Het hedendaagse beeld over de architectuur van de oude Romeinen is onjuist. Maar niet gevreesd, het echte beeld dat we erover zouden moeten hebben is veel interessanter. Eén van de talloze bewijzen daarvan, de Romeinse prenten van Meester G.A. uit de jaren ‘1530, werd onderzocht in mijn masterproef.
De zuilenorden uit de renaissance
Vanaf de vijftiende eeuw groeide in Italië een belangstelling in alles wat met de antieke oudheid te maken had. Zo werden de antieke overblijfselen die in steden als Rome nog prominent aanwezig waren, vooral zuilen, opgemeten en overgetekend en werd het enige overgeleverde boek over architectuur uit de oudheid, namelijk dat van Vitruvius, opnieuw uitgegeven en bestudeerd. De geleerden uit die tijd merkten echter grote tegenstrijdigheden op tussen de nog overgebleven ruïnes en de Vitruviaanse architectuurbeschrijvingen.
Uiteindelijk slaagde iemand erin, na grofweg honderd jaar studie door talloze geleerden, deze tegenstrijdigheden te verdoezelen. Sebastiano Serlio publiceerde in 1537 een boek over een schijnbaar antieke architectuur die wij vandaag kennen als het systeem van de vijf zuilenorden: de Toscaanse, Dorische, Ionische, Korintische en Composiete orde. Maar schijn bedriegt: Serlio’s zuilenorden zijn een pure uitvinding van de renaissance, opgebouwd vanuit een systematiek waarbij zuilen volgens de bovengenoemde orden alsmaar eleganter versierd worden, een systematiek die geen enkele oude Romein – ook Vitruvius niet – ooit heeft gekend.
De vijf zuilenorden volgens Serlio.
De andere kant van de Romeinse architectuur
Velen beseften echter dat Serlio met zijn zuilenorden belangrijke kwaliteiten van de antieke architectuur achterwege liet. Wanneer wij, zoals vele renaissance-architecten toen deden, het Serliaans ideaalbeeld even opzijschuiven, bewijst een wandeling in Rome alleen al de variatie en uiteenlopende decoratiepatronen van de oude overblijfselen.
Een voorbeeld van een gedecoreerd antiek kop -en voetstuk, momenteel bewaard in Romeinse musea.
Zo gaf een graveur in Rome rond 1535-1537 een serie prenten uit waarvan hij het merendeel signeerde met de initialen ‘G.A.’ onder het teken van een kraaienpoot. De prenten van deze verder onbekende en daarom zogenaamde ‘Meester G.A. met de Kraaienpoot’ tonen gedecoreerde fragmenten van de zuilenorden. Het onderzoek van deze prenten is het hoofdonderwerp van mijn masterproef en past binnen een groter onderzoeksproject naar de introductie van de zuilenorden tijdens de renaissance in de Lage Landen. Om deze prenten in hun historische context te begrijpen, is de geschiedenis van zowel het Serliaans systeem der zuilenorden als de traditie van gedecoreerde zuilfragmenten in het eerste hoofdstuk van mijn masterproef beschreven. De uitgebreide vakterminologie over de zuilonderdelen is als een appendix in een woordenlijst verklaard.
Een veelzijdig onderzoek
Dat onderzoek is in het tweede hoofdstuk uiteengezet en onderverdeeld in drie stappen. In het wetenschappelijk debat bestaat er geen volledige consensus welke prenten al dan niet aan deze Meester G.A. toegeschreven moeten worden. Gebaseerd op eerdere pogingen van twee andere onderzoekers en op eigen inhoudelijke, historische, technische en stilistische bevindingen wordt daarom het onderzoeksobject afgebakend tot negenentwintig prenten die doorgaan als ‘de prenten van Meester G.A.’. De meeste van deze prenten tonen losse, gedecoreerde zuilfragmenten met een titel in de vorm van een zuilenorde (bijvoorbeeld ‘Korinthisch’) en met afmetingen. Bovendien zijn drie prenten gesigneerd door de initialen ‘G.P.’ onder dezelfde kraaienpoot. Hoewel wetenschappers er vaak vanuit gaan dat deze meester dezelfde als G.A. is, neigen verschillen in stijl, complexiteit, graad van uitwerking en detaillering tussen de G.A.-prenten en G.P.-prenten in de richting van twee aparte individuen. Het uiteindelijk resultaat van dit eerste deelonderzoek is ondergebracht in een appendix als een prentencatalogus.
Een tweede stap stelt de onderzoeksvraag of deze prenten echte antieke fragmenten weergeven. Na in-situ veldwerk in Rome worden de prenten ingedeeld in vier groepen naar graad van antieke authenticiteit. Voor vijf prenten was daarover al eensgezindheid, maar vermoedelijk kunnen er nog twee aan worden toegevoegd. Voor elke prent is het verzamelde fotomateriaal van meer of minder gelijkende antieke overblijfselen in Rome en zuiltekeningen uit renaissance-schetsboeken samengebracht in een derde appendix.
Twee met G.A.-prenten identificeerbare en antieke, nog overgebleven fragmenten in Rome.
