Inzetbaarheid en verloop: De modererende rol van persoon-organisatie fit en continuerende betrokkenheid

Maxime
Crab

Vlaamse KMO’s en hun personeelsverloop: effectieve retentiemiddelen.

Stel, u bent de leidinggevende van een KMO gevestigd in het centrum van de stad Antwerpen. De zaken gaan goed waardoor het belangrijk is uw concurrentiële positie op de arbeidsmarkt te behouden en/of te verbeteren. Omwille van deze reden is het noodzakelijk dat u investeert in uw personeel. Op die manier zijn en blijven uw werknemers inzetbaar binnen de eigen organisatie en dragen ze bij tot het behalen van de bedrijfsdoelstellingen. Simpel zo lijkt het, maar er is een keerzijde aan dergelijke investeringen in eigen personeel. De activiteiten die u onderneemt om uw werknemers inzetbaarheid te garanderen binnen het huidige bedrijf zorgen ervoor dat uw werknemers ook meer inzetbaar worden buiten de onderneming. Met als gevolg dat het risico ontstaat dat een werknemer, door uw investeringen, meer kansen op de externe arbeidsmarkt waarneemt en hierdoor geneigd zal zijn om de organisatie te verlaten. Dit maakt dat investeren in personeel voor een werkgever niet langer zo eenvoudig is. De angst voor het verliezen van goede werknemers zorgt vandaag de dag dat bedrijven niet altijd bereid zijn om investeringen in het personeel te ondernemen. Maar wat kan u, als werkgever, nu doen om er voor te zorgen dat uw inzetbare werknemers in uw organisatie willen blijven zodat investeringen niet langer uitgesloten blijven?

In een dynamische economie, waar ook onze arbeidsmarkt vandaag door gekenmerkt wordt, is een levenslange tewerkstelling bij één werkgever niet langer de garantie. Werknemers moeten voortaan inzetbaar zijn en blijven om een succesvolle carrière te waarborgen. Zowel werkgever als werknemer dragen hiervoor de verantwoordelijkheid. Tot op heden wordt deze gedeelde verantwoordelijkheid langs de kant van de werkgevers niet altijd genomen, uit angst dat door dergelijke investeringen werknemers meer tewerkstellingsmogelijkheden buiten het bedrijf gaan waarnemen met een grotere verloopintentie tot gevolg. Dit wordt ook wel de management- of employability-paradox genoemd.

Vertrekkend vanuit de literatuur wordt de ingeschatte kans op werk door de werknemer op de externe arbeidsmarkt i.e. gepercipieerde externe inzetbaarheid, theoretisch beschouwd als één van de belangrijkste voorspellers voor de verloopintentie. Hoe meer tewerkstellingskansen een werknemer waarneemt buiten het bedrijf, hoe groter zijn/haar intentie zal zijn om de organisatie te verlaten. Verrassend zijn de resultaten in de praktijk, waar het verband tussen beide variabelen positief maar zwak is. Dit betekent dat niet iedereen die zichzelf hoog inzetbaar schat op de externe arbeidsmarkt het voornemen heeft om de organisatie te verlaten.

Om een antwoord te krijgen op de vraag welke rol de organisatie speelt in de relatie tussen de gepercipieerde externe inzetbaarheid en de verloopintentie, werd in dit onderzoek de focus gelegd op twee factoren. Het gaat om factoren waar een bedrijf op kan inspelen en die werknemers aan de eigen organisatie binden. Enerzijds werd onderzoek gevoerd naar het effect van persoon-organisatie fit, beschreven als de overeenkomst tussen de persoonlijke kenmerken van een werknemer en de kenmerken van een organisatie waarin deze werknemer actief is. Meer specifiek kenmerken zoals waarden en doelen. Anderzijds werd ook onderzoek gevoerd naar het effect van continuerende betrokkenheid, gedefinieerd als de gebondenheid van een werknemer aan een organisatie omwille van de kosten die een werknemer waarneemt wanneer hij/zij de organisatie zou verlaten.

