'Dit is wat ik wil' Hoe kunnen personen met een verstandelijke beperking meer inspraak hebben in hun persoonlijke handelingsplannen

Evelien De Hert
Persbericht

De roem ligt in het pogen zijn doel te bereiken, niet in het bereiken ervan.”

Iedereen heeft wensen, dromen en verwachtingen van zijn of haar toekomst. Meestal is de weg naar het verwezenlijken ervan belangrijker dan het bereiken van het doel op zich. Dit geldt ook voor personen met een verstandelijke beperking. Iedereen is gelijk en heeft recht op gelijke kansen, participatie, inspraak, de vrijheid om zelf keuzes te maken. Daarom is het belangrijk hen te zien als volwaardige burgers die gewoon kunnen deelnemen aan de maatschappij. Maar hoe kunnen wij de deelname van personen met een verstandelijke beperking aan de maatschappij als volwaardige burgers realiseren?

Perspectief 2020 is door Jo Vandeurzen opgesteld om een antwoord te bieden op deze vraag binnen de grote(re) samenleving. Ik ben in mijn bachelorproef ‘Dit is wat ik wil’ nu al op zoek gegaan naar een antwoord op deze vraag binnen het dagcentrum waar ik werk, samen met de personen met een verstandelijke beperking zelf.

Iedere persoon met een verstandelijke beperking in het dagcentrum heeft een handelingsplan.

“… Handelingsplanning is het gebeuren in de instelling waarbij functionarissen zich beraden over de manier waarop de leefsituatie van hun cliënten verbeterd kan worden ten gevolgen van hun eigen optreden naar die cliënten toe…”(Rink & Van Lokven).

 In dit handelingsplan staat  veel informatie die de begeleiders helpt om zorg op maat van hun cliënten te kunnen aanbieden. In het verleden werden deze handelingsplannen geschreven door de begeleiders. Omdat we juist af willen van het ‘zorgen voor’ en willen gaan naar inspraak is het belangrijk om handelingsplannen samen met de cliënten op te stellen. Ik ben dan ook op zoek gegaan naar verschillende methodieken en theorieën die mij hierbij konden helpen.

Het was een zoektocht tussen een theoretische en praktische uitwerking. In theorie lijkt inspraak geven makkelijk. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken dat inspraak gelijk staat aan ‘alles kunnen kiezen wat je maar wil’. Dit is niet de bedoeling. Het is namelijk belangrijk dat begeleiders personen met een verstandelijke beperking bijstaan in het stap voor stap realiseren van hun wensen en behoeften. Een persoon met een verstandelijke beperking heeft ondersteuning en begeleiding nodig om verantwoorde keuzes te maken en verantwoordelijkheid te dragen over die keuzes. De relatie tussen een begeleider en een persoon met een verstandelijke beperking is dan ook een wezenlijk onderdeel van het ganse proces om inspraak te bevorderen. Binnen deze relatie staan bejegening, gentle teaching, gelijkwaardigheid en emotionele wederzijdse beschikbaarheid centraal.

 Toch is niet enkel de relatie tussen beiden datgene dat inspraak en medezeggenschap tot een succes maakt. Ook het gebruik van verschillende boeiende methodieken kunnen bijdragen aan inspraak en het opstellen van een persoonlijk handelingsplan. Ik vond het belangrijk om thema’s zoals communicatie, oplossingsgericht werken, het bespreekbaar maken van handelingsplannen te betrekken in het geheel. Een aspect van communiceren met personen met een verstandelijke beperking is het aanpassen van je begeleidingsstijl en je taalgebruik, al dan niet ondersteund met visualisaties (pictogrammen) en SMOG (spreken met ondersteuning van gebaren).

Ik  wou samen met de cliënten (de personen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking) aan de slag gaan om ze te betrekken bij hun persoonlijke handelingsplan. Ik heb enkele van hen gevraagd of zij wisten wat een handelingsplan was. Op een na konden ze hier niet op antwoorden en dat vond ik zeer jammer.

Bijvoorbeeld: P. antwoordde op de vraag ‘wat is een handelingsplan’ dat hij er alles over wou vragen, hij er nog niets van wist en dat alles geheim moet blijven omdat dit altijd op het bureau wordt besproken.

Hieruit bleek dat het geven van informatie onontbeerlijk is om tot een gelijkwaardige relatie te komen en dat de eerste trede van de participatieladder van Van Hove niet vergeten mag worden, namelijk ‘het recht op informatie’. Deze informatie moet ook in duidelijke en verstaanbare taal gegeven worden. Nadat de deelnemers het concept handelingsplan begrepen, waren zij steeds enthousiast en bereid te bespreken wat er neergeschreven staat. Ook aan de opgestelde werkpunten (lange- en korte termijndoelstellingen) wilden zij graag meewerken.

