“Als je uitsluitend Engelse termen gebruikt, dan ben je niet goed bezig als journalist”, zegt Lars Godeau, eindredacteur bij Het Nieuwsblad. Uit een onderzoek van de KU Leuven blijkt dat de Vlaamse voetbalmedia in twee op de zeven gevallen een Engelse term gebruiken. “Het Engels is geen must, het is een toevoeging.”
Uit een onderzoek van de KU Leuven blijkt dat de Vlaamse voetbalmedia in 28,72% van de gevallen een voetbalconcept in het Engels uitdrukken. Dat is een van de conclusies van het onderzoek van Quinten Hiel, een masterstudent journalistiek die tussen november 2018 en maart 2019 twintig wedstrijden uit de Belgische competitie analyseerde. “Vlaamse voetbalmedia gebruiken inderdaad Engels en de manier waarop ze dat doen, komt duidelijk overeen.”
Uniformiteit
Hiel onderzocht de uniformiteit – zeg maar de overeenkomst – tussen het gebruik van Engels in de live commentaar, studioanalyse en de krant.
Hij stelde daarom twintig profielen van voetbalconcepten op en analyseerde twintig wedstrijden. “Ik ben zot van voetbal, maar wanneer voetbal schoolwerk wordt, snak je toch naar dat laatste fluitsignaal”, blikt Hiel terug op zijn dataverzameling.
“M’n vrienden lachten me weleens uit als ik zei dat voetbal kijken zwaar kan zijn, tot we samen een wedstrijd bekeken en ik luidop de woorden uit m’n corpus telde. Na vijf minuten smeekten ze me al om op te houden.”
Hiel keek naar de frequentie van 104 voetbaltermen: 20 Engelse en 84 Nederlandse. Hij luisterde naar vier commentatoren van Play Sports, vijftien studiogasten in Studio Live en analyseerde meer dan honderd krantenartikels uit Het Nieuwsblad.
Enthousiaste commentator
Op basis van dat corpus stelde hij enkele grafieken en tabellen samen die hij meenam naar zijn interviews met Lars Godeau van Het Nieuwsblad, commentator Philippe Crols en analist Marc Degryse (beiden Play Sports).
“Engels mag in onze tekst geen tweede natuur worden. Nederlands blijft je basis en je Nederlands blijft je eik- en ankerpunt”, zegt eindredacteur Lars Godeau. “Soms krijgen wij ook heel warrige stukken door het Engels. Een bepaald journalist heeft de neiging om veel Engels in zijn stukken te smokkelen, wat eigenlijk ballast is. Soms is Engels niet nodig.”
Ook voetbalcommentator Philippe Crols heeft een duidelijke mening over het Engels: “Ik zeg niet dat ik een allergie heb aan Engelse woorden, maar als er een fatsoenlijk Nederlandstalig woord voor is, dan moet je dat ook gebruiken.”
Wanneer hij de grafieken met zijn eigen gebruik van Engels onder ogen krijgt, reageert Crols tevreden. “Dit is wel representatief, denk ik. De cijfers die ik hier nu zie, kan ik mij perfect inbeelden.”
“Het is ook goed om te zien dat ik sommige synoniemen of alternatieven (zoals ‘uitbraak’, ‘omschakeling’ of ‘tegenstoot’ als alternatief voor ‘counter’, nvdr.), waarvan ik denk dat ik ze regelmatig gebruik, toch niet zo vaak gebruik. Dit is zeer leerrijk. Hier worden wij nooit mee geconfronteerd”, besluit een enthousiaste Crols.
“Na ons gesprek heb ik nog ruwweg een wedstrijd van Philippe geanalyseerd, omdat hij zei dat hij meteen met zijn resultaten aan de slag zou gaan. Er was inderdaad al een duidelijke verandering”, aldus Hiel.
“Philippe gebruikte sowieso al weinig Engels, maar nu was het nog minder. Hij gebruikte ook enkele taaleigen varianten waarover we gesproken hadden, zoals ‘videoscheids’ in plaats van ‘videoref’. Achteraf vroeg ik hem of hij opzettelijk andere woorden gebruikte en hij gaf toe dat hij tijdens de wedstrijd aan m’n studie dacht”, zegt Hiel met fonkelende ogen.
Opgeluchte analist
“Eén commentator wou niet meewerken, terwijl ik helemaal geen uitspraken doe over goed of slecht. Ik wil gewoon zien wat er gebeurt en waarom het gebeurt”, stelt Hiel.