De resultaten, verkregen via een enquête bij bedienden in Vlaamse KMO’s, tonen aan dat als een werknemer meer tewerkstellingsmogelijkheden buiten het bedrijf waarneemt dit bijdraagt tot een hogere verloopintentie maar dat een organisatie niet buiten strijd staat in deze relatie. Een sterke persoon-organisatie fit of continuerende betrokkenheid kunnen wel degelijk een verschil maken en zo zorgen dat de verloopintentie van inzetbare werknemers afzwakt. Werkgevers dienen zich vandaag de dag er dus bewust van te zijn dat een sterke externe inzetbaarheid bij hun werknemers niet onmiddellijk een exit-gedrag tot gevolg heeft. Door aandacht de besteden aan een goede persoon-organisatie fit en/of continuerende betrokkenheid en dit na te streven bij hun personeelsleden, kunnen werkgevers inzetbaarheid bij hun werknemers stimuleren zonder dat deze werknemers het bedrijf willen verlaten.

Al deze bevindingen moeten een belangrijke pijler vormen in de tweestrijd die werkgevers momenteel hebben inzake investeringen in personeel. Persoon-organisatie fit en/of continuerende betrokkenheid gebruiken als retentiemiddel zorgt ervoor dat de management- of employability-paradox in praktijk niet langer wordt bevestigd. Een werkgever kan zo bijvoorbeeld tijdens de aanwervings- en selectiefase personen met dezelfde waarden en doelen selecteren als die van het bedrijf. Ook doorheen de loopbaan bij de organisatie kan een werkgever diverse activiteiten ondernemen die maken dat een werknemer in de organisatie wilt blijven. Het organiseren van diverse groepsactiviteiten om een goede sfeer en vriendschap tussen de collega’s te creëren, is hier een voorbeeld van want werknemers zijn vaak niet bereid deze vriendschap op te geven.  

Bibliografie

Bibliografie

Ajzen, I. 1991. The theory of planned behavior. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50: 179-211

Ajzen, I. 2011. The theory of planned behavior: Reactions and reflections. Psychology & Health, 26(9): 1113-1127

Allen, D. G. 2006. Do organizational socialization tactics influence newcomer embeddedness and turnover? Journal of Management, 32(2): 237-256

Allen, N. J., & Meyer, J. P. 1996. Affective, Continuance, and Normative Commitment to the Organization: An Examination of Construct Validity. Journal of Vocational Behavior, 49: 252-276

Billiet, J. 1996. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek: ontwerp en dataverzameling. Leuven: ACCO

Biron, M., & Boon, C. 2013. Performance and turnover intentions: a social exchange perspective. Journal of managerial psychology, 28(5): 511-531

Becker, H. S. 1960. Notes on the concept of commitment. American Journal of Sociology, 66(1): 32-40

Berntson, E., Sverke, M., & Marklund, S. 2006. Predicting perceived employability: Human capital or labour market opportunities? Economic And industrial Democracy, 27(2): 223-244

Cable, D. M., & DeRue, D. S. 2002. The convergent and discriminant validity of subjective fit perceptions. Journal of Applied Psychology, 87(5): 875-884

Cable, D. M., & Judge, T. A. 1996. Person–organization fit, job choice decisions, and organizational entry. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 67(3): 294-311

Chatman, J. 1991. Matching people and organizations: Selection and socialization in public accounting firms. Admin. Sci. Quart., 36(3) 459-485

Cropanzano, R., & Mitchell, M. S. 2005. Social Exchange Theory: An interdisciplinary Revieuw. Journal of Management, 31(6): 874-900

Crossley, C. D., Bennett, R. J., Jex, S. M., & Burnfield, J. L. 2007. Development of a global measure of job embeddedness and integration into a traditional model of voluntary turnover. The Journal of Applied Psychology, 92(4): 1031-1042

De Cuyper, N., & De Witte, H. 2008. Gepercipieerde kans op een baan versus een beter baan: relaties met arbeidstevredenheid en welzijn. Gedrag & Organisatie, 21(4): 475-492

De Cuyper, N., & De Witte, H. 2011. The management paradox: Self-rated employability and organizational commitment and performance. Personnel Review, 40(2): 152-172

De Cuyper, N., Mauno, S., Kinnunen, U., & Mäkikangas, A. 2011. The role of job resources in the relation between perceived employability and turnover intention: A prospective two-sample study. Journal of Vocational Behaviour, 78(2): 253-263

De Grip, A., Van Loo, J., & Sanders, J. 1999. Employability in bedrijf. Naar een employabilityindex voor bedrijfssectoren. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 15 (4): 293-312