Uit een vergelijking van enkele identificeerbare prenten met hun fragment blijkt dat de prenten wellicht niet origineel zijn, maar kopieën van eerder gemaakte, maar nu verloren gegane tekeningen uit schetsboeken. Zo verschilt de richting van de bladeren op de bovenste lijst van het voetstuk van het Baptisterium van Lateranen in Rome (linkse voorbeeld op voorgaande foto), een gevolg van het drukproces toentertijd. Het is moeilijk om een antwoord te bieden op de vraag of de overige, niet-identificeerbare prenten ook authentiek antiek zijn of daarentegen eigen uitvindingen. In de renaissance werden eigen creaties namelijk vaak gelijkgesteld met echte, antieke overblijfselen. De omzetting van de maateenheden op de prenten bewijst dat ze realistisch van afmeting zijn en de decoratiepatronen komen nog voor op andere antieke fragmenten. Toch is het waarschijnlijk dat ze uitvindingen zijn, gesteund door het feit dat het kopieën uit schetsboeken zijn.
De laatste stap omvat een hypothesevorming over de identiteit van Meester G.A. en de ontstaansreden van de prenten. Ondanks verschillende en eeuwenoude pogingen blijft het identificeren van Meester G.A. voorlopig grotendeels bij academische spelletjes: G.A. zou bijvoorbeeld staan voor ‘Giacomo Androuet’, de Italiaanse variant van Jacques Androuet du Cerceau, een zestiende-eeuwse graveur en architect uit Parijs, waarbij G.P. dan staat voor ‘Giacomo Paridese’. Ook de ontstaansreden is enigszins onzeker. Onderzoek van eerdere, gelijkaardige prentenprojecten kan wijzen op een functie als architectuursjablonen voor eigen bouwwerken. De maatschappelijke context duidt wel aan dat dergelijke graveurs zich inbedden in een multicultureel artistiek milieu, misschien ook van verzamelaars.
Mede door het gebrek aan een link met een beroemde kunstenaar zijn de prenten van Meester G.A. lang door academici verwaarloosd. De zuilenorden van Serlio mochten dan een kant-en-klaar bouwreceptje zijn met wat antieke pretenties, ze waren eenvoudig te begrijpen en daarom goed toepasbaar in eigentijdse bouwwerken. Zoals blijkt uit de verdere verloop van de geschiedenis heeft dit systeem het uiteindelijk van de onmetelijk variërende fragmenten van Meester G.A. “gewonnen”. Zo toont deze masterproef ook aan, – nog maar eens –, dat de menselijke geschiedenis grotendeels een geschiedenis van de winnaars is.
Primaire bronnen
Alberti, Leon Battista. Ten Books on Architecture. Vertaald door James Leoni, redactie door Joseph Rykwert. Londen: Tiranti, 1955.
Cesariano, Cesare. Vitruvius De Architectura. With an introduction and index by Carol Herselle Krinsky. Inleiding en index door Carol Herselle Krinsky. München: Wilhelm Fink, 1969.
Filarete. Antonio Averlino detto il Filarete. Trattato di Architettura. 2 vols. Redactie door Anna M. Finole en Liliana Grassi. Milaan: Ed. Il Polifilo, 1972.
__________. Filarete’s Treatise on Architecture: being the treatise by Antonio di Piero Averlino known as FIlarete. 2 vols. Vertaald door John R. Spencer New Haven, Londen: Yale University Press, 1965.
Martini, Francesco di Giorgio. Trattati di Architettura, Ingegneria e Arte Militare. 2 vols. Redactie door Corrado Maltese, transcriptie door Livia Maltese Degrassi. Milaan: Il Polifilo, 1967.
Palladio, Andrea. The Four Books on Architecture. Vertaald door Robert Tavernor en Richard Schofield. , Cambridge, Massachusetts: MIT Press, 2002.
Plinius. De Wereld. Naturalis Historia. Vertaald door Joost Van Gelder, Mark Nieuwenhuis en Ton Peters. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2004.
Scamozzi, Vicenzo. De Grondgedachte van de Universele Bouwkunst. VI Klassieke Zuilenorden. Vertaald door Maaide Dicke, Koen Ottenheym en Wolbert Vroom. Amsterdam: Architectura & Natura Pers, 2008.
Serlio, Sebastiano. Sebastiano Serlio on Architecture. Vol. 1, Books I-V of ‘Tutte l’opere d’Architettura e Prospetiva by Sebastiano Serlio. Vertaald door Vaughan Hart en Peter Hicks, New Haven & Londen: Yale University Press, 1996.
__________. “Architettura: Regole Generali di Architettura di Sabastiano Serlio Bolognese sopra le cinque Maniere degli Edifici, cioè, Thoscano, Dorico, Ionico, Corinthio, e Composito,” Venetië, 1544. Google, Google Books. Laatst geraadpleegd 29 maart 2019. https://books.google.fr/books?id=_xNQAAAAcAAJ&printsec=frontcover&hl=fr….
