PICTURAAL PRONKEN - DE HANGER IN DE PORTRETKUNST TIJDENS DE NEDERLANDSE RENAISSANCE

Laurence
Ostyn

Bij het horen van de term Renaissance wordt vaak gedacht aan waardige Italiaanse meesters, als Rafael en Michelangelo, die zich mateloos laten inspireren door de teruggevonden tradities van de Klassieke Oudheid. Maar ook in onze regio’s deed de Antieke traditie haar intrede en was haar invloed voelbaar tot ver buiten de grenzen van de beeldende kunst en architectuur. Dankzij de vele studiereizen van kunstenaars naar Italië en de grote verspreiding van de boekdrukkunst heerst er in het dagelijkse leven tijdens de 16de eeuw een cultureel enthousiasme, waardoor de Renaissance meer is dan enkel een stijlkenmerk. Het is een levensvisie waarin de mens voor het eerst na de lange duistere periode van de Middeleeuwen onder het vernieuwende humanistisch gedachtegoed centraal geplaatst wordt. Hierdoor ontstaat een ongekende culturele bloei met aandacht voor individualiteit, kwaliteit en originaliteit. De groeiende idee van autonome identiteit zorgt ervoor dat de portretkunst tijdens de Renaissance een ongekende opleving kent. Door de persoonlijke verheerlijking die samenhangt met de representatie van de sociale status van de geportretteerde, ontstaat er binnen de 16de eeuwse portretkunst een tweestrijd omtrent de idealisering en de fysionomische gelijkenis van de afgebeelde. Het weergeven van de macht en de welgesteldheid van de geportretteerde wordt kracht bijgezet door de toevoeging van allerhande luxeartikelen, zoals sieraden met kostbaar goudsmeedwerk en grote edelstenen. Hierdoor is de pronkzucht binnen de 16de eeuwse portretkunst niet meer te stuiten. Op het eerste zicht lijken deze kostbaarheden gestandaardiseerde objecten, maar nader onderzoek, in onder meer de gehanteerde thematiek, toont aan dat ze een persoonlijke expressie vormen.

Het voorkomen van sieraden in de portretkunst is een belangrijke bron voor het bestuderen van de ontwikkeling van de eigentijdse juweelkunst. Ondanks de grote belangstelling voor sieraadkunst tijdens de 16de eeuw is er slechts een kleine hoeveelheid renaissancesieraden overgeleverd. Dit fenomeen is enerzijds te wijten aan de voortdurende veranderingen in de mode, waardoor juweelontwerpen aangepast worden aan de eigentijdse smaken, en anderzijds aan de economische waarde die tijdens de Renaissance aan de juwelen toegeschreven wordt. Zo is het tijdens de 16de eeuw niet vreemd om sieraden aan de huisbaas over te leveren om schulden weg te werken en worden juweelontwerpen vaak tijdens de Renaissance reeds ontmanteld om de kostbare materialen als monetaire eenheid te verhandelen.