Play Sports-analist Marc Degryse reageerde opgelucht toen hij hoorde dat de studie beschrijvend en niet normatief was. Tijdens het interview met Hiel geeft hij eerlijk toe dat hij niet bewust met Engels bezig is. “Het is dat je me er echt op attent maakt. Het zijn gewoontes. Je hebt de vaststellingen gedaan, er zijn woorden die ik altijd in het Nederlands gebruik en andere in het Engels, maar niet met het idee om de analyse nog wat duidelijker of sterker te maken.”
Hiel concludeert dat er geen taalbeleid over het Engels bestaat en dat de media er ook geen nood aan lijken te hebben. Commentatoren en analisten staan wel open voor taalfeedback en meer begeleiding. De Vlaamse voetbalmedia zijn niet bewust met Engels bezig, maar ondervinden wel veranderingen door de globalisering van het voetbal.
Altbach, P. G. (2004). Globalisation and the university: Myths and realities in an unequal. Tertiary Education & Management, 10(1), 3-25.
Andersen, G. (2014). Pragmatic borrowing. Journal of Pragmatics, 67, 17-33.
Backus, A. M. (1996). Two in one. Bilingual speech of Turkish immigrants in the Netherlands (doctoraalscriptie Universiteit Tilburg). Opgevraagd van https://pure.uvt.nl/ws/portalfiles/portal/189381/73311.pdf.
Barlow, M. (2013). Individual differences and usage-based grammar. International Journal of Corpus Linguistics, 18(4), 443-478.
Bergh, G., & Ohlander, S. (2012). English direct loans in European football lexis. The Anglicization of European Lexis, 10, 281-304.
Bergh, G., & Ohlander, S. (2017). Loan translations versus direct loans: The impact of English on European football lexis. Nordic Journal of Linguistics, 40(1), 5-35.
Betz, W. (1936). Der Einfluss des Lateinischen auf den althochdeutschen Sprachschatz (Vol. 1). C. Winter.
Betz, W. (1959). Lehnwörter und Lehnprägungen im Vor- und Frühdeutschen. In F. Maurer & F. Stroh (red.), Deutsche Wortgeschichte (pp. 127-147). Berlijn: Schmidt.
Bloomfield, L. (1933). Language. Londen: George Allen & Unwin Ltd.
Booij, G. (2001). English as the lingua franca of Europe: a Dutch perspective. Lingua e Stile, 36(2), 347-357. Opgevraagd van https://pdfs.semanticscholar.org/c06b/7feeb55de9be6a84194caddac13ed3540….
Boon, T. den (2001). Woorden en hun betekenis. Den Haag: Sdu.
Born, J., & Lieber, M. (2008). Sportsprache in der Romania. Wenen: Praesens-Verlag.
Bot, K. de, Evers, R., & Huibregts, I. (2000). A Sociolinguistic Profile of English in the Netherlands. Nijmegen: Universiteit Nijmegen.
Boyce, C., & Neale, P. (2006). Conducting in-depth interviews: A guide for designing and conducting in-depth interviews for evaluation input. Watertown (MA): Pathfinder International.
Buschmann, J., & Bellinghausen, M. (2009). Sport and language in Germany. Studies in Physical Culture & Tourism, 16(1), 69-73.
Chesley, P., & Baayen, R. H. (2010). Predicting new words from newer words: Lexical borrowings in French. Linguistics, 484(4), 1343-1374.
Coetsem, F. van (1988). Loan phonology and the two transfer types in language contact. Dordrecht: Foris.
Crystal, D. (2003). English as a Global Language. Cambridge: Cambridge University Press.
Daems, J., Heylen, K., & Geeraerts, D. (2015). Wat dragen we vandaag: een hemd met blazer of een shirt met jasje?. Taal en Tongval, 67(2), 307-342.
Dawson, M. R. (1998). Understanding cognitive science. Oxford: Blackwell.
Duckworth, D. (1977). Zur terminologischen Grundlage der Forschung auf dem Gebiet der englisch-deutschen Interferenz. Kritische Übersicht und neuer Vorschlag. Herbert Kolb and Hartmut Lauffer (red.), Sprachliche Interferenz: Festschrift für Werner Betz zum, 65, 35-65.
Evans, V., & Green, M. (2006). Cognitive Linguistics: An Introduction. Opgevraagd van http://npu.edu.ua/!e-book/book/djvu/A/iif_kgpm_Cognitive%20Linguistics%….
FIFA (z.d.). From 1863 to the Present Day [geschiedenis van het moderne voetbal]. Opgevraagd op 14 november 2018 van https://www.fifa.com/about-fifa/who-we-are/the-laws/index.html.