De Grip, A., Van Loo, J., & Sanders, J. 2004. The industry employability index: taking account of supply and demand characteristics. International Labour Review, 143(3): 211-234

Delsen, L. W. M. 1998. Uit de vakliteratuur - Waarom bedrijven voor algemene scholing betalen. Economisch statistische berichten, 83(4162): 591

De Vos, A., De Hauw, S., & Van der Heijden, B. I. J. M. 2011. Competency development and career succes: The mediating role of employability. Journal of Vocational Behaviour, 79(2): 438-447

Edwards, J. R. 1991. Person-job fit: A conceptual integration, literature review and methodological critique. International Review of Industrial/Organizational Psychology, 6: 283-357

Forrier, A., & Sels, L. 2003. The concept employability: a complex mosaic. International Journal of Human Resources Development and Management, 3(2): 103-124

Forrier A., & Sels L. 2005. Het concept employability. Een puzzel met veel stukjes. Tijdschrift voor HRM, 8(3): 47-73

Fugate, M., & Kinicki, A. J. 2008. A dispositional approach to employability: Development of a measure and test of implications for employee reactions to organizational change. Journal of Occupational & Organizational Psychology, 81(3): 503-527

Fugate, M., Kinicki, A. J. & Ashforth, B. E. 2004. Employability: A Psycho-Social Construct, its Dimensions and Applications. Journal of Vocational Behavior, 65(1): 14-38

Gakovic, A., & Tetrick, L. E. 2003. Perceived organizational support and work status: A comparison of the employment relationships of part-time and full-time employees attending university classes. Journal of Organizational Behavior, 24: 649-666

Griffeth, R. W., Hom, P. W., & Gaertner, S. 2000. A meta-analysis of antecedents and correlates of employee turnover: update, moderator tests, and research implications for the next millenium. Journal of Management, 26(3): 463-488

Hoffman, B. J., & Woehr, D. J. 2006. A quantitative review of the relationship between person-organization fit and behavioral outcomes. Journal of Vocational Behavior, 68(3):

Kristof, A. L 1996. Person-organizationfit: an integrative review of its conceptualizations conceptualizations, measurement, and implications. Personnel Psychology, 49(1): 1-49

Lauver, K. J, & Kristof-Brown, A. 2001. Distinguishing between employees’ perceptions of person-job and person-organisation fit. Journal of Vocational Behavior, 59(3): 454-470

Lazarus, R. S., & Folkman, S. 1984. Stress, appraisal, and coping. New York: Springer

Lee, T. W., & Mitchell, T. R. 1994. The unfolding model of voluntary employee turnover. The academy of management review, 19(1): 51-89

Lee, T. W, & Mitchell, T. R. 2001. The unfolding model of voluntary turnover and job embeddedness: Foundations for a comprehensive theory of attachment. Research in Organizational Behavior, 2001, 23: 189-246 

Lee, T. W., Mitchell, T. R., Sablynski, C. J., Burton, J. P., & Holtom, B. C. 2004. The effects of job embeddedness on organizational citizenship, job performance, volitional absences, and voluntary turnover. Academy of Management Journal, 47(5): 711-722

Lievens, F. 2011. Human Resource Management. Back to basics. Leuven. Lannoo campus

Groot, W., & Maassen van den Brink, H. 2000. Education, training and employability. Applied Economics, 32: 573-581

Mallol, C. M., Holtom, B. C., & Lee, T. W. 2007. Job embeddedness in a culturally diverse environment. Journal of Business and Psychology, 22(1): 35-44

March, J., & Simon, H. A. 1958. Organizations. New York: Wiley Press

McQuaid, R. W., & Lindsay C. 2005. The concept of Employability. Urban Studies, 42(2): 197-219

Meyer, J. P., & Allen, N. J. 1991. A three-component conceptualization of organizational commitment: Some methodological considerations. Human Resource Management Review, 1(1): 61-98

Meyer, J. P., Allen, N. J., & Smith, C. A. 1993. Commitment to organizations and occupations: Extension and test of a three-component conceptualization. Journal of Applied Psychology, 78: 538–551

Mitchell, T. R., Holtom, B. C., Lee, T. W., Sablynski, C. J., & Erez, M. 2001. Why people stay: using job embeddedness to predict voluntary turnover. The Academy of Management Journal, 44(6): 1102-1121

