Wettelijke omkadering voor nieuwe gezinsvormen

Irgen
De Preter

In de hedendaagse samenleving worden kinderen steeds vaker opgevoed door meedere personen, juridisch genoemd “meeroudergezinnen”. Maar wie van al deze opvoeders heeft rechten over het kind? Wie mag bindende beslissingen nemen en wie heeft het laatste woord? De Belgische wetgever heeft dit tot op heden nog niet geregeld. In dit artikel wordt deze problematiek besproken en worden mogelijke oplossingen voorgesteld om de leemtes op te vullen.

Het traditionele gezin met een moeder en vader is niet meer de enige mogelijkheid: wetenschappelijke vooruitgang en evoluerende maatschappelijke waarden en normen hebben nieuwe gezinsvormen mogelijk gemaakt. Deze nieuwe gezinsvormen zijn vaak meeroudergezinnen waar meerdere personen instaan voor de opvoeding van het kind. Kinderen worden dus opgevoed door zowel juridische ouders als door niet-juridische ouders, in wat volgt aangeduid als “zorgouders”. Dit zorgt ervoor dat tussen de zorgouder en het kind feitelijke gezagsrelaties ontstaan. Wanneer de zorgouder het kind daadwerkelijk mee opvoedt, zal de zorgouder immers net zoals de juridische ouders beslissingen nemen ten aanzien van het kind.

Het Belgische recht is evenwel nog niet aangepast aan deze nieuwe tendens. Volgens het huidige Belgische afstammingsrecht kunnen er maximaal twee juridische ouders zijn en alleen aan hen komt het ouderlijk gezag toe. België hanteert namelijk een zuiver monistisch systeem, afstamming en gezag zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Niet-juridische ouders hebben geen bevoegdheden van het ouderlijk gezag. De gezagsrelaties die in meeroudergezinnen ontstaan tussen zorgouders en kind genieten dus geen wettelijke bescherming, ook al staat de zorgouder reeds jaren in voor de opvoeding van het kind.

Het feit dat de zorgouder geen ouderlijk gezag heeft, creëert moeilijkheden en rechtsonzekerheid zowel voor het kind als voor de zorgouders. Indien de zorgouder bijvoorbeeld een relatie heeft met één van de juridische ouders en deze juridische ouder overlijdt, staat de zorgouder in een bijzonder zwakke positie. De zorgouders zijn namelijk geen juridisch ouder van het kind en hebben bijgevolg niet het recht op het kind op te voeden, aangezien dit een bevoegdheid is van het ouderlijk gezag. Zij hebben dus na het overlijden van de juridische ouder(s) geen enkel wettelijke garantie dat zij het kind nog verder kunnen opvoeden, terwijl zij dit misschien al jaren doen.

Uit rechtsvergelijkend onderzoek met Canada en Engeland bieden zich twee mogelijke manieren aan om feitelijke gezagsrelaties wettelijk te verankeren: meerouderschap en afstammingsloos gezag. 

Meerouderschap houdt in dat een kind meerdere juridische ouders kan hebben. De beperking van maximaal twee juridische ouders valt weg. In Canada is meerouderschap mogelijk, doch alleen indien het kind verwekt is door middel van kunstmatige voortplanting:

- Een draagmoeder draagt een kind voor de wensouders. Na de geboorte wordt het kind overgedragen aan de wensouders en worden zij de juridische ouders van het kind. Het is mogelijk voor de draagmoeder om juridisch ouder te zijn samen met de wensouders;

- een vrouw draagt zelf het kind dat verwekt is door middel van een donor. De geboortemoeder is juridisch ouder. De partner van de geboortemoeder is juridische ouder van het kind als hij of zij voor de conceptie van het kind heeft ingestemd met het juridisch ouderschap en deze instemming niet heeft ingetrokken. Het is mogelijk voor de donor om juridisch ouder te zijn samen met de geboortemoeder en haar partner.

