De online communicatie is een belangrijk gegeven vooral voor kinderen en jongeren, maar kent een schaduwzijde: cyberpesten. Wanneer cyberpesten in de media of in onderzoek naar voor komt, gaat het vaak om de slachtoffers of de daders. Als de school(context) ter sprake komt in een artikel rond cyberpesten is dit wanneer het gaat om de ontmoetingsplaats van de betrokkenen of wanneer een school nu al dan niet goed heeft gehandeld. Weinig aandacht gaat naar het standpunt van de scholen en waar scholen nood aan hebben om cyberpesten aan te pakken. Wetenschappelijk gezien kan er veel gezegd worden over welke praktijk het beste is, maar in de praktijk kan dit sterk verschillen en wordt de mening van scholen wel eens vergeten.
Cyberpesten: een taak voor de school?
Internet, gsm, smartphone en computer – ook wel gekend onder de verzamelterm ICT - zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven en het onderwijs. Bovendien hebben jongeren op steeds vroegere leeftijd een profiel op een of meerdere sociale media. De toegang tot ICT op jonge leeftijd vergroot de kans om in contact te komen met cyberpesten. Cyberpesten kan gezien worden als een vorm van pesten via ICT en voornamelijk via sociale media.
Net zoals bij het gewone pesten vormt de school een omgeving waar cyberpesten kan ontstaan. Velen zullen hierbij denken aan middelbare scholen, maar reeds op de basisschool komen kinderen ermee in contact. Want ook al zitten leerlingen van het basisonderwijs nog onder de leeftijdsgrens van sociale media, zoals Facebook, velen hebben met of zonder toestemming van de ouders toch al een profiel. Dit komt zowel uit de literatuur als uit het gevoerde onderzoek naar voor. Dit geldt eveneens voor e-mailaccounts, gsm’s (waar natuurlijk geen leeftijdsgrens opstaat) of profielen op min-twaalfjarigen sites. Hierdoor bestaat er een groter risico om al op jonge leeftijd in contact te komen met cyberpesten.
In sommige basisscholen worden ook e-mailaccounts aangemaakt voor de leerlingen om huiswerk en groepswerken te kunnen doorsturen en kan dit enerzijds een deur openzetten naar cyberpesten. Dit e-mailaccount staat vaak onder toezicht van een schoolteam. Veel basisscholen die met ICT middelen werken, leren hun leerlingen ermee op een gepaste wijze omgaan. Desondanks deze maatregelen wordt er af en toe een cyberpestgeval gemeld aan de school en dient de school het pesten op een gepaste wijze aan te pakken.
Scholen hebben reeds de taak om te werken rond pesten en de laatste jaren krijgen ze ook te maken met cyberpesten en dienen ze ook hierrond te werken. Hiervoor dienen scholen hun beleid rond pesten uit te breiden of kunnen ze een apart beleid rond cyberpesten opstellen.
De noden van basisscholen rond cyberpesten
Dat cyberpesten tegenwoordig al op jonge leeftijd optreedt, is niet meer verrassend en basisscholen pakken dit reeds vandaag op hun manier aan. Desondanks richt onderzoek naar cyberpesten zich vooral op het cyberpesten in secondaire scholen. Bijkomend ligt vaak de focus op het fenomeen op zich en op hoe scholen het kunnen vermijden, het preventieve luik. Er is echter weinig aandacht voor de aanpak en de behoeften van de scholen.
Daarom werd een verkennend onderzoek in zes basisscholen in Vlaams-Brabant uitgevoerd, waarbij leerkrachten en/of directieleden in de scholen geïnterviewd werden om te achterhalen: Wat zijn de noden van basisscholen rond cyberpesten en de aanpak ervan? In elk van deze scholen had minstens één cyberpestvoorval plaatsgevonden.
