Applied Apps: Handleiding voor tablet-gebruik, bij personen met cognitieve stoornissen, na een NAH

Eline
Rysman

APPS ALS MEDICIJN

Over de toepassing van tablet-applicaties bij personen met cognitieve stoornissen, ten gevolge van een niet-aangeboren hersenletsel

Zeven uur dertig, daar is het rinkelende geluid van je smartphone. Voor je uit bed stapt, bekijk je je afspraken voor vandaag. Snel check je nog even het weer en de files. Even later, aan de ontbijttafel, stuur je half-slapend een Tweet de wereld in: “Ik vrees dat de kinderen hun bord vervangen hebben door de iPad...”

Zou u zich nog een leven kunnen voorstellen zonder uw tablet of smartphone? Dit is zeker niet het eerste artikel, waarin aangekaart wordt dat velen niet meer zonder deze handige toestelletjes kunnen. Eén op drie Belgische gezinnen liet zich gedurende de afgelopen jaren dan ook verleiden tot de aankoop van een tablet.

Naast de gezinnen, wordt ook de zorgsector stilaan veroverd door de tablet en zijn mogelijkheden. In verschillende ziekenhuizen en instellingen wordt gretig naar toepassingen voor de tablet gezocht. Stelt u zich voor dat uw favoriete toestel u nu ook zou kunnen genezen van al uw kwaaltjes! Keep on dreaming... Zo ver staat de huidige technologie helaas nog niet. Wat de tablet wel kan, is fungeren als ‘medicijn’ bij personen met een niet-aangeboren hersenletsel.

Het verhaal begint in het revalidatiecentrum van het UZ Gent, 2013. De ergotherapeuten van het revalidatiecentrum vragen zich af of ze de tablet kunnen inzetten bij hun patiënten met cognitieve stoornissen, veroorzaakt door een niet-aangeboren hersenletsel.  De vraag wordt al snel omgezet in een onderwerp voor een eindwerk. Daarom wordt in dit eindwerk een handleiding ontwikkeld. Het werk inventariseert de mogelijkheden van de tablet en apps voor patiënten met cognitieve stoornissen, ten gevolge van een niet-aangeboren hersenletsel. De tablet-revolutie in het revalidatiecentrum kan beginnen!

Een niet-aangeboren… wat?

U hoort de term ‘niet-aangeboren hersenletsel’ (NAH) waarschijnlijk niet dagelijks vallen. Over een attaque, een hersentrauma, een beroerte of een hersenbloeding heeft u misschien wel al gehoord. Het woord ‘hersenletsel’ zegt het eigenlijk zelf. Een verwonding aan de hersenen, die voor hersenschade zorgt. ‘Niet-aangeboren’, verwijst naar het feit dat de persoon deze aandoening niet zijn hele leven heeft gehad.

Een NAH kan worden veroorzaakt door een ongeval of een ziekte. Voorbeelden zijn: een hersentrauma na een verkeersongeval, een hersenvliesontsteking, een hersentumor, …  

Iedereen die over een stel hersenen beschikt, kan een niet-aangeboren hersenletsel krijgen.Geen paniek! Vooraleer u symptomen door uw geliefde zoekmachine jaagt, moet u weten dat niet iedereen met een NAH te maken krijgt. Jaarlijks krijgen 28 personen, uit een populatie van 100.000 Vlamingen tussen de 18 en 65 jaar, een niet-aangeboren hersenletsel. Risicopatiënten zijn mensen die roken, hart- en vaatziekten hebben, hormonale anticonceptie nemen, ..

De gevolgen van een NAH zijn niet min. Er ontstaat een breuk tussen het vroeger- en het huidig functioneren, waarbij de persoon allerlei stoornissen kan vertonen. De patiënt kan last hebben van motorische stoornissen, stoornissen in de stemming en de persoonlijkheid, cognitieve stoornissen en zo voort.