Mobley, W. H., Griffeth, R. W., Hand, H. H, & Meglino, B. M. 1979. Review and conceptual analysis of the employee turnover process. Psychological Bulletin, 86(3): 493-522

Muchinsky, P. M., & Monahan, C. J. 1987. What is person-environment congruence? Supplementary versus complementary models of fit. Journal of Vocational Behavior, 31(3): 268-277

Ng, T. W. H., & Feldman, D. C. 2008. Can you get a better deal elsewhere? The effects of psychological contract replicability on organization commitment over time. Journal of Vocational Behavior, 73(2): 268-277

Ng, T. W. H., & Feldman, D. C. 2013. Community embeddedness and work outcomes: the mediating role of organizational embeddedness. Human Relations, 67(1): 71-103

Powell, D. M., & Meyer, J. P. 2004. Side-bet theory and the three-component model of organizational commitment. Journal of Vocational Behavior, 65(1): 157-177

Ramesh, A., & Gelfand, M. J. 2010. Will they stay or will they go? The role of job embeddedness in predicting turnover in individualistic and collectivistic cultures. The Journal of Applied Psychology, 20(5): 807-823

Rea, L. M., & Parker, R. 2005. Designing & conducting survey research. A comprehensive guide. San Fransisco: Jossey-Bass

Rothwell, A., & Arnold, J. 2007. Self-perceived employability: Development and validation of a scale. Personnel Review, 36(1): 23-41

Salant, P., & Dillman, D., A. 1994. How to conduct your own survey. New York: John Wiley and Sons

Schneider, B., Goldstein, H. W., & Smith, D. B. 1995. The ASA framework: An Update. Personnel psychology, 48(4): 747-774

Siegrist, J. 1996. Adverse health effects of high-effort/ low-reward conditions. Journal of Occupational Health Psychology, 1(1): 27-41

Smith, C. A., & Lazarus, R. S. 1993. Appraisal components, core relational themes, and the emotions. Cognition and Emotion, 7: 233-269

Sociaal Secretariaat der Notarissen van België v.z.w. 2015.

https://www.ssn.be/default.asp?SHORTCUT=18

Sousa-Poza, A., & Henneberger, F. 2004. Analyzing job mobility with job turnover intentions: An international comparative study. Journal of Economic Issues, 38(1): 113-137

Steel, R. P., & Griffeth, R. W. 1989. The elusive relationship between perceived employment opportunity and turnover behavior: A methodological or conceptual artifact? Journal of Applied Psychology, 74(6): 846-854

Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE) 2014.

http://www.steunpuntwse.be/node/2916

Thijssen, J. 2000. Employability in het brandpunt. Aanzet tot verheldering van een diffuus fenomeen, Tijdschrift HRM, 1: 7-34

Trevor, C. O. 2001. Interactions among actual ease-of-movement determinants and job satisfaction in the prediction of voluntary turnover. Academy of Management Journal, 44(4): 621−638

Vandenberghe, A., Panaccio, A., & Ayed, A. K. B. 2011. Continuance commitment and turnover: examining the moderating role of negative affectivity and risk aversion. Journal of Occupational and Organizational Psychology, 84(2): 408-424

Van der Heijde, C. M., & Van der Heijden, B. I. J. M. 2006. A competence-based and multidimensional operationalization and measurement of employability. Human Resource Management, 46(3): 449-476

Vanhercke, D., De Cuyper, N., Peeters, E., & De Witte, H. 2014. Defining perceived employability: a psychological approach. Personnel Review, 43(4): 592-605

Van Veldhoven, M. 1996. Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid. Vioflex

Verbruggen, M., Forrier, A., Sels, L., & Bollen, A. 2006. Investeren in employability: wiens verantwoordelijkheid? Gedrag & organisatie, 21(1): 56-73

Verquer, M. L., Beehr, T. A., & Wagner, S. H. 2003. A meta-analysis of the relations between person-organization fit and work attitudes. Journal of Vocational Behavior, 63: 473-489

Whitener, E. M., & Walz, P. M., 1993. Exchange theory determinants of affective and continuance commitment and turnover. Journal of Vocational behavior, 42: 265-281

Zhang, M., Fried, D. D., & Griffeth, R. W. 2012. A review of job embeddedness: Conceptual, measurement issues, and directions for future research. Human Resource Management Review, 22(3): 220-231

 

Download scriptie (843.65 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2015