__________. “Les Livres d’Architecture. Serlio, Sebastiano. Regole generali di architetura…. ” Centre d’Études Supérieures de la Renaissance. Université François-Rabelais, Tours. Laatst geraadpleegd 26 maart 2020. http://architectura.cesr.univ-tours.fr/Traite/Images/B272296201_A101Ind… [URL] en http://architectura.cesr.univ-tours.fr/Traite/Images/Pdf/B272296201_A10… [PDF].
__________. “Il Terzo Libro Di Sabastiano Serlio Bolognese, nel qual si figurano, e descrivono le Antiquita di Roma, e le altre che sono in Italia, e fuori de Italia.” Heidi. Katalog für die Bibliotheken der Universität Heidelberg. Heidelberger historische Bestände - digital. Bücher zur Architektur und Gartenkunst. Laatst geraadpleegd 30 maart. https://digi.ub.uni-heidelberg.de/diglit/serlio1544/0048.
Vasari, Giorgio. Lives of the Most Eminent Painters, Sculptors & Architects. Vertaald door Gaston du C. De Vere. Londen: Warner, 1912-1914.
__________. Le Opere di Giorgio Vasari. Redactie door Gaetano Milanesi. Firenze: Sansoni, 1906. Herdruk, Firenze: Casa Editrice Le Lettere, 1998.
Vitruvius, De l’Architecture. Parijs: Les Belles Lettres. Livre I, Philippe Fleury, 1990. Livre III, Pierre Gros, 1990. Livre IV, Pierre Gros, 1992.
__________. Handboek Bouwkunde. Vertaald door Ton Peters. Amsterdam: Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1997.
Secundaire bronnen
Adembri, Benedetta. Hadrian’s Villa. Guide. Milaan: Electa, 2018.
Armellini, Mariano. Le Chiese di Roma dal Secolo IV al XIX. Rome: Tipografia Vaticana, 1891. Herdruk, Rome: Ruffolo, 1942.
Aschoff, Wiebke. Studien zu Niccolò Tribolo. Doctoraatsthesis, Frankfurt am Main: Johann-Wolfgang-Goethe-Universität, 1967.
Ashby, Thomas. “Sixteenth-Century Drawings of Roman Buildings Attributed to Andreas Coner.” Papers of the British School at Rome 2, 1904.
Baldini, Nicoletta. “Nuovi Documenti e Alcune Ipotesi su Niccolò di Raffaello di Niccolò detto il Tribolo.” In Niccolò detto il Tribolo tra Arte, Architettura e Paesaggio, redactie door Elisabetta Pieri en Luigi Zangheri, 19-28. Poggia a Caiano, Comune di Poggia a Caiano (Prato), 2001.
Balestreri, Isabella. “Dettagli dall’Antico del quarto Decennio del XVI Secolo. I Maestri “PS” e “GA col Tribolo” alla Biblioteca Ambrosiana.” Lexicon. Storia e Architettura in Sicilia e nel Mediterraneo 14/15 (2012): 25-32.
Bartsch, Adam von. Le Peintre-Graveur. 21 Vols. Wenen: de J. V. Degen, 1803-1821.
Bartoli, Alfonso. I Monumenti Antichi di Roma nei Disegni degli Uffizi di Firenze, 6 vols. Firenze: Fratelli Alinari, 1914-22. Bénézit, Emmanuel. Dictionnaire Critique et Documentaire des Peintres, Sculpteurs, Dessinateurs & Graveurs de Tous les Temps et de Tous les Pays. Parijs: Roger et Chernoviz, 1911-1919.
Belli, Gianluca. “Alcune Osservazioni sulla carriera architettonica di Tribolo.” In Niccolò detto il Tribolo tra Arte, Architettura e Paesaggio, redactie door Elisabetta Pieri en Luigi Zangheri, 57-71. Poggia a Caiano, Comune di Poggia a Caiano (Prato), 2001.
Biermann, Veronica. “Leon Battista Alberti (1404-1472). De re aedificatoria libri decem.” In Architectural Theory from the Renaissance to the Present, 10-15. Köln: Taschen, 2006.
Boorsch, Suzanne. “The Building of the Vatican: The Papacy and Architecture.” The Metropolitan Museum of Art Bulletin 40, no. 3 (1982): 4-64.
Borsi, Stefano. Giuliano da Sangallo. I Disegni di Architettura e dell’Antico. Rome: Officina Ed., 1985.
Bosman, Lex, Koot, Roman en Hoogenboom, Annemieke, reds. Handleiding Academische vaardigheden. Academische Vaardigheden in de Opleiding Kunstgeschiedenis. Utrecht, 2010.
Brothers, Cammy. “Architecture, History, Archaeology: Drawing Ancient Rome in the Letter to Leo X & in Sixteenth-Century Practice.” In Coming About... A Festschrift for John Shearman, redactie door Lars R. Jones en John K. G. Shearman, 135-140. Cambridge, Massachusetts: Harvard University Art Museums, 2001.
__________. “Drawing in the Void: The Space between the Sketchbook and the Treatise.” In Some Degree of Happiness. Studi di Storia dell’Architettura in Onore di Howard Burns, redactie door Maria Beltramini en Caroline Elam, 93-105, 667-683. Pisa: Ed. della Normale, 2010.
