijn om de gevolgen van euthanasie in te schatten en hebben vaak een groot doodsbesef. Daarom is men tegen het invoeren van een nieuwe (lagere) leeftijdsgrens. Men opteert, in lijn van het Kinderrechtenverdrag en de adviezen van de Orde van Geneesheren, voor het criterium van maturiteit. Ook in de politiek dringt door dat het huidige criterium arbitrair is. Nieuwe wetsvoorstellen om het toepassingsgebied van de euthanasiewet uit te breiden bleven dan ook niet op zich wachten. Het mag echter meteen duidelijk zijn dat euthanasie een gevoelig thema is, zeker wanneer er minderjarigen in het spel zijn. Dat is meteen ook de reden waarom er in België nog steeds geen regeling voor minderjarigen is uitgewerkt, in tegenstelling tot Nederland. Toch is verandering op til, al zal dit gelet op onze huidige politieke situatie niet voor meteen zijn. Vele voorstellen die het toepassingsgebied tot minderjarigen uitbreidden konden niet meer behandeld worden wegens de val van de Kamers. Enkele van deze voorstellen werden opnieuw ingediend en ook een nieuw voorstel werd op tafel gelegd. De kracht van deze scriptie ligt volgens mij in de ruime en vooral actuele bespreking van deze parlementaire voorbereiding en de vergelijking van de soms toch wel uiteenlopende voorstellen. De scriptie werd geschreven in het kader van het vak gezondheidsrecht maar dit wil niet zeggen dat het enkel lezers met een juridische achtergrond kan boeien. Iedereen die iets meer wil weten over de toepassing van euthanasie bij minderjarigen en de concrete politieke en juridische stand van zaken wil kennen, zal iets van het werk kunnen opsteken. Al was het maar dat de totstandkoming van een euthanasiewet voor minderjarigen nog niet voor morgen is.
Parl. St. Senaat 1999-2000, nr. 2-10/1.
Parl. St. Senaat 2000-01, nr. 2-244/1.
Parl. St. Senaat 2000-01, nr. 2-244/3.
Parl. St. Senaat 2000-01, nr. 2-244/8
Parl. St. Senaat 2000-01, nr. 2-244/22.
Parl. St. Kamer 2001-02, nr. 1488/4
Parl. St. Kamer 2001-02, nr. 1488/9.
Wetsvoorstel van 28 november 2007 (M. Vanlerberghe en A. Van Nieuwkerke) tot aanvulling van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, wat minderjarigen betreft, parl. St. Senaat 2007-2008, nr. 4-431/1.
Wetsvoorstel van 19 december 2007 (M. Detiège) tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie voor wat betreft minderjarigen, Parl. St. Kamer 2007-2008, nr. 611/1
Wetsvoorstel van 26 mei 2008 (P. Vankrunkelsven) tot aanvulling van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, wat minderjarigen betreft, Parl. St. Senaat 2007-2008, nr. 4-785/1.
Wetsvoorstel van 16 september 2008 (J-J. De Gucht, P. Wille, P. Vankrunkelsven en M. Taelman) tot wijziging van artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, inzake euthanasie bij minderjarigen, Parl. St. Senaat 2007-2008, nr. 4-920/1.
Wetsvoorstel van 23 september 2010 (C. Defraigne) tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie wat minderjarigen van vijftien jaar en ouder betreft, Parl. St. Senaat BZ 2010, nr. 5-179/1.
Wetsvoorstel van 28 oktober 2010 (M. Vanlerberghe, R. Landuyt, M. Detiège) tot aanvulling van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, wat minderjarigen betreft, Parl. St. Kamer 2010-2011, nr. 0496/001.
Wetsvoorstel van 16 augustus 2010 (A. De Croo et. al.) tot wijziging van artikel 3 van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, inzake euthanasie bij minderjarigen, Parl. St. Senaat BZ 2010, nr. 5-21/1.
Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, Advies betreffende de wenselijkheid van een wettelijke regeling van euthanasie, 12 mei 1997, nr. 1, http://www.health.belgium.be/filestore/7946414/Advies1-euthanasie_79464….
Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, Advies betreffende het levensbeëindigend handelen bij wilsonbekwamen, 22 februari 1999, nr.9 en http://www.health.belgium.be/filestore/7948443/Advies9-euthanasie_79484….
Advies van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren betreffende de medische betrokkenheid bij het naderende levenseinde, euthanasie, 15 januari 2000, Tijdschrift van de Nationale Raad, nr. 87, 8 en www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/advies-van-de-nationale-raad-van-de….
Advies van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren betreffende euthanasie, 17 november 2001, Tijdschrift van de Nationale Raad, nr. 94, 2 en http://www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/euthanasie-1.
Advies van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren betreffende de palliatieve zorg, euthanasie en andere medische beslissingen omtrent het levenseinde, 22 maart 2003, Tijdschrift van de Nationale Raad, nr. 100, 5 en www.ordomedic.be/nl/adviezen/advies/advies-betreffende-palliatieve-zorg….
KINDERRECHTENCOMMISARIAAT, “Advies: Euthanasie en Minderjarigen bij het wetsvoorstel betreffende de euthanasie”, http://www.kinderrechten.be/IUSR/adviezen//Adviezen_pdf/2001_2002/2001-….