Kleurenblind? Veldonderzoek naar het effect van politieke voorkeur op aanwervingskansen

Sybren
Parmentier

Kleurenblind? Een veldonderzoek naar het effect van politieke voorkeur op aanwervingskansen

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Economische Wetenschappen

Parmentier Sybren

De ‘moeder der verkiezingen’, zoals de regionale, federale en Europese verkiezingen op 25 mei 2014 in België vaak genoemd worden, staat vlak voor de deur. Een periode waarin enerzijds politieke partijen zelf, en anderzijds hun partijprogramma’s en standpunten over allerlei actuele thema’s en problematieken, fel gemediatiseerd en uitgedragen worden. Eveneens een periode waarin enerzijds de kiesgerechtigden opgeroepen worden om te reflecteren over hun politieke voorkeur en anderzijds waarin velen hun politieke kleur bekennen en beargumenteren waarom deze bepaalde ideologie hun voorkeur uitdraagt. Men kan zich echter afvragen of het bekennen van kleur overal geapprecieerd wordt. In deze Masterproef wordt deze stelling afgetoetst op de arbeidsmarkt. Er wordt meer bepaald nagegaan of aanwervingsdiscriminatie op basis van politieke voorkeur kan geïdentificeerd worden op de Vlaamse arbeidsmarkt. Worden sollicitanten afgestraft, of misschien zelfs beloond, indien ze hun politieke voorkeur kenbaar maken bij een sollicitatie? Bovendien is discriminatie een term die alom aanwezig is in ons dagelijks leven. De media, of zelfs persoonlijke ervaringen, tonen ons vaak van dichtbij aan hoe belangrijk deze problematiek is. Hoofdzakelijk wordt dit belang vanuit persoonlijk en meelevend standpunt kracht gegeven. Er is daarnaast echter ook een economisch verlies die gepaard gaat met discriminatoire praktijken. Werkgevers die discrimineren dragen doorgaans een hogere kost dan niet-discriminerende werkgevers, omdat ze beslissingen nemen gebaseerd op niet-productieve eigenschappen van sollicitanten en potentiële werknemers. Mede gemotiveerd vanuit bovengenoemde economische beweegredenen, het algemeen sociaal-economisch belang en de actuele relevantie van dit onderwerp, werd deze Masterproef opgesteld.

Discriminatie werd reeds onderzocht in vele vormen, waaronder op basis van etniciteit, schoonheid, seksuele geaardheid, leeftijd, handicap en geslacht. In dit onderzoek wordt discriminatie onderzocht op basis van politieke voorkeur, waarbij dit de eerste studie is die de relatie evalueert tussen politieke affiliatie en arbeidsmarktuitkomsten in een niet-communistisch land. Dit is de eerste belangrijke bijdrage van deze Masterproef. Voortbouwend op onderzoek die gebeurde in (post-)communistische landen, wordt discriminatie in deze Masterproef nagegaan in een meer democratisch landschap, namelijk in de Vlaamse arbeidsmarkt. Dit brengt ons meteen bij onze eerste en belangrijkste onderzoeksvraag: “Is er sprake van aanwervingsdiscriminatie bij individuen die hun politieke voorkeur kenbaar maken op de Vlaamse arbeidsmarkt?”

