Hoe zit het met onze Vlaamse vleermuizen?

Tris
Deflo

Heb jij je ook al eens afgevraagd hoe het zit met onze Vlaamse vleermuizen? Om je hier een antwoord op te geven moet er allereerst gekeken worden naar de verblijfplaatsen van deze dieren in Vlaanderen. Naar aanleiding van het soortenbeschermingsprogramma werd er in 2019-2020 een onderzoek uitgevoerd naar de invloed van omgevingsfactoren rondom hun verblijfplaatsen in kerkgebouwen. De resultaten van dit onderzoek kunnen nuttig zijn om in de toekomst de omgeving van kerken en woonhuizen vleermuisvriendelijk te houden. 

Door: Tris Deflo

Je vertoeft s’ avonds nog even buiten en er fladdert een fascinerend beestje voorbij. Zonder dat je het echt beseft hebt is een vleermuis jou gepasseerd. Je weet het of je weet het niet, maar vleermuizen zijn nuttige dieren in ons ecosysteem. Toch kunnen we er niet omheen dat deze dieren in Vlaanderen aan het verdwijnen zijn, wat een spijtig verlies betekent aan biodiversiteit. Zo is de laatvlieger op de rode lijst aangeduid als “kwetsbaar”. De gewone grootoorvleermuis staat momenteel op “bijna in gevaar” en de grijze grootoorvleermuis werd opgenomen in de categorie “bedreigd”. Afhankelijk van winter- en zomerpopulaties is de ingekorven vleermuis “bedreigd” of “kwetsbaar”. Dan zijn er nog de gewone dwergvleermuis en de baardvleermuis die op “momenteel niet in gevaar” staan.



Bescherming

Gelukkig worden er via het soortenbeschermingsprogramma heel wat maatregelen genomen om deze dieren te beschermen. Belangrijk is om de verblijfplaatsen van de gebouw bewonende soorten vleermuisvriendelijk in te richten. Vleermuizen houden in de winter een winterslaap en dit op andere plaatsen dan waar ze in de zomer verblijven. In de winter verblijven ze op vochtige, koude plaatsen zoals bunkers, forten en kelders. Terwijl ze in de zomer vaak verblijven op droge, warme plaatsen zoals kerk- en kasteelzolders, schuren of zelfs gewoon in spouwmuren of op zolders van woonhuizen. Het kan dus zijn dat jouw huis dient als zomerverblijfplaats voor deze unieke dieren. Kerkeigenaars en -beheerders worden vaak geconfronteerd met overlast van vogels, voornamelijk kauwen en duiven. Er worden soms verschillende maatregelen genomen om deze dieren buiten de kerkmuren te houden, maar dit is ook vaak in het nadeel van de vleermuizen. Voor hen zijn de kerken hierdoor dan ook vaak ontoegankelijk. Toch weten de gebouweigenaars en -beheerders niet altijd dat verblijfplaatsen zo ingericht kunnen worden met kleine invliegopeningen voor vleermuizen, waarbij ze vogels toch buiten kunnen houden. 



Nuttige dieren

Wist je dat vleermuizen in je gebouw eigenlijk zeer nuttig kunnen zijn? Zo voeden ze zich vaak met insecten die gebouwen soms erg kunnen aantasten. Daarnaast ondervinden de eigenaars van de gebouwen weinig of zelfs geen hinder van vleermuizen die in hun gebouw verblijven. Een pluspunt is ook dat je kan meewerken aan de bescherming van deze diersoort om uitsterven tegen te gaan en zo meewerkt aan de instandhouding (of verhoging van) de biodiversiteit in Vlaanderen.



Belang van omgevingsfactorenGewone grootoorvleermuis - Foto: Shutterstock Gucio

Verschillende onderzoeken tonen aan dat omgevingsfactoren rondom de verblijfplaatsen van belang zijn voor de aanwezigheid van vleermuizenpopulaties. Vleermuizen zijn lichtschuwe dieren en gaan daarom verlichte plaatsen vermijden. Toch zijn kerken of andere verblijfplaatsen vaak fel verlicht door monumentenverlichting of, rondom rond verlicht door straatverlichting. Verblijfplaatsen die sterk verlicht zijn zullen minder snel in de smaak vallen bij vleermuizen. Ze zullen eerder voor donkere verblijfplaatsen opteren. Ook vegetatie speelt een belangrijke rol voor vleermuizen. Vleermuizen gebruiken vegetatie om zich te oriënteren (via echolocatie, hun “sonar” zintuig) en het is ook belangrijk om op insecten te kunnen jagen. 

