Cuba: bewogen verleden, dynamisch heden en uitdagende toekomst

Aaron
Swartjes

Pedro – ‘El Chino’ voor de vrienden – nodigt me uit in zijn zelfgemaakte huisje. Ik kom er niet zomaar in. Eerst klimmen we een steile ladder op, die verstopt zit achter een klein deurtje. Blijkbaar heeft Pedro zijn onderkomen bovenop een bestaande woning gebouwd. Eenmaal binnen, geeft hij me een rondleiding. De woonkamer bestaat uit de zetel recht voor me. Rechts herken ik een keuken in het aanrecht aan de muur. Links van me, achter een bouwvallig muurtje, zie ik de slaapkamer, dat uit een dubbel bed en een stapelbed bestaat. De badkamer krijgt vorm dankzij een toilet en een plastieken mand gevuld met water net achter het hoekje. Groter dan 12m2 kan de woonst niet zijn. ‘El Chino’ woont hier met zijn vrouw en vijf kinderen. Of het allemaal wel veilig of legaal is? Dat is nu geen prioriteit.

In elkaar geknutselde woningen zijn schering en inslag in de wijk El Cerro. Wat ooit een parel was van koloniale architectuur, is vandaag een verarmde wijk in verval. Tijdens een eerste grote bevolkingstoename in Havana enkele eeuwen geleden, te danken aan de bloeiende handel, bouwden rijke burgers grote villa’s in El Cerro om aan de drukte van het centrum te ontsnappen. Havana bleef echter groeien door toenemende welvaart en industrialisatie, waardoor de rijken opnieuw wegtrokken met al hun geld en bezittingen. De prachtige gebouwen uit dat vorige tijdperk staan er nog, maar het kapitaal is verdwenen.

De steeds groeiende bevolking die nu nog in El Cerro woont, heeft het niet breed. De nood aan veilige woningen is enorm, maar er is een groot gebrek aan bouwmaterialen en gereedschap en er zijn onvoldoende gekwalificeerde bouwers om ermee aan de slag te gaan. Bovendien ontbreekt het aan geld om de erfgoedwaardige architectuur te onderhouden. De buurt valt uit elkaar, steen voor steen.

Dankzij een handelsembargo, uitgevoerd door de Verenigde Staten, kampt Cuba al decennia met een tekort aan allerhande materialen en goederen. Toen de Sovjetunie nog bestond, kon Cuba steeds op een toevoer van olie, gereedschap en verschillende handelsvoordelen rekenen. Maar wanneer dat communistische rijk in 1989 viel, verloor Cuba op slag zijn grootste handelspartner en weldoener. Het land belandde in een diepe crisis. De Cubaanse overheid noemde dit tijdperk de ‘speciale periode in tijden van vrede’. Een nogal eufemistische benaming voor een land dat op dat moment noch voedsel, noch woningen kon voorzien voor zijn bevolking.

Dit chronisch tekort aan basisvoorzieningen heeft, naast duidelijke negatieve effecten, Cuba tot een zeer veerkrachtige natie gemaakt. Om te overleven na de val van de Sovjetunie, kwam de overheid met innovatieve ideeën op de proppen. Op landelijke schaal werd de landbouwsector compleet gereorganiseerd tot een succesvol nieuw model met meer opbrengst. Tegelijkertijd moedigde de overheid de bevolking aan om op kleinere schaal aan (stads)landbouw te doen. Er werden massaal moestuintjes aangelegd in tuinen, binnenpleintjes en op lege bouwgronden in het stadscentrum. Zelfs de tuin van het Ministerie van Landbouw werd omgeploegd en beplant!

Het leven onder blokkades en repressies, zowel onder grote wereldmachten zoals de Verenigde Staten als een lokaal autoritair communistisch regime, heeft van de Cubanen een zeer vindingrijk volk gemaakt. Uit noodzaak werden ze experten in doe-het-zelven, recycleren en out of the box-denken. De auto’s uit de jaren ’50 rijden nog steeds rond. Ze worden telkens opnieuw hersteld, hergebruikt en gedeeld. Taxi’s nemen nooit slechts één enkele persoon of groep mee: om zo efficiënt mogelijk te werken, pikken ze iedereen op langs een aantal vaste routes zolang er plaats is in de auto.

Momenteel bevindt Cuba zich in een stroomversnelling: allerhande veranderingen en maatregelen openen nieuwe deuren voor de bevolking. Sinds 2011 is het legaal om als Cubaan zelf een klein privézaakje op te richten. Voor een Europeaan lijkt dit misschien een fait divers, maar voor Cubanen betekent het echter dat ze voor het eerst in meer dan vijftig jaar legaal een centje kunnen verdienen door bijvoorbeeld een eigen winkel of café op te starten. In een mum van tijd zijn deze minibedrijfjes gigantisch populair geworden. Op elke straathoek vind je nu een kapperszaak, horlogemaker of lokale bar.