Cognitieve stoornissen

Aangezien ze niet zichtbaar zijn, worden cognitieve stoornissen niet altijd (h)erkend. Toch kunnen ze een grote impact hebben op het dagelijks leven van de patiënt. De meest voorkomende cognitieve stoornissen zijn:

  •  Geheugenproblemen (amnesie)
  •  Problemen met plannen en organiseren (executieve functiestoornissen)
  •  Problemen met het begrijpen en spreken van taal (afasie)
  •  Problemen met het uitvoeren van dagdagelijkse handelingen (apraxie)
  •  Oriëntatieproblemen
  •  Aandachtsstoornissen

Het dagelijkse leven van de patiënt kan sterk belemmerd worden, wanneer hij lijdt aan deze stoornissen. Probeer maar eens het huishouden te doen, zonder dat je kan plannen en organiseren welke taken er moeten gebeuren. En stel je voor hoe moeilijk het is om sociale relaties te onderhouden, wanneer je telkens vergeet wie je vrienden zijn.

Revalidatie

Sommige patiënten ervaren weinig gevolgen van hun hersenletsel en hebben geen verdere revalidatie nodig. Anderen hebben in ernstige mate last van de eerder opgenoemde stoornissen. Deze patiënten komen in het revalidatiecentrum terecht.

Aangezien de hersenen de mogelijkheid hebben om nieuwe verbindingen te maken, kunnen patiënten met een hersenaandoening -gelukkig!- beter worden. In de revalidatie wordt ernaar gestreefd om de persoon zoveel mogelijk terug te laten functioneren, zoals vroeger. De mate waarin de patiënt zijn vroegere functioneren kan benaderen, hangt vooral af van de ernst van het letsel.

Een groot deel van de patiënten, die uit het revalidatiecentrum ontslagen worden, kunnen (al dan niet zelfstandig) opnieuw in de maatschappij functioneren. Toch kan slechts een beperkt aantal van de patiënten, volledig de draad van hun vroegere leven oppikken. Sommige kunnen hun vroegere job of studies niet meer (voltijds) opnemen, sommige kunnen niet meer instaan voor het huishouden en sommige  zijn gedurende hun verdere leven aangewezen op hulpverlening.

Tijdens de revalidatie helpt de ergotherapeut de patiënt opnieuw zo optimaal en zelfstandig mogelijk in het dagelijkse leven functioneren. Om dit proces te faciliteren, kan de ergotherapeut hulpmiddelen aanbieden aan de patiënt. Een tablet kan een hulpmiddel zijn die ‘het zo zelfstandig mogelijk functioneren’ kan ondersteunen.

 

Apps, het medicijn voor maximale zelfredzaamheid

Apps kunnen het leven van de persoon met cognitieve stoornissen eenvoudiger maken.  Bij geheugenproblemen bijvoorbeeld, kunnen foto’s, notities, to-do lijstjes, reminders en een agenda met herinneringsfunctie soelaas bieden.  Je kan het eigenlijk niet zo gek bedenken, of er bestaat een app voor.

Het grootste voordeel van de tablet is de multifunctionaliteit. Waar de patiënt vroeger op stap ging met een hele resem aan hulpmiddelen (papieren agenda, stappenplannen, ..) kan hij nu gewoon één toestel meedoen. Verder is de tablet ook laagdrempelig, aangezien de tablet makkelijk te verkrijgen is.

Het aantal studies dat de doeltreffendheid van de apps in revalidatie onderzoekt, zijn eerder beperkt. Toch rapporteren ze allen positieve resultaten. Een onderzoek uit 2008 bevestigt dat het gebruik van een smartphone een grotere zelfredzaamheid kan creëren, bij de patiënt met cognitieve stoornissen. Bovendien werd in een andere gecontroleerde studie aangetoond, dat patiënten tot 80 procent beter kunnen worden in het uitvoeren van dagelijkse activiteiten met behulp van een smartphone.

Apps zijn, zoals vele remedies en medicijnen, geen wondermiddel. Toch kunnen ze de patiënt met cognitieve stoornissen ondersteunen in hun dagelijks leven. Op die manier kunnen apps de levenskwaliteit van de patiënt met NAH verhogen.

 

Bibliografie

Referenties

Anderson, J. R. (2004). Cognitive psychology and its implications . New York: Worth Publishers.

Bakker, J. (2007). Gedragsneurologie voor paramedici . Utrecht: De Tijdstroom.

Beeckmans, K., & Michiels, K. (2005). Leven met een hoofdprobleem, Neuropsychologische gevolgen van een niet-aangeboren hersenletsel. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Berg, I., & Deelman, B. (1997). Klinische neuropsychologie. Amsterdam: Boom.

