Op een kille namiddag in maart zit ik op een stoffig bankje in een tochtige gang van een verlaten klooster te schetsen. Ik moet snel werken. Een openstaand raam laat deuren met een klap dichtslaan. Was dat raam niet gesloten toen ik hier eerder op de dag passeerde? Vloeren kraken, gordijnen fluisteren, zolders liggen vol met afgedankte meubelstukken. Er zijn nog ontelbare gangen en kamers om te ontdekken in dit verstilde, lege gebouw. Is dit het begin van een slechte griezelfilm? Neen, het is gewoon de eerste stap op weg naar een nieuwe toekomst voor dit haast vergeten erfgoed.
HERBESTEMMEN: PUZZELEN VOOR GEVORDERDEN
Europa heeft ontelbare erfgoedsites: gebouwen en landschappen die bewaard worden als een tastbare verwijzing naar het verleden. In de veranderende hedendaagse maatschappij komen deze gebouwen vaak leeg te staan: hun oorspronkelijke functie is niet meer relevant. Dit is bijvoorbeeld het geval bij watermolens, mijnsites en parochiekerken. Om te voorkomen dat deze gebouwen ruïnes worden, is het nodig om ze te herstellen en te onderhouden. En de beste manier om er voor te zorgen, is door ze te blijven gebruiken.
Het herbestemmen van een erfgoedsite omvat letterlijk het zoeken naar een nieuwe bestemming, een nieuwe functie. De uitdaging hierbij is om de juiste invulling te vinden voor het lege gebouw: een nieuw programma dat slim gebruik maakt van de sterke kanten van de site en het verleden respectvol aanpakt. Ook de omgeving van de site speelt hierbij een belangrijke rol, net zoals de bredere context: in een stadsbuurt zijn er andere noden dan op het platteland. Een museum of luxehotel is niet altijd de beste oplossing. De ontwerpers die een erfgoedsite willen herbestemmen krijgen dus een complexe puzzel voorgeschoteld. Pas als alle onderdelen gekend zijn, vallen de puzzelstukken op hun plaats en vormen ze een opstapje naar een nieuw leven voor de erfgoedsite.
Om het potentieel van een site te ontdekken moet de ontwerper heel wat huiswerk maken: archieven uitspitten, oude foto’s herontdekken, met de juiste mensen praten, de bouwgeschiedenis analyseren, de historische waarde inschatten van de verschillende gebouwen, de site inventariseren etc. Het zijn slechts enkele onderdelen van het stappenplan. Erfgoedsites zijn meestal erg complex door de opeenstapeling van geschiedenis. Zelden werden de gebouwen in één fase gebouwd en onaangetast bewaard. Een pasklaar antwoord ligt dus niet voor de hand en een multidisciplinaire aanpak is hier aan de orde.
ERFGOED-FLUISTERAAR
Een erfgoedsite bestaat uit tastbare en dus ook meetbare elementen. Deze elementen zijn meestal in cijfers te vatten. Ze kunnen objectief geïnterpreteerd worden. Maar om een site helemaal te doorgronden moeten ook de ontastbare elementen worden meegeteld. Alleen zo wordt de som compleet.
Erfgoedsites werden generaties lang bewoond of gebruikt. De impact en de sporen van al deze gebruikers mogen niet onderschat worden. De site heeft een bepaalde atmosfeer, een onverklaarbaar en ongrijpbaar gevoel van betekenis. Wie goed oplet kan ontelbare verhalen ontcijferen uit de gebouwen en de invulling van de omgeving. De sporen van gebruik, verweerde stenen en de wildgroei van beplanting: ze vormen mee de ziel van een site.
Om deze ziel op te merken en te doorgronden moet een ontwerper al zijn zintuigen aanspreken. Niet alleen wat er te zien is, maar ook geuren, geluiden, smaken en aanrakingen geven mee betekenis aan de site. Het ontmantelen van het innerlijke erfgoed is een proces dat zich niet laat opjagen en dat niet van op afstand kan gebeuren. De ontwerper moet een band opbouwen met de site, het erfgoed doorgronden en zich eigen maken, de ziel erkennen en een plaats geven in de nieuwe bestemming. De identiteit van de site kan vertaald worden naar de huidige realiteit en de basis vormen voor een succesvolle herbestemming.