Daarnaast wil de overheid, stap voor stap, experimenteren met nieuwe wetten rond bezit en eigendom. Cuba wordt steeds toegankelijker voor toeristen en begint zich stilaan meer open te stellen voor nieuwe internationale samenwerkingen. Hoewel een groot deel van de bevolking zich nog steeds in minder goede tot ronduit slechte leefomstandigheden bevindt, duidt deze nieuwe dynamiek op een keerpunt. Dit wekt veel motivatie en opwinding op, hoewel zowel de Cubanen als de overheid nog niet zo goed weten waar ze nu precies heen kunnen of willen. De overheid probeert voorzichtig nieuwe systemen uit, de bevolking maakt gretig gebruik van elke nieuwe gelegenheid.

Hoe kunnen de bewoners van een wijk als El Cerro nu op een positieve manier gebruik maken van de huidige dynamiek en het complexe sociaal-politieke klimaat dat Cuba typeert? El Cerro is geen wijk met prioriteit als het aankomt op erfgoedbeheer, wordt beschouwd als te oninteressant investeringsgebied en toeristen komen er zelden of nooit. Kan architectuur een steentje bijdragen (pun intended) aan het benutten van de energie, vindingrijkheid en ondernemersgeest van de Cubanen om vooruitgang te boeken in deze wijk in verval?

In deze context moeten we naar ontwerpen en architectuur kijken als meer dan gewoon een kost. Het is een investering. Niet enkel een gebouw is belangrijk. De manier waarop het bouwwerk ontworpen en gebouwd werd, zijn van groot belang. Het oprichten van lokale arbeidersgroepen, ontwerpen met buurtparticipatie, lokaal produceren van ecologische bouwmaterialen, zelf bouwen en onderwijzen kunnen deel worden van de architectuur.

Door bewoners zelf de mogelijkheid tot en verantwoordelijkheid voor het bouwen en renoveren van hun eigen buurt aan te bieden, activeer je de wijk en komt er een weg naar vooruitgang door minimale hulp van buitenaf. Zet maximaal in op de kracht van El Cerro: de capaciteiten, leergierigheid en energie van de bewoners. Laat Pedro en de rest van zijn wijk op een goedkope en voordelige manier mee bouwen aan hun eigen huis en voor iedereen een veilig onderkomen voorzien.

Bibliografie

BSHF (2007): “Ecomaterials in Social Housing Projects, Cuba” https://www.bshf.org/world-habitat-awards/winners-and-finalists/ecomate…

BRESTER, B. (2012): “Housing Policy, Neighborhood Development, and Civic Participation in Cuba: The Social Microbrigade of Santa Clara”, The Urban Fringe, UC Berkeley College of Environmental Design.

CLEMENS, O.; HORLITZ, S.; KASPAR, A.; MÜLLER, A (editors) (2010): “A Public Interview with Massimo De Angelis and Stavros Stavrides”, An Architektur nr. 23: On the Commons, http://www.e-flux.com/journal/17/67351/on-the-commons-a-public-intervie…

CUYOLA, M., HAMBERG, J. (2003): “Understanding Slums: Case Studies for the Global Report on Human Settlements 2003”.

DANBY, N. (2016): “Understanding Cuba’s Future”, Harvard Political Review, http://harvardpolitics.com/online/understanding-cubas-future/

DUBB, S. (2014): “Worker Co-ops Gain Foothold in Cuba”, Community-Wealth.org, http://community-wealth.org/content/worker-co-ops-gain-foothold-cuba

GREIN, J. (2015): “Recent Reforms in Cuban Housing Policy”, Chicago Unbound, University of Chicago Law School.

JOHNSON, C. (2014): Cuba is Using Cooperatives to Decentralize its Economy”, Shareable, http://www.shareable.net/blog/cuba-is-using-cooperatives-to-decentraliz…

LEYSENS, W. (2016): “Niet-overheidsbedrijven in het economisch model van Cuba”, FOS-Socialistische Solidariteit.

NCBA CLUSA (2014): “Cuba Cooperative Working Group Report”, Sol2economics.

PENA DIAZ, J., HARRIS, P. (2005): “Continuous Productive Urban Landscapes: Designing Urban Agriculture for Sustainable Cities: Chapter 16: Urban Agriculture in Havana: Opportunities for the Future”, Architectural Press, ISBN 0 7506 55437.

PETERS, P. (2014): “Cuba’s New Real Estate Market”, Brookings.

PETRESCU, D. (2010): “Gardeners of the Commons”, Multitudes nr. 42, p. 126-133, ISBN 9782354800789.

SCHEERLINCK, K. (2013): “Collective Spaces Streetscape Territories Notebook”, LUCA, Sint-Lucas School of Architecture, Ghent/Brussels, KU Leuven, ISSN 2294-4672.

SCHEERLINCK, K. (2016): “Master Dissertation Framework”, KU Leuven Faculty of Architecture, Brussels.

SUDDATH, C. (2009): “U.S.-Cuba Relations”, Time: http://content.time.com/time/nation/article/0,8599,1891359,00.html

VALERO, D. (2015): “Housing in Cuba, An Impossible Problem?”, Havana Times, http://www.havanatimes.org/?p=113070

YAFFE, H. (2016): “Cuba is poor, but who is to blame – Castro or 50 years of US blockade?”, (article) The Conversation, https://theconversation.com/cuba-is-poor-but-who-is-to-blame-castro-or-…

 

Download scriptie (23.45 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Kris Scheerlinck