Een eerste onderzoeksresultaat binnen de studie van de sieraadkunst op de portretkunst heeft betrekking tot de diverse evoluties van de juweelontwerpen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Deze diversiteit binnen beide regio’s spruit voort uit de verschillende religies en heeft enkel betrekking tot de eigenlijke overgeleverde sieraden. Zo kennen de juweelontwerpen in het zuiden een rijkelijke uitwerking en heerst er een grote voorliefde voor heiligenrepresentaties ten gevolge van het Katholicisme. In tegenstelling tot deze bombastische vormentaal wint de sobere uitvoering van sieraden in het noorden onder het piëtistisch Protestantisme aan belang en geldt er omwille van het verbod op heiligenafbeeldingen een voorkeur voor suggestieve verwijzingen naar het geloof. Hoewel deze uitersten binnen de overgeleverde sieraden duidelijk zichtbaar zijn, is de diversiteit van de sieraadkunst op de portretkunst verwaarloosbaar. De beeldendevotie die prominent voorkomt in de overgeleverde juweelontwerpen uit het zuiden is op de portretkunst haast afwezig. Dit ontbreken kan enerzijds toegeschreven worden aan de vertraging in de evolutie van de sieraden op de portretten in vergelijking met de eigenlijke overgeleverde juwelen. En anderzijds kan de afwezigheid verklaard worden door het feit dat men tijdens de Renaissance eerder dan aan de figuratieve uitwerking van een ontwerp meer belangstelling hecht aan de grootte en het aantal edelstenen. Dit is onder meer te zien in de eigentijdse boedelinventarissen en testamenten waarbij hogere prijzen worden toegeschreven aan sieraden met opzichtige edelstenen. Naast de afwezigheid van de heiligenrepresentatie is ook de piëtistische vormentaal van sieraden uit het noorden op de portretkunst relatief. Dit fenomeen is te wijten aan de context van de ontplooiing van het individu en het uitstralen van sociale status via portretkunst, waardoor er ook rijkelijke sieraden op de portretten uit het noorden worden weergegeven.

Behalve de grootte en de luxueuze uitvoering van sieraadontwerpen is ook de ostentatie van het juweel op het portret belangrijk bij het bestuderen van sieraadkunst in relatie tot de zoektocht naar identiteit. Zo kan de aanwezigheid van een sieraad mogelijk versterkt worden door de centralisering ervan, de positie van de handen, het al dan niet voorkomen van overige luxeartikelen en het kleurencontrast. Een illustratie van de associatie tussen de sociale status en de ostentatie van een juweel is terug te vinden op de portretten met de afbeelding van een geurbol of pomander. Deze zogenaamde pomanderportretten laten het juweel opzichtig zien en zijn tijdens de 16de eeuw geliefd bij vrouwen zonder adellijke titel om legitimatie van hun macht en sociale status bij de kijker te berokkenen. De keuze voor het afbeelden van de pomander is voor de hand liggend, aangezien dit sieraadontwerp de twee duurste producten in tijden van de Renaissance bevat, namelijk kruiden en edelmetalen.

Een laatste onderzoeksresultaat handelt over de invloed van de Klassieke Oudheid op de ontwikkeling van de sieraadkunst. Net als de andere kunstvormen kent ook de juweelkunst tijdens de 16de eeuw een ongekende bloei en speelt de vormentaal van de Renaissance een prominente rol. Een belangrijke opmerking die hier gemaakt dient te worden is dat de juwelen uit de Klassieke Oudheid tijdens de 16de eeuw nog niet gekend zijn en de Antieke Traditie bijgevolg geen rechtstreekse invloed uitoefent op de sieraadkunst. De invloed van de Klassieke Oudheid is dus indirect en resulteert uit de architectuur, schilder- en beeldhouwkunst. Hierdoor ontstaat er een grote affiniteit tussen de verschillende kunstvormen en creëren grote meesters onder het idee van de Homo Universalis sieraadontwerpen. Deze ontwerpen worden opgenomen in modelboeken die door de grote bloei van de boekdrukkunst een wijde verspreiding kennen. Naast de grote impact van de modelboeken voor sieraden oefenen ook traktaten over andere kunstvormen, zoals de geschriften van Hans Vredeman de Vries, een grote invloed uit op de vormentaal van de sieraadkunst. Dit zorgt ervoor dat de juweelkunst net als de andere kunstvormen uit de 16de eeuw deelneemt aan de uniforme vormentaal van de Renaissance. 

Bibliografie

PRIMAIRE BRONNEN

 

·       Andriessen, Jos. Antwerpen in de 16de eeuw. Antwerpen: Mercurius, (1975).

 

·       Andriessen, Jos. Keersmaekers. August Albert. Lenders, Piet. Cultuurgeschiedenis in de Nederlanden van de Renaissance naar de Romantiek. Leuven: Acco (1986).