Er werd een onderzoek uitgevoerd naar de invloed van omgevingsfactoren rondom de verblijfplaatsen van vleermuizen in kerkgebouwen. Het onderzoek werd uitgevoerd door Tris Deflo, een studente Agro- en Biotechnologie Dierenzorg (Hogeschool Odisee, te Sint-Niklaas) in samenwerking met haar begeleiders Steven Meeus, Robbert Schepers van het Regionaal Landschap Schelde-Durme en Daan Dekeukeleire van de vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt. De studente onderzocht de invloed van twee omgevingsfactoren rondom kerkgebouwen: vegetatie en verlichting. Zo werd er met behulp van GIS (een geografisch informatiesysteem om ruimtelijke gegevens te kunnen analyseren) berekend hoeveel procent opgaand groen er in een straal van 10 meter en een straal van 500 meter rondom de kerk aanwezig is. Daarnaast werd er ook gekeken naar de hoeveelheid zijden dat van de kerk verlicht werden, gaande van 0 zijden tot 4 zijden. Uit het gevoerde onderzoek werd besloten dat de gewone grootoorvleermuis verblijft in kerken waar er in de directe omgeving (binnen een straal van 10 meter) veel vegetatie aanwezig is. Voor deze soort is het dus zeker van belang dat er in de nabijheid van de verblijfplaats veel opgaand groen, zoals bomen en struiken, aanwezig is. Voor de andere omgevingsfactor “verlichting” werd geen verband gevonden. Al werd er wel waargenomen dat de gewone dwergvleermuis mogelijks minder zou verblijven in kerken waar alle zijden verlicht werden. Hier kon echter geen zeker antwoord op gegeven worden, omdat er onvoldoende data beschikbaar was om hier uitspraken over te doen. Er is uiteraard meer onderzoek nodig om te weten te komen welke omgevingsfactoren rondom verblijfplaatsen belangrijk zijn voor de verschillende vleermuizenpopulaties. 

Antwoord op de vraag

Het antwoord op de vraag, hoe het zit met onze Vlaamse vleermuizen, is dat het momenteel niet zo goed gaat met verschillende vleermuissoorten hier in Vlaanderen. Wat kunnen we hier nu aan doen? Hoewel er meer onderzoek nodig is, kunnen al wel inspanningen geleverd worden om de leefbaarheid voor vleermuizen te verhogen. We weten dat ze lichtschuw zijn en dat ze jagen en zich oriënteren in en langs vegetatie, dus hier kan zeker al rekening mee gehouden worden. Voor de gewone grootoorvleermuis is het dus zeker van belang dat er in de dichte omgeving van hun verblijfplaatsen veel bomen en struiken behouden blijven of bij aangeplant moeten worden. Ook qua verlichting kan er rekening gehouden worden dat de invliegopeningen zo weinig mogelijk verlicht worden. Denk dus goed na wanneer je van plan bent om te renoveren, een boom of struik wil weghalen of onnodige verlichting in de tuin wil aanbrengen. Het zou je nuttige en fijne “gasten” wel eens kunnen wegjagen.

 

Bibliografie

Agentschap Natuur & Bos. (2018a). Actieplan. Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera), 157-171.

Agentschap Natuur & Bos. (2018b). Communicatie en sensibilisatie. Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera), 1 92–195.

Agentschap Natuur & Bos. (2018c). Doelstellingen soortenbeschermingsprogramma (5 jaar). Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera), 138-145.

Agentschap Natuur & Bos. (2018d). Doelstellingen, strategieën en actoren. Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera), 120.

Agentschap Natuur & Bos. (2018e). Knelpunten met betrekking tot zomerverblijfplaatsen. Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera), 92-95.

Agentschap Natuur & Bos. (2018f). Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera). VLAANDEREN.be.