De onderzochte scholen hadden een voldoende kennis van wat cyberpesten is en wat mogelijke oorzaken ervan zijn, al was de omschrijving soms beperkt tot het benoemen van voorvallen in hun school. Tot nu toe werkten de scholen met een beleid rond pesten dat cyberpesten omvat waarbij de aandacht ligt op de preventie. De aanpak en de kennis van de onderzochte basisscholen lijken goed te werken, toch kwamen er in het kwalitatieve onderzoek nog enkele noden naar voor. De noden werden niet steeds door alle zes scholen benoemd en kunnen door de aard van het onderzoek niet veralgemeend worden naar andere basisscholen.
Een eerste belangrijke nood die naar voor kwam was het buitenschoolse karakter van cyberpesten. Cyberpesten gebeurt vaak buiten de school, maar is door de vriendengroep en de omgeving van de school ermee verbonden. Daarnaast heeft cyberpesten gevolgen op de sfeer en de resultaten op school. Doordat het eigenlijke gebeuren buiten de school plaatsgrijpt, is het voor de bevraagde scholen moeilijk hier grip op te krijgen. Tot waar gaat de rol van de school? Wat kan en mag een school doen indien er ook kinderen betrokken zijn die niet op de school zitten? Omtrent dit gegeven is nog meer verduidelijking en ondersteuning nodig, aldus de scholen.
Daarnaast hadden sommige scholen nood aan een soort van stappenplan dat aangeeft wat een basisschool kan en mag doen bij cyberpesten. Ze merkten hierbij op dat er een duidelijke richtlijn dient te zijn die binnen een bepaald kader kan worden aangepast aan de eigenheid van elke school en elk cyberpestvoorval. Aansluitend hieraan hadden enkele bevraagde scholen graag meer ondersteuning en uitleg over hoe cyberpesten dient aangepakt te worden in een lagere school.
Tot slot gaven scholen aan dat er nood was aan bijscholingen rond cyberpesten in basisscholen. Deze bestaan wel, maar het ontbreekt de scholen aan tijd en studiedagen om de vormingen te volgen en om te zetten in de praktijk.
Cyberpestbeleid: een nieuwe uitdaging voor onderwijs? Cyberpesten, de online vorm van pesten, doet zich ondertussen ook voor binnen de basisschool. Hierdoor moeten lagere scholen zich naast het gewone pesten ook bezighouden met het voorkomen en oplossen van cyberpestgevallen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan. De onderzochte scholen hebben voldoende kennis over cyberpesten en weten ook van aanpakken, maar zitten hier en daar nog met vragen en noden. Meer ondersteuning en uitleg over een goede aanpak als de omgang met het buitenschools karakter vormen de grootste noden die nu nog niet beantwoord zijn. Er is nog verder onderzoek nodig om alle noden van basisscholen alsook secundaire scholen in kaart te brengen zodat scholen optimaal ondersteunt kunnen worden in de aanpak van cyberpesten.
A. Juridische bronnen
Strafwetboek 8 juni 1867, BS 9 juni 1867. Wet 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, BS 15 april 1965.
Wet 30 juli 1981 ter bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, BS augustus 1981.
Wet 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de werking van persoonsgegevens, BS 18 maart 1993. Wet 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, BS 20 juni 2005.
Wet 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie te bestraffen, BS 22 juli 2014.
B. Sociaalwetenschappelijke bronnen
Aboujaoude, E., Savage, M. W., Starcevic, V., & Salame, W. O. (2015). Cyberbullying: Review of an Old Problem Gone Viral. Journal of Adolescent Health, 57, pp. 10-18.
Beran, T., & Li, Q. (2005). Cyber-harassment: a study of a new method for an old behavior. J. Educational computing Research, 32(3), pp. 265-277.
Beyens, K. & Tournel, H. (2010). Mijnwerkers of ontdekkingsreizigers? Het kwalitatieve interview. In T. Decorte, & D., Zaitch (reds). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp 200-229). Leuven: Acco.
Bonanno, R. A., & Shelley, H. ( 2013). Cyberbullying and Internalizing Difficulties: Above and Beyond the Impact of Traditional Forms of Bullying. Journal of Youth and Adolescence, 42, pp. 685-697.
Bryman, A. (2012). Qualitative data anlysis. In A. Bryman (red.). Social research methods (pp. 564-589). Oxford: Oxford University Press.