 

·       Bari, Hubert en Sautter, Violaine. Diamonds: In the Heart of the Earth, in the Heart of Stars, at the Heart of Power. Parijs: Vilo, (2001).

 

·       Bayer, Patricia. et al, Juwelen Bronnenboek. Houten: Van Dishoeck, (1990).

 

·       Bimbenet-Privat, Michèle. Distelberger, Rudolf. Kugel, Alexis. Joyaux Renaissance: une splendeur retrouvée. Parijs: J. Kugel, (2000).

 

·       Black, J. Anderson. Garland, Madge. A History of Fasion. Londen: Orbis, (1978).

 

·       Blockmans, Wim. (red) Pleij, Herman. (red) Plaatsen van Herinnering; Nederland van Prehistorie tot Beeldenstorm. Amsterdam: Bert Bakker, (2007).

 

·       Blom, J.C.H.. Lamberts, E. Geschiedenis van de Nederlanden. Rijkswijk; Universitaire Pers Rotterdam, (1993).

 

·       Boer, D.E.H. de. (red) Het Noorden in het midden: opstellen over de geschiedenis van de Noord-Nederlandse gewesten in de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Assen: Van Gorcum, (1998).

 

·       Bolman, J. Handboek voor Edelsteenkunde. Amsterdam: Paris, (1950).

 

·       Boggrefe, Heiner. (red) Fusenig, Thomas. (red) Uppenkamp, Barbara. (red) Tussen stadspaleizen en luchtkastelen; Hans Vredeman de Vries en de Renaissance. Gent-Amsterdam: Ludion, (2002).

 

·       Burckhaerdt, Jacob. De cultuur der Renaissance in Italië. Utrecht: Het Spectrum, (2008).

 

·       Campbell, Gordon. The Grove Encyclopedia of Decorative Arts. Oxford: University Press, (2006).

 

·       Castiglione, Baldassare. Haakman, Antione. (vert) Het boek van de hoveling. Amsterdam: Contact, (1991).

 

·       Crowe, Judith. Handboek Edelstenen en Sieraden. Baarn: Tirion, (2007).

 

·       Dalmases, Nura de. “La orfebrerìa barcelonesa del siglo XVI a través de los Llibres de Passanties.” D’Art; Universidad de Barcelona Departamento de Historia del Arte 3/4. (1977): 5-30.

 

·       Detremmerie, Marijke. Magie van de edelsmeedkunst. Antwerpen: Pandora, (2000).

 

·       Duerloo, Luc. Janssens, Paul. Scufflaire, Andrée. Wapenboek van de Belgische adel: van de 15de tot de 20ste eeuw. Brussel: Gemeentekrediet, (1992).

 

·       Evans, Joan. A History of Jewellery; 1100-1870. Londen: Faber, (1970).

 

·       Filedt Kok, Jan Piet. Halsema-Kubes, Willy. Kloek, Wouter Theodoor (reds.). Kunst voor de Beeldenstorm; Noordnederlandse kunst 1525-1580. ’s-Gravenhage: Staatsuitgeverij, (1986).

 

·       Froideville, G.H.A. Monod de. Titulatuurgids. Den Haag: Sdu, (2005).

 

·       Gans, M.H.. Juwelen en Mensen; De geschiedenis van het bijou van 1400 tot 1900, voornamelijk naar Nederlandse bronnen. Amsterdam: J.H. de Bussy, (1961).

 

·       Gans, M.H.. Geschiedenis van het Nederlands Zilver. Amsterdam: De Bussy, (1958).

 

·       Gelder, H.A. Enno van. Gegevens betreffende roerend en onroerend bezit in de Nederlanden in de 16de eeuw. ’s Gravenhage: Nijfhoff, (1972).

 

·       Giltay-Nijssen, L.. Pouwels, Pieter. Juwelen. Bussum: Van Dishoeck, (1961).

 

·       Guadalupi, Gianni. Goud, Zilver en Juwelen. Lisse: Zuid Boekprodukties, (1999).