__________. “Introduction.” In Variety, Archeology, and Ornament: Renaissance architectural prints from column to cornice, 6-17. Charlottesville: University of Verginia Art Museum, 2011.
Brown University Department of Art. Ornament and Architecture: Renaissance Drawings, Prints and Books. Providence, Rhode Island: Brown University, 1980.
Brulliot, François. Dictionnaire des Monogrammes, Marques Figurées, Lettres Initiales, Noms Abrégés etc. 2de ed. Munchen: Cotta, 1832-4.
Brunetti, Giulia en Rossella Todros, reds. I Disegni dei Secoli XV e XVI della Biblioteca Marucelliana di Firenze. Rome: Istituto Poligrafico e Zecca dello Stato, 1990.
Bruschi, Arnaldo. “L’Antico e il processo di identificazione degli ordini nella seconda metà del Quattrocento.” In L’Emploi des Ordres dans l’Architecture de la Renaissance, redactie door Jean Guillaume, 11-56. Parijs: Picard, 1992.
Buddensieg, Tilmann. “Bernardo della Volpaia und Giovanni Francesco da Sangallo. Der Autor des Codex Coner und seine Stellung im Sangallo-Kreis.” Römisches Jahrbuch für Kunstgeschichte 15 (1975):89-108.
Burns, Howard. “Cat. 3.1.6.” In Raffaello Architetto, geschreven door Howard Burns en Arnold Nesselrath en redactie door Christoph Luitpold Frommel, Stefano Ray en Manfredo Tafuri, 412-414. Milaan: Electa, 1984.
__________. “Baldassarre Peruzzi and Sixtheenth-Century Architectural Theory.” In Les Traités d’Architecture de la Renaissance, redactie door Jean Guillaume, 207-226. Parijs: Picard, 1988.
Bury, Michael. The Print in Italy. 1550-1620. Londen: British Museum Press, 2001.
Byrne, Janet S. “Du Cerceau Drawings.” Master Drawings 15, no. 2 (1977): 147-161, 97-205.
Cafà, Valeria. “ I Disegni di Architettura del Taccuino KP668 all’Ashmolean Museum di Oxford.” Annali di Architettura 14 (2002): 129-161.
Campbell, Ian. Ancient Roman Topography and Architecture. Londen: Miller, 2004.
Christ, Johann Friderich. Dictionnaire des Monogrammes, Chiffres, Lettres Initiales, Logogryphes, Rébus &c. Sous Lesquels les Plus Célébres Peintres, Graveurs & Dessinateurs ont dessiné leurs Noms. Parijs: Sebastien Jorry, 1750.
Christian, Kathleen Wren. “For the Delight of Friends, Citizens, and Strangers: Maarten van Heemskerck’s Drawings of Antiquities Collections in Rome.” In Rom zeichnen. Maarten van Heemskerck 1532-1536/37, redactie door Tatjana Bartsch en Peter Seiler, 129-156. Berlijn: Mann, 2012.
Coppa, Alessandra. Galeazzo Alessi. Trattato di fortificazione. Milaan: Guerini, 1999.
Dacos, Nicole. La Découverte de la Domus Aurea et la Formation des Grotesques à la Renaissance. Londen: The Warburg Institue, University of London: 1969.
__________. “Hermannus Posthumus. Rome, Mantua, Landshut.” The Burlington Magazine 127, no. 988 (juli 1985): 427, 433-438.
__________. “L’Anonyme A de Berlin: Hermannus Posthumus.” In Antikenzeichnung und Antikenstudium in Renaissance und Frühbarock, redactie door Richard Harprath en Henning Wrede, 61-80. Mainz am Rhein: von Zabern, 1989.
Davis, Margaret Daly. “Zum Codex Coburgensis: Frühe Archäologie und Humanismus im Kreis des Marcello Cervini.” In Antikenzeichnung und Antikenstudium in Renaissance und Frühbarock, redactie door Richard Harprath en Henning Wrede, 185-199. Mainz am Rhein: von Zabern, 1989.
De Jonge, Krista. “Inventing the Vocabulary of Antique Architecture. The Early Translators and Interpreters of Renaissance Architectural Treatises in the Low Countries.” In Translating Knowledge in the Early Modern Low Countries, redactie door Harold J. Cook en Sven Dupré (Berlijn/Zürich: LIT Verlag, 2012), 217-40.
den Boon, Ton en Hendrickx, Ruud. Van Dale. Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal. 15de, herziene editie. Utrecht en Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015.
Deswarte-Rosa, Sylvie. “Les Gravures de Monuments Antiques d’Antonio Salamanca, à l’Origine du Speculum Romanae Magnificentiae.” Annali di Architettura 1 (1989): 47-62.
DiFuria, Arthur J. “Maerten van Heemskerck’s Collection Imagery in the Netherlandish Pictorial Memory.” Intellectual History Review 20 (2010): 27-51.