HET ONZICHTBARE TONEN
Hoewel het belang van het ontastbare voor zich spreekt, wordt het vaak niet of te weinig benut. En dat heeft alles te maken met het on(be)grijpbare aspect ervan. Daarbij is het ook moeilijk om deze hoogst individuele ervaringen te over te brengen en te presenteren als substantieel onderzoek. Bij het herbestemmingsonderzoek van de Sint-Godelieveabdij in Brugge werd er geëxperimenteerd met verschillende methodes om deze ongrijpbare aspecten te ontdekken, vast te leggen en te communiceren.
De site in Brugge dateert uit de late middeleeuwen. Aangezien Brugge als historische stad nog steeds sterk verwijst naar deze periode, is het belangrijk om de tijdsgeest goed te begrijpen. Hoe keek men 600 jaar geleden naar de wereld? Zeldzame miniaturen uit verluchte manuscripten geven inzicht in het wereldbeeld van toen. De minuscule schilderijen volgen hun eigen regels en zijn een kunstwerk op zich.
Honderden jaren later werden de eerste camera’s gebruikt om de wereld vast te leggen. Het complexe proces was duur en tijdrovend. Oude foto’s van de site zijn dus geen toevallige kiekjes: de compositie, het onderwerp en de locatie zijn nauwkeurig bepaald. Door deze foto’s te bestuderen en vervolgens opnieuw te maken op exact dezelfde plaats ontstaan er verrassende inzichten in het leven en de tradities van de zusters van St. Godelieve. Het verleden komt terug tot leven.
Nu ligt het klooster er verlaten bij. Uitgebreid ronddwalen in het gebouw is een betere kennismaking dan het bestuderen van plannen. Een toevallige ontmoeting met een levensgroot beeld in een donkere gang of het opsnuiven van de geurige verwilderde kruidentuin: het draagt allemaal bij tot een dieper begrip van de site. Emoties worden vastgelegd door ter plaatse te schetsen en de regendruppels mee te laten schilderen op het blad. Een gevoel van de ruimte wordt getoond door de ervaringen in een maquette te verwerken.
De beelden die deze methodes hebben opgeleverd werden samengebracht tot er combinaties ontstonden die zorgen voor verrassende inzichten. Door de afbeeldingen intuïtief te combineren komt er een diepere betekenis naar boven die helpt om ideeën en concepten onder woorden te brengen.
Deze methode van beeldend en zintuiglijk onderzoek is dus essentieel om de site in al zijn complexiteit te bevatten. Een ontwerper die zich kan inleven in het erfgoed neemt voorsprong in het project. En goed begonnen is al half gewonnen.
Aben, R. and S. de Wit. De omsloten tuin: Geschiedenis en ontwikkeling van de hortus conclusus en de herintroductie ervan in het hedendaagse stadslandschap. Netherlands, Amsterdam: 010, 2002.
ABIBOO Studio. “Quick Tour through Phenomenological Thinking in Architecture.” http://www.abiboo.com/arch/quick-tour-through-phenomenological-thinking…. Retrieved on 10/04/2017.
Agentschap Onroerend Erfgoed. “Delacenserie, Louis.” https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/persoon/7038. Retrieved on 20/04/2017.
Agentschap Onroerend Erfgoed. “Sint-Godelieveabdij, Inventaris Onroerend Erfgoed.” https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/82435. Retrieved on 05/02/2017.
Art Basics for Children. “What is ABC ?” http://www.abc-web.be/art-basics-for-children-abcvzw/?lang=en. Retrieved on 21/04/2017.
Battistini, M. and L. Impelluso. Het boek der symbolen: de verborgen betekenis van de westerse schilderskunst. Belgium, Antwerp: Ludion, 2012.