 

·       Gübelin, Eduard. Edelstenen; Orbis Pictus. Gent: Daphne, (1995).

 

·       Guicciardini, Ludovico. Beschrijving van de Nederlanden. Arnhem: Jan Janszoon, (ca. 1617).

 

·       Guicciardini, Ludovico. Beschryving van Antwerpen. Tienen: Ripova, (1995),

 

·       Hackenbroch, Yvonne. Renaissance Jewellery. Londen München: Sotheby Parke Bennett Verlag C.H. Beck, (1979).

 

·       Hall, Cally. Handboek Edelstenen. Baarn: Tirion, (2009).

 

·       Havelaar, Just. Het Portret Door de Eeuwen Heen. Arnhem : Van Loghum Slaterus, (1930).

 

·       Hollstein, F.W.H. Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts ca. 1450-1700. Amsterdam: Hertzberger, (1954).

 

·       Hoogland, Wittert van. De Nederlandsche Adel, omvattende alle Nederlandsche adellijke geslachten in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden met een historisch overzicht voorafgegaan door de genealogiën van het koninklijk huis. Vol 1. ’s Gravenhage: Van Stockum, (1913).

 

·       Hugh, Tait (ed.). 7000 Years of Jewellery. London: British Museum Press, (1986).

 

·       Janssens, Paul. De evolutie van de Belgische adel sinds de late middeleeuwen. Brussel: Dexia, (1998).

 

·       Kanz, Roland. Portretten. Hong Kong: Taschen, (2009).

 

·       Kelleher, Bradford D.. The Jack and Belle Linsky Collection In The Metropolitan Museum of Art. New York: Metropolitan Museum of Art, (1984).

 

·       Kockelbergh, Iris. et al. The Brilliant Story of Antwerp Diamonds. Antwerpen: MIM, (1992).

 

·       Koot, Dop. Zwaan, Gert de. Vaktheorie Goudsmeden. Schoonhoven: Zadkine, (1992).

 

·       Kreenen, Jan Jacob. Sack, Albert von. Beschrijving van alle landen, staten en rijken der aarde: aardrijkskundig handboek volgens de jongste toestanden. Vol. 3. Zwolle: Van Hoogstraten en Gorter, (1867).

 

·       Lenaerts, Kris (red.). Art Nouveau België. Catalogus tentoonstelling in het Paleis voor schone kunsten Brussel 19.12.1980 tot 15.02.1981. Brussel: Vereniging voor tentoonstellingen van het Paleis voor Schone Kunsten Brussel, (1980).

 

·       Leopold, J.H.. Vincent, Claire. “An Extravagant Jewel: The George Watch.” Metropolitan Museum Journal 35. (2000): 137-149.

 

·       Madden, Frederic. Privy purse expenses of the Princess Mary, daughter of King Henry the Eight, afterwards Queen Mary. Londen: W. Pickering, (1831).

 

·       Mander, Karel van. Mirande, A.F. (ed) Overdiep, Gerrit Siebe. (ed) Het schilderboek van C. Van Mander: het leven der doorluchtige Nederlandsche en Hoogduitsche schilders. Amsterdam: Wereldbibliotheek, (1946).

 

·       Martens, Maximiliaan P.J.. Huvenne, Paul. Ainsworth, Maryan Wynn. Blockmans, Wim. Brugge en de Renaissance: van Memling tot Pourbus. Brugge: Stichting Kunstboek, (1998).

 

·       McCrory, Martha. “Cameos and Intaglios.” Art Institute of Chicago Museum Studies 25. (2000): 55-67, 105-106.

 

·       Mirandola, Pico della. Rede over de menselijke waardigheid. Groningen: Historische Uitgeverij, (2008).

 

·       Mulder, Liek (red.). Lexicon; Geschiedenis van Nederland en België. Antwerpen: Kosmos-ZK Uitgevers, (1994).

 

·       N.B. Het Boek Judith. Bussum: Kroonder, (1946).