Cantone, E., Piras, A. P., Vellante, M., Preti, A., Danielsdotir, S., D’Aloja, E., Lesinskiene, S., Angermeyer, M. C., Carta, M. G., & Bhugra, D. (2015). Interventions on Bullying and Cyberbullying in Schools: A Systematic Review. Clinical Practice & Epidemiology in Mental Health, 11, pp. 58-76.
Cassidy, W., Jackson, M., & Brown, K. N. (2009). Sticks and Stones Can Break My Bones, But How Can Pixels Hurt Me? Students’ Experiences with Cyber-Bullying. School Psychology International, 30(4), pp. 383-402.
Cassidy, W., Brown, K., & Jackson, M. (2012). ‘Under the radar’: Educators and cyberbullying in schools. School Psychology International, 33(5), pp. 520-532.
Chaux, E., Velásquez, A. M., Schultze-Krumbholz, A., & Scheithauer, H. (2016). Effects of the Cyberbullying Prevention Program Media Heroes (Medienhelden) on Traditional Bullying. Aggressive Behavior, 42, pp. 157-165.
Chibbaro, J. S. (2007). School counselors and the Cyberbully: Interventions and implications. Professional school counseling, 11(1), pp. 65-68.
Corbin, J., & Strauss, A. (2015). Basics of Qualitative Research: Techniques and Procedures for Developing Grounded Theory. California: SAGE Publications, Inc.
Dake, J. A., Price, J. H., Telljohann, S. K., & Funk, J. B. (2004). Principals’ Perceptions and Practices of School Bullying Prevention Activities. Health Education &Behavior, 31(3), pp. 372-387.
Davis, M. B. (2007). Doing a Successful Research project: Using Qualitative or Quantitative Methods. New York: Palgrave.
Deblock, D. (2014). Cyberpesten, de school en het CLB: Grensoverschrijdend gedrag wordt virtueler. Welwijs: wisselwerking, onderwijs en welzijnswerk, 25(3), pp. 15-18.
Decorte, T., & Zaitch, D. (2010). Inleiding. In T. Decorte & D., Zaitch (reds.). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp. 25-32). Leuven: Acco.
D’Haese, W. (2010). Cyberpesten bij jongeren in drie Vlaams-Brabantse scholen. Welwijs: wisselwerking, onderwijs en welzijnswerk, 21(2), pp. 16-18.
Europese Commissie (2008). Towards a safer use of internet for children in the EU – a parent’s perspective. Flash Eurobarometer Series 248. Luxemburg: Europese Commissie. Geraadpleegd op: http://ec.europa.eu/commfrontoffice/publicopinion/flash/fl_248_sum_en.p…
Ey, L., Taddeo, C., & Spears, B. (2015). Cyberbullying and Primary-School Aged Children: The Psychological Literature and the Challenge for Sociology. Societies, 5, pp. 492- 514.
Flick, U. (2011). Introducing Research Methodology: A Beginner’s Guide to Doing a Research Project. Hamburg: Rowohlt Verlag GmbH. Hinduja, S., & Patchin, J. W. (2008). Cyberbullying: An Exploratory Analysis of Factors Related to Offending and Victimization. Deviant Behavior, 29(2), pp. 129-156.
Hoff, D. L., & Mitchell, S. N. (2009). Cyberbullying: causes, effects and remedies. Journal of Educational Administration, 47(5), pp. 652-665.
Kerstens, J., & Veenstra, S. (2013). Cyberpesten vanuit een criminologisch perspectief. Tijdschrift voor criminologie, 55(4), pp. 375-393.
Kubiszewski, V., Fontaine, R., Potard, C., & Auzoult, L. (2015). Does cyberbullying overlap with school bullying when taking modality of involvement into account? Computers in Human Behavior, 43, pp. 49-57.
Kowalski, R. M. , & Limber, S. P. (2007). Electronic Bullying Among Middle School Students. Journal of Adolescent Healt, 41, pp. 522-530.