Een breed scala aan maatstaven en methodes is voorhanden om discriminatie te identificeren. Uit dit instrumentarium wordt er één methode aanzien als de meest efficiënte manier om discriminatie na te gaan: de correspondentietest. Correspondentietesten zijn veldexperimenten, en werden de laatste decennia uitgebreid gebruikt (en verfijnd) om discriminatie na te gaan in de arbeidsmarkt. In dergelijke correspondentietesten worden fictieve cv’s en sollicitatiebrieven opgesteld en gekoppeld aan individuen die de te testen discriminatiegrond weerspiegelen. Deze fictieve cv’s worden uitgestuurd naar bestaande vacatures, waarna de daaropvolgende callback wordt geregistreerd. Gezien elk kenmerk van het individu onder controle is van de onderzoeker, kunnen niet-geobserveerde variabelen geen rol spelen, waardoor werkgeversdiscriminatie duidelijk kan onderscheiden worden van andere factoren die mede kunnen verklaren waarom bepaalde individuen minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Hier ligt meteen ook onze tweede bijdrage tot de internationale literatuur. De bestaande studies die de relatie tussen politieke affiliatie en arbeidsmarktuitkomsten evalueren zijn niet in staat om de causaliteit van de relatie onomstotelijk vast te leggen, noch kunnen ze aanduiden voor welk deel van het verschil in arbeidsmarktuitkomsten tussen de groep met politieke affiliatie en zonder politieke affiliatie de verscheidene (deel)verklaringen instaan. Het uitvoeren van een correspondentietest heeft echter ook beperkingen. De belangrijkste in het kader van dit onderzoek is de beperking tot het meten van aanwervingsdiscriminatie. Discriminatie die verderop in het aanwervingsproces plaatsvindt, of discriminatie op andere tijdstippen in de carrière, kan niet geïdentificeerd worden door middel van deze methodologie.

Meer concreet worden in dit onderzoeksdesign twee cv’s van pas afgestudeerde sollicitanten uitgestuurd naar 576 vacatures, verdeeld over zes  beroepen. Zoals reeds aangehaald verschillen deze cv’s slechts op basis van de te testen discriminatiegrond, namelijk politieke voorkeur. Deze discriminatiegrond wordt duidelijk gemaakt aan de selectieverantwoordelijke door op de cv’s te vermelden dat de sollicitanten actief lid zijn van de jongerenorganisaties van de verschillende politieke partijen. Met het oog op de statistische analyses, werden de reacties van de werkgevers op een nauwkeurige manier geregistreerd. We namen hierbij een aanzienlijk aantal variabelen op die karakteristieken weerspiegelen van zowel de vacature zelf als van het bedrijf waarnaar gesolliciteerd werd. Dit stelt ons in staat onze dataset in verschillende categorieën op te delen en verschillende subpopulaties in onze dataset te identificeren. De daaropvolgende statistische analyses die we uitvoerden op onze dataset lieten ons toe om eventuele aanwervingsdiscriminatie op basis van politieke affiliatie te identificeren. Daarbovenop gingen we na of er verschillen zijn in de aanwervingsdiscriminatie tussen de verscheidene politieke voorkeuren. Meer bepaald testen we deze hypothese over zes politieke ideologieën, namelijk sociaaldemocraten (S.pa), groenen (Groen), christendemocraten (CD&V), liberalen (Open VLD), Vlaams-nationalisten (N-VA) en extreemrechtse nationalisten (Vlaams Belang). Dit brengt ons bij onze tweede onderzoeksvraag: “Is er evidentie van heterogeniteit in aanwervingsdiscriminatie op de Vlaamse arbeidsmarkt naar de verschillende politieke stromingen waartoe individuen actief geaffilieerd zijn?”

Op basis van de callbackdata, i.e. de geregistreerde reacties vanuit de werkgeverszijde, werden twee discriminatiemaatstaven berekend, namelijk de nettodiscriminatieratio en de positiefantwoordratio. Op basis van deze maatstaven kon er geen ongelijke behandeling worden vastgesteld tussen sollicitanten met politieke voorkeur en zonder politieke voorkeur. Indien we onze dataset verder opdeelden in subcategorieën (naar politieke partij, scholingsniveau, beroep, geslacht sollicitant, geslacht selectieverantwoordelijke, contractkarakteristieken en bedrijfsgrootte) bleven onze bevindingen standhouden: nergens vonden we significante waarden inzake ongelijke behandeling tussen de twee groepen. Wat de tweede onderzoeksvraag betreft, vonden we geen evidentie van heterogeniteit in aanwervingsdiscriminatie naar de verschillende politieke voorkeuren, daar alle ratio’s niet statistisch significant waren.

Concluderend, we kunnen een negatief antwoord geven op onze beide onderzoeksvragen. Er werd geen aanwervingsdiscriminatie op basis van politieke voorkeur geïdentificeerd in de Vlaamse arbeidsmarkt, noch werd er heterogeniteit vastgesteld over de verschillende politieke ideologieën heen.