 

·       Nierop, H.K.F. van. Van ridders tot regenten: de Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw. Amsterdam: De Bataafse Leeuw, (1990).

 

·       Os, Henk Van. Kok, Jan Piet Filedt. Luijten, Ger. et al. Nederlandse kunst in het Rijksmuseum 1400-1600. Zwolle: Waanders, (2000).

 

·       Parshall, Peter. “Kunst en Reformatie in de Noordelijke Nederlanden – enkele gezichtspunten. Bulletin van het Rijksmuseum 35. nr 3. (1987): 164-175.

 

·       Pauwel, Henri. Het Gulden Vlies; vijf eeuwen kunst en geschiedenis. Brugge: Stadsbestuur, (1962).

 

·       Plinius De Oudere. Bostock John. (vert) Riley, Henry Thomas. (vert) The Natural History of Plinius. Vol. 6. Princeton: H.G. Bohn, (1857).

 

·       Radersma, J.R. (red.). De Bijbel. Heerenveen: Jongbloed, (1994).

 

·       Redmer, Alma. Gietman, Conrad. Mensema, Albert. Adel en Heraldiek in de Nederlanden: identiteit en representatie. Hilversum: Verloren, (2012).

 

·       Reiter, Silke. Hornick, Erasmus: Ein Goldschmied, Radlerer und Zeichner des 16. Jahrhunderts. Regensburg: Schnell & Steiner, (2012).

 

·       Rodini, Elizabeth. “Functional Jewels.” Art Institute of Chicago Museum Studies 25. (2000): 76-78, 106.

 

·       Rouck, Thomas de. Nederlandtsche Herault. Handzame: Familia et Patria, (1970).

 

·       Saunders and Otley. The manual of rank and nobility, or Key to the peerage : containing the origin and history of all the various titles; orders, and dignities, hereditary honours, peculiar privileges, heraldic distinctions, rights of inheritance, degrees of precedence, court etiquette, &c., &c. of the British nobility: with the origin and history of the royal titles, prerogatives, ceremonies, great officers of state and of His majest's household, &c., &c. Collected from the best authorities. Londen: Saunders and Otley, (1832).

 

·       Scarisbrick, Diana. Portret Jewels; Opulence and Intimacy form the Medici to the Romanovs. Londen: Thames & Hudson, (2011).

 

·       Scarisbrick, Diana. Vachaudez, Christophe. Walgrave, Jan. Schitterend Europa; Juwelen uit Europese vorstenhuizen. Brussel: Mercatorfonds, (2007).

 

·       Schneider, Norbert. Schilderkunst; Meesterwerken uit de Europese portretschilderkunst 1420-1670. Keulen: Taschen, (1995).

 

·       Schumann, Walter. Tirions Gids van Edel- en Sierstenen. Baarn: Tirions, (1988).

 

·       Seymour, Slive. Dutch Painting 1600-1800. New Haven: Yale University Press, (1995).

 

·       Soden-Smith, R.H.. “Notes on Pomanders.” The Archeological Journal 31. (1874): 337-343.

 

·       Stad Brugge. Het Gulden Vlies; vijf eeuwen kunst en geschiedenis. Brugge: Stadsbestuur van Brugge, (1962).

 

·       Stenchlak, M.W. Renaissance architektuur in de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden in de 16de en 17de eeuw. Rijswijk: Elmar, (1985).

 

·       Stighelen, Katlijne Van der. Hoofd- en bijzaak: portretkunst in Vlaanderen van 1420 tot nu. Leuven: Davidsfonds, (2008).

 

·       Terlinden, Charles. Het Gulden Vlies; vijf eeuwen kunst en geschiedenis. Brugge: Stadsbestuur, (1962).

 

·       Turner, Jane. The Dictionary of Art. vol. 17. New York: Grove, (1996).

 

·       Vandewalle, André. Hanzekooplui en Medicibankiers; Brugge, wisselmarkt van Europese culturen. Oostkamp: Stichting Kunstboek, (2002).