Meerouderschap komt tot stand op basis van een pre-conceptuele overeenkomst tussen de toekomstige juridische ouders. Na de geboorte van het kind zijn alle partijen bij de overeenkomst juridisch ouder. Het ouderlijk gezag is gekoppeld aan het juridisch ouderschap. Elke gezaghouder mag alle onderdelen van het ouderlijk gezag uitoefenen ten opzichte van het kind in overleg met de andere gezaghouders, tenzij dit onredelijk of ongepast is in de gegeven omstandigheden. De gezaghouders kunnen hiervan afwijken in een overeenkomst.

In Engeland bestaat de mogelijkheid van afstammingsloos gezag. Afstammingsloos gezag houdt in dat personen die geen afstammingsband hebben met het kind, ouderlijk gezag kunnen verkrijgen. Er is een loskoppeling tussen het ouderlijk gezag en het juridisch ouderschap. De titularis van de bevoegdheden van het ouderlijk gezag is niet noodzakelijk de juridische ouder. Indien er twee juridische ouders zijn die ouderlijk gezag hebben en daarnaast aan een derde ouderlijk gezag wordt gegeven, is er sprake van “meeroudergezag”. De beperking van twee juridische ouders blijft bestaan, maar het ouderlijk gezag wordt verdeeld over meerdere personen. Er is een uitbreiding van het aantal gezaghouders zonder dat nieuwe afstammingsbanden ontstaan.

Zowel meerouderschap als afstammingsloos gezag bieden een oplossing voor de huidige lacunes in de wet. Indien meerouderschap dan wel afstammingsloos gezag zou ingevoerd worden, verkrijgen de feitelijke gezagsrelaties die ontstaan tussen de zorgouders en kinderen wettelijke bescherming. Deze bescherming komt tot stand doordat de personen die mee instaan voor de opvoeding van het kind voortaan titularis zijn van de bevoegdheden van het ouderlijk gezag. Wanneer het kind bijvoorbeeld ernstige medische ingrepen dient te ondergaan, hebben de zorgouders voortaan een wettelijke bevoegdheid om deze beslissingen te maken.

Indien afstammingsloos gezag wordt ingevoerd, verkrijgen de zorgouders deze bevoegdheden door de loskoppeling tussen ouderlijk gezag en afstamming. De bevoegdheden van het ouderlijk gezag kunnen toekomen aan niet-juridische ouders. Indien meerouderschap wordt ingevoerd, is het mogelijk dat kinderen meer dan twee juridische ouders hebben. Bij meerouderschap zoals het bestaat in Canada, blijft het ouderlijk gezag toekomen aan de juridische ouders. Bijgevolg zijn alle juridische ouders titularis van de bevoegdheden van het ouderlijk gezag.

Het is wenselijk dat de wetgever tegemoet komt aan de maatschappelijke veranderingen en de feitelijke gezagsrelaties juridisch beschermt. Het is aan de wetgever om te bepalen op welke manier hij de meeroudergezinnen een wettelijke omkadering geeft. Gelet op de moeilijkheid van deze problematiek, kijk ik vol verwachting uit naar de keuze van de wetgever.

Bibliografie

Wetgeving

Internationaal

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, B.S. 19 augustus 1955.

België



Artikelen 148, 203, 312-319bis, 322, 324-325, 325/2, 325/4, 325/8, 329bis, 332quinquies, 334, 335, 343,§2, 345, 348-3, 348-11, 353-1, 353-8, 353-9, 353-15, 356-1, 373-379, 384, 392, 475bis-sexies, 731 en 1384, lid 2 Burgerlijk Wetboek.

 

Artikel 32 en 60 van de wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, B.S. 1 september 1966.

Wet van 18 mei 2006 tot wijziging van een aantal bepalingen van het Burgerlijk Wetboek teneinde de adoptie door personen van hetzelfde geslacht mogelijk te maken, B.S. 20 juni 2006.

Artikelen 2, 2,f, 27 en 56 van de wet 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo’s en de gameten, B.S. 17 juli 2007.

Wet 5 mei 2014 houdende de vaststelling van de afstamming van de meemoeder, B.S. 01 januari 2015.

Voorstel van wet tot invoering van het zorgouderschap in het Burgerlijk Wetboek, Parl.St. Kamer 2003-04, nr. 51-0815/001.