Fundeú BBVA. (2019, 12 april). «azotea» mejor que «rooftop». Opgevraagd op 14 april 2019 van https://www.fundeu.es/recomendacion/azotea-mejor-que-rooftop/.
Galinsky, H. (1967). Stylistic aspects of linguistic borrowing. A stylistic view of American elements in modern German. In B. Carstensen & H. Galinsky (red.), Amerikanismen der deutschen Gegenwaltsprache: Entlehnungsvorgänge und ihre stilistischen Aspekte (pp.35-72). Heidelberg: Winter.
Geeraerts, D. (1997). Diachronic prototype semantics: A contribution to historical lexicology. Oxford University Press.
Geeraerts, D. (2009). Lexical variation in space. In P. Auer & J. E. Schmidt (Eds.), An international handbook of linguistic variation (pp. 821-837). Berlijn/New York: Mouton de Gruyter.
Geeraerts, D. (2010a). The doctor and the semantician. In D. Glynn & K. Fischer (Eds.), Quantitative methods in Cognitive Semantics: Corpus-driven approaches (pp. 61-78). Berlijn/New York: Mouton de Gruyter.
Geeraerts, D. (2010b). Theories of lexical semantics. Oxford: Oxford University Press.
Geeraerts, D., & Grondelaers, S. (2000). Purism and fashion: French influence on Belgian and Netherlandic Dutch. Belgian journal of linguistics, 13, 53-68.
Geeraerts, D., Grondelaers, S., & Bakema, P. (1994). The Structure of Lexical Variation: Meaning, Naming, and Context (No. 5). Berlijn/New York: Walter de Gruyter.
Geeraerts, D., Grondelaers, S., & Speelman, D. (1999). Convergentie en divergentie in de Nederlandse woordenschat: een onderzoek naar kleding-en voetbaltermen. Amsterdam: PJ Meertens-Instituut.
Görlach, M. (2001). A dictionary of European anglicisms: a usage dictionary of anglicisms in sixteen European languages. Oxford: Oxford University Press.
Görlach, M. (2002). English in Europe. OUP Oxford.
Haspelmath, M. (2009). Lexical borrowing: concepts and issues. In M., Haspelmath (Ed.), Lexical borrowing: concepts and issues (pp. 35-54). doi:10.1515/9783110218442.
Haugen, E. (1950). The analysis of linguistic borrowing. Language, 26, 210-231.
Hendrickx, R. (2012, 12 september). Taalcharter. VRT Taalnet. Opgevraagd op 14 april 2019 van https://vrttaal.net/nieuws/taalcharter?page=4.
Het Engels op zijn hoogtepunt? (2018, 12 maart). De Taalfluisteraar. Opgevraagd van http://www.taalfluisteraar.be.
Hoffer, B. L. (1996). Borrowing. In H. Goebl, P. H. Nelde, Z. Stary & W. Wölck (Eds.), Kontaktlinguistik/Contact linguistics/Linguistique de Contact (pp. 541-548). Berlijn/New York: Walter de Gruyter.
Hoffmann, S. (2004). Are low-frequency complex prepositions grammaticalized. Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins Publishing Company.
Holmes, J. (2001). An Introduction to Sociolinguistics. Harlow: Pearson Education.
Kelly-Holmes, H. (2000). Bier, parfum, kaas: language fetish in European advertising. European Journal of Cultural Studies, 3(1), 67-82. doi:10.1177/a010863.
Kirkpatrick, A. (2007). World Englishes. Implications for International Communication and English Language Teaching. Cambridge (MA): Cambridge University Press.
Koetsenruijter, W. & Van Hout, T. (2014). Methoden voor journalism studies. Den Haag: Boom Lemma.
Koops, B. J., Slop, P., Uljé, P., Vermeij, K., & Zijderveld, D. van (2005). 2400 x liever Nederlands. Woordenlijst onnodig Engels.
Labov, W. (1972). Some principles of linguistic methodology. Language in Society, 1, 97-120.
Leppänen, S. (2007). Youth language in media contexts: insights into the functions of English in Finland. World Englishes, 26, 149-169. doi:10.1111/j.1467-971X.2007.00499.x.
Lewandowski, M. (2008). the Language of Soccer – a Sociolect or a register?. In P. Nowak & P. Nowakowski (Eds.), Language, Communication, Information (pp. 21-32). Geraadpleegd op https://repozytorium.amu.edu.pl/bitstream/10593/4562/1/02-Lewandowski.p….