__________. “The Eternal Eye: Memory, Vision and Topography in Maarten van Heemskerck’s Roman Ruin “Vedute”.” In Rom zeichnen. Maarten van Heemskerck 1532-1536/37, redactie door Tatjana Bartsch en Peter Seiler, 157-170. Berlijn: Mann, 2012.
Dinsmoor, William. B. “The Literary Remains of Sebastiano Serlio: I.” The Art Bulletin, maart 1942.
Di Teodoro, Francesco P. Raffaello, Baldassar Castiglione e la Lettera a Leone X. 2de druk. Bologna: Minerva, 2003.
Donati, Lamberto. “Monogrammisti G.A., G.P.” Maso Finiguerra 5 (1940): 167-169.
D’Oriano, Claudia, Elisa Poggianti, Antonella Bertagnini, Raffaello Cioni, Patrizia Landi, Margherita Polacci, Mauro Rosi. “Changes in Eruptive Style During the A.D. 1538 Monte Nuovo Eruption (Phlegrean Fields, Italy): the Role of Syn-Eruptive Crystallization.” Bulletin of Volcanology 67, nr. 7 (augustus 2005): 601-621.
Doursther, Horace. Dictionnaire Universel des Poids et Mesures Anciens et Modernes. Brussel: M. Hayez, 1840.
Dryer, Peter en Winner, Matthias. “Der Meister von 1515 und das Bambaja-Skizzenbuch in Berlin.” Jahrbuch der Berliner Museen 115 (1964): 53-94.
Egger, Hermann. Codex Escurialensis. Ein Skizzenbuch aus der Werkstatt Domenico Ghirlandaios, 2 vols. Wenen: Alfred Hölder, 1905–1906.Fane-Saunders, Peter. Pliny the Elder and the Emergence of Renaissance Architecture. Cambridge: University Press, 2016.
Fiore, Francesco Paolo. “The Trattati on Architecture by Francesco di Giorgio.” In Paper Palaces. The Rise of the Renaissance Architectural Treatise, redactie door Vaughan Hart en Peter Hicks, 66-85. New Haven en Londen: Yale University Press, 1988.
Frutaz, Amato Pietro, red. Le Piante di Roma. 3 vols. Rome, 1962.
Gallo, Rodolfo. “Gioan Francesco Camocio and His Large Map of Europe.” Imago Mundi 7 (1950): 93-102.
Geerebaert, Adhemar S. I. Beknopt Grieks-Nederlands Woordenboek voor het Humaniora-Onderwijs. 2de druk. Luik: H. Dessain, 1953.
Giordano, Luisa. “On Filarete’s Libro architettonico.” In Paper Palaces. The Rise of the Renaissance Architectural Treatise, redactie door Vaughan Hart en Peter Hicks, 51-65. New Haven en Londen: Yale University Press, 1988.
Giovannoni, Gustavo. Antonio da Sangallo il Giovane. 2 vols. Rome: Tipografia Regionale, 1959.
González de Zárate, Jesús María, red. Real Colección de Estampas de San Lorenzo de El Escorial. Vitoria-Gasteiz: Ephialte, 1992-1996.
Guillaume, Jean, red. Les Traités d’Architecture de la Renaissance. Parijs: Picard, 1988.
__________. L’Emploi des Ordres dans l’Architecture de la Renaissance. Parijs: Picard, 1992.
Guilmard, Désiré. Les Maîtres Ornemanistes. Dessinateurs, Peintres, Architectes, Sculpteurs et Gaveurs: Écoles française, italienne, allemande et des Pays-Bas (flamande & hollandaise). Parijs: Plon, 1880.
Günther, Hubertus. “Die Lehre von den Säulenordnungen.” In Deutsche Architekturtheorie zwischen Gotik und Renaissance, Hubertus Günther en Michael Bode, 89-107. Darmstadt: Wissenschaftliche Buchgesellschaft, 1988.
__________. Das Studium der antiken Architektur in den Zeichnungen der Hochrenaissance. Tübingen: Wasmuth, 1988.
__________. “Die Anfänge der modernen Dorica.” In L’Emploi des Ordres dans l’Architecture de la Renaissance, redactie door Jean Guillaume, 97-118. Parijs: Picard, 1992.
__________. “Das geistige Erbe Peruzzis im vierten und dritten Buch des Sebastiano Serlio.” In Les Traités d’Architecture de la Renaissance, redacite door Jean Guillaume, 227-245. Parijs: Picard, 1988.
__________. “Gli studi antiquari per l’”Accademia della Virtù”.” In Jacopo Barozzi da Vignola, redactie door Richard J. Tuttle, Bruno Adorni, Christoph Luitpold Frommel en Christof Thoenes, 126-128. Milaan: Electa, 2002.
Günther, Hubertus en Christof Thoenes. “Gli ordini architettonici: rinascita o invenzione?” In Rome e l’antico nell’arte e nella cultura del Cinquecento, 261-310. Rome: Istituto della Enciclopedia italiana, 1985.
Hart, Vaughan en Peter Hicks. Palladio’s Rome. A Translation of Andrea Palladio’s Two Guidebooks to Rome. New Haven, Londen: Yale University Press, 2006.