BinaryLabs. (2012, december 26). Dexteria - Fine Motor Skill Development. Opgehaald van Apple Store: https://itunes.apple.com/us/app/dexteria-fine-motor-skill/id420464455?m…

Brysbaert, M. (2006). Psychologie. Gent: Academia Press.

Commissie CVA-Revalidatie. (2001). Revalidatie na een beroerte, richtlijnen en aanbevelingen voor zorgverleners. Den Haag: Nederlandse Hartstichting.

Cook, A. M., Polgar, J. M., & Hussey, S. M. (2008). Cook & Hussey's assistive technologies : principles and practice. St. Louis: Mosby Elsevier.

Copley, J., & Ziviani, J. (2004). Barriers to the use of assistive technology for children with multiple disabilities. Occupational Therapy International, 229-243.

Cup, E., & Steultjens , E. (2005). Ergotherapierichtlijn Beroerte. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie.

Cup, E., Steultjens , E., Zajec, J., & Van Hees, S. (2013). Ergotherapierichtlijn CVA . Nijmegen/Utrecht: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen/Ergotherapie Nederland.

Dang, J., Zhang, J., Guo, Z., Weihong, L., Zhang, C., Shi, Z., et al. (2014). A Pilot Study of iPad-Assisted Cognitive Training for Schizophrenia. Psychiatric Nursing, 197-199.

DePompei, R., Gillette, Y., Goetz, E., Xenopoulos-Oddsson, A., Bryen, D., & Dowds, M. (2008). Practical applications for use of PDAs and smartphones with children and adolescents who have traumatic brain injury. Neuro Rehabilitation, 487–499.

Digitale Zorg. (z.j.). Opgehaald van Digitale zorg Nederland: http://www.digitalezorg.nl/digitale/category/actueel/software/

Dr. Van Cranenburgh, B. (2009). Neuropsychologie, over de gevolgen van hersenbeschadiging. Maarssen: Elsevier Gezindheidszorg.

Dr. Vloothuis, J. (2014). Revalidatieapps. opgehaald van Revalidatieapps: http://revalidatieapps.nl/

Evans, J. (2003). Rehabilitation of executive deficits. In B. Wilson, Neuropsychological Rehabilitation: Theory and Practice (pp. 53-70). Lisse: Swets en Zeitlinger.

Express. (2013, januari 25). Eén op drie Belgische gezinnen bezit een tablet. Opgehaald van Express: http://www.express.be/sectors/nl/ict/een-op-drie-belgische-gezinnen-bez…

Fuze cc. (2013, januari 18). Traumatic Brain Injury (TBI). Opgehaald van Apple Store: https://itunes.apple.com/be/app/traumatic-brain-injury-tbi/id529817823?…

Geudens, L. (2005). Neuropsychologische functiestoornissen na CVA, observatielijsten voor ergotherapeuten. Geel: Katholieke Hogeschool Limburg.

Geusgens, C., & van Heugten, C. (2010). Toelichting bij 'Ergotherapie richtlijn voor diagnostiek en behandeling van apraxie bij CVA-patiënten'. Amsterdam: Boom uitgevers.

Heirman, M., Savonet, A., Van Beneden, G., & Paemelaire, F. (2009). Behandeling van volwassenen na een niet-aangeboren hersenletsel. Signaal, 4-25.

Lafosse, C. (1998). Zakboek neuropsychologische symptomatologie. Leuven: Acco.

Lannoo, E., Brusselmans, w., Van Eynde, L., & Van Laere, M. (2004). pidemiology of acquired brain injury (ABI) in adults: prevalence of long-term disabilities and the resulting needs for ongoing care in the region of Flanders, Belgium. Brain Injury, 203-211.

Lebeer, J. (z.j.). Opleiding Structurele Cognitieve Modificeerbaarheid, Gemedieerde Leerervaring & Instrumenteel Verrijkingsprogramma van Feuerstein. Opgehaald van Steunpunt Opleidingen Cognitieve Leerbevordering en Mediatie: http://www.sclm.ua.ac.be/IVPOpleiding.htm

Ma, H., & Trombly, C. (2002). A Synthesis of the Effects of Occupational Therapy for Persons With Stroke, Part I: Restoration of Roles, Tasks, and Activities. American Journal of Occupational Therapy, 250-259.