Voorstel van wet tot wijziging van de wetgeving betreffende de bescherming van het kind wat de invoering van het zorgouderschap betreft, Parl.St. Kamer 2014, nr. 54-0114/001.

Voorstel van wet teneinde het zorgouderschap in het Burgerlijk Wetboek op te nemen., Parl.St. Kamer 2014, nr. 54-0194/001.

Voorstel van wet tot wijziging van de wetgeving voor wat betreft de rechten en plichten van de pleegouders, Parl.St. Kamer 2014-15, nr. 54-0697/001.

Verzoek tot het opstellen van een informatieverslag betreffende een onderzoek van de mogelijkheden voor een wettelijke regeling van meeouderschap, Parl.St. Senaat 2014-15, nr. 6-98/1.

Voorstel van wet tot wijziging van artikel 348-11 van het Burgerlijk Wetboek, aangaande de weigering van de moeder of de vader om toe te stemmen in de adoptie, Parl.St. Kamer 2015, nr. 54-1152/001.

Verslag namens de Commissie over het verzoek tot het opstellen van een informatieverslag betreffende een onderzoek van de mogelijkheden voor een wettelijke regeling van meeouderschap, Parl.St. Senaat 2015-16, nr. 6-98/2.

Addendum op het verzoek tot het opstellen van een informatieverslag betreffende een onderzoek van de mogelijkheden voor een wettelijke regeling van meeouderschap, Parl.St. Senaat 2015-16, nr. 6-98/3.

Algemene Beleidsnota Justitie, Parl.St. Kamer 2015-16, nr. 54-1428/008.

Hand. Kamer 2015-16, 24 februari 2016, nr. CRIV 54 com 34.

Canada

Section 20(1), 26(1)-(2), 27(3), 29, 30, 37(1), 39(3)(a), 40(2)-(3) en 44(4) Family Law Act 23 November 2011.

British Columbia, Ministry of Attorney General Justice Services Branch Civil Policy and Legislation Office, White paper on Family relations Act Reform: Proposals for a New Family law Act (British Columbia: Civil and Family Law Policy Office, 2010), 1-100.

Engeland

Section 2(1), 2(1A)(a) en (b), 2(2)(a) en (b), 2(2A)(a), 2(6), 2(7), 2(9), 3(1), 4(1)(a), (b) en (c), 4(A)(1), 4(A)(1)(a), 4(A)(3), 4(2A), 5(3), 5(4), 5(6), 5(7), 6(7), 10(5)(b), 12(2) en (3), 13 en 33(6)  Children Act 16 November 1989.

Adoption and children act 7 November 2002.

Section 33, 42-44 en 47 Human Fertilisation and Embryology Act 13 November 2008.

Rechtspraak

EHRM

EHRM 21 december 2010, nr. 20578/07, Anayo/Duitsland.

EHRM 15 september 2011, nr. 17080/07, Schneider/Duitsland.

België

Arbitragehof 6 november 1997, nr. 67/97, RW 1997-98,1469.

Arbitragehof 8 oktober 2003, nr. 134/2003, NJW 2004, 80.

Grondwettelijk Hof 12 juli 2012, nr. 93/2012, T.Fam. 2013, 154.

Grondwettelijk Hof 25 juni 2015, nr. 94/2015, Rev.trim.dr.fam. 2015, afl. 3, 580.



Cass. 31 mei 1985, Arr.Cass. 1984-85, 1354.

Cass. 16 januari 2009, T.Fam. 2009, 91, noot R. VASSEUR.



Brussel (Jk.) 8 maart 1973, Pas. 1973, II, 114.

Brussel 23 januari 1980, JT 1980, 360.

Jeugdrb. Antwerpen (2e k.) 11 januari 2000, TJK 2000, 68, noot G. VERSCHELDEN.

Jeugdrb. Antwerpen (3e k.) 3 oktober 2002, RW 2002-03, afl. 30, 1188.

Jeugdrb. Mechelen (15e k.) 28 april 2004, RW 2004-05, afl. 1, 30.