Dit alles zorgde voor een boeiend document dat gebaseerd werd op een bestaande leidraad uit het dagcentrum. Het is een leidraad die als voorbereiding op de driejaarlijkse bespreking van de deelnemer dient. Op deze manier kan elke begeleider en deelnemer in het dagcentrum samen aan de slag gaan.  Ik heb de bevraging op maat uitgewerkt met behulp van pictogrammen, oplossingsgerichte vragen, schaalvragen en complimenten. De cliënt kreeg de kans om zelf iets te vertellen door vragen te beantwoorden als ‘Je kan me hierbij (nog) helpen’. Daarnaast vond ik het belangrijk dat we positieve vragen gebruikten die aantonen dat een cliënt niet vanaf nul begint maar al een weg heeft afgelegd. Deze vragen gaan zowel over keuzes binnen activiteiten als zelfredzaamheid, persoonsontwikkeling, sociaal functioneren, werkpunten, enz.

Bijvoorbeeld: ik vind de afwisseling tussen vrije tijd en activiteiten een beetje goed –goed– heel goed

Na het uittesten van deze bevraging door mezelf en andere begeleiders uit het dagcentrum kwamen we tot de conclusie dat het zeer zinvol is om onze cliënten inspraak te geven in hun persoonlijke handelingsplannen op basis van mijn uitgewerkte methodiek. Doordat de bevraging in eenvoudige taal met ondersteuning van pictogrammen gemaakt is kunnen de meeste cliënten visueel volgen wat er staat geschreven.

Samen met de bevraging en de verschillende begeleidingsstijlen kwam deze bachelorproef tot stand. Deze bachelorproef is voor ons een eerste stap om onze cliënten inspraak te geven in hun handelingsplanning, in hun toekomst…   een eerste stap naar het verwezenlijken van perspectief 2020.

Bibliografie

BondZonderNaam. (2016, april 1). http://www.ziezozon.com/zo-mooi-gezegd/zo-mooi-gezegd-spreuken-van-bond…. Opgehaald van ziezozon.com.

Bosch, E., Eland, M., Van Grembergen, P., van Hooijdonck, J., Van Hove, G., van Limpt, W., . . . Wildiers, P. (2003). Emancipatie: "Dé rechte weg van A naar B?". Sint-Amandsberg: W.I.V. - emancipatiecahiers.

Boschman, M. (2012). Communiceren met mensen met een verstandelijke handicap. Gassel: MB communicatie.

Broekaert, R., Claes, C., & Vandevelde, S. (2014). Samen aan de slag. Gent: Academia press.

De Belie, E., & Van Hove, G. (2013). Wederzijdse emotionele beschikbaarheid. Mensen met een verstandelijke beperking, hun context en begeleiders samen op weg. Antwerpen - Apeldoorn: Garant.

De Rijdt, C. (2007). Werken met visualisaties. Antwerpen - Apeldoorn: Garant.

De Rijdt, C., Serrien, B., & Van Dam, C. (2014). praktijkboek over oplossingsgericht werken en visualisaties bij mensen met een verstandelijke beperking visualiseer wat werkt. Antwerpen - Apeldoorn: Garant.

Gandhi, M. (2016, maart 27). https://citaten.net/zoeken/zoeken.html. Opgehaald van citaten.net.

http://sclera.be/nl/vzw/home. (2015, december 14). Opgehaald van sclera.be.

http://vandale.nl/opzoeken?pattern=inspraak&lang=nn#.Vil-Hiu-0Rw. (2015, oktober 17). Opgehaald van Vandale.nl.

Joosen, W., & van der Vaart, W. (2014). Oplossingsgerichte hulp- en dienstverlening cirkels van empowerment. Antwerpen - Apeldoorn: Garant.

Laterveer, M. (2005). de kracht van medezeggenschap. Cliënt en Medezeggenschap in de zorg, 24.

Loncke, F., Nijs, M., & Smet, L. (1998). SMOG Spreken Met Ondersteuning van Gebaren. Leuven/ Apeldoorn: Garant.

Maes, B., Vlaskamp, C., & Penne, A. (2013). Ondersteuning van mensen met ernstige meervoudige beperkingen . Leuven: Acco.

overheid, V. (1997). decreet in zake kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen.

Rotonde, D. (2016, februari 20). http://static1.squarespace.com/static/52d4352ae4b05a6e95347c56/t/566564…. Opgehaald van www.rotonde.eu.

Schipper, N., van Tilburg, H., & Groutars, G. (2015). Ervaringswerk. Handreiking ervaringswerk in revalidatiecentra en bij organisaties voor mensen met een verstandelijke beperking. Vakvereniging voor Ervaringswerkers, VVve, 1-46.

Standaert, A. (2015). Orthopedagogische handelingsplanning. Gent.

Teggelaar, J., van den Bosch, J., & Monster, T. (2008). Oplossingsgericht werken met mensen met een verstandelijke handicap. Barneveld: uitgeverij Nelissen.

Van Dam, C. (2015). Coachen naar verandering. Antwerpen - Cambridge: intersentia educatief.

van de Siepkamp, P. (2005). Gentle teaching. Soest: Nelissen.

Van Hove, V. (2007). de begeleider als bruggenbouwer. Drongen: Beschutte Werkplaats Nevelland.

vanDale. (2015, oktober 17). http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=inspraak&lang=nn#.ViI-Hiu-0Rw. Opgehaald van vandale.nl.

Vignero, G. (2007). De draad tussen begeleider en cliënt. Vibeg- Echo's, 9.

VN. (2006, december 13). http://www.gripvzw.be/vn-verdrag/92-verdrag-inzake-de-rechten-van-perso…. Opgehaald van www.gripvzw.be.