Layder, D. (1998). Sociological practice: Linking theory and social research. Londen: Sage. Lee, M., Zi-Pei, W., Svanström, L., & Dalal, K. (2013). Cyber Bullying Preventing: Intervention in Taiwan. Plos One, 8(5), pp. 1-6.
Leung, L. & Lee, P. S. N. (2012). The influences of Information literacy, internet addiction and parenting styles on internet risks. New Media & Society, 14(1), pp. 117-136.
Leys, M., Zaitch, D., & Decorte, T. (2010). De gevalstudie. . In T. Decorte & D., Zaitch (reds.). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp. 173-197). Leuven: Acco.
Maesschalck, J.. (2010). Methodologische kwaliteit in het kwalitatief criminologisch onderzoek. In T. Decorte & D., Zaitch (reds.). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp. 120-145 ). Leuven: Acco.
Mason, K. Y. L. (2008). Cyberbullying: A preliminary assessment for school personnel. Psychology in the Schools, 45(4), pp. 323-348.
Monks, C. P., Robinson, S., & Worlidge, P. (2012). The emergence of cyberbullying: A survey of primary school pupils’ perceptions and experiences. School Psychology International, 33(5), pp. 477-491.
Monks, C. P., Mahdavi, J., & Rix, K. (2016). The emergence of cyberbullying in childhood: Parent and teacher perspectives. Psicologia Educativa, 22, pp. 39-48.
Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven: Acco.
Mortelmans, D. (2010a). Het kwalitatief onderzoeksdesign. In T., Decorte, & D., Zaitch (reds.). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp. 76-118). Leuven: Acco.
Mortelmans, D (2010b). Rapporteren van kwalitatief onderzoek. In T., Decorte, & D., Zaitch (reds). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp. 490-529). Leuven: Acco.
Patchin, J. W., & Hinduja, S. (2011). Traditional and Nontraditional Bullying Among Youth: A Test of General Strain Theory. Youth & Society, 43(2), pp. 727-751.
Porsch, T., & Pieschl, S. (2014). Cybermobbing unter deutschen Schülerinnen und Schülern: Eine repräsentative Studie zu Prävalenz, Folgen und Risikofaktoren. Diskurs Kindheits- und Jugendforschung, 1, pp. 7-22.
Sakellariou, T., Carroll, A., & Houghton, S. (2012). Rates of cyber victimization and bullying among male Australian primary and high school students. School Psychology International, 33(5), pp. 533-549.
Schultze-Krumbholz, A., Schultze, M., Zagorscak, P., & Wölfer, R. (2016). Feeling Cybervictims’ Pain – The Effect of Empathy Training on Cyberbullying. Aggressive Behavior, 42, pp. 147-156.
Silverman, D. (2013). Doing qualitative research. London: Sage publications Ltd.
Slonje, R., & Smith, P. K. (2008). Cyberbullying: Another main type of bullying? Scandinavian Journal of Psychology, 49, pp. 147-154.
Smith, P. K., Mahdavi, J., Carvalho, M., Fisher, S., Russel, S., & Tippett, N. (2008). Cyberbullying: its nature and impact in secondary school pupils. Journal of child psychology and psychiatry, 49(4), pp. 376-385.
Stauffer, S., Heath, M. A., Coyne, S. M., & Ferrin, S. (2012). High school teachers’ perception of cyberbullying prevention and intervention strategies. Psychology in he Schools, 49(4), pp. 354-370.
Valcke, M., De Wever, B., Van Keer, H., &Schellens, T. (2011). Long-term study of safe Internet use of young Children. Computers & Education, 57(1), pp. 1292-1305.
Van Cleemput, K., & Vandebosh, H. (2006). Cyberpesten bij jongeren in Vlaanderen. Welwijs: wisselwerking, onderwijs en welzijnswerk, 17(3), pp. 3-6.
Vandebosh, H., Poels, K., & Deboutte, G. (2011). Cyberpesten bij jongeren: een zaak voor de school? Welwijs: wisselwerking, onderwijs en welzijnswerk, 22(4), pp. 15-18.