Jeugdrb. Brugge 20 juni 2013, T. Fam. 2013, afl. 10, 244.

Canada

A.A. v B.B., 2007 ONCA 2, 83 OR (3d) 561 [ AA v BB ].

Rechtsleer

Tijdschriften

België

AUDOORE, S., “Overzicht van rechtspraak (2003-2011) – De uitoefening van het ouderlijk gezag”, T.Fam. 2012, afl. 3, 55-72.

BORGHS, P., “Homoadoptie, mee- en zorgouderschap. Te veel van het goede? Tegenstanders maken discussie over homo's met kinderen veel te ingewikkeld”, Juristenkrant 2005, 28 september 2005, alf. 114, 3.

BORGHS, P., “Rechtspositie meemoeder. Van adoptieve naar oorspronkelijke juridische afstamming”, NJW 2013, afl. 282, 382-408.

CASMAN, H., “Actueel Belgisch afstammingsrecht in vogelvlucht.”, Not.Fisc.M. 2008, afl. 4, 119-130.

DE BUSSCHERE, C., “Het nieuwe Belgische recht inzake de voogdij over minderjarigen: enkele aspecten en enkele beschouwingen”, T.Not. 2001, 349-454.

GOEGEBUER, M., “Nee moeder of meemoeder? De lesbische meemoeder versus een onverantwoorde adoptieweigering door de oorspronkelijke ouder” (noot onder Grondwettelijk Hof 12 juli 2012), T.Fam. 2013, 158-165.

HUYGENS, A., “Persoonlijk gezag over minderjarige kinderen: quo vadis?”, TBBR 2006, afl. 10, 567-588.

MEERSSCHAUT, F. “Overzicht van rechtspraak – De rechtspraak van het arbitragehof ten behoeve van de private rechtspraktijk 1992-1997”, TPR 1998, 889-1124.

PAUWELS, J., “Pleegvoogdij door twee echtgenoten” (noot onder Gent 10 december 1975), RW 1977-78, 1261-1262.

RDC, noot onder Arbitragehof 8 oktober 2003, NJW 2004, 80.

ROBERT, T., “Afstamming als exclusieve grondslag van het ouderlijk gezag: geen toelaatbare verantwoording, maar niet discriminerend.” (noot onder Arbitragehof 8 oktober 2003), RW 2003-04, afl. 26, 1017-1018.

ROBERT, T., “Naar een afstammingsloos gezag?” (noot onder Arbitragehof 8 oktober 2003), TJK 2004, 39-43.

SEGHERS, G. en SWENNEN, F., “Meemoederschap zonder adoptie – de wet van 5 mei 2014 tot vaststelling van de afstamming van de meemoeder”, TBBR 2014, 480-486.

SENAEVE, P., “Naar een wettelijk statuut voor de lesbische meemoeder?” (noot onder Arbitragehof 8 oktober 2003), Echtscheidingsjournaal 2003, 135-139.

UYTTENDAELE, R., “De volle stiefouderadoptie: dode letter of uitzondering?”, RW 1989-90, 1049-1053.

UYTTERHOEVEN, K., “Worden stiefouders stiefmoederlijk behandeld?”, T.Fam. 2009, afl. 7, 125-126.

VANDEKERCKHOVE, A., “Zorgouderschap? Meerdere ouderschapsstatuten voor één kind?”, TJK 2006, 256-260.

VASSEUR, R., “Hof van Cassatie verduidelijkt draagwijdte ‘bijzondere affectieve band’ ex artikel 375bis BW.”, (noot onder Hof van Cassatie 16 januari 2009), T.Fam. 2009, 94-96.

VASSEUR, R., “Ontzetting uit het ouderlijk gezag, geen straf, wel jeugdbeschermingsmaatregel. Een toepassing.” (noot onder Hof van beroep Gent 10 december 2014), TJK 2015, 176-183.

VERSCHELDEN, G. “Het belang van het kind bij stiefouderadoptie en partneradoptie: de onvoorspelbaarheid van artikel 21 I.V.R.K.” (noot onder Jeugdrb. Antwerpen (2e Kamer) 11 januari 2000 ), TJK 2000, 70-74.