AgentschapNatuur&Bos. (2018g). Strategieën. Soortenbeschermingsprogramma voor vleermuizen (Chiroptera), 146.

Agentschap Natuur & Bos. (2020a). SBP Vleermuizen. Retrieved from https://www.natuurenbos.be/sbpvleermuizen

Agentschap Natuur & Bos. (2020b). Soortenbeschermingsprogramma's. Retrieved from https://www.natuurenbos.be/SBP

Altenburg & Wymenga. (2014). Hopovers voor vleermuizen. Ecologisch onderzoek bv.

Anderson, M. E., & Racey, P. A. (1991). Feeding behaviour of captive brown long-eared bats, Plecotus auritus. Animal Behaviour, 42(3), 489-493.

Barclay, R. M. R. (1991). Population structure of temperate zone insectivorous bats in relation to foraging behaviour and energy demand. The Journal of Animal Ecology, 165-178.

Bennett, V. J., & Zurcher, A. A. (2013). When corridors collide: Road‐related disturbance in commuting bats. Journal of Wildlife Management, 77(1), 93-101.

Bennie, J., Duffy, J. P., Davies, T. W., Correa-Cano, M. E., & Gaston, K. J. (2015). Global trends in exposure to light pollution in natural terrestrial ecosystems. Remote Sensing, 7(3), 2715-2730.

Berthinussen, A., & Altringham, J. (2012). Do bat gantries and underpasses help bats cross roads safely? PloS one, 7(6).

Blair, R. B. (1996). Land use and avian species diversity along an urban gradient. Ecological applications, 6(2), 506-519.

Boers, K. (2019). Uitgestorven gewaande vleermuis duikt op in Steenokkerzeel. Natuurpunt.

Boinski, S. U. E., Kauffman, L., Westoll, A., Stickler, C. M., Cropp, S., & Ehmke, E. (2003). Are vigilance, risk from avian predators and group size consequences of habitat structure? A comparison of three species of squirrel monkey (Saimiri oerstedii, S. boliviensis, and S. sciureus). Behaviour, 1421-1467.

Boldogh, S., Dobrosi, D., & Samu, P. (2007). The effects of the illumination of buildings on house-dwelling bats and its conservation consequences. Acta Chiropterologica, 9(2), 527-534.

Coroiu, I. (2016). Myotis mystacinus. The IUCN Red List of Threatened Species.

Demaeseneer, J., & Verwimp, N. (2009). Vademecum: Inrichten van (kerk)zolders voor vleermuizen. ANB.

Downs, N. C., Beaton, V., Guest, J., Polanski, J., Robinson, S. L., & Racey, P. A. (2003). The effects of illuminating the roost entrance on the emergence behaviour of Pipistrellus pygmaeus. Biological Conservation, 111(2), 247-252.

Duvergé, P. L., Jones, G., Rydell, J., & Ransome, R. D. (2000). Functional significance of emergence timing in bats. Ecography, 23(1), 32-40.

Eigenbrod, F., Hecnar, S. J., & Fahrig, L. (2009). Quantifying the road-effect zone: threshold effects of a motorway on anuran populations in Ontario, Canada. Ecology and Society, 14(1).

Fefferman, N. H., & Romero, L. M. (2013). Can physiological stress alter population persistence? A model with conservation implications. Conservation physiology, 1(1).

Fenton, M. B. (1990). The foraging behaviour and ecology of animal-eating bats. Canadian Journal of Zoology, 68(3), 411-422.

Fenton, M. B. (1995, 1995). Constraint and flexibility-Bats at predators, bats as prey.

Frid, A., & Dill, L. (2002). Human-caused disturbance stimuli as a form of predation risk. Conservation Ecology, 6(1).

Furmankiewicz, J. (2008). Population size, catchment area, and sex-influenced differences in autumn and spring swarming of the brown long-eared bat (Plecotus auritus). Canadian Journal of Zoology, 86(3), 207-216.

Gaisler, J., Rehak, Z., & Bartonicka, T. (2009). Bat casualties by road traffic (Brno-Vienna). Acta Theriologica, 54(2), 147-155.

Gaisler, J., Zukal, J., Rehak, Z., & Homolka, M. (1998). Habitat preference and flight activity of bats in a city. Journal of Zoology, 244(3), 439-445.