Vandebosch, H., Poels, K., & Deboutte, G. (2014). Schools and Cyberbullying: Problem perception, current actions and future needs. Internationals Journal of Cyber Society and Education, 7(1), pp. 29-48.
Vandebosch, H., & Van Cleemput, K. (2008). Defining Cyberbullying: A Qualitative Research into the Perceptions of Youngsters. CyberPsychology & Behavior, 11(4), pp. 499-503.
Vandebosh, H., & Van Cleemput (2009). Cyberbullying amoung youngsters: profiles of bullies and victims. New media & society, 11(8), pp. 1349-1371.
Vanden Abeele, M. M. P., Van Cleemput, K., & Vandebosch,H. (2017). Peer influence as a predictor of producing and distributing hurtful images of peers and teachers among Flemisch adolescents. Journal of Children and Media, 11(1), pp. 69-87.
Vandoninck, S., d’Haenens, L., & Donso, V. (2010). Digitale geletterdheid bij Vlaamse jongeren: hoe gaan ze om met onlinerisico’s?. Tijdschrift voor Communicatiewetenschappen, 38(2), pp. 100-117.
Vuolo, M. C. (2012). Education Connection: Working Together to Give Schools the Tools to Prevent Cyberbullying. Children’s Legal Rights Journal, 32(3), pp. 90-92.
Wegge, D., Vandebosh, H., & Eggermont, S. (2013). Offline netwerken, online pesten. Tijdschrift voor communicatiewetenschap, 41(1), pp. 4-18.
Wegge, D., Vandebosh, H., & Eggermont, S. (2014). Who bullies whom online: A social network analysis of cyberbullying in a school context. Communications: the European journal of communication research, 39(4), pp. 1-29.
Wölfer, R., Schultze-Krumbholz, A., Zagorscak, P., Jäkel, A., Göbel, K., & Scheithauer, H. (2014). Prevention 2.0: Targeting Cyberbullying @ School. Prev Sci, 15, pp. 879-887.
Ybarra, M. L., Diener-West, M., & Leaf, P. J. (2007). Examining the Overlap in Internet Harassment and School Bullying: Implications for School Intervention. Journal of Adolescent Health, 41, pp. 42-50.
Ybarra, M. L., & Mitchell, K. J. (2004). Youth engaging in online harassment: associations with caregiver-child relationships, Internet use, and personal characteristics. Journal of Adolescence, 27, pp. 319-336.
Zaitch, D., Mortelmans, D., & Decorte, T. (2010). Participerende observatie in de criminology. In T. Decorte & D., Zaitch (reds.). Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie (pp.261-314). Leuven: Acco.
C. Niet-sociaalwetenschappelijke bronnen
CBS “Op de hoogte” (2012). KiVa school: samen tegen pesten [Brochure]. Geraadpleegd op http://www.cbsopdehoogte.nl/website/images/Kiva/Kiva__informatieboekje….
De Vlaamse Overheid (16.02.2017). Lager onderwijs-ICT-Leergebiedoverschrijdende eindtermen. Geraadpleegd op http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/basisonderwijs/lager- onderwijs/leergebiedoverschrijdend/ict/eindtermen.htm.
Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (z.d.). ICT in de klas. Geraadpleegd op https://onderwijs.vlaanderen.be/nl/ict-in-de-klas.
Jans, V. (29.08.2016). Eindelijk algemene aanpak cyberpesten. Geraadpleegd op http://algemeen.cdenv.be/actua/eindelijk-algemene-aanpak-cyberpesten.
Kenniscentrum Mediawijsheid (10.05.2017). Mediawijs [Website in zijn geheel]. Geraadpleegd op https://mediawijs.be/. Leefsleutels vzw (2008).
Toeka². Toeter. Speciale Toeka editie, 30 (8), pp. 1-12. Lievens, E. (2017). Cyberpesten in de wet [artikel]. Geraadpleegd op https://mediawijs.be/dossiers/dossier-cyberpesten/cyberpesten-wet.
Say. (29.08.2016). Impact cyberpesten mag niet onderschat worden. De Standaard. Geraadpleegd op http://www.standaard.be/cnt/dmf20160829_02443731.