‘Ergens wist ik wel dat onze manier van werken niet voor de eeuwigheid was’

Pieter
Van der Elst

'Als prille cinefiel begin jaren negentig heb ik ze zelf nog wel gezien. Maar dat waren toen al relicten uit het verleden,’ begint Daniël Biltereyst, professor Film and Media Studies aan de Universiteit Gent. Hij voerde enkele jaren geleden onderzoek rond actualiteiten in de bioscoop en helpt me op weg in dit verhaal.

DANIËL BILTEREYST «In die laatste dagen werd er op filmjournaals, of actualiteiten in de bioscoop, enorm neergekeken. Dat was niet meer van deze tijd en het bevatte meer fait divers dan hard nieuws. Wat trouwens eigen was aan een filmjournaal. Van bij het begin zijn ze nooit echt een intellectuele bron van informatie geweest, maar lag de nadruk eerder op entertainen met hier en daar een snuifje ernst. Hun context was de bioscoop, dus het moest natuurlijk passen in die hele cinemabeleving.»

«Op regelmatige basis journaals maken, was vroeger ontzettend duur. Ons land was gezien de omvang geen gigantische afzetmarkt, dus het waren vooral grote bedrijven uit Frankrijk, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië die hier in het begin de plak zwaaiden. We hadden wel veel journaals, maar veel Belgisch nieuws kwam er niet in aan bod. Na verloop van tijd klonk de roep om eigen producties en eigen nieuws wel steeds luider. Het was zeer moeilijk om als kleine, onafhankelijke en Belgische filmmaker in de zalen te geraken met filmjournaals en de meeste plaatselijke filmboeren gingen dan ook al snel overkop. Maar dat weerhield hen er niet van te proberen.»

Een filmjournaalploeg in de hoogdagen van het medium

Overheidssteun

Belgavox, geesteskind van Georges Fannoy, is een privé-initiatief dat zich in enkele jaren tijd tot officieuze staatsproducent van filmjournaals in België ontpopt. Fannoy was al sinds zijn tienerjaren met film bezig en het was zijn Parijse tante, toenmalige ster van de stomme film Renée Devilder, die hem aanspoorde een eigen filmhuis op te starten in België. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ziet hij zich echter genoodzaakt zijn activiteiten te staken door het strenge beleid van de Duitse bezetter. 

Eens het puin van de oorlog was geruimd, kon Fannoy echt beginnen met zijn Belgische filmjournaals. ‘In feite is Belgavox als bedrijf pas in 1950 ontstaan. Maar kort na de oorlog maakte mijn grootvader wel al tweetalige actualiteiten. Toen nog onder de naam Éclair Journal Belge,’ vertelt Vincent Fannoy, huidig CEO van Belgavox en jongste telg uit het familiebedrijf.

«Al snel waren onze journaals in meer dan vijfhonderd bioscopen over heel het land te zien en hadden we een eigen netwerk van reporters en cameramensen. Maar door het succes nam ook de concurrentie toe. Buitenlandse concurrentie, wel te verstaan, want in België waren we de enige producent. Sommige van die buitenlandse aanbieders draaiden bovendien deels op overheidssteun van het thuisfront, en dus is Belgavox na verloop van tijd ook bij de eigen overheid om steun gaan vragen.»

Unieke ervaring

De absolute glorietijd van het Belgische filmjournaal waren de jaren vijftig en zestig. Belgavox had meer dan honderd mensen in dienst en hun producties waren niet meer lost te koppelen van een avondje uit.

FANNOY «Als mensen vroeger naar de bioscoop gingen, verwachtten ze een hele avond spektakel. Ze kochten een ijspraline bij de ijsventer, werden ontvangen door een van de ouvreuses en keken als opwarmer een filmjournaal. Het had wat weg van theater toen. De mensen wilden zich op zo’n avond amuseren en daarom kozen wij steeds voor een positieve insteek in onze verhalen. Bij ons was het glas altijd halfvol, ook al was het eigenlijk halfleeg.»

Precies op dat hoogtepunt van de cinemabeleving, doet opeens de televisie zijn intrede in België.

FANNOY «Op snelheid konden we niet concurreren met een tv-journaal dat dagelijks werd uitgezonden. Dat was meteen duidelijk. Wat we wel konden, was die unieke bioscoopervaring aanbieden. Een optimale kwaliteit van beeld en geluid, een groot scherm waarop je kan focussen zonder dat er op de achtergrond een koffiezet loopt of een wasmachine draait; daarmee konden wij impact creëren. Daarmee moesten wij ons onderscheiden van de beeldbuis.»