__________. “On Sebastiano Serlio: Decorum and the Art of Architectural Invention.” In Paper Palaces. The Rise of the Renaissance Architectural Treatise, redactie door Vaughan Hart en Peter Hicks, 140-157. New Haven en Londen: Yale University Press, 1988.
__________, reds. Paper Palaces. The Rise of the Renaissance Architectural Treatise. New Haven en Londen: Yale University Press, 1988.
Haslinghuis, Edward J. Bouwkundige termen. Woordenboek der Westerse Architectuurgeschiedenis. Utrecht: Oosthoek, 1970.
Heinecken, Karl Heinrich von. Dictionnaire des Artistes, dont nous avons des Estampes. Leipsig: Breitkopf, 1778-1790.
Heusinger, Christian von. “Zwei Ornamentstichsammelbände in der Herzog August Bibliothek. 26.6 Geom. und 37.2.1 Geom 2°.” Wolfenbütteler Notizen zur Buchgeschichte 28 (2003): 45-75.
Hill, George Francis. A Corpus of Italian Medals of the Renaissance before Cellini. 2 vols. Londen: British Museum, 1930.
Howard, Deborah. “Sebastiano Serlio’s Venetain Copyrights.” The Burlington Magazine 115, no. 845 (augustus 1973): 512-516.
Hülsen, Christian. Il Libro di Giuliano da Sangallo. Codice Vaticano Barberiniano Latino 4424. 2 vols. 2de ed. Vaticaanstad, Biblioteca Apostolica Vaticana, 1984.
Hülsen, Christian en Hermann Egger. Die römischen Skizzenbücher von Marten van Heemskerck im Königlichen Kupferstichkabinett zu Berlin. 2 vols. Berlijn: Bard, 1913-1916.
Krinsky, Carol Herselle. “Seventy-Eight Vitruvius Manuscripts.” Journal of the Warburg and Courtauld Institutes 30 (1967): 36-70.
Kruft, Hanno-Walter. “Concerning the Date of the Codex Escurialensis.” The Burlington Magazine 112, no. 802 (januari 1970): 44-47.
Kultzen, Rolf. “Review van Drawings after the Antique by Amico Aspertini; Sketchbooks in the British Museum door Phyllis Pray Bober.” Renaissance News 12, no. 4 (1959):253-255.
Lotz, Wolfgang. Studies in Italian Renaissance Architecture. Cambridge, Massachusetts: MIT Press, 1977.
__________, red. Galeazzo Alessi e l’Architettura del Cinquecento. Genua: Sagep Ed., 1975.
Mariette, Pierre Jean. Abecedario de P. J. Mariette et Autres Notes Inédites de Cet Amatuer sur les Arts et les Artistes. Parijs: J. B. Dumoulin, 1853-1860.
Massari, Stefania, red. Giulio Bonasone. 2 vols. Rome: Edizioni Quasar, 1983. Mercklin, Eugen von. Antike Figuralkapitelle. Berlijn: Walter de Gruyter, 1962.
McEwen, Indra Kagis. “Introduction.’ In Vitruvius. Writing the Body of Architecture. Cambridge, Massachusetts: Massachusetts Institue of Technology, 2003.
Miarelli Mariani, Gaetano. “Aggiunte e Notazioni sulla Formazione di Galeazzo Alessi.” In Galeazzo Alessi e l’Architettura del Cinquecento, redactie door Wolfgang Lotz, 203-210 (Genua: Sagep Ed., 1975).
Miller, Elizabeth. 16th-Century Italian Ornament Prints in the Victoria and Albert Museum. Londen: V&A Publ., 1999.
Nagel, Alexander en Christopher S. Wood, “What counted as an “Antiquity” in the Renaissance?” In Renaissance Medievalisms , redactie door Konrad Eisenbichler, 53-74. Toronto: Centre for Reformation and Renaissance studies, 2009.
Nagler, Georg Kaspar. Die Monogrammisten und Diejenigen Bekannten und Unbekannten Küstler aller Schulen. Vol. 2, CF-GI. München: Georg Franz, 1858-1879.
Nash, Paul W., Nicholas Savage, Gerald Beasley, John Meriton, en Alison Shell, reds. Early Printed Books 1478–1840: A Catalogue of the British Architecture Library’s Early Imprints Collection. Vol. 5, Indices, Supplement, Appendices, Addenda and Corrigenda. München: K.G. Saur, 1994-2003.
Nesselrath, Arnold. “I Libri di Disegni di Antichità. Tentativo di una Tipologia.” In Biblioteca di storia dell’arte, redactie door Salvatore Settis, 87-147. Vol. 3 uit Memoria dell’antico nell’arte italiana. Turijn: Giulio Einaudi, 1986.
__________. “Codex Coner - 85 Years On.” In vol. 2 van Cassiano Dal Pozzo’s Paper Museum, 145-167, redactie door Cassiano Dal Pozzo, Ian Jenkins en Jennifer Montagu (Milaan: Olivetti, 1992).
