Martha. 80 jaar, geboren en getogen in Merelbeke, België.
Heeft 40 jaar een eigen naaiwinkel gehad.
Heeft zichzelf ingeschreven op de wachtlijst van het woonzorgcentrum (WZC) en heeft binnenkort een definitieve kamer.
Verzorging, eten en amusement. Samen-zijn met generatiegenoten uit de nauwe omgeving van Gent.
Voor Martha wordt het WZC stilaan een tweede thuis.Fadoua. 80 jaar, geboren maar niet getogen in Taroudant, Marokko.
Is met man en kinderen naar Gent verhuisd in de jaren '60, waar haar man in de textielfabriek werkte.
Sinds kort definitief opgenomen in het WZC, na vele pogingen om de zorg thuis haalbaar te houden.
Verzorging, eten en amusement zijn niet afgestemd op de eigen culturele en religieuze gewoonten. Samen-zijn met generatiegenoten uit de nauwe omgeving van … Gent.
Samen, dezelfde leeftijd maar toch met een divers verleden en heden.
Voor Fadoua zal het WZC nooit een ‘derde’ thuis worden.
Je hebt het vast al gehoord, onze bevolking is volop aan het vergrijzen. Maar wist je ook dat deze vergrijzing stilaan meer kleur krijgt? Tegen 2020 zal 6% van de 65-plussers van buitenlandse herkomst zijn. Maar zijn de ouderen, hun familieleden en de zorgverleners hier klaar voor?
Familieleden ervaren een grote druk vanuit de Westerse maatschappij waardoor zij niet altijd de gepaste zorgen kunnen bieden voor hun eigen ouders en grootouders. De keuze voor een WZC gaat gepaard met schuldgevoelens.
Zorgverleners hebben door gebrek aan ervaring weinig kennis over de wensen en behoeften van deze ouderen en kunnen geen afgestemde zorg geven. Ook in onderzoek is hierover weinig geweten.
De focus van dit onderzoek is dan ook gericht op het verzamelen van méér kennis en inzichten rond de wensen en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond, specifiek betreffende het WZC.
Uit verschillende focusgroepen met zowel thuiswonende ouderen met een migratieachtergrond, als personeelsleden van het WZC met een migratieachtergrond en beleidsmedwerkers uit het WZC, is gebleken dat 5 centrale behoeften primeren:
Dat is eigenlijk één entiteit, van als iemand goed eet en die is gerust, dan voelt die zich ook beter, dan is dat sociaal contact ook wel beter, dus dat hangt allemaal wel wat samen, dat is niet dat ge dat los van mekaar kunt zien.
Ze mogen niet het idee krijgen dat de maatschappij hen vergeten is, dat hun kinderen hen vergeten zijn enzo, ze moeten altijd buiten komen en activiteiten doen waardoor die verbondenheid naar boven komt en dat die daardoor gelukkig blijven.
Het maakt niet uit of dat nu een moslim is of niet, het gaat om de liefde, het gaat om de affectie ...
Het geluk is dat je tot het laatste punt de mensen helpt in plaats van afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld u kinderen of ... Je echt wel tot het laatste punt u best doet voor de ander. En als iedereen zo denkt, dan leef je wel in harmonie natuurlijk.
De ouderen zijn meer gelovig dan ons, ze bidden veel enzo. Tot het laatste moment. Dat kan je niet van hen afpakken.
Copingvaardigheden, communicatie, infrastructuur en het bestaande taboe rond het WZC, zijn onvermijdelijk los te koppelen van deze vijf behoeften. Maar deze aspecten werden vooral door de personeelsleden en beleidsmedewerkers aangehaald, en niet door de thuiswonende ouderen met een migratieachtergrond.
Zijn we in de zorg dan té sterk gefocust op de verschillen waardoor we de gelijkenissen met 'onze' ouderen, nauwelijks nog zien? Het wordt hoog tijd om in te zetten op deze vijf behoeften, die àlle ouderen ten goede kunnen komen. Belangrijk hierbij is om elke oudere als uniek persoon te zien met diverse wensen en behoeften, want ook binnen culturen zijn er verschillen.
Zoals het WZC vandaag is georganiseerd zal het nooit een thuisgevoel kunnen evenaren voor ouderen met een migratieachtergrond. Dit heeft niets te maken met toegankelijkheid of zorgverlening, het idee dat ouderen in een WZC verblijven, staat gewoon sterk in contrast met de opvattingen in de eigen cultuur waar ouderen verzorgd worden in familiale kring.
Wat kunnen zorgverleners dan wel ondernemen? Ze kunnen het verblijf in het WZC van deze ouderen zo aangenaam mogelijk maken door aandacht te hebben voor de vijf centrale behoeften: mogelijk maken om een een menswaardig bestaan te leiden, de ouderen verbondenheid met medemens en maatschappij laten ervaren, familiaal aspect benadrukken, onafhankelijkheid bewerkstelligen door de ouderen zoveel mogelijk te ondersteunen, zelf keuzes te laten maken en ten slotte de eigen cultuurbeleving mogelijk maken.