Lorenzo, E. (1996). El anglicismo, problema hispánico. Boletín de Filología Universidad de Chile, 35(1), 261-274.
Ludwig, R. (2000). Desde el contacto hacia el conflicto lingüístico: el purismo en el español. Concepto, desarrollo histórico y significación actual. Boletín de Filología, 38(1), ág-167.
Matras, Y. (2009). Language contact. Cambridge (MA): Cambridge University Press.
Meurs, F. van (2010). English in job advertisements in the Netherlands: reasons, use and effects (masterthesis Radboud Universiteit Nijmegen). Opgevraagd van https://www.lotpublications.nl/Documents/263_fulltext.pdf.
Miles, M. B., & Huberman, A. M. (1994). Qualitative data analysis: An expanded sourcebook (2e ed.). Londen: Sage Publications.
Muysken, P. (2000). Bilingual speech: A typology of codemixing. Cambridge: Cambridge University Press.
Myers-Scotton, C. (2007). Multiple voices: an introduction to bilingualism. Oxford: Blackwell.
Nederlandse Taalunie, Meertens Instituut, & Universiteit Gent. (2017). Onderzoeksrapport Staat van het Nederlands. Over de taalkeuzes van Nederlanders en Vlamingen in het dagelijks leven.
Neeleman, A., & Schipper, J. (1993). Verbal prefixation in Dutch: thematic evidence for conversion. In Yearbook of Morphology 1992 (pp. 57-92). Dordrecht: Springer.
Onysko, A. (2007). Anglicisms in German. Borrowing, lexical productivity and written codeswitching. Berlijn/New York: Walter de Gruyter.
Onysko, A. (2009). Divergence with a cause? The systemic integration of anglicisms in German as an indication of the intensity of language contact. In F. Pfalzgraf (Ed.), Englischer Sprachkontakt in den Varietäten des Deutschen/English in contact with varieties of German, (pp. 53-74). Frankfurt am Main/New York: Peter Lang.
Onysko, A., & Winter-Froemel, E. (2011). Necessary loans–luxury loans? Exploring the pragmatic dimension of borrowing. Journal of pragmatics, 43(6), 1550-1567.
Onze Taal. (2017, 10 augustus). De invloed van het Engels [dossier]. Geraadpleegd op 10 november 2018, van https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/dossiers/de-invloed-van-het-enge…
Padilla Piedra, M. A., & Sánchez Espinoza, C. S. (2011). The Use of Anglicisms Among Teenagers. Geraadpleegd op 18 mei 2019, van http://dspace.ucuenca.edu.ec/jspui/bitstream/123456789/2131/-1/tli326.p…
Patton, M. Q. (1990). Qualitative evaluation and research methods (2e ed., 2e druk). London/New Delhi: Sage Publications.
Poplack, S., Sankoff, D., & Miller, C. (1988). The Social Correlates and Linguistic Processes of Lexical Borrowing and Assimilation. Linguistics (26), 47-104.
Posthumus, J. (1986). A description of a corpus of anglicisms. Groningen: Anglicistisch Instituut.
Preoteasa, G. (2014, September). Quantitative outlook on anglicisms in football-related French and Romanian media. In Conference “Linguistic Resources And Tools For Processing The Romanian Language” 18-19 September 2014. Opgevraagd van http://consilr.info.uaic.ro/2014/Consilr_2014.pdf#page=83.
Pulcini, V., Furiassi, C., & Rodríguez González, F. (2012). The lexical influence of English on European languages. The anglicization of European lexis, 1.
Rohde, A., Stefanowitsch, A., & Kemmer, S. (1999). Loanwords. A usage-based model, 35, 265-275.
Ruette, T. (2012). Aggregating lexical variation: Towards large scale lexical lectometry (doctoraatscriptie KU Leuven). Opgevraagd van https://perswww.kuleuven.be/~u0055858/manuscripts/ruette12phd.pdf.
Ruette, T., Speelman, D., & Geeraerts, D. (2014). Lexical variation in aggregate perspective. Pluricentricity: Language variation and sociocognitive dimensions, 103-126.
Sanchez, T. (2008). Accountability in morphological borrowing: Analyzing a linguistic subsystem as a sociolinguistic variable. Language Variation and Change, 20(2), 225-253.
Sapir, E. (1921). Language: An introduction to the study of speech. New York: Harcourt, Brace and company.
Seidlhofer, B. (2004). Research Perspectives on Teaching English as a Lingua Franca. Annual Review of Applied Linguistics, 24, 209-239. doi: 10.1017/S0267190504000145.
