Bestaat er een ideaal recept voor lessen begrijpend lezen?
Hoe proberen leerkrachten betere begrijpend lezers te maken van hun leerlingen en hoe zouden ze dit het best doen volgens deskundigen? Voor mijn bachelorproef onderzocht ik voor mijn stageschool of zij hun lessen begrijpend lezen aanpakken volgens de meest recente inzichten van experts. Met andere woorden ik wilde weten of recente academische inzichten over begrijpend lezen doordringen tot op de werkvloer.
Wanneer iemand u aanspreekt over het PIRLS-onderzoek, hoort u het misschien donderen in Keulen. Of antwoordt u deze naam al gehoord te hebben, maar moet u toegeven niet meer te weten waarvan. Nochtans deden de resultaten van dit onderzoek heel wat stof opwaaien in Vlaanderen. ‘Vlaanderen presteert ondermaats voor begrijpend lezen’, blokletterde Het Nieuwsblad in het najaar van 2017. Dit besluit, dat uit het PIRLS-onderzoek werd getrokken, hield niet alleen onderwijsdeskundigen bezig. Ook heel wat scholen, waaronder de school waar ik stage liep. Want velen stelden zich de vraag: ‘Als het onderwijs in begrijpend lezen er in Vlaanderen op achteruitgaat, is de aanpak van onze school dan nog in orde?’ En dat is juist de vraag waar ik voor mijn stageschool een antwoord op heb gezocht.
Wat zeggen de experten
Zomaar een uitspraak doen over de kwaliteit van het onderwijs binnen een school op basis van je gevoel gaat niet. Vergelijk het met het beoordelen van koekjes die in een fabriek worden gemaakt. Allen worden zij vergeleken met dat ene gewenste koekje. Daarom moest ik eerst en vooral weten wat het gewenste koekje was voor onderwijs in begrijpend lezen. Hoe ziet goed onderwijs in begrijpend lezen eruit? Hiervoor las ik tal van artikels en boeken geschreven door deskundigen op het vlak van begrijpend lezen. Zo kwam ik te weten wat zij aanraden op basis van wetenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld hoe je teksten kan selecteren, waar zeker aandacht naar moet gaan tijdens de instructie en ga zo maar voort. Soms spraken de bronnen elkaar tegen, maar vaak waren ze voorstander van dezelfde aanpakken. Uiteindelijk ontdekte ik zo drie grote aandachtspunten waar een leerkracht rekening mee moet houden: de specifieke beginsituatie van de leerling op het vlak van lezen, de aanpak van de lessen zelf en de teksten waarmee gewerkt wordt.
De lessen begrijpend lezen in de klas onder de loep
Om de aanpak van de lessen begrijpend lezen op mijn stageschool in beeld te brengen, zette ik verschillende hulpmiddelen in. Allereerst bekeek ik de gebruikte taalmethode. Welk soort teksten zijn te vinden in het tekstboek? Welke opdrachten moeten de leerlingen oplossen bij de tekst om hun leesvaardigheid te testen? En welke aanpak voor de lessen begrijpend lezen stelt de handleiding die bij het werk- en tekstboek hoort voor? Hierdoor kreeg ik alvast heel wat informatie over de teksten en de didactische insteek. Voor een inkijk in de lesrealisaties en de aanpassingen van de leerkrachten om hun leerlingen te helpen betere lezers te worden, ging ik een aantal lessen observeren en nam ik vragenlijsten bij hen af.
Het resultaat
Bij het vergelijken van de aanpak van de leerkrachten en de dingen die ik gelezen had, stelde ik vast dat de leerkrachten sommige zaken toepasten en andere niet of in mindere mate. De leerkrachten bleken al goed in te spelen op de beginsituatie. Zo lieten ze de teksten in een les technisch lezen al aan bod komen, zodat die drempel, zeker voor de zwakke lezers, wordt weggewerkt. Ook de teksten waarmee werd gewerkt vertoonden kenmerken die als positief worden gezien door deskundigen, zoals een overzichtelijke lay-out en thema’s die bekend zijn bij de leerlingen. Over de specifieke didactische aanpak van de leerkrachten, kon ik minder eenvoudig een uitspraak doen. In boeken werd modelen bijvoorbeeld aangehaald als een effectieve instructiewijze. Hierbij vertelt de leerkracht luidop wat hij denkt bij het lezen van een tekst. Er kwam echter duidelijk naar voren dat de leerkrachten op mijn stageschool niet of zelden modelen. Het beperkte gebruik van dit modelen was toe te schrijven aan de handleiding die ze gebruikten. Maar hieruit kon ik nog niet de conclusie trekken dat hun didactische aanpak niet goed zit.