VERSCHELDEN, G., “Ouderlijk gezag en omgangsrecht” in VERSCHELDEN, G., GULDIX, E., WYLLEMAN, A., BROUWERS, S., BAETEMAN, G. en GERLO, J. (eds.), “Personen- en familierecht 1995-2000. Overzicht van rechtspraak”, TPR 2001, afl. 3, 1928-2013.

VERSCHELDEN, G., “Arbitragehof zet deur open voor zorgouderschap”, Juristenkrant 2003, 19 november 2003, afl. 78, 13.

VERSCHELDEN, G., “De familierechtelijke ambities van de regering-Michel I”, T.Fam. 2015, afl. 10, 222.

VERSTRAETE, K., “Ouderlijk gezag en omgangsrecht” in VERSCHELDEN, G., BROUWERS, S., BOONE, K., MARTENS, I. en VERSTRAETE, K. (eds.), “Overzicht rechtspraak. Familierecht (2001-2006)”, TPR 2007, afl. 1, 670-789.

WUYTS, T., “Ouderlijk gezag moet op maat van het gezin georganiseerd kunnen worden”, TJK 2014, afl. 1, 6-21.

Canada

BOYD, J. –P., “Reconstructing Domestic Relations: Improvements and Innovations in British Columbia's New Family Law Act”, Canadian Family Law Quarterly 2014, 353-366.

HARDER, L. en THOMARAT, M., “Parentage law in Canada: the numbers game of standing and status”, International Journal of Law, Policy and Family 2012, vol. 26, 62-87.

KELLY, F., “Equal Parents, Equal Children: Reforming Canada’s Parentage Laws to Recognize the Completeness of Women-led Families, University of New Brunswick Law Journal 2013, vol. 64, 253-282.

KELLY, F., “Multiple-parent families under British Columbia’s new family law act: a challenge to the supremacy of the nuclear family or a method by which to preserve biological ties and opposite-sex parenting?”, University of British Columbia Law Review 2014, Vol.47(2), 565-595.

L’ESPERANCE, A., “Quand la justice tisse des liens: la (re)construction de la filiation dans les decisions portant sur la procreation assistée au Canada.”, Politique et Sociétés 2012, vol. 31, 67-92.

TRELOAR, R., “Family Law Reform in (Neoliberal) Context: British Columbia′s New Family Law Act”, International Journal of Law Policy and the Family 2014, 1-19.

WIEGERS, W., “Assisted conception and equality of familial status in parentage law”, Canadian Journal of Family Law 2012-13, vol. 28, 147-223.

Engeland

CUTAS, D., “On triparenting: is having three committed parents better than only having two?”, Journal of medical ethics 2011, 735-738.

LIND, C. en HEWITT, T., “Law and the complexities of parenting: parental status and parental function”, Journal of Social Welfare and Family Law 2009, 391-406.

SHELDON, S., “Unmarried fathers and parental responsibility: a case for reform?”, Feminist Legal Studies 2001, 93-118.

Nederland

ANTOKOLSKAIA, M.V., “Legal embedding planned lesbian parentage. Pouring new wine into old wineskins?”, Familie & Recht 2014, 1-15.



VAN DER BEEK, S., “Meeroudergezag kan niet automatisch worden toegekend vanwege de grote diversiteit van stiefoudergezinnen en de verschillende rollen die stiefouders vervullen”, Nieuw gezin 2014, 1-4.

VONK, M., “Een huis voor alle kinderen. De juridische verankering van intentionele meeroudergezinnen in het afstammingsrecht.”, Nederlands Juristenblad 2013, afl. 33, 2244-2249.



VONK, M., “Nieuws uit het westen: meerouderschap en draagmoederschap in British Columbia”, Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht 2015, 1-13.

Boeken

België

CASMAN, H. “Gehuwd, wettelijk of feitelijk samenwonend: wat maakt het uit? Gevolgen ten aanzien van de kinderen.” in FORDER, C. en VERBEKE, A. (eds.), Gehuwd of niet: maakt het iets uit?, Antwerpen-Groningen, Intersentia, 2005, 231-274.