Nesselrath, Christiane Denker. Die Säulenordnungen bei Bramante. Worms: Wernersche Verlagsgesellschaft, 1990.
Oberhuber, Konrad, redacteur. The Illustrated Bartsch. Vol. 27, The Works of Marcantonio Raimondi and of his School. Hoofdredactie door Walter L. Strauss. New York: Abaris Books, 1978.
Onians, John. Bearers of Meaning. The Classical Orders in Antiquity, the Middle Ages, and the Renaissance. Princeton, New Jersey: Princeton University Press, 1988.
__________. “The System of the Orders in Renaissance Architectural Thought.” In Les Traités d’Architecture de la Renaissance, redactie door Jean Guillaume, 169-175. Parijs: Picard, 1988.
Orlandi, Pellegrino Antonio. Abcedario Pittorico. Bologna, Costantino Pisarri, 1704.
Pagliara, Pier Nicola. “Studi e Pratica Vitruviana di Antonio da Sangallo il Giovane e di suo Fratello Giovanni Battista.” In Les Traités d’Architecture de la Renaissance, redactie door Jean Guillaume, 179-206. Parijs: Picard, 1988.
Parshall, Peter. “Antonio Lafreri’s “Speculum Romanae Magnificentiae”.” Print Quarterly 23, no. 1 (maart 2006): 3-28.
Passavant, Johann David. Le peintre-graveur. Vol. 6, Avec la table générale et alphabétique des maïtres et des monogrammes. Leipzig: Rudolph Weigel, 1860-1864.
Pauwels, Yves. Aux Marges de la Règle. Essai sur les Ordres d’Architecture à la Renaissance. Wavre: Mardaga, 2008.
Payne, Alina A. The Architectural Treatise in the Italian Renaissance: Architectural Invention, Ornament, and Literary Culture. Cambridge, Cambridge University Press, 1999.
Pieri, Elisabetta en Luigi Zangheri, reds. Niccolò detto il Tribolo tra Arte, Architettura e Paesaggio. Poggia a Caiano, Comune di Poggia a Caiano (Prato), 2001.
Pinkster, Harm, hoofdred. Woordenboek Latijn/Nederlands. 6de druk. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2014.
Rebecchini, Guido en Edward H Wouk. “Biographical Notes on Marcantonio Raimondi and the Publisher Baviera.” In Marcantonio Raimondi, Raphael and the Image Multiplied, redactie door Edward H. Wouk en David Morris, 12-15. Manchester: Manchester University Press, 2016.
Roland, François. “Un Franc-Comtois Éditeur et Marchand d’Estampes à Rome aux XVIe Siècle. Antoine Lafrery (1512-1577).” Mémoires de la Société d’Émulation du Doubs 15, no. 8 (1910): 320-378.
Rowland, Ingrid D. “Raphael, Angelo Colocci, and the Genesis of the Architectural Orders.” The Art Bulletin 76, nr. 1 (maart 1994): 81-104.
Rivoli, Duc de en Charles Ephrussi. “Notes sur les Xylographes Vénitiens du XVe et du XVIe Siècles.” Gazette des Beaux-Arts 32, no. 3 serie 3 (1890): 494-503.
Rykwert, Joseph. The Dancing Column. On Order in Architecture. Cambridge, Massachusetts: MIT Press, 1996.
__________. “Vitruvius in Print and in Vernacular Translation: Fra Giocondo, Bramante, Raphael and Cesare Cesariano.” In Paper Palaces. The Rise of the Renaissance Architectural Treatise, redactie door Vaughan Hart en Peter Hicks, 104-121. New Haven en Londen: Yale University Press, 1988.
Sanford, Eva Matthews. “The Destruction of Ancient Rome (Continued).” The Classic Weekly 40, no. 17 (10 maart 1947): 130-133.
Schmitz, Hermann, red. Katalog der Ornamentstichsammlung der Staatlichen Kunstbibliothek Berlin. Vol. 2. Berlijn: Verlag für Kunstwissenschaft, 1936-1939. Herdruk, Utrecht: HES Publishers, 1986.
Schreiter, Charlotte. “Römische Schmuckbasen.” Kölner Jahrbuch 28 (1995): 161-347.
__________. “Römische Schmuckbasen in Renaissancezeichnungen. Interpretationsmöglichkeiten aus archäologischer Sicht.” Pegasus. Berliner Beiträge zum Nachleben der Antike 4 (2003): 37-66.
Stijnman, Ad. “Grafische technieken.” In Kunsttechnieken in Historisch Perspectief, redactie door Helen Westgeest, Truus van Bueren, Agnes Groot en Arjan de Koomen, 163-185. Turnhout: Brepols, 2011.
Thieme, Ulrich, Felix Becker en Hans Vollmer. Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart. Leipzig: E. A. Seemann, 1907-1950.
Thoenes, Christof. “Bramante und die Säulenordnungen.” Kunstchronik 30 (1977): 62-63.
__________. ““Spezie” e “Ordine” di Colonne nell’Architettura del Brunelleschi.” In Tomo II, red. Centro Di, 459-469. Vol. 2 van Filippo Brunelleschi, la sua Opera e il suo Tempo. Firenze: Stampa Stiav, 1980.