Galens, D. (2015). Vleermuisschildjes kronen vleermuisvriendelijke gebouwen. Natuurpunt.

GeoPunt. (2012). Groenkaart Vlaanderen 2012. Retrieved from https://www.geopunt.be/catalogus/datasetfolder/a0472f3b-0927-42f5-909b-c765a4fa4721

Gyselings, R., & De Bruyn, L. (2019). Vleermuizen en verlichting. Natuurpunt.

Hale, J. D., Fairbrass, A. J., Matthews, T. J., Davies, G., & Sadler, J. P. (2015). The ecological impact of city lighting scenarios: exploring gap crossing thresholds for urban bats. Global change biology, 21(7), 2467-2478.

Hale, J. D., Fairbrass, A. J., Matthews, T. J., & Sadler, J. P. (2012). Habitat Composition and Connectivity Predicts Bat Presence and Activity at Foraging Sites in a Large UK Conurbation (City Scale Habitat Influences on Bat Activity). PLoS ONE, 7(3), e33300.

Hamilton, W. D. (1971). Geometry for the selfish herd. Journal of theoretical Biology, 31(2), 295-311.

Hutson, A. M., Spitzenberger, F., Aulagnier, S., Alcaldé, J. T., Csorba, G., Bumrungsri, S., . . . Benda, P. (2008). Eptesicus serotinus. (pp. e.T7911A12867244): The IUCN Red List of Threatened Species.

Hutson, A. M., Spitzenberger, F., Aulagnier, S., Coroiu, I., Karataş, A., Juste, J., . . . Benda, P. (2008a). Pipistrellus pipistrellus. The IUCN Red List of Threatened Species.

Hutson, A. M., Spitzenberger, F., Aulagnier, S., Coroiu, I., Karataş, A., Juste, J., . . . Benda, P. (2008b). Plecotus auritus. The IUCN Red List of Threatened Species.

Hutson, A. M., Spitzenberger, F., Coroiu, I., Aulagnier, S., Juste, J., Karataş, A., . . . Paunović, M. (2008). Myotis brandtii. The IUCN Red List of Threatened Species.

Hutterer, R., Ivanova, T., Meyer, C., & Rodrigues, L. (2005). Bat migrations in Europe: a review of banding data and literature.

INBO. (2014). Rode Lijsten Vlaanderen. Retrieved from https://www.inbo.be/nl/zoek-de-rode-lijsten-vlaanderen

Janos, G. A., & Root, K. V. (2014). Bats do not Alter their Foraging Activity in Response to Owl Calls. The American Midland Naturalist, 171(2), 375-378.

Jensen, M. E., & Miller, L. A. (1999). Echolocation signals of the bat Eptesicus serotinus recorded using a vertical microphone array: effect of flight altitude on searching signals. Behavioral Ecology and Sociobiology, 47(1), 60-69.

Jones, G., & Rydell, J. (1994). Foraging strategy and predation risk as factors influencing emergence time in echolocating bats. Philosophical Transactions of the Royal Society of London. Series B: Biological Sciences, 346(1318), 445-455.

Juste, J., Karataş, A., Palmeirim, J., Paunović, M., Spitzenberger, F., & Hutson, A. M. (2008). Plecotus austriacus. In. The IUCN Red List of Threatened Species.

Kerth, G., & Melber, M. (2009). Species-specific barrier effects of a motorway on the habitat use of two threatened forest-living bat species. Biological Conservation, 142(2), 270-279.

Klavins, A. (2020). Eptesicus serotinus.

Kokay. (2007a). Brandt's Bat (Myotis brandti). Szabi (Ed.).

Kokay. (2007b). Pipistrellus pipistrellus.

Kokay. (2007c). Plecotus auritus.

Kokay. (2007d). Whiskered Bat (Myotis mystacinus). Szabi (Ed.).

Kokay. (2015). Plecotus austriacus.

Looney, M. W. (1972). Predation on bats by hawks and owls. Bulletin of the Oklahoma Ornithological Society, 5(1), 1-4.

Mathews, F., Roche, N., Aughney, T., Jones, N., Day, J., Baker, J., & Langton, S. (2015). Barriers and benefits: implications of artificial night-lighting for the distribution of common bats in Britain and Ireland. Philosophical Transactions of the Royal Society B: Biological Sciences, 370(1667), 20140124.