 

·       Vandenbroeck, Paul. (ed.) Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen 2002. Antwerpen: KMSKA, (2002).

 

·       Vermeersch, Valentin. Brugge en Europa. Antwerpen: Mercatorfonds, (1992).

 

·       Vlieghe, Hans. Flemish Art and Architecture 1585-1700. New Haven: Yale University Press, (1998).

 

·       Walgrave, Jan. Sieraad: Symbool en signaal. Antwerpen: Provincie Antwerpen, (1995).

 

·       Woodall, Joanna (ed.). Portraiture Facing the subject. Manchester: Manchester University Press, (1970).

 

·       Woodall, Joanna. Anthonis Mor: Art and Authority. Zwolle: Waanders, (2007).

 

·       Wypyski, Mark. “The Neptune Pendant: Renaissance Jewel of Nineteenth-Century Invention?.” The Metropolitan Museum of Art Bulletin 67. (2009): 33-39.

 

 

SECUNDAIRE BRONNEN

 

·       Ainsworth, Maryam Wynn. (ed) Early Netherlandish painting at the crossroads; a critical look at current methodologies. New Haven: Yale University Press, (2001).

 

·       Annoscia, Enrico. Biscione, Marco. Bossaglia, Rossana. Kunst: Wereldgeschiedenis. Tielt: Lannoo, (2000).

 

·       Baarsen, R.,J.. Berger, G., Van. Juwelen 1820-1920. Amsterdam: Rijksmuseum, (1990).

 

·       Balis, Arnout.et al, De Vlaamse schilderkunst in het Kunsthistorisches Museum te Wenen. Antwerpen: Mercatorfonds, (1987).

 

·       Becker, Vivienne. Art Nouveau Jewelry. Londen: Thames and Hudson, (1985).

 

·       Beeck, Jan Op De. Bruyn, Eric De. Weinen, Ward. De zotte schilders: moraalridders van het penseel rond Bosch, Bruegel en Brouwer. Gent: Snoeck, (2003).

 

·       Bodson, Bernadette. Geschiedenis van de schilderkunst in België: van de 14de eeuw tot vandaag. Brussel: La Rénaissance du Livre, (1995).

 

·       Borchert, Till-Holger. Van Eyck tot Dürer: De Vlaamse Primitieven en Centraal-Europa 1430-1530. Tielt: Lannoo, (2010).

 

·       Briels, Jan. Vlaamse schilders en de dageraad van de Hollandse Gouden Eeuw 1585-1630. Antwerpen: Mercatorfonds, (1997).

 

·       Briels, Jan. Vlaamse schilders in het noorden in het begin van de Gouden Eeuw. Brussel: Kredietbank, (1978).

 

·       Buhler, Kathryn. “The Frank Brewer Bemis Collection of Silver.” The Burlington Magazine 34. (1936): 78-83.

 

·       Campbell, Lorne. et al. De Vlaamse Primitieven. Leuven: Davidfonds, (1994).

 

·       Castelfranchi Vegas, Liana. Vlaanderen en Italië: Vlaamse Primitieven en Italiaanse Renaissance. Antwerpen: Mercatorfonds, (1984).

 

·      Christiansen, Keith. et al. The Renaissance portrait: From Donatello to Bellini. New Haven: Yale University, (2011).

 

·      Cocks, Anna Somers. Truman, Charles. “The Thyssen-Bornemisza Collection: Renaissance Jewels, Gold Boxes and Objects de vertu.” The Burlington Magazine 127. (1985): 45-46.

 

·       Daenens, Lieven. De Art Nouveau verzameling uit het Museum voor Sierkunst te Gent. Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon, (1981).

 

·       Drayman-Weisser, Terry. Wypyski, Mark. “Fabulous, Fantasy, or Fake? An Examination of the Renaissance Jewelry Collection of the Walters Art Museum.” The Journal of the Walters Art Museum 63. (2005): 81-102.