Bibliografie

BRONNENLIJST

Afbeelding verwijderd.Afbeelding verwijderd.

Appleton, S., Knight, J., Song, L. en Q. Xia, 2009, ‘The Economics of Communist Party Membership: The Curious Case of Rising Numbers and Wage Premium during China’s transition’, Journal of Development Studies, Vol. 45(2), p. 256-275.

 

Arrow, K., 1973, ‘The Theory of Discrimination’, Princeton University Press, Princeton.

 

Baert, S., 2013, ‘Career Lesbians: Getting Hired for Not Having Kids?’, IZA Discussion Paper Series, nr. 7767.

 

Baert, S., Cockx, B., Gheyle, N. en C. Vandamme (te verschijnen), ‘Is There Less Discrimination in Occupations where Recruitment is Difficult?’, Industrial and Labor Relations Review.

 

Banks, M.H. en P. Ullah, 1987, ‘Political attitudes and voting among unemployed and employed youth’, Journal of Adolescence, Vol. 10, p. 201-216.

 

Becker, G. S., 1957, ‘The Economics of Discrimination’, University of Chicago Press, Chicago.

 

Bell, J., 1997, ‘Unemployment Matters: Voting Patterns during the Economic Transition in Poland, 1990-1995’, Europe-Asia Studies, Vol. 49(7), p. 1263-1291.

 

Bendick, M., Jackson, C. en V. Reinoso, 1994, ‘Measuring employment discrimination through controlled experiments’, The Review of Black Political Economy, Vol. 23, p. 25-48.

 

Bertrand, M. en S. Mullainathan, 2004, ‘Are Emily and Greg more employable than Lakisha and Jamal? A field experiment on labor market discrimination’, American Economic Review, Vol. 94, p. 991-1013.

 

Blinder, A.S., 1973, ‘Wage discrimination: Reduced form and structural estimates’, Journal of Human Resources, Vol. 8, p. 436-455.

 

Bok, S., 1978, ‘Lying: Moral Choice In Public and Private Life’, Pantheon Books.

 

Bovenkerk, F., 1992, ‘Testing discrimination in natural experiments: A manual for international comparative research on discrimination on the grounds of race and ethnic origin’, International Labour Office, Geneva.

 

Bradburn, N.M., 1983, ‘Response Effects’, in: Handbook of Survey Research, edited by Rossi, P., Wright J. and A. Anderson, New York: Academic Press, p. 289-328.

 

Brinzea, V.M. en O. Oancea, 2009, ‘Les Méthodes De Mesurage De La Discrimination’, Annals of Faculty Economics, University of Oradea, Vol. 4(1), p. 96-101.

 

Bursell, M., 2007, ‘What’s in a name? A field experiment test for the existence of ethnic discrimination in the hiring process’, Stockholm University, Center for Integration Studies, Stockholm.

 

Campos, N. en F. Coricelli, 2002, ‘Growth in Transition: What We Know, What We Don’t, and What We Should’, William Davidson Institute, Working Paper nr. 470.

 

Carlsson, M. en D.O. Rooth, 2007, ‘Evidence of ethnic discrimination in the Swedish labor market using experimental data’, Labour Economics, Vol. 14, p. 716-729.

 

Coffé, J.C. en H. van den Berg, 2011, ‘Educational and class cleavages in voting behaviour in Belgium: The effect of income, EGP class and education on party choice in Flanders and Wallonia’, Acta Politica, Vol. 47(2), p. 151-180.

 

Cusack, T., Iversen, T. en P. Rehm, 2006, ‘Risks at work: The demand and supply sides of government redistribution’, Oxford Review of Economic Policy, Vol. 22(3), p. 365-389.

 

Daniel, W., 1970, ‘Racial Discrimination in England’, Penguin Books.

 

De Beijl, R.Z., 2000, ‘Documenting Discrimination Against Migrant Workers in the Labour Market: A Comparative Study of Four European Countries’, International Labour Office, Geneva.

 

Dessens, J., Flap, H., Jansen, W. en W-J. Verhoeven, 2008, ‘Income advantages of communist party members before and during the transformation process’, European Societies, Vol. 10(3), p. 379-402.