Mijn conclusie
Mijn bachelorproef toont aan dat de vergelijking van wat ik zag in mijn stageschool met wat ik gelezen had, minder eenvoudig is dan het vergelijken van twee koekjes. In het geval van het koekje krijgt een koekje waarbij er een ingrediënt ontbreekt een andere vorm of kleur, waardoor het bestempeld wordt als ‘slecht’. Wanneer de aanpak van een les begrijpend lezen door de leerkrachten in mijn stageschool echter verschilt van ‘de ideale aanpak’, is zo’n besluit te kort door de bocht. Want voor lessen begrijpend is er geen zaligmakend recept, met ingrediënten die steeds hetzelfde resultaat opleveren. Elke school, leerkracht en leerlingengroep is anders, waardoor de leerkracht steeds nieuwe afwegingen moet maken.
Ik hoop dat mijn eindwerk een bron van informatie kan zijn voor leerkrachten waar zij hun lessen begrijpend lezen aan kunnen aftoetsen en inspiratie uit kunnen putten.
Buhrs, H. (2017). Teksten beter begrijpend kunnen lezen: Effectief begrijpend leesonderwijs. JSW, 101(10), 12-15. Geraadpleegd op 26 december 2018 via https://www.jsw-online.nl/wp-content/uploads/archive/2017/06/Effectief-…
Förrer, M., & van de Mortel, K. (2010). Lezen…denken…begrijpen!: handboek begrijpend lezen in het basisonderwijs. Amersfoort: CPS.
K.U.Leuven. (2011). Schoolfeedbackrapport: Nederlands-begrijpend lezen. Geraadpleegd op 29 november 2018 via
Smits, A., van Koeven, E. (2015). John Hattie over leesstrategieën. Geraadpleegd op 6 januari 2019 via http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.com/2015/12/john-hattie-ove…
BIBLIOGRAPHY \l 1043
Tielemans, K., Vandenbroeck, M., Bellens, K., Van Damme, J., & De Fraine, B. (2017). Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS: Begrijpend lezen in internationaal perspectief en in vergelijking met 2016. Geraadpleegd op 20 december 2018 via https://data-onderwijs.vlaanderen.be/documenten/bestand.ashx?id=10983
Van Vreckem, C., Desoete, A., Van Keer, H. (2015). Problemen met begrijpend lezen effectief aanpakken: het belang van ‘wat’ en ‘hoe’. Signaal, (2), 18-38. Geraadpleegd op 26 december 2018 via https://www.sig-net.be/uploads/artikels.../signaal_91_2015_begrijpend_l…
Vernooy, K. (2015). Begrijpend lezen en het omgaan met verschillen. Zorgbreed 48, 12, 28-38. Geraadpleegd op 28 december 2018 via https://expertis.nl/wp-content/uploads/2016/02/Kees-Vernooy-Begrijpend-…
Zaman, E., De Meyer, E., Buys, H., Venstermans, T., & Van den Eynde, R. (2012). Taalboek taalsignaal anders 3A (editie 2012). Mechelen: Plantyn.
Zaman, E., De Meyer, E., Buys, H., Venstermans, T., & Van den Eynde, R. (2012). Werkboek taalsignaal anders 3A (editie 2012). Mechelen: Plantyn.
Zaman, E., De Meyer, E., Buys, H., Venstermans, T., & Van den Eynde, R. (2012). Handleiding taalsignaal anders 3A (editie 2012). Mechelen: Plantyn.
Zaman, E., De Meyer, E., Buys, H., Venstermans, T., & Van den Eynde, R. (2012). Taalboek taalsignaal anders 3B (editie 2012). Mechelen: Plantyn.
Zaman, E., De Meyer, E., Buys, H., Venstermans, T., & Van den Eynde, R. (2012). Werkboek taalsignaal anders 3B (editie 2012). Mechelen: Plantyn.
Zaman, E., De Meyer, E., Buys, H., Venstermans, T., & Van den Eynde, R. (2012). Handleiding taalsignaal anders 3B (editie 2012). Mechelen: Plantyn.