 

·       Fiell, Charlotte en Peter. Design van de 20e eeuw. Keulen: Taschen, (2005).

 

·       Floud, Peter. Art Nouveau. In: The Burlington Magazine. Vol 94. nr. 586, (1952).

 

·       Föhl, Thomas. Neumann, Antje. Interior Design and Decorative Arts; A catalogue raisonné in six volumes. Volume I: Works in Metal. Leipzig: E.A. Seemann, (2009).

 

·       Gils, J.B.F. van. “Conrad Faber, or the Master of the Holzhausen Portraits.” The Burlington Magazine for Connoisseurs 70. (1937): 146.

 

·       Guratzsch, Herwig. Drie eeuwen schilderkunst in de Lage Landen 1400-1700. Amerongen: Gaade, (1979).

 

·       Haslam, Malcolm. Art Nouveau: ontstaan, ontwikkeling en opleving. Alphen aan den Rijn: Atrium, (1989).

 

·       Hout, Nico Van. Vlaamse Primitieven: de mooiste tweeluiken. Gent: Ludion, (2007).

 

·       Hugh, Tait. “The Demidoff St Thomas Pendant.” The Burlington Magazine 136. (1994): 893-840.

 

·       Koldeweij, Jos. et al. De Schilderkunst der Lage Landen. Amsterdam: University Press, (2006-2007).

 

·       Kugel, Alexis. Joyaux Renaissance: une splendeur retrouvé. Parijs: J. Kugel, (2000).

 

·       Loze, Pierre. België Art Nouveau: van Victor Horta tot Antoine Pompe. Gent: Snoeck-Ducaju, (1991).

 

·       Middeldorf, Ulrich. “A Renaissance Jewel in a Baroque Setting.” The Burlington Magazine 118. (1976): 156-158.

 

·       Miliken, William. “A Hat Jewel of the Renaissance.” The Bulletin of the Cleceland Museum of Art 26. (1939): 121-122.

 

·       Orey, Leonor d’. Pimentel, Antonio Filipe. Tover van edelsteen: Juwelen van de 16de tot de 19de eeuw. Catalogus tentoonstelling in de KB Galerij Brussel september-december 1991. Gent: Snoeck-Ducaju & Zoon, (1991).

 

·       Roberts-Jones, Philippe. Le dictionaire des peintres belges du 14e à nos jours. Brussel: La Rénaissance du Livre, (1995).

 

·       Rynck, Patrick De. Dit is België: in tachtig meesterwerken. Amsterdam: Athenaeum-Polak en Van Gennep, (2010).

 

·       Seidmann, Gertrud. “Victoria and Albert Museum Princely Magnificence; Court Jewels of the Renaissance 1500-1630.” The Burlington Magazine 122. (1980): 850-851.

 

·       Shulof, Suzanne. Glittering Forms – The Art Nouveau Jewelry. In: Art Journal. Vol. 20. nr. 2, (1960-1961).

 

·       Sanna, Angela. Visual Encyclopedia of Art; Art Nouveau. Florence: Scala, (2009).

 

·       Strydonck de Burkel, Rolende, van. Art Nouveau juwelen in Europa. Tielt: Lannoo, (1998).

 

·       Visscher, Hans De (red.). Kijken naar schilders uit de Lage Landen: Van Eyck, Memling, Bosch, Bruegel, Rubens, Ensor, Latemse schilders, Magritte, Raveel. Gent: Ludion, (2006).

 

·       Vlieghe Hans. et al. Vlaamse Meesters: zes eeuwen schilderkunst. Leuven: Davidfonds, (2004).

 

·       Voorde, Urban, van de. Vorm en Geest. Leuven: Davidsfonds, (1939).

 

·       Wegen, D.H. Van. Het Vlaamse Schilderkunstboek. Zwolle: Waanders, (2005).

 

·       Wundarm, Manfred. Renaissance. Keulen: Taschen, (2009).