DE HERT, P., “Artikel 8 Recht op privacy” in VANDE LANOTTE, J. en HAECK, Y. (eds.), Handboek EVRM. Deel 2; Artikelsgewijze commentaar, Volume I, Antwerpen, Intersentia, 2004, 705-788.

DE SMET, B., Jeugdbeschermingsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2007, 488 p.

FIERENS, K., MARCHANDISE, T. en SONNON, J., Droit de la famille,  Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2007, 172 p.

GALLUS, N., “Les fondements et la représentation juridique de la parenté” in GALLUS, C. (ed.), Les recompositions familiales, Limal, Anthemis, 2015, 7-21.

GILLOT-DE VRIES, F. en MOTTRIE, C., “Analyse conceptuelle des notions de parentalité et de filiation du point de vue psychologique” in GALLUS, C. (ed.), Les recompositions familiales, Limal, Anthemis, 2015, 25-39.

HEYVAERT, A., Het personen- en gezinsrecht ont(k)leed, Gent, Mys&Breesch, 2001, 475 p.

HIERNAUX, G., “L’autorité parentale et le rôle des tiers” in GALLUS, C. (ed.), Les recompositions familiales, Limal, Anthemis, 2015, 75-96.

KINDERRECHTENCOMMISSARIAAT, Kinderen & scheiding, Brussel, Kinderrechtencommissariaat, 2006, 80 p.

LELEU, Y.-H., Droit des personnes et des familles, Brussel, Larcier, 2015, 904 p.

MASSAGER, N., “Trois ans d’application de la nouvelle loi en matière de filiation”  in PIRE, D. (ed.), Droit des familles, Luik, Anthemis, 2011, 91-147.

MEULDERS-KLEIN, M.-T., Adoption et formes alternatives d’accueil: droit belge et droit comparé, Brussel, Story-Scientia, 1990, 331 p.

PLUYM, L., “Belgisch afstammingsrecht, quo vadis? Draagmoederschap en meemoederschap” in DE WISPELAERE, K. (ed.), Personen- en familierecht, Brussel, Larcier, 2015, 77-139.

PUT, J., Handboek Jeugdbeschermingsrecht, Brugge, Die Keure, 2015, 590 p.

SENAEVE, P., Compendium van het Personen- en Familierecht, Leuven, Acco, 2015, 685 p.

SWENNEN, F., “De juridische gevolgen van adoptie”, in SENAEVE, P. en SWENNEN, F. (eds.), De hervorming van de interne en de internationale adoptie, Antwerpen, Intersentia, 2006, 121-163.

SWENNEN, F., Familierecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2008, 299 p.

SWENNEN, F., “Rechten van niet-ouders met betrekking tot minderjarigen” in SENAEVE, P., SWENNEN, F. en VERSCHELDEN, G. (eds.), Ouders en kinderen, Antwerpen, Intersentia, 2013, 257-309.

SWENNEN, F., Het personen- en familierecht, Antwerpen, Intersentia, 2015, 581 p.

UYTTENDAELE, N., “Modalités d’hébergement, rôle des parents et beaux-parents et exercice de l’autorité parentale – Le point de veu du juriste” in GALLUS, N. (ed.), Les recompositions familiales, Limal, Anthemis, 2015, 95-111.



VAN ASCH, V., “Topics uit het adoptierecht toegelicht?” in DE WISPELAERE, K. (ed.), Personen- en familierecht, Brussel, Larcier, 2015, 59-75.



VANDE LANOTTE, J. en HAECK, Y., Handboek EVRM. Deel 1; Algemene beginselen, Antwerpen, Intersentia, 2005, 949 p.

VAN GYSEL, A.-C., Précis de droit des personnes et de la famille, Limal, Anthemis s.a., 2013, 609 p.

De VAN GYSEL, A.-C. ,  De Page Traité de droit civil belge, I, Les personnes, vol. I, Brussel, Bruylant, 2015, 976 p.