 

De Weerdt, Y., Fonteneau, B., Loose, M., Lamberts, M., Groenez, B., Capéau, B. en A. Martens, 2009, ‘Voorstudie ter voorbereiding van een studie over de discriminatiegraad op de arbeidsmarkt’, Centrum voor de gelijkheid van kansen en racismebestrijding.

 

Dickinson, D.L. en R. Oaxaca, 2006, ‘Statistical Discrimination in Labor Markets: An Experimental Analysis’, IZA Discussion Paper Series nr. 2305, Bonn.

 

Dickson, B. en M. Rublee, 2000, ‘Membership Has Its Privileges: The Socioeconomic Characteristics of Communist Party Members in Urban China’, Comparative Political Studies, Vol. 33(1), p. 87-112.

 

Dobbin, F. en J. Sutton, 1998, ‘The strength of a weak state: the employment rights revolution and the rise of human resources management divisions’, American Journal of Sociology, Vol. 104, p. 441-476.

 

Dovidio, J., Foster, L., Hebl, M. en L. Mannix, 2002, ‘Formal and interpersonal discrimination: A field study of bias toward homosexual applicants?’, Personality and Social Psychology Bulletin, Vol. 28, p. 815-825.

 

Dovidio, J., Gaertner, S. en K. Kawakami, 2002, ‘Implicit and Explicit Prejudice and Interracial Interaction’, Journal of Personality and Social Psychology, Vol. 82, p. 62-68.

 

Drydakis, N., 2009, ‘Sexual orientation discrimination in the labour market.’ Labour Economics, Vol. 16(4), p. 364-372.

 

Drydakis, N. en M. Vlassis, 2010, ‘Ethnic Discrimination In The Greek Labour Market: Occupational Acces, Insurance Coverage And Wage Offers’, University of Manchester, Vol. 78(3), p. 201-218.

 

Duguet, E., Leandri, N., L’Horty, Y. en P. Petit, 2007, ‘Discriminations à l’embauche. Un testing sur les jeunes des banlieus d’Ile-de-France’, EPEE, Rapports et Documents, Centre d’Analayse Stratégique, Paris.

 

Erikson, R., Goldthorpe, J.H. en L. Portocarero, 1979, ‘Intergenerational Class Mobility in Three Western European Societies: England, France and Sweden’, The British Journal of Sociology, Vol. 30(4), p. 415-441.

 

Fiske, S., 2004, ‘Predicting Discrimination: A Meta-Analysis of the Racial Attitude-Behavior Literature’, Working Paper, Department of Psychology, Princeton University.

 

Fix, M., Galster, G. en R. Struyk, 1993, ‘An overview of auditing for discrimination’, The Urban Institute Press, Washington D.C.

 

Flynn, D., Jensen, J. en P. Sum, 2009, ‘Political orientations and behavior of public employees: A cross-national comparison’, Oxford University Press, Journal of Public Administration Research and Theory, p. 709-730.

 

Furnham, A., 1982, ‘Explanations for unemployment in Britain’, European Journal of Social Psychology, Vol. 12, p. 335-352.

 

Gallup, O., 1997, ‘The Gallup Poll Social Audit on Black/White Relations in the United States’, Princeton University Press, Princeton.

 

Garand, J., Parkhurst, C. and R. Seoud, 1991, ‘Bureaucrats, policy attitudes, and political behavior: Extension of the bureau voting model of government growth’, Journal of Public Administration Research and Theory, Vol. 1(2), p. 177–212.

 

Gaskell, G. en P. Smith, 1985, ‘An investigation of youth’s attributions for unemployment and their political attitudes’, Journal of Economic Psychology, Vol. 6, p. 65-80.

 

Gerber, T.P., 2000, ‘Membership Benefits or Selection Effects? Why Former Communist Party Members Do Better in Post-Soviet Russia’, Social Science Research, Vol. 29, p. 25-50.

 

Gerber, T.P., 2001, ‘The selection theory of persisting party advantages in Russia: More evidence and implications’, Social Science Research, Vol. 30, p. 653-671.