 

 

ONLINE BRONNEN

 

·       Artble, “Afbeelding Bronzino – Eleonora van Toledo met haar zoon Giovanni.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.artble.com/artists/agnolo_bronzino.

 

·       Art Institute Chicago, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.artic.edu/aic/collections/artwork/.

·       Bridgeman Art Culture History, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.bridgemanart.com/.

 

·       Brugge, “Vorstelijk Verzameld.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.brugge.be/internet/nl/content/files/musea/nl/Persdossier_VV_….

 

·       Europeana, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.europeana.eu/portal/.

 

·       Getty Search, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.getty.edu/Search/.

 

·       J-Stor, “Database.” Laatst geraadpleegd op 23 mei 2014,

www.jstor.org.

 

·       Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.opac-fabritius.be/nl/F_database.htm.

 

·       Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.kmska.be/nl/collectie/catalogus/.

 

·       Lib-Art, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.lib-art.com/art-prints/.html.

 

·       Lukasweb, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.lukasweb.be/nl/search/content/.

 

·       Metropolitan Museum New York, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.metmuseum.org/search-results?ft=&x=13&y=6.

 

·       Museo Casa Giorgione, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,  http://www.museocasagiorgione.it/index.php?area=1&page=26.

 

·       Museo Thyssen Bornemisza, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013, 

http://www.museothyssen.org/en/validation/resultados_buscador.

 

·       National Gallery Londen, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013, http://www.nationalgallery.org.uk/search?q=&x=23&y=9.

 

·       National Gallery of Art, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.nga.gov/content/ngaweb/research.html.

 

·       Openbaar Kunstbezit Vlaanderen, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.tento.be/.

 

·       RKD, “Archieven.” Laatst geraadpleegd op 29 juli 2014.

www.rkd.nl/nl/

 

·       RKD, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 23 mei 2014,

www.rkd.nl/nl/

 

·       Rijksmuseum Amsterdam, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 25 mei 2014,

https://www.rijksmuseum.nl/nl/.

 

·       Staatliche Museen Berlijn, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.smb.museum/smb/home/index.php.

 

·       Terminartors, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.terminartors.com/.

 

·       Vereniging Rembrandt, “Catalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.verenigingrembrandt.nl/146/zoek-resultaten/?query=.

 

·       Vlaamse Kunstcollectie, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013

http://vlaamsekunstcollectie.be/nl/collectie.aspx.

 

·       Web Gallery of Art, “Collectiecatalogus.” Laatst geraadpleegd op 27 mei 2013,

http://www.wga.hu/index1.html.

 

 

ONGEPUBLICEERDE BRONNEN

 

·      Archivalia uit de verzameling de Cock de Rameyen, 1515-1860, toegangsnummer Z0/001 nr. 76

Notarisakte betreffende het beheer van de goederen van de kinderen van wijlen Johan vander Bruggen en Kathryne Stuerlynck, door hun voogden Joost Frantz, Lodewich Stuerlynck, Lodwich vander Bruggen en Johan Stempell, 1540.

Doos 62-88

 

·      Archivalia uit de verzameling de Cock de Rameyen, 1515-1860, toegangsnummer Z0/001 nr. 86

Stukken betreffende de nalatenschap van Lambrecht Backhuijs en Oda van Herckenrade uit Maastricht, s.d. (16de eeuw) en 1602.

Doos 62-88

 

·      Archivalia uit de verzameling de Cock de Rameyen, 1515-1860, toegangsnummer Z0/001 nr. 87

Stukken betreffende de nalatenschap van Jacques, Hendrick en Cornelis Huysmans, 1662.

Doos 62-88

 

·      Archivalia uit de verzameling de Cock de Rameyen, 1515-1860, toegangsnummer Z0/001 nr. 120

Boedelbeschrijving en kaveling van de nalatenschap van Merten de Man, 1580.

Doos 91-134

Download scriptie (799.44 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014