Ganzenveer

Midden jaren tachtig liggen de hoogdagen van het filmjournaal definitief in het verleden. Op dat moment stapt kleinzoon Vincent Fannoy in het familiebedrijf. «Officieel ben ik bij Belgavox begonnen toen ik achttien jaar werd, in 1984. Maar eigenlijk draaide ik al sinds mijn veertiende mee. Ik ging vaak met mijn vader en mijn broer op reportage en hielp hen met beelden schieten. Op mijn achttiende verjaardag heb ik dan mijn rijbewijs gehaald en kon ik echt aan de slag. Steeds als eenmansploeg trouwens. Ik was dan zowel technicus als journalist als regisseur van een stuk.»

Een eenmansploeg aan het werk

Die eenmansploeg is iets wat ook Steve Damman bijblijft uit z’n tijd bij Belgavox. De generatiegenoot van Vincent Fannoy begon als negentienjarige jobstudent in het bedrijf en werd er meteen voor de leeuwen gegooid.

«Het was mijn eerste job ooit. Ik had geen vooropleiding in die richting gevolgd, maar ik was nieuwsgierig en kon met het materiaal overweg. En ergens wist ik wel dat Belgavox’ manier van werken niet voor de eeuwigheid was. Net zoals ik besef dat hoe we nu werken, ook niet zal blijven duren. Ik zeg vaak: al schreef Victor Hugo met een ganzenveer, een MacBook Air of zelfs met Siri; het zou nog altijd hetzelfde resultaat geven. Het is maar een manier om je beroep uit te oefenen, en dat beroep is voor mij nieuws brengen aan mijn publiek.»

Begin 1994 is het dan zover. De vertoning van het allerlaatste filmjournaal ooit in België. De gebeurtenis doet uiteindelijk weinig stof opwaaien en gaat redelijk onopgemerkt voorbij. Steve Damman moet al moeite doen om het zich te herinneren en kan niet meer met zekerheid zeggen wat er allemaal in de uitzending zat. Als jongste lid van het team zou hij nog tot na de laatste vertoning aan boord blijven bij Belgavox. Bij zijn vertrek in 2003 houdt het bedrijf zich enkel nog bezig met archiefbeheer en een occasionele productie voor televisie. Iets wat het tot op de dag van vandaag overigens nog steeds doet.

Bibliografie

TIJDSCHRIFTENARTIKELS

  • Biltereyst, D. en Vande Winkel, R. (2009). Filmjournaals in België (1918-1994). Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 39 (1-2), p. 53-92. Geraadpleegd op 15 januari, 2019 via https://www.journalbelgianhistory.be/
  • Hertoghs, J. (2018). ‘In de oorlog waren de mensen er nog gaan schuilen. De berg, dat was veilig. En nu had die berg zich tegen ons gekeerd’. Humo, (4086), p. 136-141. Geraadpleegd op 12 januari, 2019 via https://academic.gopress.be/
  • Antonissen, J. (2019). ‘De Vlamingen traden in het Oosten op zoals de kolonialen in Congo’. Humo, (4090), p. 132-137.
  • Vlerick, K. (2019). ‘Ik zei tegen mezelf: loop niet de hele tijd rond als een neuroot. Probeer ook eens te genieten’. Humo, (4090), p. 147.

WEBSITES

GESPREKKEN

  • Interview met Vincent Fannoy, CEO en cameraman Belgavox. Waterloo. 24 januari, 2019.
  • Interview met Daniël Biltereyst, professor Film- en Mediastudies UGent en co-auteur van het geraadpleegde artikel over filmjournaals. Brussel. 04 februari, 2019.
  • Interview met Steve Damman, ex-cameraman bij Belgavox. Schaarbeek. 09 februari, 2019.

KRANTENARTIKELS

  • Broché, J.-C. Une belle histoire belge : celle de Georges Fannoy, « Monsieur Belgavox ». Le Soir, 16 november, 1988. p. 10.
  • Groessens, E. Brussel internationaal centrum voor inventaris archiefbeelden. De Standaard, 25-26 november, 1989.
  • R. C. S. Belgavox draaischijf in koningsvieringen. Het Belang Van Limburg, 27 april, 1990.
  • Klaassen, J. Filmjournaal in Vlaamse bioscoop stuit op wantrouwen en weerstand. De Volkskrant, 02 december, 1993.
  • Bonte, L. De wereld in 10 minuten. De Standaard, 07 april, 2008. p. 48.
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Patrick Pelgrims
Thema('s)