 

Groves, T., Hong, Y., McMillan, J. en B. Naughton, 1995, ‘China's Evolving Managerial Labor Market’, Journal of Political Economy, University of Chicago Press, Vol. 103(4), p. 873-892, Chicago.

 

Harisson, G.W. en J.A. List, 2004, ‘Field experiments’, Journal of Economic Literature, Vol. 42, p. 1009-1055.

 

Heckman, J. en P. Siegelman, 1993, ‘The Urban Institute Audit Studies: Their Methods and Findings’, In: Clear and convincing evidence: measurement of discrimination in America, Urban Institute Press, p. 187-258.

 

Heckman, J., 1998, ‘Detecting discrimination’, The Journal of Economic Perspectives, Vol. 12, p. 101-116.

 

Hoel, M. en O. Knutsen, 1989, ‘Social Class, Gender and Sector Employment as Political Cleavages in Scandinavia’, Acta Sociologica, Vol. 32(2), p. 181-201.

 

Iversen, T. en D. Soskice, 2001, ‘An asset theory of social policy preferences’, American Political Science Review, Vol. 95(4), p. 875-893.

 

Jacobs, D., Van der Straeten, T., Brans, M. en M. Swyngedouw, 2004, ‘De impact van het ILO-onderzoek naar discriminatie bij aanwerving op het Vlaams beleid m.b.t. tewerkstelling van allochtonen: een gevalstudie’, In: Onderzoek en Beleid: De Gevalstudie van Immigratie in België, Academia Press, p. 286-316.

 

Jann, B., 2008, ‘The Blinder-Oaxaca decomposition for linear regression models’, The State Journal, Vol. 8(4), p. 453-479.

 

Kaas, L. en C. Manger, 2012, ‘Ethnic Discrimination in Germany’s Labour Market: A Field Experiment’, German Economic Review, Vol. 13, p. 1-20.

 

Kabaj, M. en T. Kowalik, 1995, ‘Who is Responsible for Postcommunist Successes in Eastern Europe’, Transition (World Bank), Vol. 6, p. 7-8.

 

Kitschelt, H., 1994,  ‘The transformation of European social democracy’, Cambridge University Press, Cambridge.

 

Knutsen, O., 1986, ‘Political cleavages and political realignment in Norway: The New Politics thesis reexamined’, Scandinavian Political Studies, Vol. 9(3), p. 235-287.

 

Knutsen, O., 2001, ‘Social Class, Sector Employment, and Gender as Party Cleavages in the Scandinavian Countries: A Comparative Longitudinal Study, 1970-1995’, Scandinavian Political Studies, Vol. 24(4), p. 311-350.

 

Knutsen, O., 2005, ‘The impact of sector employment on party choice: A comparative study of eight West European countries’, European Journal of Political Research, Vol. 44, p. 593-621.

Kornai, J., 1986, ‘The Hungarian Reform Process: Visions, Hopes, and Reality’, Journal of Economic Literature, Vol. 24, p. 1687-1737.

 

Kristensen, O.P., 1980, ‘The logic of political-bureaucratic decision-making as a cause of governmental growth’, European Journal of Political Research, Vol. 8(2), p. 249-264.

 

Li, B., Treiman, D. en A.G. Walder, 2000, ‘Politics and Life Chances In a State Socialist Regime: Dual Career Paths into the Urban Chinese Elite, 1949 to 1996’, American Sociological Review, Vol. 65, p. 191-209.

 

Li, T. en J. Zhang, 2010, ‘What determines employment opportunities for college graduates in China after higher education reform?’, China Economic Review, Vol. 21, p. 38-50.

 

Liu, Q., 2012, ‘Unemployment and labor force participation in urban China’, China Economic Review, Vol. 23, p. 18-33.

 

Marx, P., 2013, ‘Labour market risks and political preferences: The case of temporary employment’, European Journal of Political Research.

 

McGinnity, F., Nelson, J., Lunn, P. en E. Quinn, 2009, ‘Discrimination in recruitment: Evidence from a field experiment’, The Equality Authority and The Economic and Social Research Institute, Dublin.

 

Moscovici, S., 1984, ‘The phenomenon of social representations’, in: Social Representations, Cambridge University Press, Cambridge.