Medinas, D., Marques, J. T., & Mira, A. (2013). Assessing road effects on bats: the role of landscape, road features, and bat activity on road‐kills. Ecological Research, 28(2), 227-237.

Müller, J., Mehr, M., Bässler, C., Fenton, M., Hothorn, T., Pretzsch, H., . . . Brandl, R. (2012). Aggregative response in bats: prey abundance versus habitat. Oecologia, 169(3), 673-684.

Natuurpunt. (z.d.-a). Baardvleermuis. Natuurpunt.

Natuurpunt. (z.d.-b). Brandts Vleermuis. Natuurpunt.

Natuurpunt. (z.d.-c). Gewone Dwergvleermuis. Natuurpunt.

Natuurpunt. (z.d.-d). Gewone Grootoorvleermuis. Retrieved from https://www.natuurpunt.be/pagina/gewone-grootoorvleermuis

Natuurpunt. (z.d.-e). Grijze Grootoorvleermuis. Natuurpunt.

Natuurpunt. (z.d.-f). Ingekorven Vleermuis. Natuurpunt.

Natuurpunt. (z.d.-g). Laatvlieger. Natuurpunt.

Natuurpunt. (z.d.-h). Vleermuizen. Natuurinfo. Retrieved from https://www.natuurpunt.be/pagina/vleermuizen#

Nicholls, B., & A. Racey, P. (2006). Habitat selection as a mechanism of resource partitioning in two cryptic bat species Pipistrellus pipistrellus and Pipistrellus pygmaeus. Ecography, 29(5), 697-708.

Nievas Rosillo, M., & Zamorano Calvo, J. (2015). Worldwide variations in artificial skyglow. Scientific reports, 5(8409).

Norberg, U. M., & Rayner, J. M. V. (1987). Ecological morphology and flight in bats (Mammalia; Chiroptera): wing adaptations, flight performance, foraging strategy and echolocation. Philosophical Transactions of the Royal Society of London. B, Biological Sciences, 316(1179), 335-427.

Petrov, B. (2005). Myotis emarginatus.

Phelps, K., & Kingston, T. (2018). Environmental and biological context modulates the physiological stress response of bats to human disturbance. Oecologia, 188(1), 41-52.

Piraccini, R. (2016). Myotis emarginatus. The IUCN Red List of Threatened Species.

Polak, T., Korine, C., Yair, S., & Holderied, M. W. (2011). Differential effects of artificial lighting on flight and foraging behaviour of two sympatric bat species in a desert. Journal of Zoology, 285(1), 21-27.

Popa-Lisseanu, A. G., Sörgel, K., Luckner, A., Wassenaar, L. I., Ibáñez, C., Kramer-Schadt, S., . . . Voigt, C. C. (2012). A Triple-Isotope Approach to Predict the Breeding Origins of European Bats (Isotopic Tracers of Bat Migration). PLoS ONE, 7(1), e30388.

Rydell, J. (1992). Exploitation of insects around streetlamps by bats in Sweden. Functional Ecology, 744-750.

Rydell, J., Eklöf, J., & Sánchez-Navarro, S. (2017). Age of enlightenment: long-term effects of outdoor aesthetic lights on bats in churches. Royal Society open science, 4(8), 161077.

Rydell, J., Entwistle, A., & Racey, P. A. (1996). Timing of foraging flights of three species of bats in relation to insect activity and predation risk. Oikos, 243-252.

Safi, K., & Kerth, G. (2007). Comparative analyses suggest that information transfer promoted sociality in male bats in the temperate zone. The American Naturalist, 170(3), 465-472.

Sapolsky, R. M., Romero, L. M., & Munck, A. U. (2000). How do glucocorticoids influence stress responses? Integrating permissive, suppressive, stimulatory, and preparative actions. Endocrine reviews, 21(1), 55-89.

Schaub, A., Ostwald, J., & Siemers, B. M. (2008). Foraging bats avoid noise. Journal of Experimental Biology, 211(19), 3174-3180.