VAN PUT, K., “Topics uit het personen- en familierecht” in ORDE VAN VLAAMSE BALIES (ed.), Bijzondere opleiding jeugdrecht 2013-2014, Brusssel, Kluwer, 2013, 269-361.

VERSCHELDEN, G., Handboek Belgisch familierecht, Brugge, Die Keure, 2010, 840 p.

WUYTS, T., Naar een coherente gezagsregeling over minderjarigen, doctoraatsthesis Rechten KU Leuven, 2012, 899 p.

WUYTS, T., “De rechtspositie van meemoeders en hun kinderen” in SENAEVE, P., SWENNEN, F. en VERSCHELDEN, G. (eds.), Ouders en kinderen, Antwerpen, Intersentia, 2013, 71-179.

Canada

FINDLAY, B. en SULEMAN, Z., The Family Law Act: everything you always wanted to know, Paper; Baby Steps: Assisted Reproductive Technology and the B.C. Family Law Act, British Columbia, Continuing Legal Education Society of British Columbia, 2013, 96 p.

Engeland

BARTON, C. en DOUGLAS, G., Law and Parenthood, Londen, Butterworths, 1995, 468 p.

BOYD, S.,“Equality: An Uncomfortable Fit in Parenting Law”, in LECKEY, R. (ed.), After Legal Equality: Family, Sex, Kinship, Abingdon, Routledge, 2015, 89-124.

BURTON, F., Family Law, Londen, Routledge, 2015, 526 p.

GILMORE, S., HERRING, J. en PROBERT, R., “Introduction: Parental Responsibility - Law, Issues and Themes” in PROBERT, R., GILMORE, S. en HERRING, J. (eds.), Responsible Parents & Parental Responsibility, Hart, Oxford, 2009, 1-20.

GILMORE, S. en GLENNON, L., Hayes & Williams’ Family Law, Oxford, Oxford University Press, 2014, 717 p.

HERRING, J., Family Law, Harlow, Pearson, 2015, 842 p.

PROBERT, R., Family & Succession Law - England and Wales, Nederland, Kluwer Law International, 2007, 240 p.

PROBERT, R., Cretney and Probert’s family law, Londen, 2012, Sweet & Maxwell, 463 p.

SCHERPE, J. M., “Establishing and Ending Parental Responsibility: A Comparative View” in PROBERT, R., GILMORE, S. en HERRING, J. (eds.), Responsible Parents & Parental Responsibility, Hart, Oxford, 2009, 43-62.



Nederland

ANTOKOLSKAIA, M.V., SCHRAMA, W.M., BOELE-WOELKI, K.R.S.D., BIJLEVELD, C.C.J.H., JEPPESEN DE BOER, C.G. en VAN ROSSUM, G., Meeroudergezag: een oplossing voor kinderen met meer dan twee ouders? Een empirisch en rechtsvergelijkend onderzoek., Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2014, 251 p.

Online bronnen

België

DE GUCHT, J.-J., De tijd dat het twee-ouderschapsideaal de norm was, is niet meer van deze tijd, 2015, http://www.knack.be/nieuws/belgie/de-tijd-dat-het-twee-ouderschapsideaa….

DE GUCHT, J.-J., Haal nieuwe vormen van ouderschap uit de onzekerheid, 2015, http://www.demorgen.be/opinie/haal-nieuwe-vormen-van-ouderschap-uit-de-….

JUNES, T., 'Kinderwensspeeddate' voor holebi's en singles in Antwerpen, http://www.zizo-magazine.be/speeddate-voor-holebis-en-singles-met-een-k….

PLEEGZORG VLAANDEREN, Wat is pleegzorg, http://www.pleegzorgvlaanderen.be.

PLEEGZORG VLAANDEREN, Statuut voor pleegouders, http://www.pleegzorgvlaanderen.be.

Canada

CANADA DEPARTEMENT OF JUSTICE, http://www.canada.justice.gc.ca/eng/.

Nederland

COC NEDERLAND, Kinderen hebben vaker meer ouders - regel dat!, https://www.coc.nl/jouw-belangen/kinderen-hebben-vaker-meer-ouders-rege….

Download scriptie (361.28 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. I. Boone