Seidlhofer, B. (2007). Common Property: English as a Lingua Franca in Europe. In J. Cummins & C. Davison (Eds.), International Handbook of English Language Teaching (pp. 137-153). Boston (MA): Springer.
Sijs, N. van der (1996). Leenwoordenboek. De invloed van andere talen op het Nederlands. Den Haag: Sdu; Antwerpen: Standaard.
Sijs, N. van der (2005). Van Dale Groot Leenwoordenboek. Utrecht: Van Dale Lexicografie.
Speelman, D., Grondelaers, S., & Geeraerts, D. (2003). Profile-based linguistic uniformity as a generic method for comparing language varieties. Computers and the Humanities, 37(3), 317-337.
Tadmor, U., Haspelmath, M., & Taylor, B. (2010). Borrowability and the Notion of Basic Vocabulary. Diachronica: International Journal for Historical Linguistics, 27(2), 226-246. Geraadpleegd op http://www.jbeplatform.com.kuleuven.ezproxy.kuleuven.be/content/journal….
Terkourafi, M. (2011). Thank you, Sorry and Please in Cypriot Greek: What happens to politeness markers when they are borrowed across languages?. Journal of Pragmatics, 43(1), 218-235.
Thaler, E. (2008). Two global languages: Football and English language teaching. In E. Lavric, G. Pisek, A. Skinner & W. Stadler (Eds.), The Linguistics of Football (pp. 121-132). Tübingen: Gunter Narr.
Thomason, S. G. (2001). Language contact. Edinburgh: Edinburgh University Press.
Trojek, P. (2008). Het Engels als voertaal in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen (Bachelorproef). Masarykova univerzita, Tsjechië.
Trommelen, M., & Zonneveld, W. (1986). Dutch morphology: evidence for the righthand head rule. Linguistic Inquiry, 17(1), 147-170.
Van Dale, J.H. (2015). Groot woordenboek van de Nederlandse taal (Vijftiende, herziene ed.). Utrecht: Van Dale Uitgevers. Opgevraagd van https://vowb-vandale-be.ezp.odisee.be/zoeken/zoeken.do#.
Veen, P.A.F. van, & Sijs, N. van der (red). (1997). Van Dale Groot etymologisch woordenboek: De herkomst van onze woorden. Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers.
Verschuren, P., & Doorewaard, H. (2015). Het ontwerpen van een onderzoek. Den Haag: Boom Lemma. Opgevraagd van https://www.boomhogeronderwijs.nl/media/7/9789462365070_inkijkexemplaar….
Weiss, R. S. (1994). Learning from strangers. The art and method of qualitative interview studies. New York: The Free Press.
Williams, E. S. (1981). On the notions ‘Lexically Related’ and ‘Head of a Word’. Linguistic Inquiry, 12, 245-274.
Winford, D. (2005). Contact-induced changes: Classification and processes. Diachronica, 22(2), 373-427.
Winter-Froemel, E. (2011). Entlehnung in der Kommunikation und im Sprachwandel. Theorie und Analysen zum Französischen. Berlijn/Boston: Walter de Gruyter.
Wit, H. de (2011). Internationalization of Higher Education: Nine Misconceptions. International Higher Education, 62, 6-7.
Zenner, E. (2013). Cognitive Contact Linguistics. The macro, meso and micro influence of English on Dutch (doctoraalscriptie KU Leuven). Opgevraagd van https://limo.libis.be/primo-explore/fulldisplay?docid=LIRIAS1821288&con….
Zenner, E., & Marzo, S. (2015). On a first-name basis: Englishization and naming in Flanders. Complutense Journal of English Studies, 23, 7-32.
Zenner, E., Speelman, D., & Geeraerts, D. (2012). Cognitive Sociolinguistics meets loanword research: Measuring variation in the success of anglicisms in Dutch. Cognitive Linguistics, 23(4), 749 -792.
Zenner, E., Speelman, D., & Geeraerts, D. (2013). Macro and micro perspectives on the distribution of English in Dutch: A quantitative usage-based analysis of job ads. Linguistics, 51(5), 1019-1064. doi:10.1515/ling-2013-0036.
Zenner, E., Speelman, D., & Geeraerts, D. (2015). A sociolinguistic analysis of borrowing in weak contact situations: English loanwords and phrases in expressive utterances in a Dutch reality TV show. International Journal of Bilingualism, 19(3), 333-346.
Zenner, E., & Vandekerckhove, R. (2017). Talen geven en talen nemen: Nieuwe denkkaders, contexten en methodes in de studie van lexicale ontlening. Taal en tongval, 69(1), 1-15.