__________. “Vignolas “Regola delli Cinque Ordini.” Römisches Jahrbuch für Kunstgeschichte 20 (1983): 345-376.
Thomson, David. “Introduction.” In Les Plus Excellents Bastiments de France / par J.A. Du Cerceau, 5-9. Redactie door David Thomson en vertaald door Catherine Ludet. Parijs: Sand & Conti, 1988.
__________. Renaissance Architecture. Critics, Patrons, Luxury. Manchester en New York: Manchester University Press, 1993.
Turner, Jane, red. The Dictionary of Art. 34 vols. New York: Grove, 1996.
University of Verginia Art Museum. Variety, Archeology, and Ornament: Renaissance architectural prints from column to cornice (catalogus van de tentoonstelling, curatoren Michael J. Waters & Cammy Brothers) Charlottesville: University of Verginia Art Museum, 2011.
Valone, Carolyne. “Giovanni Antonio Dosio: The Roman Years.” The Art Bulletin 58, nr. 4 (december 1976): 528-541.
Veldman, Ilja M. “Review van Die Römischen Skizzenbücher von Marten van Heemskerck door Christian Hülsen, Hermann Egger en Maarten van Heemskerck.” Simiolus: Netherlands Quarterly for the History of Art 9, no. 2 (januari 1977): 106-113.
Ward-Perkins, John B. Roman Architecture. New York: Abrams, 1977.
Waters, Michael J. “Catalogue.” In Variety, Archeology, and Ornament: Renaissance architectural prints from column to cornice, 49-135. Charlottesville: University of Verginia Art Museum, 2011.
__________. “Looking Beyond the Treatise. Single-Leaf Prints and Sixteenth-Century Architectural Culture.” In Variety, Archeology, and Ornament: Renaissance architectural prints from column to cornice, 18-48. Charlottesville: University of Verginia Art Museum, 2011.
__________. “A Renaissance without Order: Ornament. Single-sheet Engravings, and the Mutability of Architectural Prints.” Journal of the Society of Architectural Historians 71, nr. 4 (2012): 488-523.
Watkin, David. De Westerse Architectuur. Een Geschiedenis. 3de druk. Nijmegen: Sun, 2008.
Witcombe, Christopher L.C.E. Print Publishing in Sixteenth-Century Rome. Growth and Expansion, Rivalry and Murder. Londen: Harvey Miller, 2008.
__________. Copyright in the Renaissance: Prints and the Privilegio in Sixteenth-Century Venice and Rome. Leiden: Brill, 2004.
Wittkower, Rudolf. Idea and Image: Studies in the Italian Renaissance. Londen: Thames, 1978.
Wouk, Edward H. en David Morris, reds. Marcantonio Raimondi, Raphael and the Image Multiplied. Manchester: Manchester University Press, 2016.
Zerner, Henri. “Du mot à l’image: le rôle de la gravure sur cuivre.” In Les Traités d’Architecture de la Renaissance, redactie door Jean Guillaume, 281-294. Parijs: Picard, 1988.
Zorach, Rebecca. The Virtual Tourist in Renaissance Rome. Printing and Collecting the Speculum Romanae Magnificentiae. Chicaco: University of Chicago Press, 2008.
Zucker, Mark, redacteur. The Illustrated Bartsch. Vol. 25, Early Italian Masters. Hoofdredactie door Walter L. Strauss. New York: Abaris Books, 1980.
Overige digitale informatiebronnen
Census of Antique Works of Art and Architecture Known in the Renaissance. http://census.bbaw.de.
s.n. “A section of an entablature, with no measurements or marks.” The British Museum, Londen, 1904,0822.1.1. Laatst geraadpleegd 3 mei 2020. https://www.britishmuseum.org/collection/object/P_1904-0822-1-1.
__________. “Folio 2A, recto: six capitals and four empty panels Verso: six capitals and six decorative panels with grotesques,” Ashmolean Museum, University of Oxford, WA1935.69.3. http://collections.ashmolean.org/object/740208.
__________. “Forum of Augustus, hemicycle, Attic base, elevation and sculpted detail; Ionic capital, elevation; Palazzo Baldassini, cortile, elevation (recto) blank (verso).” The Metropolitan Museum of Art, New York, 68.769.41. Laatst geraadpleegd op 24 mei 2020. https://www.metmuseum.org/art/collection/search/362599?searchField=All&….
__________.“Tenplus Veneris, from a Series of Prints depicting (reconstructed) Buildings from Roman Antiquity.” The Metropolitan Museum of Art, New York, 26.50.1(112a). Laatst geraadpleegd 29 april 2020. https://www.metmuseum.org/art/collection/search/744100?searchField=All&….
__________. “The Adoration of the Kings. Girolamo da Treviso.” Credit Suisse. The National Gallery, Londen, NG218. Laatst geraadpleegd op 23 mei 2020. https://www.nationalgallery.org.uk/paintings/girolamo-da-treviso-the-ad….