Schaub, A., & Schnitzler, H. U. (2007). Echolocation behavior of the bat Vespertilio murinus reveals the border between the habitat types “edge” and “open space”. Behavioral Ecology and Sociobiology, 61(4), 513-523.

Schnitzler, H.-U., Moss, C. F., & Denzinger, A. (2003). From spatial orientation to food acquisition in echolocating bats. Trends in Ecology & Evolution, 18(8), 386-394.

Shen, Y.-Y., Liu, J., Irwin, D. M., & Zhang, Y.-P. (2010). Parallel and Convergent Evolution of the Dim-Light Vision Gene RH1 in Bats (Order: Chiroptera) (Evolution of Rhodopsin in Bats). PLoS ONE, 5(1), e8838.

Shiel, C. B., McAney, C. M., & Fairley, J. S. (1991). Analysis of the diet of Natterer's bat Myotis nattereri and the common long‐eared bat Plecotus auritus in the West of Ireland. Journal of Zoology, 223(2), 299-305.

Speakman, J. R. (1991). Why do insectivorous bats in Britain not fly in daylight more frequently? Functional Ecology, 518-524.

Spoelstra, K., van Grunsven, R. H. A., Ramakers, J. J. C., Ferguson, K. B., Raap, T., Donners, M., . . . Visser, M. E. (2017). Response of bats to light with different spectra: light-shy and agile bat presence is affected by white and green, but not red light. Proceedings. Biological sciences, 284(1855).

Stone, E. L., Jones, G., & Harris, S. (2012). Conserving energy at a cost to biodiversity? Impacts of LED lighting on bats. Global change biology, 18(8), 2458-2465.

van Grunsven, R. H. A., Donners, M., Boekee, K., Tichelaar, I., Van Geffen, K. G., Groenendijk, D., . . . Veenendaal, E. M. (2014). Spectral composition of light sources and insect phototaxis, with an evaluation of existing spectral response models. Journal of insect conservation, 18(2), 225-231.

Vaughan, N., Jones, G., & Harris, S. (1997). Habitat use by bats (Chiroptera) assessed by means of a broad-band acoustic method. Journal of applied ecology, 716-730.

Verboom, B., & Spoelstra, K. (1999). Effects of food abundance and wind on the use of tree lines by an insectivorous bat, Pipistrellus pipistrellus. Canadian Journal of Zoology, 77(9), 1393-1401.

Verkem, S. (2003). Soortbeschermingsplan Vleermuizen. Retrieved from https://ecopedia.s3.eu-central-1.amazonaws.com/pdfs/547.pdf

Veselka, N., McErlain, D. D., Holdsworth, D. W., Eger, J. L., Chhem, R. K., Mason, M. J., . . . Fenton, M. B. (2010). A bony connection signals laryngeal echolocation in bats. Nature, 463(7283), 939.

Voigt, C. C., Azam, C., Dekker, J., Ferguson, J., Fritze, M., Gazaryan, S., . . . Lewanzik, D. (2018). Guidelines for consideration of bats in lighting projects.

Voigt, C. C., Lindecke, O., Schönborn, S., Kramer‐Schadt, S., & Lehmann, D. (2016). Habitat use of migratory bats killed during autumn at wind turbines. Ecological Applications, 26(3), 771-783.

Wermundsen, T., & Siivonen, Y. (2008). Foraging habitats of bats in southern Finland. Acta Theriologica, 53(3), 229-240.

Wingfield, J. C., Hunt, K., Breuner, C., Dunlap, K., Fowler, G. S., Freed, L., . . . Buchholz, R. (1997). Behavioral approaches to conservation in the wild. Behavioral Approaches to Conservation in the Wild, 95-131.

Zahn, A., Bauer, S., Kriner, E., & Holzhaider, J. (2010). Foraging habitats of Myotis emarginatus in Central Europe. European Journal of Wildlife Research, 56(3), 395-400.

Zukal, J., & Gajdosik, M. (2012). Diet of Eptesicus serotinus in an agricultural landscape. Vespertilio, 16, 357-363.

Zurcher, A. A., Sparks, D. W., & Bennett, V. J. (2010). Why the bat did not cross the road? Acta chiropterologica, 12(2), 337-340.

Download scriptie (2.29 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Steven Meeus