Bennet, A., W. Cahn, W. Cardon, and P. de Rynck, ed. Meesterlijke Middeleeuwenn Miniaturen van Karel de Grote tot Karel de Stoute. Belgium, Leuven: Davidsfonds, 2002.
Bousmanne, B., T. Delcourt, I. Hans-Collas, P. Schandel, C. van Hoorebeeck, M. Verweij and A. Kelders, eds. Vlaamse Miniaturen 1404-1482. Belgium, Leuven: Davidsfonds, 2011.
Brugge Foundation. “De Sint-Godelieveabdij.” http://www.bruggefoundation.be/de_sint_godelieveabdij. Retrieved on 05/02/2017.
Demulder, S. (ed) & B. Beernaert. ‘t Nieuw Zand; Heraanleg ‘t Zand en Vrijdagmarkt. Belgium, Oostkamp: PurePrint, 2016.
Devlieger, L. “Rotor: Opalis”. Lecture, Universiteit Hasselt campus rechten, 19 September 2016.
Downing, F. “Transcending memory: remembrance and the design of place.” Design Studies 24, no. 3 (2003); 213-235.
Eliade, M. The Sacred and the Profane: The Nature of Religion. United States of America, New York: Harcourt, Brace & World, 1959.
Evans, R. The Projective Cast. United Kingdom, Cambridge: MIT Press, 2000.
Hoste, D. A. o.s.b.. Het levensverhaal van Sint-Godelieve. Belgium, Roeselare: Huize Breughel, 1984.
Hoste, A. o.s.b.. ‘t Clooster van Sinte Godelieve: eertijdts buyten Ghistele nu binnen Brugghe. Belgium, Beernem: De Windroos, 1973.
Jong Kristen Onthaal voor Toerisme v.z.w.. De Sint-Godelieveabdij te Brugge. Belgium, Beernem: De Windroos, 1984.
Müller-Schareck, M. “Fresh Widow: The Idea of the Window as a “Point of Departure”.” in Fresh Widow: The Window in Art since Matisse and Duchamp, edited by the Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, 19-33. Germany, Ostfildern: Hatje Cantz, 2012.
Norberg-Schulz, C. Genius Loci: towards a phenomenology of architecture. United States of America, New York: Rizzoli, 1979.
Pallasmaa. J. The Eyes of the Skin: Architecture and the Senses. United Kingdom, Chichester: Wiley-academy, 2005.
Pamuk, O. De andere kleuren. Belgium, Antwerp: De Bezige Bij, 2004.
Pamuk, O. Ik heet Karmozijn. The Netherlands, Amsterdam: De Arbeiderspers, 2011.
Pérez-Gomez, A. and L. Pelletier. Architectural Representation and the Perspective Hinge. United Kingdom, Cambridge: MIT Press, 2000.
Selbmann, R. “Views Out, In and Through: A Brief History of the Window up to the Modern Era.” in Fresh Widow: The Window in Art since Matisse and Duchamp, edited by the Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen, 35-45. Germany, Ostfildern: Hatje Cantz, 2012.
Smeyers, M. Vlaamse miniaturen van de 8ste tot het midden van de 16de eeuw: de middeleeuwse wereld op perkament. Belgium, Leuven: Davidsfonds, 1998.
Smith, D. W. “Phenomenology.” Stanford Encyclopedia of Philosophy. https://plato.stanford.edu/entries/phenomenology/. Retrieved on 10/04/2017.
Sousanis, N. Unflattening. United Kingdom, Cambridge: Harvard University Press, 2015.
Tanizaki, J. In Praise of Shadows. United States of America, Sedgwick: Leete’s Island Books, 1977.
Unwin, S. “Analysing architecture through drawing.” Building Research & Information 35, no. 1 (2007); 101-110.
Van Crombrugge, H. and P. Van den Bremt. A miraculous garden. Flora on the Ghent Altarpiece. Belgium, Ghent: New Goff, 2016.
Walther, I. F. and N. Wolf. Codices illustres, The world’s most famous illuminated manuscripts. Germany, Köln: Taschen, 2014.
Zumthor. P. Atmospheres. Germany, Berlin: Birkhauser Verlag AG, 2006.