 

Naughton, B., 1995, ‘Growing Out of the Plan’, Cambridge University Press, Cambridge.

 

Neumark, D., 1996, ‘Sex discrimination in Restaurant Hiring: An Audit Study’, Quarterly Journal of Economics, Vol. 11, p. 915-941.

 

Oaxaca, R., 1973, ‘Male-female wage differentials in urban labor markets’, International Economic Review, Vol. 14(3), p. 693-709

 

Pager, D., 2007, ‘The use of field experiments for studies of employment discrimination: contributions, critiques, and directions for the future’, Annals of the American Academy of Political and Social Science, Vol. 609, p. 104-133.

 

Pager, D. en H. Shepherd, 2008, ‘The sociology of discrimination: racial discrimination in employment, housing, credit and consumer markets’, Annual Review of Sociology, Vol. 34, p. 181-209.

 

Pager, D. en L. Quilian, 2005, ‘Walking the talk? What employers say versus what they do’, American Sociological Review, Vol. 70, p. 355-380.

 

Parisi, A. en G. Pasquino, 1979, ‘Changes in Italian electoral behavior: The relationship between parties and voters’, West European Politics, Vol. 2(3), p. 6-30.

Petit, P., 2007, ‘The effects of age and family constraints on gender hiring discrimination: A field experiment in the French financial sector’, Labour Economics, Vol. 14, p. 371-391.

 

Phelps, E.S., 1972, ‘The Statistical Theory of Racism and Sexism’, The American Economic Review, Vol. 62(4), p. 659-661.

 

Rehm, P., 2009, ‘Risks and redistribution: An individual-level analysis’, Comparative Political Studies, Vol. 42(7), p. 855-881.

 

Riach, P. en J. Rich, 1991, ‘Testing for sexual discrimination in the labour market.’, Cambridge Journal of Economics, Vol. 15, p. 239-256.

 

Riach, P. en J. Rich, 2002, ‘Field experiments of discrimination in the market place’, The Economic Journal, Vol. 112, p. 480-518.

 

Riach, P. en J. Rich, 2004, ‘Deceptive field experiments of discrimination: Are they ethical?’, Kyklos, Vol. 57, p. 457-470.

 

Rooth, D.O., 2007, ‘Evidence of Unequal Treatment in Hiring against Obese Applicants: A Field Experiment’, IZA Discussion Paper Series, nr. 2775.

 

Ruffle, B. en Z. Shtudiner, 2010, ‘Are good-looking people more employable?’, Monaster Center for Economic Research Discussion Papers, nr. 6.

 

Schiller, B., 2004, ‘The economics of poverty and discrimination’, Ethnic and Racial Studies, Vol.6(1), p. 111-118, Pearson Prentice hall, 9th edition.

 

Spotts, F. en T. Weiser, 1986, ‘Italy: A difficult democracy. A survey of Italian politics’, Cambridge University Press, Cambridge.

 

Qian, Y., 2002, ‘How Reform Worked in China’, William Davidson Institute, Working Paper nr. 473.

 

Shleifer, A. en D. Triesman, 1999, ‘Without a Map: Political Tactics and Economic Reform in Russia’, MA: The MIT Press, Cambridge.

 

Tepe, M., 2012, ‘The public/private sector cleavage revisited: The impact of government employment on political attitudes and behavior in 11 West European countries’, Public Administration, Vol. 90(1), p. 230-261.

 

Valsamis, D. en K. Van den Broeck, 2010, ‘De perceptie van jongeren op de arbeidsmarkt en de rol van uitzendarbeid’, Idea Consult, Brussel.

 

Walder, A.G., 2003, ‘Elite opportunity in transitional economies’, American Sociological Review, Vol. 68, p. 899-916

 

Weichselbaumer, D., 2003, ‘Sexual orientation discrimination in hiring’, Labour Economics, Vol. 10, p. 629-642.

 

Wei, S-J., 1997, ‘Gradualism versus Big Bang: Speed and Sustainability of Reforms’, Canadian Journal of Economics, Vol. 30(4), p. 1234-1247.

 

Download scriptie (1.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014