Ma, H., & Trombly, C. (2002). A Synthesis of the Effects of Occupational Therapy for Persons With Stroke, Part II: Remediation of Impairments. American Journal of Occupational Therapy, 260-274.

Paemeleire, F. (2012). Klinische neuropsychologie. Gent: Arteveldehogeschool.

Paemeleire, F., & Vercruysse, L. (2002). Gedropt in China, communiceren met afasiepatiënten. Acta Ergotherapeutica Belgica, 6-10.

Peeters, J., Wiegers, T., de Bie, J., & Friele, R. (2013). Technologie in de zorg thuis: nog een wereld te winnen! Opgehaald van Nivel CCTR: http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-Technologie-i…

Schatteman, C. (2012). Powerpoint: Practicum neuropsychologische functiestoornissen. Gent: Arteveldehogeschool.

Slos, S. (z.j.). Powerpoint: Ergotherapie bij personen met een niet-aangeboren hersenletsel. Gent: Universitair ziekenhuis Gent.

Statistics Belgium. (2013). ICT-gebruik in huishoudens. Opgehaald van Statistics Belgium: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/arbeid_leven/ict/

Stehmann-Saris, J., Satink, A., Daniëls, R., Berendsen, B., Boerma, M., Janssen, J., . . . Vet, R. (2003). Ergotherapie richtlijn voor diagnostiek en behandeling van apraxie bij CVA-cliënten. Amsterdam: Hogeschool Amsterdam & Nederlandse vereniging voor ergotherapie.

Stehmann-Saris, J., van Heugten, C., Kinébanian, A., & Dekker, J. (1996). Ergotherapie protocol voor behandeling apraxie (deel 1). Nederlands tijdschrift voor ergotherapie, 51-60.

Stock, S. E., Davies, D. K., Wehmeyer, M. L., & Lachapelle, Y. (2011). Emerging new practices in technology to support independent community access for people with intellectual and cognitive disabilities. Neuro Rehabilitation, 261–269.

Stroke Foundation. (2012, juli 11). The iPad revolution. Opgehaald van Stroke Foundation: http://www.strokefoundation.com.au/blog/?tag=ipad-stroke

Stroke Survivors Tattler. (2012, juni 4). StrokePAD: Canadian Students Develop Innovative Technology For Stroke Rehabilitation. Opgehaald van Stroke Survivors Tattler: http://www.stroke-survivors.org/2012/06/strokepad-canadian-students-dev…

Van de Velde, D. (2010). Occupationeel redeneren in klinisch redeneren: comprehensief model van occupatie. Gent: Arteveldehogeschool.

Vandermeulen, J., Derix, M., Avezaat, C., Mulder, T., & van Strien, J. (2012). Niet-aangeboren hersenletsel bij volwassenen. Amsterdam: Reed Business.

Visterin, W. (2013, april 23). iPad geen hype in zorgsector. Opgehaald van ZDNet: http://www.zdnet.be/nieuws/148865/ipad-geen-hype-in-zorgsector

Vlaamse Liga NAH. (2012). Wat is NAH? Opgeroepen op mei 21, 2013, van Vlaamse Liga NAH: http://www.vlaamseliganah.be/index.php?option=com_content&view=article&…

Voermans, K. (2012, oktober 31). Cure en care effectiever door technologische doorbraken. Opgehaald van Thaesis: http://www.thaesis.nl/nl/nieuws/cure-en-care-effectiever-door-technolog…

Wikipedia. (2014, mei 29). Geschiedenis van de computer. Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_computer#Mobiele_appar…

Wikipedia. (2014, Juli 14). GSM (communicatie). Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/GSM_(communicatie)

Wikipedia. (2014, mei 25). Sterkte-zwakteanalyse. Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Sterkte-zwakteanalyse

Wilson, B. A., Emslie, H. C., Quirk, K., & Evans, J. J. (2001). Reducing everyday memory and planning problems by means of a paging system: a randomised control crossover study. Journal of Neurology, Neurosurgery & Psychiatry - BMJ Journals, 477–482.